Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amersfoort

Subsidieregeling Taalstimulering

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmersfoort
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Taalstimulering
CiteertitelSubsidieregeling Taalstimulering
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervalt op 1 juni 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht
  2. https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR624910
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-11-2022artikel 3, 4, 12, 13

01-11-2022

gmb-2022-500428

25-11-202112-11-2022nieuwe regeling

16-11-2021

gmb-2021-423278

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Taalstimulering

Burgemeester en Wethouders van Amersfoort;

 

gelezen het Uitvoeringsprogramma Jeugd en Onderwijs 2022-2024, d.d. 28 september 2021;

 

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Amersfoort 2019;

 

overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan de taalontwikkeling van kinderen en jongeren in de leeftijd van 0-23 jaar, met als doel het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden;

 

besluit vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening Amersfoort 2019;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort;

  • c.

    UPJO: Uitvoeringsprogramma Jeugd en Onderwijs 2022-2024 van de gemeente Amersfoort , zoals door het college bij besluit van 28 september 2021 aangenomen;

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Het college verstrekt uitsluitend subsidie voor de volgende activiteiten:

  • a.

    het realiseren van een VoorleesExpress;

  • b.

    het realiseren van Boekstart in de kinderopvang;

  • c.

    preventieve activiteiten gericht op het voorkomen van laaggeletterdheid bij jongeren in de leeftijd van 12-18 jaar;

  • d.

    leesbevordering stimuleren bij studenten van regionale opleidingscentra van Amersfoort.

Artikel 2a Minimale eisen activiteit artikel 2 onder a

Om in aanmerking te komen voor subsidie als bedoeld in artikel 2 onder a, wordt de activiteit uitgevoerd volgens het programma VoorleesExpress.

Artikel 2b Minimale eisen activiteit artikel 2 onder b

Om in aanmerking te komen voor subsidie als bedoeld in artikel 2 onder b, voldoet de activiteit minimaal aan de volgende cumulatieve eisen:

  • a.

    de activiteit wordt uitgevoerd volgens het programma Boekstart in de kinderopvang;

  • b.

    de activiteit wordt uitgevoerd op de locaties van minimaal drie kinderopvangorganisaties.

Artikel 2c Minimale eisen activiteit artikel 2 onder c

Om in aanmerking te komen voor subsidie als bedoeld in artikel 2 onder c, voldoet de activiteit minimaal aan de volgende cumulatieve eisen:

  • a.

    er is sprake van een vraaggericht aanbod;

  • b.

    de activiteit wordt uitgevoerd op locaties van meerdere scholen van het voortgezet onderwijs in Amersfoort.

Artikel 2d Minimale eisen activiteit artikel 2 onder d

Om in aanmerking te komen voor subsidie als bedoeld in artikel 2 onder d, voldoet de activiteit minimaal aan de volgende cumulatieve eisen:

  • a.

    er is sprake van een vraaggericht aanbod;

  • b.

    de activiteit wordt uitgevoerd op locaties twee regionale opleidingscentra.

Artikel 3 Indieningstermijn aanvraag

In afwijking van artikel 8, eerste lid, van de Asv, dient een aanvrager de subsidieaanvraag in vóór 1 januari 2023.

Artikel 4 Eisen aan de aanvrager

  • 1.

    [vervallen]

  • 2.

    De subsidie kan enkel worden aangevraagd door rechtspersonen zonder winstoogmerk;

  • 3.

    De aanvraag wordt gedaan door een bibliotheek of een bibliotheek is mede-aanvrager.

Artikel 5 Eisen aan de aanvraag

In afwijking van artikel 9, derde lid, van de Asv verstrekt het college slechts subsidie als uit de aanvraag blijkt dat:

  • a.

    een prestatievoorstel is bijgevoegd waarbij de volgende onderdelen zijn beschreven:

     

    • i.

      voor welke activiteit subsidie wordt aangevraagd en hoe aan de eisen wordt voldaan;

    • ii.

      hoeveel kinderen en opvoeders bereikt worden met de activiteit;

    • iii.

      hoe wordt samengewerkt met partners uit de stad;

    • iv.

      op welke manier de activiteit wordt gemonitord wordt en hoe resultaten worden gemeten;

  • b.

    een sluitende exploitatiebegroting is bijgevoegd;

Artikel 6 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Uitsluitend kosten die direct aan de activiteit zijn toe te rekenen, kunnen voor subsidie in aanmerking komen.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 10 van de Asv verstrekt het college in ieder geval geen subsidie voor:

     

    • a.

      kosten ten behoeve van het opstellen van de aanvraag;

    • b.

      kosten die worden gemaakt voordat de aanvraag is ontvangen;

    • c.

      kosten die uit anderen hoofde worden gesubsidieerd;

    • d.

      verrekenbare of compensabele belastingen, heffingen of lasten;

    • e.

      kosten van rente, bankdiensten, financieringen, gerechtelijke procedures, boetes en sancties;

    • f.

      legeskosten indien de aanvrager een bestuursorgaan is;

    • g.

      kosten van activiteiten die redelijkerwijs kunnen worden gedekt uit de opbrengsten die met de activiteiten verband houden;

    • h.

      kosten om te voldoen aan wettelijke verplichtingen of aan gangbare minimumkwaliteitseisen;

    • i.

      kosten van reguliere werkzaamheden van de aanvrager;

    • j.

      kosten gemaakt na beëindiging van activiteiten met uitzondering van accountantskosten;

    • k.

      kosten van in natura geleverde diensten en goederen;

    • l.

      kosten van gelieerde rechtspersonen die onderling in rekening worden gebracht;

    • m.

      fooien, geschenken, gratificaties en bonussen;

    • n.

      kosten voor representatie, personeelsactiviteiten, overboekingen, annuleringen en outplacementtrajecten;

    • o.

      kosten betaald aan vrijwilligers, met uitzondering van vergoedingen voor werkelijk gemaakte onkosten.

