Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lansingerland

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen Lansingerland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLansingerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen Lansingerland
CiteertitelBeheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Lansingerland 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022bijlage 1

23-12-2021

gmb-2021-463242

T21.08476
01-12-202101-01-2022nieuwe regeling

30-09-2021

gmb-2021-420964

BR2100068

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen Lansingerland

De raad van de gemeente Lansingerland,

gelezen het voorstel van het college van 30 september 2021, nr. BR2100068,“Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen Lansingerland”;

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

 

Besluit 1. De “Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen Lansingerland” vast te stellen.

 

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaatsen Lansingerland

    • -

      de begraafplaats gelegen aan de Bergweg-Noord 6 te Bergschenhoek

    • -

      de begraafplaats gelegen aan het Plein 1945-1995 te Berkel en Rodenrijs

    • -

      de begraafplaats gelegen aan de Hoekeindseweg 23 te Bleiswijk

  • b.

    graf: een zandgraf

  • c.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van één of meer lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van één of meer asbussen met of zonder urn;

    • 3.

      voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan: particulier kindergraf, particulier urnengraf of particuliere urnennis.

  • d.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • e.

    particulier kindergraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken van kinderen vanaf 1 jaar tot en met 12 jaar;

  • f.

    particulier klein kindergraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken van levenloos geborenen, alsmede van kinderen tot 1 jaar;

  • g.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • h.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • i.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • j.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • k.

    verstrooiingsplaats: een daartoe bestemde plaats waarop as permanent wordt verstrooid;

  • l.

    gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren;

  • m.

    grafbedekking: gedenkteken, afdekplaat, grafbeplanting en andere voorwerpen op een graf of bij een urnenruimte;

  • n.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

  • o.

    rechthebbende: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven of doen bijzetten in een particulier graf, een particulier kindergraf, een particulier urnengraf of een particuliere urnennis, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • p.

    belanghebbende: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend;

  • q.

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of een algemeen urnengraf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden.

  • r.

    grafrecht: het uitsluitend recht op het begraven en begraven houden in een particulier graf, particulier kindergraf of recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden in een particulier urnengraf of particuliere urnennis;

  • s.

    grafakte: de beschikking waarin overeenkomstig die bepaling van de verordening door of namens het college een grafrecht wordt verleend voor een particulier graf;

  • t.

    college: burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland;

  • u.

    ruimen: na schriftelijk afstand van het grafrecht of het verlopen van de graftermijn bij een algemeen graf, de stoffelijke resten begraven in een daarvoor bestemd gedeelte van de begraafplaats;

  • v.

    uitvoeringsbesluit of nadere regels: regelgeving met betrekking tot de uitvoering, welke onlosmakelijk is verbonden aan onderhavige beheersverordening. Het uitvoeringsbesluit kan los van de beheersverordening worden aangepast.

  • w.

    erkende feest- en gedenkdagen: officiële feest- en gedenkdagen die door de Rijksoverheid zijn vastgesteld;

  • x.

    uitgiftetermijn: de periode waarvoor een graf wordt uitgegeven (particulier graf) of toegewezen (algemeen graf);

  • y.

    vergunninghouder: de houder van een vergunning tot het hebben of aanbrengen van een grafbedekking.

Artikel 2. Voorwaarden

  • 1.

    Aan krachtens deze verordening te verlenen toestemmingen, vergunningen of ontheffingen kunnen voorwaarden worden verbonden. Alle beschikkingen worden schriftelijk verleend.

  • 2.

    Indien de in het eerste lid bedoelde voorwaarden niet worden nageleefd, kan het college besluiten de toestemming, vergunning of ontheffing in te trekken.

  • 3.

    De houder van de toestemming, vergunning of ontheffing is verplicht deze op eerste vordering te tonen aan hen, die belast zijn met het opsporen van overtredingen van deze verordening. Bij weigering hiervan wordt de houder geacht zonder toestemming, vergunning of ontheffing te hebben gehandeld.

