Organisatie | Ouder-Amstel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Parkeerverordening Ouder-Amstel 2016 |
Citeertitel | Parkeerverordening 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Parkeerverordening Ouder-Amstel 2014.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2016 | nieuwe regeling | 06-10-2016 Gemeenteblad 2016, 156773 |
AFDELING I DEFINITIES EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
bedrijf: elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband waarin krachtens arbeidsovereenkomst of krachtens publiekrechtelijke aanstelling arbeid wordt verricht c.q. de zelfstandige die voor de voorziening in het bestaan is aangewezen op arbeid in het eigen bedrijf of zelfstandig beroep, c.q. een niet-commerciële organisatie die hieraan door het college van burgemeester en wethouders is gelijkgesteld; alles met dien verstande dat bedrijven en beroepen worden beschouwd als één beroep indien de vestigingsadressen dezelfde zijn of het een aaneengesloten bebouwing betreft, dan wel sprake is van een (juridische) constructie waaruit moet worden geconcludeerd dat het in wezen één bedrijf of beroep betreft, tenzij het tegendeel wordt aangetoond.
centrale computer: een computer van de gemeente dan wel een computer van het bedrijf waarmee de gemeente een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel.
zelfstandige woonruimte: woonruimte achter één eigen afsluitbare toegang, die door één huishouden wordt bewoond zonder afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte. Voor deze verordening wordt onder zelfstandige woonruimte tevens verstaan: woonboten op een reguliere plaats.
Afdeling III Parkeren met vergunningen
Artikel 3. Het verlenen van de vergunning
Het college kan op een schriftelijke aanvraag een parkeervergunning verlenen.
Artikel 4. Nadere regels door het college
Het college kan nadere voorschriften en/of beperkingen vaststellen met betrekking tot:
AFDELING III PARKEREN MET ONTHEFFINGEN
Artikel 9. Nadere regels door het college
Het college kan nadere voorschriften en/of beperkingen vaststellen met betrekking tot:
Het is verboden om enig voertuig, niet zijnde een motorvoertuig op 2 of meer wielen, of een voertuig op 3 of meer wielen met een kenteken, te plaatsen of te laten staan op een parkeerplaats welke onder een regime van parkeerbelastingen is gebracht, uitgezonderd het gedeelte zuidzijde Van der Madeweg te Amsterdam-Duivendrecht.
Ouder-Amstel, 6 oktober 2016
De raad voornoemd,
de raadsgriffier,
A.A. Swets
de voorzitter,
M.T.J. Blankers-Kasbergen
Toelichting op de Parkeerverordening Ouder-Amstel 2016
In de parkeerverordening regelt de gemeenteraad de mogelijkheid dat het college parkeervergunningen gaat verstrekken als vorm van parkeerbelastingen.
Bij het definiëren van termen is zo veel mogelijk aansluiting gezocht bij hetgeen bepaald is in de definities uit andere regelgeving. Indien sprake is van hogere regelgeving (wetten) wordt daarnaar verwezen. Indien definities aansluiten bij andere gemeentelijke regelgeving, wordt deze zoveel mogelijk gelijkluidend geformuleerd. Ook is zoveel mogelijk aangesloten bij termen die in dit kader gebruikelijk zijn.
Met dit artikel stelt de raad kaders aan de vormen van parkeerregulering die in de gemeente kan worden toegepast. De eerste vorm is parkeerbelasting, zoals dat wordt toegepast in Amstel Business Park, maar ook in de kern Ouderkerk aan de Amstel waar regulering plaats vind met het bord E9 bijlage I RVV 1990 (= Parkeren uitsluitend vergunninghouders). Ook deze plaatsen worden onder een fiscaal regime geplaatst.
De andere vorm van parkeerregulering is de parkeerduurbeperking, beter bekend onder de naam blauwe zone.
Voor de vaste gebruikers van een dergelijk gebied maak het niet bar veel uit hoe de regulering plaats vind. Zij parkeren met een vergunning (parkeerbelastingen) of een ontheffing (blauwe zone). De naam en verschijningsvorm is anders, het principe voor het verlenen niet. De verschillen in de reguleringsvorm zijn vooral merkbaar voor de bezoeker.
