Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ede

Alcoholverordening Ede 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEde
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlcoholverordening Ede 2021
CiteertitelAlcoholverordening Ede 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Drank- en Horecaverordening Ede 2016.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 147 van de Gemeentewet
  2. artikel 4 van de Drank- en Horecawet
  3. artikel 25a van de Alcoholwet
  4. artikel 25b van de Alcoholwet
  5. artikel 25c van de Drank- en Horecawet
  6. artikel 25d van de Alcoholwet
  7. artikel 26 van de Drank- en Horecawet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-12-2021nieuwe regeling

11-11-2021

gmb-2021-421978

256746

Tekst van de regeling

Intitulé

Alcoholverordening Ede 2021

De raad van de gemeente Ede

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 oktober 2021, nr 256746;

 

gelet op de artikelen 147 van de Gemeentewet en 4, 25a, 25b, 25c, 25d en 26 van de Alcoholwet;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening

 

 

ALCOHOLVERORDENING EDE

 

§ 1 BEGRIPSBEPALINGEN

ARTIKEL 1 BEGRIPSBEPALINGEN

  • 1.

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: Alcoholwet

    • b.

      terras: het buiten de besloten ruimte gelegen deel van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar bedrijfsmatig of anders dan om niet dranken of spijzen voor gebruik ter plaatse mogen worden verstrekt;

    • c.

      vergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 3 van de wet;

    • d.

      bezoeker: een ieder die zich in een inrichting bevindt, met uitzondering van:

      • -

        leidinggevenden in de zin van de wet;

      • -

        personen die dienst doen in de inrichting;

      • -

        personen wier aanwezigheid in de inrichting

    • wegens dringende redenen noodzakelijk is;

    • e.

      paracommerciële inrichting: een inrichting waarin een paracommerciële rechtspersoon in eigen beheer het horecabedrijf exploiteert.

    • f.

      dorpshuis: een dorpshuis (ook wel buurthuis, wijkcentrum of gemeenschapshuis genoemd) is een openbaar, mede met publiekelijke middelen gerealiseerd, gebouw in een wijk, stadsdeel of dorp dat zich richt op het bijdragen aan de integrale leefkwaliteit van de buurt of dorp.

  • 2.

    Voor de toepassing van deze verordening wordt onder de overige begrippen in deze verordening verstaan hetgeen de wet daaronder verstaat.

§ 2 BEPALINGEN VOOR INRICHTINGEN WAARIN HET HORECABEDRIJF WORDT UITGEOEFEND

Artikel 2 Voorschriften aan vergunningen om het horecabedrijf uit te oefenen

De burgemeester kan aan een vergunning voor een horecabedrijf voorschriften verbinden. Deze voorschriften kunnen alleen worden gesteld:

  • a.

    ter bescherming van de volksgezondheid, of

  • b.

    in het belang van de openbare orde, of

  • c.

    ter bevordering van de naleving van artikel 20 van de wet.

Artikel 3 Prijsacties horeca

Gereserveerd.

Artikel 4 Toelatingsleeftijden tot alle horecalokaliteiten en terrassen

  • 1.

    Het is leidinggevenden van een café of discotheek/dancing verboden om bezoekers tot hun horecalokaliteiten toe te laten die de leeftijd van 16 jaar nog niet hebben bereikt;

  • 2.

    Het is leidinggevenden van een horecabedrijf niet zijnde een café of discotheek/dancing waarin een dansfeest, houseparty of popconcert plaatsvindt verboden om personen tot hun horecalokaliteiten toe te laten die de leeftijd van 16 jaar nog niet hebben bereikt;

  • 3.

    Het in eerste en tweede lid bepaalde geldt niet indien een persoon onder de 16 jaar onder toezicht staat van een (pleeg)ouder of een voogd met een leeftijd van 18 jaar of ouder dan wel vergezeld wordt door een andere volwassene waarvan redelijkerwijze kan worden aangenomen dat deze functioneert als toezichthouder van de betreffende persoon.

Artikel 5 Toelatingsleeftijden tot horecalokaliteiten en terrassen die naar verhouding langer geopend zijn (nachthoreca)

Gereserveerd.

§ 3 AANVULLENDE BEPALINGEN VOOR INRICHTINGEN WAARIN HET HORECABEDRIJF WORDT UITGEOEFEND IN BEPAALDE GEBOUWEN

Artikel 6 Schenktijden en verbod verstrekken van sterke drank

  • 1.

    Het is toegestaan van 12.00 uur tot 24.00 uur alcoholhoudende drank te verstrekken in een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, niet zijnde een paracommerciële inrichting, welke:

    • a.

      deel uitmaakt van een gebouw dat of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt om onderwijs te geven aan leerlingen die merendeels de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, of

    • b.

      deel uitmaakt van een gebouw dat of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij een of meer jeugd- of jongerenorganisaties, of

    • c.

      deel uitmaakt van een gebouw dat of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is als gemeentelijk wijkgebouw of buurthuis, of

    • d.

      deel uitmaakt van een gebouw, dat uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij één of meer sportorganisaties of –instellingen.

  • 2.

    In de in het eerste lid bedoelde inrichtingen is het verboden sterke drank te verstrekken.

