Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Texel

Percentageregeling kunst in de openbare ruimte Texel 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTexel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingPercentageregeling kunst in de openbare ruimte Texel 2021
CiteertitelPercentageregeling kunst in de openbare ruimte Texel 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpKunst in openbare ruimte

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-11-2021Nieuwe regeling

10-11-2021

gmb-2021-418475

3052788

Tekst van de regeling

Intitulé

Percentageregeling kunst in de openbare ruimte Texel 2021

De raad van de gemeente Texel:

 

gelezen het advies van burgemeester en wethouders van 5 oktober 2021;

gehoord de raadscommissie van 3 november 2021;

 

Gelet op:

• artikel 149 van de Gemeentewet.

 

Besluit:

vast te stellen de Percentageregeling kunst in de openbare ruimte Texel 2021.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Letter

Omschrijving

a.

Adviescommissie Cultuurbeleid: een door het college ingestelde adviescommissie bestaande uit onafhankelijke deskundigen op het gebied van kunst en cultuur.

b.

Bouwkosten: de aannemingssom bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de ‘Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012’ (UAV 2012), voor het uit te voeren project (= bouwwerk 1.d., gebouw 1.f. of werk 1.l.), exclusief omzetbelasting, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, zoals bedoeld in Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning van de Verordening op de heffing en invordering van leges van de gemeente Texel zoals deze verordening laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

c.

Aanlegkosten: het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten, exclusief omzetbelasting, die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden.

d.

Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming direct of indirect met de grond verbonden is, of direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

e.

College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Texel.

f.

Gebouw: bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt als bedoeld in artikel 1 van de Woningwet.

g.

Kunstenaar: een individu dat een kunstwerk realiseert.

h.

Kunstopdracht: een door de eigenaar verstrekte opdracht aan één of meer kunstenaars tot het ontwerpen en maken van een kunstwerk.

i.

Kunstwerk: een object, concept of constellatie volgens een ontwerp van een kunstenaar.

j.

Raad: de raad van de gemeente Texel.

k.

Reserve: in de gemeentebegroting opgenomen reserve voor uitvoering van deze regeling, genaamd de bestemmingsreserve kunst in de openbare ruimte.

l.

Werk: een infrastructurele voorziening, geen bouwwerk of gebouw zijnde.

 

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze regeling is van toepassing op de nieuwbouw, verbouw en renovatie van bouwwerken en gebouwen waarvan de gemeente eigenaar is en op de aanleg van werken waarvan de gemeente eigenaar is.

  • 2.

    Deze regeling is niet van toepassing op renovatie of heraanleg van werken waarvan de gemeente eigenaar is.

  • 3.

    Deze regeling is niet van toepassing indien de bouwkosten van de nieuwbouw, verbouw of renovatie van bouwwerken en gebouwen minder dan € 250.000 bedragen.

  • 4.

    Deze regeling is niet van toepassing indien de kosten van de aanleg van werken minder dan € 400.000 bedragen.

Artikel 3 Bedrag voor kunstwerken

  • 1.

    In de begroting van de kosten van nieuwbouw, verbouw, renovatie en aanleg, als bedoeld in artikel 2, wordt een bedrag opgenomen ten behoeve van één of meer kunstwerken.

  • 2.

    Het in het eerste lid genoemde bedrag wordt volgens onderstaande staffel bepaald:

    • 2% over de bouw- c.q. aanlegkosten tot en met € 250.000;

    • 1% over de bouw- c.q. aanlegkosten vanaf € 250.000 tot en met € 1.000.000;

    • 0,5% over de bouw- c.q. aanlegkosten boven de € 1.000.000.

Artikel 4 Storting in de reserve

Het college stort het bedrag als bedoeld in artikel 3 direct na vaststelling van het desbetreffende krediet in de reserve.

Artikel 5 Procedure kunstopdrachten en deskundigenadvies

  • 1.