  • 4.

    In deze verordening wordt verwezen naar de uitvoeringsbesluit Gemeentelijke begraafplaatsen Gemeente Lansingerland, vastgesteld door de raad van de gemeente Lansingerland in de openbare raadsvergadering van 30 september 2021

HOOFDSTUK 2. BEHEER, BESTEMMING EN REGISTRATIE

Artikel 3. Beheer

  • 1.

    Het beheer van de begraafplaats wordt gevoerd onder verantwoordelijkheid van het college. Onder toezicht van het college worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met:

    • a.

      de administratie van de begraafplaats;

    • b.

      de dagelijkse leiding van de begraafplaats;

    • c.

      het onderhoud van de begraafplaats;

    • d.

      het laten delven of openen en sluiten van graven, urnengraven en urnennissen;

    • e.

      het naleven van de wettelijke voorschriften ten aanzien van het begraven van overledenen en het plaatsen van asbussen.

Artikel 4. Bestemming

  • 1.

    De onder artikel 1 lid a genoemde begraafplaatsen zijn bestemd voor het begraven en begraven houden van één of meerdere lijken en het bijzetten of verstrooien van asbussen, met of zonder urn.

  • 2.

    Het college kan van het eerste lid afwijken en kunnen nadere regels stellen, welke worden omschreven in het uitvoeringsbesluit, dat deel uitmaakt van deze verordening. Deze regels kunnen verschillen voor de te onderscheiden vakken en rijen.

Artikel 5. Register en plaats registratie

  • 1.

    De administratie bevat een register van alle rechthebbenden en gebruikers van de graven met hun namen en adressen. In dit register worden tevens de naam, geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen van degene die is begraven of waarvan de as is bezorgd. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of bijzetting.

  • 2.

    De rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht de wijziging van hun adres aan het college door te geven. Indien aanschrijvingen en andere ingevolge deze verordening vereiste mededelingen verzonden zijn aan het door de rechthebbende of gebruiker laatstelijk opgegeven adres, kan deze zich nimmer op het niet ontvangen daarvan beroepen.

  • 3.

    Van het in het eerste lid bedoelde register kunnen uitsluitend rechthebbenden en gebruikers, tegen betaling van de daarvoor verschuldigde kosten, een kopie van het uittreksel ten aanzien van hun grafplaats en leges verkrijgen.

  • 4.

    Het college draagt er zorg voor dat er van elke begraafplaats een gewaarmerkte plattegrondtekening wordt aangehouden waarop de indeling en de grafnummering van de begraafplaats is aangegeven.

HOOFDSTUK 3. OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATSEN

Artikel 6. Openstelling begraafplaatsen

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden, zie het uitvoeringsbesluit artikel 1. Het college maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 7. Ordehandhaving

  • 1.

    Werkzaamheden op de begraafplaatsen door derden dienen vooraf te worden gemeld bij de beheerder.

  • 2.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 3.

    De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 4.

    Het is steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van of namens het college, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten.

  • 5.

    In verband met werkzaamheden op de begraafplaatsen kan bezoekers de toegang tot de begraafplaats of een deel van de begraafplaats worden ontzegd.

  • 6.

    Ter handhaving van de orde op de begraafplaats kan bezoekers de toegang tot de begraafplaats worden ontzegd door of namens het college.

Artikel 8. Verboden

  • 1.

    Het is verboden op de begraafplaats:

    • a.

      goederen ter verkoop aan te bieden;

    • b.

      op enige wijze reclame te maken voor handel of bedrijf;

    • c.

      op de graven te lopen of de begraafplaats te verontreinigen;

    • d.

      de graven, de gedenktekens, de beplanting, de gebouwen en de paden te bekladden, te beschadigen of op enigerlei andere wijze te verontreinigen;

    • e.

      dieren los te laten lopen, met uitzondering van een hond ter (blinde)geleide of een hulp/assistentiehond;

    • f.

      dieren te begraven of bij te zetten;

    • g.

      te lopen, te liggen of te staan buiten de paden en te gaan zitten anders dan op de daartoe aangebrachte zitplaatsen;

    • h.

      zich toegang tot de begraafplaats te verschaffen anders dan via de daarvoor bestemde ingangen;

    • i.

      iets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied van de nagedachtenis van de overledene;

    • j.

      zich op hinderlijke wijze te gedragen.