§ 4 AANVULLENDE BEPALINGEN VOOR PARACOMMERCIËLE INRICHTINGEN

Artikel 7 Schenktijden paracommerciële inrichtingen

Het is in alle paracommerciële inrichtingen toegestaan van 12.00 uur tot 24.00 uur alcoholhoudende drank te verstrekken.

Artikel 8 Andere schenktijden voor bepaalde typen paracommerciële inrichtingen

In afwijking van het bepaalde in artikel 7 hanteren de in onderstaand schema opgenomen typen paracommerciële inrichtingen de hierna opgenomen schenktijden:

 

  • a.

    Verpleeg- en verzorgingstehuizen: Alle dagen 10:00 uur tot 24:00 uur

  • b.

    Studentenvereniging Navigators: Dinsdag 12:00 uur tot 02:00 uur (voor de overige dagen geldt artikel 7)

Artikel 9 Privé-bijeenkomsten en bijeenkomsten derden

Ter voorkoming van oneerlijke mededinging is het verboden in een paracommerciële inrichting alcoholhoudende drank te verstrekken:

  • a.

    tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen, of

  • b.

    tijdens bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de beherende paracommerciële rechtspersoon zijn betrokken.

Artikel 10 Verbod verstrekken van sterke drank

Het is verboden in paracommerciële inrichtingen sterke drank te verstrekken.

Artikel 11 Aanvullende vragen aan paracommerciële rechtspersonen

  • 1.

    Een paracommerciële rechtspersoon geeft bij de aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning tot uitoefening van het horecabedrijf nadere informatie over de doelstelling van de paracommerciële rechtspersoon en de doelgroep waarop de rechtspersoon zich richt.

  • 2.

    Hiertoe wordt een formulier met aanvullende vragen ingevuld en verstrekt de paracommerciële rechtspersoon een afschrift van de statuten en het bestuursreglement als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de wet.

§ 5 BEPALINGEN VOOR DE DETAILHANDEL

Artikel 12 Prijsacties detailhandel

Gereserveerd.

Artikel 13 Voorschriften slijterijen

De burgemeester kan aan een vergunning voor een slijtersbedrijf voorschriften verbinden. Deze voorschriften kunnen alleen worden gesteld:

  • a.

    ter bescherming van de volksgezondheid, of

  • b.

    in het belang van de openbare orde, of

  • c.

    ter bevordering van de naleving van artikel 20 van de wet.

§ 6 TIJDELIJKE VERSTREKKINGSVERBODEN

Artikel 14 Algeheel verkoopverbod alcoholhoudende drank

Het is verboden om in een door de burgemeester aangewezen tijdsruimte in een aangewezen deel of delen van de gemeente, bedrijfsmatig of anders dan om niet, al dan niet in glas verpakte, alcoholhoudende drank als bedoeld in artikel 1 van de wet, te verstrekken.

Artikel 15 Verkoopverbod alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse tijdens bijzondere gelegenheden

  • 1.

    De burgemeester kan een tijdsruimte aanwijzen waarbinnen het verboden is om tijdens gebeurtenissen of evenementen bedrijfsmatig, dan wel anders dan om niet, al dan niet in glas verpakte alcoholhoudende drank als bedoeld in artikel 1 van de wet te verstrekken voor gebruik elders dan ter plaatse.

  • 2.

    Bij de in lid 1 bedoelde aanwijzing van een tijdsruimte bepaalt de burgemeester tevens of deze aanwijzing voor de gehele gemeente of voor aan te wijzen delen van de gemeente geldt.

Artikel 16 Verkoopverbod alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse tijdens bijzondere gelegenheden

  • 1.

    De burgemeester kan een tijdsruimte aanwijzen waarbinnen het verboden is om tijdens gebeurtenissen of evenementen bedrijfsmatig, da wel anders dan om niet, al dan niet in glas verpakte alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken.

  • 2.

    Bij de in lid 1 bedoelde aanwijzing van een tijdsruimte bepaalt de burgemeester tevens of deze aanwijzing voor de gehele gemeente of voor aan te wijzen delen van de gemeente geldt.

§ 7 ONTHEFFINGEN

Artikel 17 Mandatoire ontheffingen

Gereserveerd.

Artikel 18 Facultatieve ontheffingen

  • 1.

    De burgemeester kan op aanvraag permanent, dan wel tijdelijk, ontheffing verlenen van de in artikelen 6 en 10 gestelde verboden. Aan deze ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 2.

    De burgemeester kan conform het bepaalde in artikel 4, vierde lid, van de wet, met het oog op bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard op aanvraag voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen ontheffing verlenen van de in artikel 7, 8 en 9 gestelde verboden en beperkingen.

  • 3.

    Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op de aanvraag om ontheffingen als bedoeld in dit artikel.

Artikel 19 Intrekkingsgronden ontheffing

De in artikel 17 en 18 bedoelde ontheffingen kunnen worden ingetrokken of gewijzigd indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt, of

  • b.

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist, of

  • c.

    zich feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het van kracht blijven van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid, of

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen, of

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn, of

  • f.

    indien de houder van de ontheffing dit verzoekt.

§ 8 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 20 Overgangsrecht

  • 1.

    Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening vervallen voor paracommerciële inrichtingen:

    • a.

      de voorschriften en beperkingen die tot dat tijdstip op grond van de eerdere gemeentelijke verordening krachtens de wet zijn gesteld;

    • b.

      de ontheffingen die tot dat tijdstip door het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester zijn verleend;

    • c.

      de tot dat tijdstip gehanteerde schenk- of taptijden.