    Bij de voorbereiding van de kunstopdracht wordt in een zo vroeg mogelijk stadium inzicht gezocht in:

  • a.

    het beschikbare bedrag voor het te realiseren kunstwerk, zoals dat ingevolge artikel 3 van deze regeling bepaald wordt;

  • b.

    de locatie van het kunstwerk, waarbij het kunstwerk zoveel mogelijk naast, al dan niet geïntegreerd in, op of aan het betreffende gebouw, bouwwerk of werk wordt gerealiseerd;

  • c.

    wensen van de eigenaren en gebruikers van het gemeentelijk object en/of van andere belanghebbenden.

  • 2.

    De Adviescommissie Cultuurbeleid adviseert het college op basis van deze gegevens over de randvoorwaarden ten aanzien van het kunstwerk en de formulering van de opdracht. Om de kwaliteit van de advisering te waarborgen, kan de Adviescommissie Cultuurbeleid ook adviseren externe expertise in te schakelen.

  • 3.

    Het college besluit over de inhoud en de wijze van bekendmaking van de kunstopdracht volgens de actuele en van toepassing zijnde aanbestedingsregels.

  • 4.

    Met de bekendmaking worden kunstenaars uitgenodigd om documentatiemateriaal en/of voorstellen in te zenden. De kunstenaars ontvangen geen vergoeding voor het inzenden van documentatiemateriaal en/of voorstellen.

  • 5.

    Aan de hand van de ingezonden voorstellen en/of documentatiemateriaal maakt de Adviescommissie Cultuurbeleid een (voor)selectie. Zij kunnen hierbij besluiten met één of meer kunstenaars een informatief gesprek te voeren.

  • 6.

    De Adviescommissie Cultuurbeleid adviseert het college welke kunstenaar(s) opdracht te geven om een schetsontwerp te maken.

  • 7.

    Het college besluit welke kunstenaar(s) opdracht te geven om een schetsontwerp te maken volgens de actuele en van toepassing zijnde aanbestedingsregels.

  • 8.

    De kunstenaar(s), die opdracht krijgen een schetsontwerp te maken, worden verzocht om persoonlijk het ontwerp toe te lichten in een vergadering van de Adviescommissie Cultuurbeleid. Bij het schetsontwerp dient de kunstenaar een technische omschrijving en begroting te voegen, waarin de kosten van voorbereiding, materiaalkosten en honorarium zijn opgenomen.

  • 9.

    De Adviescommissie Cultuurbeleid selecteert de kunstenaar(s) die in aanmerking komt (komen) voor de opdracht op basis van het schetsontwerp en de toelichting en adviseert het college over de artistieke kwaliteiten van de kunstenaar(s) en diens ontwerp en over de technische uitvoerbaarheid. Bij het advies wordt een verslag gevoegd van de selectieprocedure met een motivatie van de selectie.

  • 10.

    Op basis van dit advies besluit het college of aan de geselecteerde kunstenaar(s) een opdracht wordt verstrekt. Het college besluit hierover volgens de actuele en van toepassing zijnde aanbestedingsregels.

  • 11.

    Voor de hoogte van het exacte bedrag dat met de kunstopdracht(en) is gemoeid, wordt aansluiting gezocht bij het bedrag dat conform het bepaalde in artikel 4 van deze regeling in de reserve is gestort.

  • 12.

    De niet geselecteerde kunstenaar(s) ontvangen voor het vervaardigen van het schetsontwerp een vergoeding van 5% van het onder artikel 3 berekende beschikbare bedrag voor het kunstwerk. Dit tot maximaal € 2.500 per geval en mits de kunstenaar zich gehouden heeft aan de (afspraken die gemaakt zijn bij de verstrekking van de) opdracht tot het maken van een schetsontwerp.

  • 13.

    De onder lid 12 bedoelde vergoeding(en) komen niet ten laste van het budget voor het te realiseren kunstwerk, maar worden gedekt uit een structureel budget voor cultuurbeleid binnen de gemeentebegroting.

  • 14.

    De kunstopdracht wordt vastgelegd in een door het college en de kunstenaar(s) te sluiten contract.

  • 15.