  • 2.

    Het is verboden op de begraafplaats:

    • a.

      bromfietsen of rij- of voertuigen, met uitzondering van invaliden-, kinder- en wandel-wagens, mee te nemen dan wel te rijden anders dan ter gelegenheid van een begrafenis, ter bezorging van as of tot het vervoeren van materialen bestemd voor op de begraafplaats te verrichten werkzaamheden;

    • b.

      te fietsen (al dan niet met hulpmotor). De fiets dient alleen aan de hand meegenomen te worden;

    • c.

      met motorrijtuigen sneller dan 5 km per uur te rijden.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van de verboden zoals genoemd in lid 2, punt a.

  • 4.

    De beheerder is bevoegd personen die zich niet houden aan het bepaalde in lid 1 en 2 van dit artikel de toegang tot de begraafplaats te ontzeggen.

Artikel 9. Herdenkingen en plechtigheden

  • 1.

    Het is verboden zonder toestemming van het college herdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats te houden.

  • 2.

    Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten ten minste zes werkdagen van tevoren worden gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

  • 3.

    Het college kan de toestemming weigeren op grond van vrees voor verstoring van de openbare orde op de begraafplaats.

  • 4.

    Deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het tweede lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

HOOFDSTUK 4. INDELING BEGRAAFPLAATS EN UITGIFTE VAN GRAVEN

Artikel 10. Soorten graven

  • 1.

    Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      particuliere graven;

    • b.

      particuliere (klein) kindergraven;

    • c.

      particuliere urnennissen;

    • d.

      particuliere urnengraven.

  • 2.

    Op de begraafplaats kan het gebruik worden verleend voor:

    • a.

      algemene graven;

    • b.

      de gemeentelijke verstrooiingsplaats.

  • 3.

    De maatvoering voor de graven genoemd onder lid 1 en lid 2 zijn omschreven in het uitvoeringsbesluit artikel 4.

Artikel 11. Aantal overledenen en asbussen

  • 1.

    Het college stelt nadere regels betreffende het aantal overledenen en asbussen, met of zonder urn, dat in een particulier graf kan worden begraven en bijgezet en het aantal overledenen dat in een algemeen graf kan worden begraven. Tevens bepaalt het college de afmetingen en uitgifteduur van de particuliere en algemene graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

  • 2.

    Asbussen mogen op of in de particuliere (urnen) graven geplaatst worden volgens de in het uitvoeringsbesluit, artikel 2 genoemde voorwaarden, na toestemming van de rechthebbende.

Artikel 12. Volgorde van uitgifte

  • 1.

    Particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van beschikbaarheid uitgegeven.

  • 2.

    Algemene graven worden alleen in volgorde van ligging toegewezen.

  • 3.

    Het college kan nadere regels stellen voor de indeling en inrichting van de begraafplaatsen en de graven en behoudt zich het recht voor om bij nader vast te stellen regels de bestemming van de grafvelden en het onderscheid in graven vast te stellen en te wijzigen.

Artikel 13. Uitgifte van graven

  • 1.

    Het grafrecht kan slechts aan één rechthebbende worden verleend.

  • 2.

    Een uitsluitend recht op een particulier graf geeft de rechthebbende zeggenschap over wie in dat graf wordt begraven en begraven wordt gehouden, onder voorwaarden en beperkingen van deze verordening.

  • 3.

    Het uitsluitend grafrecht wordt door het college schriftelijk bevestigd aan de rechthebbenden middels een grafakte en aan de gebruikers middels een bevestigingsbrief.