  • 2.

    Voorschriften en beperkingen die tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening op grond van de eerdere gemeentelijke verordening krachtens de wet zijn gesteld aan vergunningen van andere dan in het eerste lid bedoelde inrichtingen, blijven van kracht.

  • 3.

    Ontheffingen die tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend op grond van de eerdere gemeentelijke verordening krachtens de wet, behalve de in het eerste lid, onder c bedoelde ontheffingen, blijven 12 maanden na inwerkingtreding van deze verordening van kracht. Daarna komen deze ontheffingen te vervallen.

  • 4.

    Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing of vergunning is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 21 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.

  • 2.

    De Drank- en Horecaverordening Ede 2016 wordt ingetrokken.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Alcoholverordening Ede 2021’.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 11 november 2021, zaaknummer 256746,

De raad voornoemd,

dr. G.H. Hagelstein

de griffier,

de voorzitter.

mr. L.J. Verhulst

Toelichting Alcoholverordening Ede

De toelichting op deze verordening bestaat uit deel A en deel B.

 

Deel A bevat een algemene toelichting op de verordening. Daarbij wordt ingegaan op de volgende onderwerpen:

 

  • 1.

    Wijziging van de Drank- en Horecawet naar de Alcoholwet

  • 2.

    Totstandkoming van deze verordening

Deel B bevat een artikelsgewijze toelichting op de verordening.

 

A Algemene toelichting

 

1. Wijziging van de Drank- en Horecawet naar de Alcoholwet

Op hoofdlijnen gaat het om de volgende wijzigingen:

  • -

    Veranderen van de naam van de wet in Alcoholwet.

  • -

    Prijsacties met meer dan 25% korting zijn niet langer toegestaan.

  • -

    Regels voor verkoop op afstand van alcoholhoudende dranken.

  • -

    Strafbaarstelling volwassenen die alcohol doorgeven aan minderjarigen.

  • -

    Uitzondering strafbaarstelling 16- en 17-jarige testkopers in het kader van toezicht.

  • -

    Uitzondering strafbaarstelling 14- en 15-jarige vmbo-leerlingen in het kader van horecastage.

  • -

    Intrekken Besluit eisen inrichtingen DHW.

  • -

    Opheffen verbod op toegang slijter door minderjarige.

Deze wijzigingen volgen uit het Nationaal Preventieakkoord en evaluatie van de Drank- en Horecawet.

 

Gelet op de naamswijziging van de Drank- en Horecawet naar de Alcoholwet is ervoor gekozen om ook de Drank- en Horecaverordening te wijzigen naar de Alcoholverordening.

 

De wijzigingen die samenhangen met de instelling van de Landelijke commissie sociale hygiëne (hierna: Lcsh) als zelfstandig bestuursorgaan, treden nog niet in werking. De voorbereidingen voor de instelling van de Lcsh vragen meer tijd.

 

2. Totstandkoming van deze modelverordening

Voor deze verordening is de landelijke modelverordening van het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid (STAP) wederom gebruikt als basis. De verordening is een preventieproject gericht op een omgevingsbenadering van alcoholmatiging bij jongeren. Het is precies die invalshoek die leidend is bij de STAP modelverordening. Deze is dan ook tot stand gekomen met intensieve betrokkenheid van FrisValley en andere regioprojecten.

 

B Artikelsgewijze toelichting

 

§ 1 BEGRIPSBEPALINGEN

 

Artikel 1: Begripsbepalingen

In artikel 1 van deze verordening is een aantal begripsbepalingen opgenomen.

 

Eerste lid

Door de begripsbepaling ‘de wet’ kan op diverse plaatsen in deze modelverordening op eenvoudige wijze verwezen worden naar de Alcoholwet.

 

Uit de omschrijving blijkt dat het ‘terras’ onderdeel uitmaakt van de inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, maar dat het terras niet gelegen is in het besloten deel van de inrichting. In de begripsbepaling ontbreekt dat een terras in de open lucht moet zijn gelegen, daar er immers ook sprake kan zijn van een terras in een overdekte winkelstraat. Een terras kan sta- of zitgelegenheid bieden en het moet zijn toegestaan dat daar spijzen en dranken voor gebruik ter plaatse worden verstrekt.

 

De begripsbepaling ‘vergunning’ verwijst naar artikel 3 van de Alcoholwet. Het gaat derhalve niet alleen om door het bevoegd gezag verleende vergunningen om het horecabedrijf uit te oefenen, maar ook om vergunningen voor de uitoefening van het slijtersbedrijf.

 

De begripsbepaling ‘bezoeker’ heeft betrekking op eenieder die zich in een inrichting bevindt waarin het horeca- of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend, met uitzondering van de leidinggevenden (exploitant, bedrijfsleider, beheerder) en dienstdoende personen, zoals barpersoneel, keukenhulpen, schoonmakers en portiers. Verder zijn uitgezonderd personen van wie de aanwezigheid in de inrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is. Het betreft hier bijvoorbeeld ambulancepersoneel dat te hulp is geroepen of een politieagent of toezichthouder die bezig is met wetshandhaving.