Artikel 3. Het verlenen van de vergunning
Met dit artikel krijgt het college de bevoegdheid om parkeervergunningen te verlenen. Niet alleen vanuit het duaal stelsel is dit de aangewezen weg. Het is niet werkzaam als voor iedere vergunning een raadsbesluit nodig is.
Artikel 4. Nadere regels door het college
Artikel 4 is een opsomming van de regels die nader door het college kunnen worden bepaald. Het college heeft door het mixen van en variëren met de genoemde elementen de mogelijkheid om ondermeer:
De bevoegdheid van het college om parkeerplaatsen aan te wijzen waar betaald parkeren van kracht is, en de wijze te bepalen waarop parkeerapparatuur in werking moet worden gesteld is geregeld in de verordening parkeerbelastingen.
Het is evident dat een vergunning de noodzakelijke gegevens moet bevatten om effectief te zijn. Er moet onderscheid worden gemaakt tussen de vergunning en het vergunningbewijs. Dit laatste is hetgeen de automobilist achter zijn ruit plaatst. Deze kan zijn voorzien van alle in dit artikel genoemde gegevens, maar kan zich ook beperken tot minder tot geen gegevens. In het laatste geval worden deze opgevraagd in een database. De vergunning zelf plaatst men niet achter de ruit, maar is het ‘schrijven’ waarin alle vereiste gegevens vermeld staan.
Artikel 6. Overschrijven en wijzigen van de vergunning
Door de parkeervergunning niet overdraagbaar te maken (artikel 6) wordt (legale) handel in vergunningen voorkomen. Ook wordt de vergunninghouder verplicht om relevante wijzigingen door te geven, zodat ten alle tijden kan worden bezien of de vergunninghouder nog aan de criteria voldoet.
Artikel 7. Volgorde van vergunningen op de wachtlijst
In een gebied kunnen niet onbeperkt vergunningen worden verstrekt. Parkeerregulering zou in dat geval geen effect hebben. Het aantal parkeerplaatsen op de openbare weg is richtinggevend voor het aantal vergunningen dat kan worden verstrekt. Indien het aantal aanvragen de beschikbare capaciteit overschrijdt, is het voor een eerlijke verdeling van de ruimte nodig dat de mogelijkheid van een wachtlijst bestaat. Dat wil niet zeggen dat deze te allen tijde actief is.
Artikel 8 Diefstal, verlies of vermissing
Een parkeervergunning is een waardedocument. Dit artikel gaat in op wat er moet gebeuren bij diefstal, verlies of vermissing van vergunningen. Door een vergunning “kwijt” te raken wordt het mogelijk om twee auto’s voor de prijs van één te laten parkeren. Door de in dit artikel genoemde beperkingen wordt het op deze wijze frauderen met vergunningen beperkt.
Voor ontheffingen (indien een blauwe zone wordt toegepast) geldt het zelfde als voor vergunningen. Om die redenen zijn de artikelen in Afdeling III een kopie van die van Afdeling II, maar met het woord ‘vergunning’ vervangen door ‘ontheffing’. Let op dat een equivalent van artikel 3 ontbreekt. Dit komt omdat de bevoegdheid tot het verlenen van ontheffingen op basis van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) reeds bij het college ligt. De artikelen 9 - 13 zijn in deze verordening opgenomen om aan burgers, bestuurders en ambtenaren duidelijkheid te verstrekken over de regels die gelden bij het verlenen van ontheffingen bij blauwe zones. Dat deze regels zijn geformuleerd wil overigens niet zeggen dat een grootscheepse blauwe zone daadwerkelijk moet worden toegepast.
Dit regelt de verbodsbepalingen. Door de hier gebruikte formulering is het behalve auto’s ook toegestaan dat allerhande brommobielen, quads en invalidenvoertuigen van deze parkeerplaatsen gebruik maken. Voorwaarde is dat deze voertuigen zijn voorzien van een kenteken. Uiteraard geldt ook voor hen de betalingsverplichting. Het parkeren van motorfietsen blijft ook mogelijk op fiscale plaatsen, het parkeren van brommers, bromscooters etc. echter niet.
Het begaan van een overtreding als genoemd in art. 14 kan leiden tot een gevangenisstraf of een geldboete. Een geldboete van de eerste categorie bedraagt in oktober 2013 maximaal € 380,-. Voor het zonder parkeerschijf of ontheffing parkeren op een blauwe zone wordt bestraft volgens de daarvoor geldende boete (2013 € 85 + € 7).