Artikel 14. Graftermijnen graven

  • 1.

    De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.

  • 2.

    Algemene graven worden ter beschikking gesteld voor een gebruikstermijn welke in het uitvoeringsbesluit, artikel 3 is vastgesteld. Deze termijn kan niet worden verlengd. Een stoffelijk overschot kan echter na afloop van de termijn, op schriftelijk verzoek en op kosten van de gebruiker volgens de bepalingen van deze verordening in een particulier graf worden herbegraven.

  • 3.

    Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende, of indien deze is overleden, door één van de in artikel 15, bedoelde personen.

  • 4.

    De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

Artikel 15. Overschrijving van verleende grafrechten / gebruik algemeen graf

  • 1.

    Het grafrecht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden over-geschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon. Deze rechtsopvolger is een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad, tenzij er naar het oordeel van het college gewichtige redenen bestaan om de rechten op naam van een ander te zetten.

  • 2.

    Het gebruik op een algemeen graf kan op aanvraag van de gebruiker worden overgeschreven op naam van een andere gebruiker. Deze opvolger is een natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 3.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht van een particulier graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende.

    Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 4.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving niet wordt gedaan binnen de in het derde lid gestelde termijn, is het college bevoegd het grafrecht vervallen te verklaren en vervallen de rechten aan de gemeente Lansingerland.

  • 5.

    Na het verstrijken van de in het vorige lid genoemde termijn kan het college het grafrecht alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 16. Afstand doen van graven

  • 1.

    Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende te allen tijde schriftelijk afstand doen van het grafrecht op het particuliere graf.

  • 2.

    Datum ingang vervallen grafrecht:

    • a.

      indien de graftermijn verlopen is en de rechthebbende doet afstand van het recht vervallen de rechten op datum afloop grafrecht;

    • b.

      indien de rechthebbende op verzoek, voortijdig, afstand doet van het grafrecht vervallen de rechten op datum van ondertekening van de schriftelijke verklaring.

HOOFDSTUK 5. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 17. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Diegene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk twee werkdagen voorafgaand de dag waarop de begraving of bijzetting zal plaats-vinden, vóór 12.00 uur schriftelijk kennis aan de beheerder. Zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden niet als werkdagen.

  • 2.

    Indien de burgemeester toestemming heeft verleend om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven, moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 3.

    Bij de in het eerste en tweede lid van dit artikel bedoelde kennisgeving dient het verlof tot begraving te worden overgelegd aan de beheerder.

  • 4.

    Het openen en sluiten van een particulier graf mag alleen uitsluitend in opdracht van een in leven zijnde rechthebbende worden uitgevoerd. In geval van een overleden rechthebbende dient het grafrecht eerst overgeschreven te zijn aan een nieuwe rechthebbende.

  • 5.

    Het openen en sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden op aanwijzing en onder toezicht van de beheerder.

  • 6.

    In bijzondere gevallen kan het college van dit artikel ontheffing verlenen.

Artikel 18. Over te leggen stukken

  • 1.

    Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven of de bezorging van as is overgelegd aan de beheerder. De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de recht-hebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen genoemd in artikel 15, eerste lid.

Artikel 19. Lijkomhulsel en grafgiften

  • 1.

    Rechthebbenden of gebruikers leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkhoezen, die voldoen aan de in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechtelijke verordeningen, privaatrechtelijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid.

  • 2.

    Rechthebbenden of belanghebbenden zijn verplicht bij het verzoek tot het verlof tot begraven het gebruik van lijkhoezen aan de beheerder door te geven.

  • 3.

    Het is niet toegestaan voorwerpen aan de grafruimte toe te voegen die de vertering van het lijk belemmeren of voorkomen en/of vervuilend zijn.

Artikel 20. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    Het tijdstip van begraven of bijzetten van stoffelijke resten en het bezorgen van as wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de beheerder, in overleg met de betrokken nabestaande, of de persoon die namens de nabestaanden optreedt, vastgesteld.