 

Het begrip ‘paracommerciële inrichting’ staat voor alle kantines die door paracommerciële rechtspersonen in eigen beheer worden geëxploiteerd. Paracommerciële rechtspersonen richten zich per definitie primair op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard. De exploitatie in eigen beheer van de kantine is een nevenactiviteit.

 

Het begrip ‘dorpshuizen’ staat in deze verordening voor openbare, mede met publiekelijke middelen gerealiseerde, gebouwen in een wijk, stadsdeel of dorp dat zich richt op het bijdragen aan de integrale leefkwaliteit van de buurt of dorp. Dorpshuizen worden ook wel buurthuis, wijkcentrum of gemeenschapshuis genoemd.

 

Tweede lid

Voor de niet in het eerste lid genoemde begrippen die in deze verordening worden gebruikt wordt verwezen naar de begripsbepalingen opgenomen in artikel 1 van de Alcoholwet. De vigerende wettekst is te vinden op www.overheid.nl.

 

§ 2 BEPALINGEN VOOR INRICHTINGEN WAARIN HET HORECABEDRIJF WORDT UITGEOEFEND

 

Artikel 2: Voorschriften aan vergunningen om het horecabedrijf uit te oefenen

In artikel 2 van deze verordening is opgenomen dat de burgemeester bevoegd is voorschriften te verbinden aan vergunningen om het horecabedrijf uit te oefenen.

 

Achtergrond

Artikel 25a van de Alcoholwet biedt gemeenten de mogelijkheid in een verordening op te nemen dat de burgemeester, volgens bij die verordening te stellen regels, vooraf - dat wil zeggen bij de afgifte van de vergunning - voorschriften aan een vergunning kan verbinden of de vergunning kan beperken tot het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank. Dit kan worden bepaald voor horecavergunningen en voor slijterijvergunningen.

 

In deze verordening wordt de burgemeester v.w.b. de horecabedrijven uitsluitend de bevoegdheid gegeven de alcoholverstrekking aan voorschriften te verbinden. Hij krijgt niet de bevoegdheid de verstrekking te beperken tot zwak-alcoholhoudende drank. Dit omdat in deze verordening de gemeenteraad al in artikel 6 en 10 categorieën inrichtingen aanwijst waar geen sterke drank mag worden verstrekt en de burgemeester de bevoegdheid krijgt hiervan ontheffing te verlenen.

 

Voorbeelden van voorschriften die de burgemeester kan verbinden aan de vergunning voor een horecabedrijf zijn:

 

  • -

    Ter bescherming van de volksgezondheid:

  • Een gevarieerde drankenkaart verplicht stellen.

  • Dit houdt in dat er – naast alcoholhoudende dranken – voldoende betaalbare niet-alcoholhoudende alternatieven moeten worden aangeboden (fris, water, thee, koffie).

  • -

    In het belang van de openbare orde:

  • Eisen stellen ten aanzien van het maximaal aantal bezoekers.

  • Voor de veiligheid kan het aantal bezoekers dat tegelijkertijd in de inrichting aanwezig mag zijn worden gemaximeerd. Het aantal bezoekers maximeren is bovendien ter bescherming van de volksgezondheid. Uit onderzoek blijkt dat hoe meer mensen er in een zaak zijn en hoe minder makkelijk men even kan zitten, des te meer er wordt gedronken (Hughes, 2009).

  • -

    Ter bevordering van de naleving van artikel 20 van de Alcoholwet:

  • Verlangen dat polsbandjes-systemen worden toegepast.

  • Eisen stellen aan het aantal entrees en het aantal portiers.

Artikel 3: Prijsacties horeca

Gereserveerd.

 

Artikel 4: Toelatingsleeftijden tot alle horecalokaliteiten en terrassen

De meeste gemeenten van de Frisvalleyregio hebben dit artikel gereserveerd. De gemeente Ede had hierover al een bepaling in de huidige verordening opgenomen die in deze nieuwe verordening opnieuw wordt opgenomen.

 

Artikel 5: Toelatingsleeftijden tot horecalokaliteiten en terrassen die naar verhouding langer geopend zijn (nachthoreca)

Gereserveerd.

 

§ 3 AANVULLENDE BEPALINGEN VOOR INRICHTINGEN WAARIN HET HORECABEDRIJF WORDT UITGEOEFEND IN BEPAALDE GEBOUWEN

 

Artikel 6: Schenktijden en verbod verstrekken van sterke drank

In artikel 6 van deze verordening wordt de verstrekking van alcoholhoudende dranken door commerciële kantines bij sportclubs, jongerenorganisaties, buurthuizen, scholen, et cetera beperkt. Het artikel legt deze horecabedrijven dezelfde schenktijden op als de ‘echte’ paracommerciële horeca en bovendien wordt bepaald dat er in deze commerciële kantines alleen zwakalcoholhoudende dranken mogen worden geschonken. De grondslag van deze beperkingen is artikel 25a van de Alcoholwet.