    Indien de kunstenaar van mening is, dat het nuttig of noodzakelijk is om af te wijken van zijn ontwerp, dan worden zijn wijzigingsvoorstellen voorgelegd aan de Adviescommissie Cultuurbeleid. Alleen met toestemming van het college kunnen wijzigingen in het ontwerp worden aangebracht.

  • 16.

    Bij de oplevering van het kunstwerk wordt door de Adviescommissie Cultuurbeleid met de betrokken gemeentelijke diensten vastgesteld of het kunstwerk volgens het contract is gerealiseerd. Het college bepaalt vervolgens of het contract kan worden beëindigd.

  • 17.

    Het college kan belanghebbenden in de gelegenheid stellen om via inspraak hun mening over het ontwerp voor het kunstwerk te geven.

Artikel 6 Onderhoud

Alle via deze regeling gefinancierde en gerealiseerde kunstwerken worden in beginsel in het onderhoudspakket van kunst in de openbare ruimte van de gemeente Texel opgenomen. De ophoging van dit structurele budget voor onderhoud van het gemeentelijk kunstbezit wordt meegenomen in een voorstel bij de behandeling van de programmabegroting door de raad.

Artikel 7 Verwijderen of verplaatsen

Het college behoudt zich het recht voor om een via deze regeling gefinancierd en gerealiseerd kunstwerk te verwijderen of te verplaatsen indien door omstandigheden het kunstwerk niet meer voor verval te behoeden is of de onderhoudskosten te hoog worden, de grond voor andere doeleinden nodig is of anderszins, met als doel de kwaliteit van de openbare ruimte te kunnen waarborgen of te herstellen. Dit ter uitsluitende beoordeling van het college. Het college treedt uiterlijk twee maanden voor de geplande verplaatsing of verwijdering in contact met de kunstenaar of diens erfgenamen.

Artikel 8 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 9 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt 8 dagen na publicatie in werking.

  • 2.

    Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Percentageregeling kunst in de openbare ruimte Texel 2021’.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 10 november 2021

 

De griffier,

Mevrouw M.de Porto

 

De burgemeester,

De heer M.C. Uitdehaag

 

Artikelsgewijze toelichting Percentageregeling kunst in de openbare ruimte Texel 2021

Als basis voor deze regeling is de modelverordening percentageregeling beeldende kunst van de VNG gebruikt.

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Onderdeel b. Bouwkosten

Het bedrag dat beschikbaar komt voor kunstwerken wordt berekend over de totale bouwkosten. Om discussies te voorkomen is het van belang dat er een zo eenduidig mogelijke definitie wordt gegeven van het begrip ‘bouwkosten’. Daarom is aangesloten bij begrippen die gangbaar zijn in de bouwwereld en/of die de gemeente Texel al hanteert in de lokale regelgeving. Hetzelfde geldt voor onderdeel c, Aanlegkosten.

Onderdeel d. Bouwwerk

De Woningwet kent helaas geen definitie van bouwwerk. Daarom is hier aangesloten met de definitie van de modelverordening van de VNG. Deze definitie is algemeen aanvaard en hierover bestaat veel jurisprudentie.

Onderdeel f. Gebouw

Deze definitie komt uit de Woningwet.

Onderdeel l. Werk

Bij het begrip werk valt te denken aan infrastructurele werken zoals een weg, parkeerplaats, voetpad, fietspad, plein, trottoir, maar ook aan een speelplaats, vijver, park of groenvoorziening.

 

Artikel 2 Toepassingsbereik

Artikel 2 van de regeling geeft aan in welke gevallen de regeling van toepassing is. De regeling is van toepassing op nieuwbouw, verbouw en renovatie van bouwwerken en gebouwen en op de aanleg van werken waarvan de gemeente eigenaar is. Anders dan de modelverordening van de VNG, is de regeling niet van toepassing op de heraanleg en renovatie van werken. Dit omdat het niet wenselijk wordt geacht een bedrag aan kunst te moeten besteden voor bijvoorbeeld het vervangen van een asfaltlaag of riolering. In lid 2 en 3 zijn minimumbedragen opgenomen, om te voorkomen dat bij elke verbouwing of elke hoop zand een kunstwerk gerealiseerd moet worden. Omdat kosten van infrastructurele werken relatief gezien hoog zijn, is voor de aanleg van werken een apart minimumbedrag opgenomen.