  • 2.

    De tijden van het begraven van stoffelijke resten en het bezorgen van de as wordt door het college per nadere regels bepaald, zie het uitvoeringsbesluit artikel 1.

  • 3.

    Er mag op hetzelfde tijdstip op dezelfde begraafplaats niet meer dan één begrafenis c.q. bezorging van as plaatsvinden.

  • 4.

    Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

  • 5.

    Het begraven buiten de in lid 1 genoemde tijden is slechts mogelijk met ontheffing van de burgemeester. In dat geval wordt de tijd van begraven aangemerkt als een buitengewoon uur, tenzij die tijd van begraven voortvloeit uit het voldoen aan de wettelijke termijn.

  • 6.

    Opgraving, overbrenging en herbegraving van een reeds begraven overledene, alsmede het verwijderen van asbussen, vindt zo veel mogelijk plaats buiten de in dit artikel genoemde tijden en buiten de tijden van openstelling van de begraafplaatsen, bedoeld in artikel 6, lid 1.

  • 7.

    De tijdstippen als in het vorige lid bedoeld, worden in overleg bepaald met de beheerder.

HOOFDSTUK 6. GEDENKTEKENS EN GRAFBEPLANTINGEN

Artikel 21. Vereisten grafbedekking

  • 1.

    Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2.

    De rechthebbende van een particulier en de belanghebbende van een algemeen graf vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan.

  • 3.

    Het is verboden om zonder vergunning van het college een gedenkteken, een plaat ter afsluiting van een urnennis te plaatsen of een urn op een graf te doen plaatsen.

  • 4.

    Omtrent de wijze van aanvraag van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking, alsmede het aanbrengen of onderhoud van beplantingen stelt het college nadere regels vast, zie het uitvoeringsbesluit artikel 5 t/m 10. Indien niet aan deze regels wordt voldaan, is de gemeente gerechtigd de grafbedekking te verwijderen.

  • 5.

    Het college kan de vergunning weigeren indien niet wordt voldaan aan artikel 5 t/m 10 van het uitvoeringsbesluit.

Artikel 22. Onderhoud door rechthebbende en belanghebbende

  • 1.

    Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de belanghebbende.

  • 2.

    De rechthebbende of belanghebbende is verplicht de grafbedekking en andere voorwerpen op het graf behoorlijk te onderhouden of te herstellen. De werkzaamheden die door de recht-hebbende of belanghebbende uitgevoerd dienen te worden, zijn omschreven in het uitvoeringsbesluit artikel 11.

  • 3.

    Indien de rechthebbende of de belanghebbende nalaat de grafbedekking in goede staat te houden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende beplanting, voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking (geheel of gedeeltelijk) doen verwijderen, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4.

    De verwijdering van de grafbeplanting of het gedenkteken vindt niet plaats voordat de recht-hebbende of belanghebbende schriftelijk geïnformeerd is over de staat van de grafbedekking, waarbij zij een bepaalde periode voorgeschreven krijgen om de grafbeplanting of gedenkteken zelf te herstellen. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is wordt er een oproep geplaatst op het publicatiebord. Bij het graf wordt een bordje geplaatst met een verwijzing naar het publicatiebord.

  • 5.

    Het college kan de rechthebbende of belanghebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.

  • 6.

    Niet blijvende beplantingen, verwelkte bloemen of kransen en kapotte voorwerpen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving door de beheerder worden verwijderd, zonder dat aanspraak kan worden gedaan op een schadevergoeding.

Artikel 23. Onderhoud door de gemeente

Het college voorziet in de zorg voor het onderhoud van de paden, het groenonderhoud en het schoonhouden van de begraafplaats. De werkzaamheden die door de gemeente uitgevoerd dienen te worden, zijn omschreven in het uitvoeringsbesluit artikel 12.

Artikel 24. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

  • 1.