 

Achtergrond

In veel gemeenten zijn de laatste jaren multifunctionele accommodaties (mfa’s) gesticht. In deze gebouwen zijn vaak sportclubs, buurtorganisaties en scholen gevestigd. Soms zijn er zelfs gebedsruimten in deze mfa’s. In deze gebouwen is echter vaak maar één kantine aanwezig. Meestal gebruiken alle stichtingen/verenigingen om-en-om dezelfde kantine (er worden dan méér vergunningen verleend voor dezelfde inrichting). Indien twee of meer stichtingen/verenigingen niet om-en-om de kantine willen gebruiken, maar gelijktijdig, dan dienen zij gezamenlijk één Alcoholvergunning aan te vragen. Dan geldt dat de stichtingen/verenigingen de inkomsten van de kantine delen, zij een gezamenlijke inkoop hebben en eventuele overtredingen en schorsingen voor alle stichtingen/verenigingen gelden.

 

Als om-en-om gebruik noch gezamenlijk kantinebeheer gewenst geacht wordt, kiest men vaak voor de volgende alternatieven:

 

  • -

    er wordt een BV opgericht, waarbij het/de besturen van de vereniging(en) of stichting(en) de enige aandeelhouder is/zijn;

  • -

    de kantine wordt verpacht aan een ondernemer.

Beide alternatieven worden soms ook gekozen door besturen van verenigingen of stichtingen vanwege andere redenen, zoals bijvoorbeeld bij een gebrek aan geïnstrueerde barvrijwilligers. Formeel gaat het bij toepassing van deze alternatieven niet meer om een paracommerciële inrichting, maar om een commerciële inrichting. Er zal dan ook een vergunning aangevraagd en verstrekt moeten worden, met alle wettelijke verplichtingen die daarbij horen. In de praktijk blijft de gemeente echter vaak ‘gewoon’ subsidie geven en maakt men gebruik van barvrijwilligers (als er een leidinggevende aanwezig is, is dat overigens wel toegestaan).

 

Een gemeente kan het wenselijk vinden om deze commerciële kantines enkele beperkingen op te leggen, vergelijkbaar met die aan paracommerciële kantines. Het zal dan specifiek gaan om schenktijden en een verbod op het schenken van sterke drank. Artikel 6 van deze verordening biedt daartoe dan de mogelijkheid.

 

Het voordeel van het overnemen van dit artikel is dat gemeenten de klassieke kantine en de commerciële kantine deels dezelfde beperkingen kunnen opleggen. Argument: beide soorten kantines worden regelmatig door veel jongeren bezocht. Bovendien kan een gemeente het onwenselijk vinden dat een bestuur van een vereniging of stichting door het kiezen voor een andere rechtsvorm van de kantine-exploitatie of door verpachting ‘opeens’ tot later in de avond mag schenken (en ook nog eens sterke drank). Een nadeel van het opnemen van deze beperkingen is dat het lastiger zal worden een commerciële kantine goed draaiende te houden/te verpachten. Het wordt immers voor deze commerciële kantines moeilijker om feesten, partijen, bruiloften, et cetera te organiseren (wat inkomsten zou kunnen genereren) als er schenktijden gelden en een verbod op het schenken van sterke drank.

 

In artikel 18 van deze verordening is opgenomen dat de burgemeester van één of beide verboden ontheffing kan verlenen. De ontheffing kan tijdelijk dan wel permanent zijn.

 

Eerste lid en tweede lid

In het eerste en tweede lid van artikel 6 van deze verordening is de schenkduur van 12.00 uur tot 24.00 uur opgenomen voor deze commerciële kantines die deel uitmaken van een gebouw dat geheel of gedeeltelijk uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt voor onderwijs aan jongeren, jeugd- en jongerenorganisaties of –instellingen, wijk- of buurtorganisaties en sportorganisaties of – instellingen. Bovendien wordt bepaald dat deze commerciële kantines uitsluitend zwakalcoholhoudende dranken mogen verstrekken. Voor de toelichting wordt verwezen naar de toelichting bij artikel 7.

 

§ 4 AANVULLENDE BEPALINGEN VOOR PARACOMMERCIËLE INRICHTINGEN

Een paracommerciële rechtspersoon is een rechtspersoon - geen NV of BV zijnde - die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf.

Hieronder vallen onder meer: sportkantines, dorps- en buurthuizen, kerkelijke centra, studentenverenigingen, et cetera. Wanneer een stichting/vereniging ervoor kiest de exploitatie van de kantine te verpachten of in een BV (of NV) onder te brengen is artikel 6 van deze modelverordening van toepassing.

 

In deze paragraaf wordt uitvoering gegeven aan artikel 4 van de Alcoholwet waarin aan gemeenten wordt opgelegd in een verordening regels vast te stellen voor paracommerciële inrichtingen. De regels hebben als doel het voorkomen van oneerlijke mededinging en gelden bij het verstrekken van alcoholhoudende drank.

 

De volgende onderwerpen moeten volgens de wet in elk geval geregeld worden:

  • -

    de schenktijden voor alcoholhoudende drank;

  • -

    het schenken van alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen;

  • -

    het schenken van alcoholhoudende dranken tijdens bijeenkomsten gericht op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende rechtspersoon betrokken zijn.

De lokale regels rond paracommercialisme mogen naar de aard van de paracommerciële rechtspersoon verschillend zijn. Dit betekent dat studentenverenigingen andere regels kunnen worden opgelegd door een gemeente, dan sportverenigingen of buurthuizen. Het is niet toegestaan onderscheid te maken tussen stichtingen en verenigingen uit Nederland en die uit andere lidstaten, evenals rechtspersonen uit de Europese Economische Ruimte1 en Zwitserland.