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1.

    Het college stelt het subsidieplafond vast op € 143.000,-. Dit plafond wordt onderverdeeld in de volgende deelsubsidieplafonds voor activiteiten genoemd onder:

    • a.

      Artikel 2 sub a: € 25.000,-

    • b.

      Artikel 2 sub b: € 93.000,-

    • c.

      Artikel 2 sub c: € 20.000,-

    • d.

      Artikel 2 sub d: € 5.000,-

  • 2.

    Het college kan een subsidieplafond verlagen als:

    • a.

      het plafond wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd, en

    • b.

      de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd.

  • 3.

    Bij de bekendmaking van een subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

  • 4.

    Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Overeenkomstig artikel 12, eerste lid, onderdeel f, van de ASV beslist het college afwijzend op de aanvraag als door verstrekking van subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden en de aanvraag daardoor slechts gedeeltelijk zou kunnen worden gehonoreerd;

Artikel 9 Wijze van verdeling

  • 1.

    Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde deelsubsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

  • 3.

    Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag is ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.

Artikel 10 Bevoorschotting

  • 1.

    Het subsidiebedrag wordt voor maximaal 80% bevoorschot.

  • 2.

    De bevoorschotting wordt volgens het volgende schema uitbetaald: maandelijks in gelijke termijnen

Artikel 11 Verplichtingen

In aanvulling op de verplichtingen op grond van de Asv is de subsidieontvanger verplicht:

  • a.

    de verkregen subsidie ook daadwerkelijk in te zetten voor de uitvoering van de activiteit;

  • b.

    mee te werken aan de ontwikkeling doorlopende taallijn 0-23 in 2022 zoals omschreven in het UPJO.

Artikel 12 Aanvraag tot vaststelling

  • 1.

    In afwijking van artikel 19, tweede lid, van de Asv dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling voor 1 april 2024 in.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 19a van de Asv dient de subsidieontvanger blijkt uit de verantwoording:

    • a.

      het aantal kinderen en/of jongeren en/of opvoeders dat bereikt is met de activiteit;

    • b.

      de wijze waarop is samengewerkt met andere partners uit de stad;

    • c.

      een beschrijving van de resultaten van de subsidie;

    • d.

      een specificatie van de gemaakte kosten;

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: ‘subsidieregeling Taalstimulering’

  • 3.

    Deze subsidieregeling vervalt op 1 juni 2024, met dien verstande dat deze subsidieregeling van toepassing blijft op subsidies die op grond van deze subsidieregeling zijn verleend of vastgesteld.

Vastgesteld in de vergadering van 16 november 2021,

De secretaris,

De burgemeester,

Algemene toelichting

Op 28 september 2021 is het Uitvoeringsprogramma jeugd en onderwijs 2022-2024 door het college van Amersfoort vastgesteld. In dit programma worden de verschillende ambities omschreven aan de hand van een aantal focuspunten namelijk onderwijskansen, ondersteuning dichtbij, wijkgericht werken, integrale kindvoorzieningen en volwassen worden. Hiernaast zijn ook een aantal thema’s benoemd die de komende jaren centraal zullen staan bij de uitvoering: gezond, veilig en kansrijk.

 

Eén van de actiepunten is om met elkaar te komen tot een sluitende aanpak voor taalontwikkelingsstimulering van 0 tot 23 jaar. We versterken wat er is en ontwikkelen aanvullend aanbod voor de hiaten in de ontwikkelingslijnen. Dit doen we in samenwerking met het onderwijs, kinderopvang, bibliotheek en andere partners in de stad.

 

We willen deze aanpak in 2022 ontwikkelen en in 2023 starten met de uitvoering. Voor het jaar 2022 vinden we het belangrijk dat de activiteiten zoals die genoemd worden in deze regeling worden zoveel mogelijk worden gecontinueerd. Gedurende het jaar gaan we met elkaar in gesprek om te komen tot een aanpak, waarin meegenomen wordt welke activiteiten daarvoor nodig zijn.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • Meer informatie over het programma Voorleesexpress genoemd in artikel 2 onder a is te vinden via deze link.

  • Meer informatie over het programma Boekstart op de Kinderopvang genoemd in artikel 2 onder b is te vinden via deze link.

Artikel 2c Minimale eisen activiteit artikel 2 onder c

Onder a: de preventieve activiteiten worden op basis van vraag (van bijvoorbeeld scholen, jongerenloket, welzijnswerk, wijkteams) aangeboden en niet op basis van aanbod.

 

Artikel 2d Minimale eisen activiteit artikel 2 onder d

Onder a: de preventieve activiteiten worden op basis van vraag (van bijvoorbeeld scholen, jongerenloket, welzijnswerk, wijkteams) aangeboden en niet op basis van aanbod.

 

Artikel 11 verplichtingen

Onder b: onder de algemene toelichting is aangegeven wat de ontwikkeling van de doorlopende taallijn inhoud. De aanvrager draagt hier aan bij door bijvoorbeeld deel te nemen aan werksessies, denktanks etc.