    De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van het graf in opdracht van het college worden verwijderd.

  • 2.

    Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college het voor-nemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.

Artikel 25. Aansprakelijkheid

  • 1.

    De in artikel 21 bedoelde gedenktekens of beplantingen worden geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of belanghebbende te zijn aangebracht.

  • 2.

    Schade en eventuele gevolgschade voor derden is voor rekening en risico van de rechthebbende of belanghebbende en deze dient de daaraan toegebrachte schade, door welke omstandigheid ook, op eerste aanschrijven te (doen) herstellen.

  • 3.

    Schade als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van andere beplantingen ten behoeve van een bijzetting of opgraving, en daaruit voortkomende eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening en risico van de rechthebbende of belanghebbende.

  • 4.

    De rechthebbende of belanghebbende is verplicht de, door welke omstandigheden ook, daaraan toegebrachte schade op eerste aanschrijven te herstellen, indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt.

  • 5.

    Indien binnen 12 weken na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd om op kosten van de rechthebbende of belanghebbende tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen over te gaan, waarbij geldt dat zij voor deze handeling niet aansprakelijk kan worden gesteld.

  • 6.

    Indien door een ondeugdelijke (geworden) constructie naar het oordeel van het college een gevaarlijke situatie is ontstaan, kan het college direct maatregelen treffen. De te treffen maatregelen worden uitgevoerd op kosten van de rechthebbende of belanghebbende.

  • 7.

    De rechthebbende of belanghebbende is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen door of namens de gemeente tijdelijk geheel of gedeeltelijk worden verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.

  • 8.

    De gemeente Lansingerland kan niet aansprakelijk worden gesteld voor diefstal van of schade aan voorwerpen, welke op de graven zijn geplaatst.

  • 9.

    De gemeente Lansingerland is niet verantwoordelijk voor de voorwerpen, welke zich op of bij de graven bevinden. Evenmin kan zij aansprakelijk worden gesteld voor schade aan deze voor-werpen of het zoekraken daarvan, tenzij aan de zijde van de gemeente opzet of grove schuld aanwezig is.

HOOFDSTUK 7. RUIMING VAN GRAVEN, BEZORING VAN OVERBLIJFSELEN EN AS

Artikel 26. Vervallen grafrecht

  • 1.

    Het grafrecht vervalt:

    • a.

      door het verlopen van de termijn waarvoor het recht is verleend;

    • b.

      indien de rechthebbende schriftelijk afstand doet van het recht;

    • c.

      indien de begraafplaats wordt opgeheven.

  • 2.

    In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c vindt geen terugbetaling plaats van (een deel van) de betaalde rechten.

  • 3.

    Indien de rechthebbende een rechtspersoon is, vervalt het recht op een particulier graf bij ontbinding van die rechtspersoon of bij verlies van rechtspersoonlijkheid.

  • 4.

    Het college kan bij uitzonderingsgevallen afwijken van het gestelde in dit artikel.

Artikel 27. Graven ruimen

  • 1.

    Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op het publicatiebord bekendgemaakt en er zal een bekendmaking in de krant worden gepubliceerd. Wanneer de gegevens van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend zijn maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.

  • 2.

    Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn, dan degenen die met deze werkzaamheden belast zijn.

  • 3.

    De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige stoffelijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met stoffelijke resten worden geconfronteerd.

  • 4.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige stoffelijke resten worden begraven in dezelfde grafruimte of in een daarvoor bestemd gedeelte van de begraafplaats. De as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaatsen.

  • 5.

    De rechthebbende van een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de stoffelijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

  • 6.

    Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het tweede lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders.

  • 7.

    Ruimen en herbegraven zoals bedoeld in lid 5 en 6 zal niet eerder plaatsvinden dan na beëindiging van de minimale wettelijke grafrusttermijn van de laatst in gebruik genomen begraaflaag.

  • 8.