De gemeente kan daarbij recht doen aan de verschillen tussen bijvoorbeeld sportverenigingen en overige paracommerciële instellingen. De regering gaat ervan uit dat gemeenten bij deze afweging de belangrijke maatschappelijke functie van de verschillende paracommerciële instellingen in acht neemt en geen onnodige beperkingen zullen opleggen daar waar de mededinging niet in het geding is en er geen sprake is van onverantwoorde verstrekking van alcohol, met name aan jongeren.

 

Artikel 7: Schenktijden paracommerciële inrichtingen

Artikel 7 is gebaseerd op artikel 4 (derde lid onder a) van de Alcoholwet. Dit artikel behandelt de schenktijden in paracommerciële inrichtingen. In deze verordening is ervoor gekozen om voor deze inrichtingen een schenkduur van 12.00 uur tot 24.00 uur op te nemen. Een algemeen schenktijdenregime met specifieke uitzonderingen daarop voor bepaalde paracommerciële inrichtingen (zie artikel 8) is beter handhaafbaar. Met het reguleren van de schenktijden van de paracommerciële horeca kan worden bewerkstelligd dat het verstrekken van alcoholhoudende drank een nevenactiviteit van de vereniging blijft naast de primaire activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard.

 

Het bestuursreglement is verplicht. In het reglement dient in elk geval vastgelegd te worden welke normen het bestuur stelt aan de voorlichtingsinstructie die de barvrijwilligers krijgen. Ook moet in het bestuursreglement opgenomen worden hoe wordt toegezien op de naleving van het reglement.

 

In artikel 18 van deze verordening is opgenomen dat de burgemeester een verzoek om ontheffing van de standaard schenktijden kan honoreren voor een aangesloten periode van maximaal 12 dagen bij bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard. Deze ontheffingsmogelijkheid is overgenomen van artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet.

 

Artikel 8: Andere schenktijden voor bepaalde typen paracommerciële inrichtingen

Artikel 8 van deze verordening biedt de ruimte om onderscheid te maken naar de aard van de paracommerciële rechtspersoon. In het artikel kunnen gemeenten de paracommerciële inrichtingen benoemen waarvoor andere dan de standaard schenktijden gelden. Het maken van een onderscheid tussen de verschillende soorten paracommerciële rechtspersonen moet transparant en controleerbaar zijn. De indruk mag niet gewekt worden dat er sprake is van willekeur en rechtsongelijkheid. In alle gevallen zullen de uitzonderingen daarom gemotiveerd moeten worden.

 

In artikel 18 van deze verordening is opgenomen dat de burgemeester een verzoek om ontheffing van de afwijkende schenktijden kan honoreren voor een aaneengesloten periode van maximaal 12 dagen bij bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard. Ook deze ontheffingsmogelijkheid is van de Drank- en Horecawet overgenomen.

 

Artikel 9: Privé-bijeenkomsten en bijeenkomsten derden

Artikel 9 van deze verordening heeft betrekking op de alcoholverstrekking door paracommerciële rechtspersonen tijdens gelegenheden die niet direct verbonden zijn aan de hoofdactiviteit van de paracommerciële rechtspersoon zelf, zoals bruiloften en partijen, maar ook vergaderingen van bijvoorbeeld politieke partijen of goede doelen organisaties.

 

Artikel 4 van de Alcoholwet bevat onder meer de verplichting ter voorkoming van oneerlijke mededinging bij gemeentelijke verordening regels te stellen waaraan paracommerciële rechtspersonen zich te houden hebben bij de verstrekking van alcoholhoudende drank. Met dit artikel in deze verordening wordt aan de verplichting om dit bij gemeentelijke verordening te regelen voldaan. In artikel 18 van deze verordening is een ontheffingsmogelijkheid voor artikel 9 opgenomen. Deze wordt daar toegelicht. In het kort komt het erop neer dat de burgemeester een ontheffingsverzoek kan honoreren voor een aaneengesloten periode van maximaal 12 dagen bij bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard.

 

Van belang is nog om op te merken dat paracommerciële horeca-inrichtingen in de regel niet zijn gevestigd op percelen met een zelfstandige/volwaardige horecabestemming. Het bestemmingsplan verzet zich er in de regel dus tegen dat in deze inrichtingen een ‘zelfstandige bezoekersstroom’ wordt getrokken voor de horeca-activiteiten.

 

Onderdeel a

Onderdeel a heeft betrekking op het verstrekken tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen, ook als het personen betreft die direct betrokken zijn bij de betreffende paracommerciële rechtspersoon. In deze verordening wordt voorgesteld de alcoholverstrekking door paracommerciële rechtspersonen tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard in het geheel te verbieden. Het is niet wenselijk dat deze rechtspersonen dit als concurrentievoordeel jegens de reguliere horeca kunnen gebruiken. Door dit artikel wordt voorkomen dat (veelal gesubsidieerde) paracommerciële instellingen op onaanvaardbare wijze concurreren met de reguliere horeca.

 

In deze verordening wordt uitsluitend de alcoholverstrekking tijdens dit soort bijeenkomsten verboden. Bij bijeenkomsten waarbij de paracommerciële rechtspersonen geen alcohol verstrekken speelt het concurrentievoordeel dat ontstaat als gevolg van de lichtere eisen die de wet aan deze rechtspersonen stelt immers veel minder een rol. Vanzelfsprekend zal de paracommerciële rechtspersoon bij het houden van dergelijke bijeenkomsten wel aan de overige regelgeving, zoals het bestemmingsplan, moeten voldoen.

