| Organisatie | Ermelo |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Maatschappelijke bijdrageregeling en computerregeling Ermelo 2022 |
| Citeertitel | Maatschappelijke bijdrageregeling en computerregeling Ermelo 2022 |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | bestuur en recht |
| Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Maatschappelijke bijdrageregeling en computerregeling Ermelo 2018.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-01-2022 | nieuwe regeling | 10-11-2021 | e210018113 |
De raad van de gemeente Ermelo;
gelezen het voorstel van het college van 7 september 2021, nr. e210002246;
Alle begrippen die in deze regeling worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet (PW) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Op grond van deze regeling kan een bijdrage worden gegeven voor deelname aan sociaal culturele en sportieve activiteiten, aanvullende schoolkosten en een computer.
De inwoner van Ermelo van 18 jaar en ouder die een netto inkomen heeft dat gelijk is aan of minder dan 110 procent van de geldende bijstandsnorm kan een aanvraag indienen voor een bijdrage voor sociaal culturele en sportieve activiteiten zoals bedoeld in artikel 1.
Een bijdrage voor sociaal culturele en sportieve activiteiten ten behoeve van kinderen als bedoeld in artikel 4 bestaat voor de ouder(s) die een netto inkomen heeft (hebben) dat gelijk is aan of minder dan 130 procent van de geldende bijstandsnorm.
Voor kinderen die naar het voortgezet onderwijs gaan wordt jaarlijks een bedrag toegekend van € 250,00. Dit bedrag wordt verstrekt op aanvraag en niet eerder betaald dan in de maand augustus van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.
In deze regeling wordt verstaan onder een computer: een computer met toebehoren (o.a. beeldscherm, toetsenbord en printer), laptop of tablet, niet zijnde een spelcomputer. De vergoeding wordt verstrekt voor de aanschaf van een computer. Alle andere kosten zoals internet, reparaties, cartridges en dergelijke worden niet vergoed.
Het dagelijks bestuur kan in bijzondere gevallen ten gunste van belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening als strikte toepassing daarvan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.
Na toekenning van de bijdrage sociaal culturele en sportieve activiteiten en/of een computer moeten bewijsstukken van de uitgaven uiterlijk zes maanden na de toekenning beschikbaar zijn als de gemeente hiernaar vraagt. Uit de bewijsstukken moet blijken dat het gaat om uitgaven ten behoeve van sociaal culturele en sportieve activiteiten of ten behoeve van de aanschaf van een computer.
Het uitgangspunt is dat de kosten aannemelijk zijn. Uit oogpunt van doelmatigheid hoeven de kosten in het algemeen niet met bewijsstukken te worden aangetoond, met uitzondering van de computer. In individuele situaties en steekproefsgewijs kunnen er bewijsstukken worden opgevraagd.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 10 november 2021
M.E. Haveman,
griffier,
Th.A.J. Burmanje,
voorzitter,
Toelichting Maatschappelijke bijdrageregeling en computerregeling Ermelo 2022
Artikel 1 Omschrijving sociaal culturele en sportieve activiteiten
Er is geen limitatieve lijst van de activiteiten die onder het begrip ‘sociaal culturele en sportieve activiteiten’ vallen. In de uitvoeringspraktijk is aan dit begrip ruime uitleg gegeven. Voorbeelden van activiteiten die onder het begrip ‘sociaal culturele en sportieve activiteiten’ vallen zijn:
Lidmaatschap van sportvereniging, bibliotheek, computerclub, filmkring, fotoclub, kunstkring of literaire kring, muziekvereniging, toneel- of zangvereniging, Marokkaanse vereniging, Turkse vereniging, ouderenbond, patiëntenvereniging, gehandicaptenorganisatie en dergelijke.;
Abonnementen op internetaansluiting, telefoon, krant of tijdschrift en dergelijke;
Cursussen of lessen bij muziekschool, dansles, ouderbijdrage scholieren, schoolreis en andere activiteiten op school, zwemles en dergelijke;
Toegangsbewijzen voor dierentuin, Dolfinarium, muziek- of theatervoorstelling, pretpark, zwembad en dergelijke.
De vergoeding is niet bedoeld voor bijkomende kosten zoals reiskosten en consumptie.
De vergoeding kan wel worden gebruikt om hulpmiddelen aan te schaffen noodzakelijk om (sportieve) activiteiten uit te oefenen (voetbalschoenen en dergelijke).
Artikel 2 Omschrijving begrip inkomen en vermogen
Het inkomen van de laatste volledige maand vóór de datum van aanvraag is bepalend voor de vaststelling van het jaarinkomen (hoofdregel).