    De kosten die gemoeid zijn met de werkzaamheden genoemd onder lid 5 en 6 van dit artikel, komen voor rekening van de rechthebbende of belanghebbende van het betreffende graf.

  • 9.

    Indien de dag waarop het graf geruimd mag worden de grafbedekking niet is verwijderd, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen en andere voorwerpen over te gaan, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is. Na het vervallen van het grafrecht kunnen de rechthebbenden of belanghebbenden geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden.

  • 10.

    Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken en beplanting kan vóór het vervallen van het grafrecht of de gebruikstermijn door de rechthebbende of gebruiker van het graf op eigen kosten worden verwijderd, op afspraak met de beheerder.

HOOFDSTUK 8. HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING

Artikel 28. Historische graven

  • 1.

    Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2.

    Het college beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

  • 3.

    Het college kan nadere regels stellen voor het bijschrijven van de in het eerste lid genoemde grafbedekkingen.

HOOFDSTUK 9. OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 29. Klachten

  • 1.

    Inwoners van de gemeente Lansingerland en personen die in de gemeente Lansingerland een belang hebben kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij het college een schriftelijke klacht indienen.

  • 2.

    Voor de afhandeling van de klachten is de in de gemeente Lansingerland geldende klachten of bezwarenprocedure van toepassing.

Artikel 30. Beslissingsbevoegdheid

Het college kan van de bepalingen in deze verordening afwijken, als er sprake is van een onrechtvaardig gevolg.

Artikel 31. Overgangsbepaling

  • 1.

    Besluiten van het college die genomen zijn krachtens ‘Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Lansingerland 2011’ gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Lansingerland 2011 is ingediend, en voor het tijdstip van inwerkingtreding deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

  • 3.

    Op rechten die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn afgegeven, blijft de betreffende verordening genoemd in lid 2 van de dag van uitgifte van toepassing.

Artikel 32. Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met artikel 6 lid 3, artikel 7 lid 4, artikel 8 lid 1 en 2, artikel 9 lid 1 en artikel 21 lid 3 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van het gerechtelijk vonnis.

Artikel 33. Inwerkingtreding

  • 1.

    De Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Lansingerland 2011 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze verordening treedt op de achtste dag na bekendmaking in werking.

Artikel 34. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Lansingerland 2021.

Dit Raadsbesluit is vastgesteld door de raad van de gemeente Lansingerland in zijn openbare vergadering van 30 september 2021,

de griffier,

drs. Marijke Walhout

Bijlage 1 Overzicht tarieven 2022 gemeentelijke begraafplaatsen Lansingerland

Overzicht tarieven 2022 gemeentelijke begraafplaatsen Lansingerland

 

Afmetingen en tarieven

Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, glas, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

De lengte en de breedte van het gedenkteken mogen die van het graf niet overschrijden. De maatvoering van de gedenkteken is per graf aangegeven op de tekening in de bijlage.

Kindergraven

Eigen kindergraf (t/m 12 jaar) in alle kernen

Begraven

€ 475,00

Grafrecht voor 20 jaar

€ 656,00

Bijdrage kosten (onderhoud) 20 jaar

€ 661,00

Akte van uitgifte

€ 116,00

Totaal

€ 1.908,00

Verlenging eigen kindergraf (t/m 12 jaar) in alle kernen

Grafrecht 10 jaar

€ 328,00

Akte van uitgifte

€ 116,00

Bijdrage kosten (onderhoud) 10 jaar

€ 327,00

Totaal

€ 771,00

Algemene graven

Algemeen graf in alle kernen

Begraven

€ 475,00

Bijdrage kosten (onderhoud) 10 jaar

€ 670,00

Totaal

€ 1.145,00

Eigen graven

Eigen graf voor 2 personen in alle kernen.