 

Onderdeel b

Onderdeel b heeft betrekking op het verstrekken tijdens bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de beherende paracommerciële rechtspersoon zijn betrokken. Het gaat hier bijvoorbeeld over vergaderingen van een politieke partij of een goede doelen organisatie of over een bijeenkomst van een projectontwikkelaar die informatie verschaft over geplande bouwactiviteiten. In deze verordening wordt voorgesteld de alcoholverstrekking door paracommerciële rechtspersonen tijdens dergelijke bijeenkomsten ook geheel te verbieden. Evenals bij de bijeenkomsten als bedoeld in onderdeel a is het ook bij dit soort bijeenkomsten niet wenselijk dat paracommerciële rechtspersonen het feit dat hun exploitatiekosten lager zijn als concurrentievoordeel jegens de reguliere horeca kunnen gebruiken. Door dit artikel wordt voorkomen dat (veelal gesubsidieerde) paracommerciële instellingen op onaanvaardbare wijze concurreren met de reguliere horeca. Aan de hand van de wettekst is, evenals bij onderdeel a van dit artikel, bewust niet het houden van dergelijke bijeenkomsten verboden, maar de alcoholverstrekking tijdens dit soort bijeenkomsten. Hiervoor gelden dezelfde argumenten als bij de eerder genoemde bijeenkomsten (zie toelichting bij onderdeel a).

 

Artikel 10: Verstrekken van sterke drank

Dit artikel verbiedt het schenken van sterke drank in paracommerciële inrichtingen. In deze verordening is daarvoor als basisbepaling gekozen omdat paracommerciële inrichtingen veel door jongeren worden bezocht. Bovendien is het wenselijk een duidelijk onderscheid te maken tussen paracommerciële inrichtingen en commerciële inrichtingen waaraan zwaardere eisen worden gesteld, die geen subsidies ontvangen, geen fiscale voordelen genieten en geen gebruik kunnen maken van barvrijwilligers.

 

Wel kan door de burgemeester tijdelijk of permanent een ontheffing van dit verbod worden verleend, eventueel met voorschriften en beperkingen (zie artikel 18, lid 1). Dit maakt maatwerk mogelijk. Het ‘nee, tenzij’ principe geniet dan uit preventief oogpunt de voorkeur. Bovendien wordt daarmee oneerlijke concurrentie zoveel mogelijk tegengegaan.

 

Artikel 11: Aanvullende vragen aan paracommerciële rechtspersonen

In deze verordening is opgenomen dat paracommerciële rechtspersonen een formulier met aanvullende vragen dienen in te vullen en een afschrift van hun statuten en hun bestuursreglement moeten verstrekken.

 

§ 5 BEPALINGEN VOOR DE DETAILHANDEL

 

Artikel 12: Prijsacties detailhandel

Gereserveerd.

 

Artikel 13: Voorschriften slijterijen

In artikel 13 van deze verordening is opgenomen dat de burgemeester bevoegd wordt bij het verlenen van vergunningen voor de uitoefening van het slijtersbedrijf voorschriften aan de vergunning te verbinden.

 

Voorbeelden van voorschriften die de burgemeester kan verbinden aan de vergunning voor een slijtersbedrijf zijn:

  • -

    Ter bescherming van de volksgezondheid:

  • Eisen stellen ten aanzien van reclame buiten de inrichting.

  • Bijvoorbeeld het verbieden van losse reclameborden en andere staande reclame-uitingen buiten de inrichting als die slijterij ligt binnen een straal van 200 meter van een school met veel leerlingen onder de 18 jaar.

  • -

    In het belang van de openbare orde:

  • Eisen stellen ten aanzien van het maximaal aantal klanten.

  • Voor de veiligheid kan het aantal klanten dat tegelijkertijd in de inrichting aanwezig mag zijn worden gemaximeerd.

  • -

    Ter bevordering van de naleving van artikel 20 van de Alcoholwet:

  • Eisen dat er toegangscontrole is op bepaalde tijdstippen.

  • Bijvoorbeeld zaterdag aan het einde van de middag moet bij de deur op leeftijd worden gecontroleerd.

  • Eisen dat effectieve leeftijdscontrole wordt toegepast.

  • Bijvoorbeeld verlangen dat controlesystemen worden ingezet die bewezen vrijwel sluitend zijn, zoals het systeem met leeftijdscontrole op afstand.

§ 6 TIJDELIJKE VERSTREKKINGSVERBODEN

 

Artikel 14: Algeheel tijdelijk verstrekkingsverbod

De gemeente Ede had in de huidige verordening dit artikel al opgenomen en dit artikel wordt in deze nieuwe verordening opnieuw opgenomen. De wettelijke basis voor dit artikel is gelegen in artikel 174 van de Gemeentewet en ziet ook alleen op verstoring openbare orde en niet op volksgezondheid.

 

Artikel 15: Tijdelijk verstrekkingsverbod in een deel van de gemeente

De gemeente Ede had in de huidige verordening dit artikel al opgenomen en dit artikel wordt in deze nieuwe verordening opnieuw opgenomen.