Is de hoogte van het inkomen in de voorgaande periode sterk wisselend geweest, dan geldt in afwijking van de hoofdregel, dat het gemiddelde inkomen van de voorgaande drie maanden als uitgangspunt wordt genomen. Voor zelfstandigen wordt uitgegaan van het netto inkomen dat kan worden herleid uit de laatste twee boekjaren.
Beschikt iemand over meer dan het vrij te laten vermogen als genoemd in artikel 34, derde lid PW dan bestaat er geen recht op een bijdrage.
Voor de algemene bijstand is in artikel 34 PW bepaald welke vermogensbestanddelen voor de algemene bijstandverlening niet in aanmerking worden genomen. Deze vermogensbestanddelen worden ook voor de bepaling van de hoogte van het vermogen in het kader van de Maatschappelijke bijdrageregeling vrijgelaten.
Artikel 3 Omschrijving begrip student
Onder student wordt verstaan de persoon die op het moment van aanvraag een opleiding volgt als bedoeld in de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten of een studie volgt als bedoeld in de Wet Studiefinanciering 2000.
Artikel 5 Voorziening aanvullende schoolkosten
In het voortgezet onderwijs zijn de schoolkosten voor gezinnen die van een inkomen op of rond het sociaal minimum leven relatief hoog. Naast de kosten voor schoolgeld, kunnen deze middelen ook ingezet worden voor de deelname aan schoolreizen, stages, etc. De jaarlijkse vergoeding voor schoolkosten bedraagt € 250,- per kind op het voorgezet onderwijs. Dit bedrag wordt verondersteld noodzakelijk te zijn en hoeft niet verantwoord te worden. De aanvraag kan samen met die voor andere kosten uit deze regeling bijvoorbeeld al in januari worden aangevraagd. Gezien de samenhang van juist deze kosten met de overgang van de ene schoolsoort naar de andere is ervoor gekozen deze vergoeding uit te betalen op of kort vóór het moment van deze overgang, in augustus.
Schoolgaande kinderen vanaf groep 5 moeten steeds vaker hun huiswerk op de computer maken en veel lesstof wordt via de computer aangeboden. Via de computer kunnen zij allerlei informatie van school opvragen over lesroosters, plotselinge uitval van lessen etc. Daarnaast kunnen ouders via de computer de schoolprestaties van hun kinderen volgen.
Wij vinden het belangrijk dat een computer, laptop of tablet wordt aangeschaft en niet een spelcomputer. Op een spelcomputer kan vaak geen software worden gezet die nodig is voor huiswerktaken zoals tekstverwerking, opmaak van presentaties en dergelijke.
Aansluiting is gezocht bij de uiterste indieningtermijn voor bijzondere bijstandskosten, namelijk per 1 februari van het kalenderjaar volgend op dat waarin de kosten zijn gemaakt.
Door bij de aanvraag aan te laten geven waarvoor de gevraagde vergoeding gebruikt gaat worden, (of al is gebruikt indien de kosten in dat kalenderjaar al zijn gemaakt), wordt de aanvrager er mee geconfronteerd dat deze vergoeding moet staan tegenover daadwerkelijk te maken kosten. Verwacht wordt dat dit de rechtmatige besteding van de vergoeding zal stimuleren, terwijl anderzijds er niet bij alle aanvragen allerlei bewijsstukken in de vorm van bonnetjes etc. ingeleverd hoeven te worden.
Dit geldt alleen niet voor de aanvraag voor een vergoeding van een computer. Dan moet er wel een nota of een pro-forma nota worden bijgevoegd.
Artikel 9 Verantwoording sociaal culturele en sportieve activiteiten en computer
Uitgangspunt is dat de bijdrage besteed moet worden voor het doel waarvoor die beschikbaar is gesteld. Steekproefsgewijze controle achteraf moet inzicht geven in de wijze waarop dit ook daadwerkelijk het geval is. Als in een individuele situatie blijkt dat de bijdrage niet verantwoord kan worden, bestaat de mogelijkheid tot compensatie of terugvordering. Om de uitvoeringskosten zo laag mogelijk te houden wordt de voorkeur gegeven aan compensatie. Dit houdt in dat hetgeen in een bepaald kalenderjaar ten onrechte is verstrekt verrekend wordt met de aanvraag in een volgend kalenderjaar. Als dit niet mogelijk is doordat bijvoorbeeld in een volgend kalenderjaar geen aanvraag op een bijdrage wordt gedaan of er geen recht op is, dan kan worden overgegaan tot het middel van terugvordering.