Begraven

€ 475,00

Grafrecht voor 20 jaar

€ 1.312,00

Bijdrage kosten (onderhoud) 20 jaar

€ 2.682,00

Akte van uitgifte

€ 116,00

Totaal

€ 4.585,00

Bijzetten in een bestaand particulier graf

Het bijzetten een tweede persoon in een bestaand eigen graf in alle kernen

€ 475,00

Het bijzetten van een derde persoon in bestaand eigen graf uitgegeven voor 30 september 2021 in Berkel en Rodenrijs

€ 475,00

Het bijzetten van een derde persoon in particulier graf in Berkel en Rodenrijs in een graf uitgegeven na 30 september 2021

€ 850,00

Verlenging graven in alle kernen

Grafrecht 10 jaar

€ 656,00

Bijdrage kosten (onderhoud) 10 jaar

€ 1.323,00

Akte van uitgifte

€ 116,00

Totaal

€ 2.095,00

*algemene graven kunnen niet worden verlengd.

Voor kindergraven geldt een ander tarief, zie bovenstaand

Urnen graven

Eigen urnengraf ( maximaal 2 asbussen ) in de alle kernen

Voor het bijzetten van een asbus wordt geheven

€ 166,00

Voor een periode van 20 jaar (maximaal 1 asbus)

€ 492,00

Bijdrage kosten (onderhoud) 20 jaar

€ 529,00

Akte van uitgifte

€ 116,00

Totaal

€ 1.303,00

Urnenmuur

Urnenmuur (eigen nis maximaal 2 asbussen, standaard kleur en afmeting) in alle kernen

Voor het bijzetten van een asbus wordt geheven

€ 166,00

Voor een periode van 20 jaar (maximaal 2 asbussen)

€ 492,00

Bijdrage kosten (onderhoud) 20 jaar

€ 529,00

Akte van uitgifte

€ 116,00

Totaal

€ 1.303,00

Urnenmuur (eigen nis 4 asbussen, standaard kleur en afmeting) in de kern Berkel en Rodenrijs

Voor het bijzetten van een asbus wordt geheven

€ 166,00

Voor een periode van 20 jaar (maximaal 4 asbussen)

€ 1970,00

Bijdrage kosten (onderhoud) 20 jaar

€ 529,00

Akte van uitgifte

€ 116,00

Totaal

€ 2.781,00

 

Plaatsen c.q bijzetten van een asbus

Plaatsen c.q. bij zetten van een tweede asbus in een urengraf of urnenmuur uitgegeven voor 30 september 2021 in alle kernen.

€ 116,00

Plaatsen c.q. bij zetten van een derde en vierde asbus in een urengraf of urnenmuur uitgegeven voor 30 september 2021 in Berkel en Rodenrijs.

€ 116,00

Plaatsen c.q. bijzetten van een tweede asbus in een urnengraf of urnenmuur uitgeven na 30 september 2021 in alle kernen.

€ 275,00

Plaatsen c.q. bijzetten van een derde en vierde asbus in een urnengraf of urnenmuur uitgeven na 30 september 2021 in Berkel en Rodenrijs

€ 275,00

Verlenging urnengraven of –muur

Verlenging in alle kernen

Verlenging voor 10 jaar

€ 246,00

Bijdrage kosten (onderhoud) 10 jaar

€ 264,00

Akte van uitgifte

€ 116,00

Totaal

€ 626,00

Gedenkteken

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in artikel 21 van de Wet op de Lijkbezorging wordt geheven:

Voor het stichten van een gedenkteken of inscriptie van de sluitplaat op een urnennis

€ 77,00

Attentie: buitengewone tijden

Voor het begraven op buitengewone uren wordt een eenmalige toeslag berekend van:

€ 117,00

Onder buitengewone uren wordt verstaan:

  • -

    op werkdagen: andere uren dan tussen 9:00 en 17:00 uur

  • -

    alle tijdstippen op andere dagen dan werkdagen, uitgezonderd zaterdagen tussen 9:00 en 12:00 uur.

 

Dit Raadsbesluit is vastgesteld door de raad van de gemeente Lansingerland in zijn openbare vergadering van 23 december 2021,

 

de griffier,

drs. Bert Schouten