 

Artikel 16: Tijdelijk verstrekkingsverbod gedurende bepaalde uren

De gemeente Ede had in de huidige verordening dit artikel al opgenomen en dit artikel wordt in deze nieuwe verordening opnieuw opgenomen.

 

§ 7 ONTHEFFINGEN

In deze paragraaf van deze modelverordening zijn de mogelijkheden opgenomen tot het geven/krijgen van ontheffingen van de in deze verordening gestelde verboden, voorschriften en beperkingen. Het betreft de gemeentelijke bepalingen genomen op grond van artikel 4 en artikel 25a, 25b, 25c en 25d van de Alcoholwet.

 

Het gaat uitdrukkelijk niet om ontheffingen op grond van artikel 35 van de Drank- en Horecawet. De meeste gemeenten hebben een apart nota en verordeningen over het evenementenbeleid. Het beleid t.a.v. de artikel 35 Drank- en Horecawetontheffingen is daarin opgenomen.

 

Artikel 17: Mandatoire ontheffingen

Gereserveerd.

 

Artikel 18: Facultatieve ontheffingen

In artikel 18 van deze verordening worden de facultatieve ontheffingen van de burgemeester opgesomd.

 

Eerste lid

In het eerste lid gaat het om ontheffingen van de verboden in artikel 6 en artikel 10 van deze verordening. Het betreft het verbod om op bepaalde tijden alcoholhoudende drank te schenken in ‘commerciële kantines’ (zie voor dat begrip de toelichting bij artikel 6 van deze verordening) en het verbod op het schenken van sterke drank, zowel in ‘commerciële kantines’ als in paracommerciële kantines. De burgemeester kan een tijdelijke ontheffing verlenen, maar ook een ontheffing die in principe permanent is. Aan al deze ontheffingen kan de burgemeester voorschriften en beperkingen verbinden.

Overwegingen om permanente dan wel tijdelijke ontheffingen te verlenen zijn bijvoorbeeld de aard van de rechtspersoon, de doelgroep waar die rechtspersoon zich op richt en – bij paracommerciële rechtspersonen - de vraag of er sprake is van concurrentie met reguliere commerciële horecabedrijven. Als voorbeelden kunnen genoemd worden: kantines van kerkgenootschappen in kleinere woonkernen en die van rechtspersonen die zich richten op sociaal-culturele activiteiten voor bejaarden. Indien de burgemeester bij het verlenen van ontheffingen het ontbreken van effectieve concurrentie mee wil wegen in zijn besluitvorming kan hij het aantonen daarvan neerleggen bij de (para)commerciële rechtspersoon die de ontheffing aanvraagt.

 

Tweede lid

Er is een ontheffing voor het schenken van zwak-alcoholhoudende dranken buiten de vastgestelde schenktijden mogelijk, als er sprake is van een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen. Te denken valt aan Koningsdag, de plaatselijke braderie, of een zomerfestival. Ook kan een ontheffing worden verleend voor in de inrichting te houden bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen of bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende rechtspersoon zijn betrokken.

 

Het is voor paracommerciële rechtspersonen verplicht de ontheffing of een afschrift daarvan in de inrichting aanwezig te hebben.

 

Derde lid

In het derde is bepaald dat de lex silencio positivo ook bij deze facultatieve ontheffingen niet van toepassing is.

 

Artikel 19: Intrekkingsgronden ontheffing

Alle ontheffingen, de mandatoire en de facultatieve, kunnen door de burgemeester worden ingetrokken of gewijzigd. De situaties waarin dat mogelijk is staan in artikel 19 van deze verordening opgesomd.

 

§ 8 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 20: Overgangsrecht

De voorgestelde overgangsbepaling is in lijn met het overgangsrecht zoals dat is opgenomen in paragraaf 9 van de nieuwe Alcoholwet.

 

Literatuur:

Babor,T. et al. (2010). Alcohol: no ordinary commodity. Research and public policy. Second edition.

  • Oxford: University Press.

Clapp, J.D., Reed, M.B., Min, J.W., Shillington, A.M., Croff, J.M., Holmes, M.R. & Trim, R.S. (2009).

  • Blood alcohol concentration among bar patrons: A multi-level study of drinking behavior.

  • Drug and Alcohol Dependence, 102, pp.41-48.

Franx, K., Bouwmeester, J. (2011) Effecten van de vervroegde toegangstijden in de horeca. Alkmaar:

  • I&O research.

Hughes, K. (2009) Drinking Environments and Harm Reduction. Presentation at the amphora project.

  • Liverpool: JMU.

Meier , P. et al. (2008). The independent review of the effects of alcohol pricing and promotion.

  • Summary of Evidence to Accompany Report on Phase 1: Systematic Reviews. School of

    Health and Related Research, University of Sheffield, UK.

RAND Europe (2009). The affordability of alcoholic beverages in the European Union. Understanding

  • the link between alcohol, affordability, consumption and harms. Commissioned by DG

    SANCO, European Commission.

STAP (2009). Happy hours en andere prijsacties in de Nederlandse horeca in 2009. Utrecht: STAP

Universiteit Twente (2007). Happy hours en andere prijsacties in de Nederlandse horeca. Utrecht:

  • STAP.

 


1

Tot de Europese Economische Ruimte (EER) behoren de volgende landen:alle landen van de Europese Unie, Liechtenstein; Noorwegen en IJsland.