 

Artikel 3 Bedrag voor kunstwerken

Er is, net als in de modelverordening van de VNG, gekozen om met een glijdende schaal te werken. Door in artikel 3 tweede lid een staffel op te nemen, is er voor de ‘kleinere’ projecten een wat ruimer budget beschikbaar en is er voor de ‘kanjerprojecten’ een wat kleiner budget beschikbaar.

 

Artikel 4 Storting in de reserve

De middelen, die via deze regeling beschikbaar komen, worden direct na vaststelling ervan in de reserve gestort.

 

Artikel 5 Procedure kunstopdrachten en deskundigenadvies

Het verstrekken van de kunstopdracht is een privaatrechtelijke rechtshandeling waartoe het college bevoegd is.

De toepasselijke aanbestedingsregels omvatten de aanbestedingswet 2012 (inclusief uitvoeringsregels, zoals de Gids Proportionaliteit), maar ook het gemeentelijk inkoopbeleid. Aan alle van deze genoemde regels zal het verstrekken van de opdracht moeten voldoen. Op het gemeentelijk inkoopbeleid kan het college in voorkomende gevallen een uitzondering maken. Op de regels in de aanbestedingswet nagenoeg niet. Drempelbedrag voor Europese aanbesteding is op dit moment € 214.000. Om aan dit bedrag voor een kunstwerk volgens deze percentageregeling te komen, zou een project met een totale bouwsom van meer dan 21 miljoen aan de orde moeten zijn. Een project (in eigendom van de gemeente) op Texel van dergelijke omvang zal niet snel voorkomen. Voor alle opdrachten gelden echter de regels van de aanbestedingswet, waaronder de beginselen van gelijke behandeling, transparantie en proportionaliteit, alsook de motiveringsverplichting voor de keuze van het inkoopproces en de uitverkoren aanbieder. Tenslotte spelen bij de keuze van een kunstenaar/kunstwerk verschillende aspecten een rol. Het kunstwerk moet bijvoorbeeld passen bij de karakteristieken van de omgeving, zodat de omvang, materiaalkeuze en kleur belangrijk zijn. Binnen de gemeente Texel is een adviescommissie cultuurbeleid aangesteld, bestaande uit onafhankelijke deskundigen op het gebied van kunst en cultuur, die het college gevraagd en ongevraagd adviseren over de inzet van kunst en cultuur in de gemeente Texel. Zo ook ten aanzien van de opdrachtverstrekking op grond van deze regeling.

In lid 11 is aangegeven dat er zoveel mogelijk aansluiting wordt gezocht bij het bedrag, zoals dat aan de reserve is toegevoegd (zoals dat onder artikel 3 berekend is). Dit is een richtlijn.

Het verstrekken van een opdracht tot een schetsontwerp is ook een privaatrechtelijke rechtshandeling en kost geld. Volgens de richtlijnen van platform beroepskunstenaars kan worden aangehouden dat een zeer eenvoudig schetsontwerp ongeveer een dag werk is. Het minimale bedrag volgens deze regeling voor een kunstwerk is € 5.000. Een vergoeding voor een schetsontwerp van 5% begint daarom bij € 250. Volgens hetzelfde platform worden voor complexere schetsontwerpen bedragen vergoed tussen € 1.500 en € 2.500. De vergoeding is daarom gemaximeerd op € 2.500 per geval. Tot slot in dit artikel, lid 17. Het gaat om besteding van overheidsgelden. Het kan daarom wenselijk zijn om belanghebbende(n) te betrekken bij het kunstwerk dat gerealiseerd gaat worden.

 

Artikel 6 Onderhoud

In de praktijk blijkt vaak dat wanneer een kunstwerk in de openbare ruimte wordt geplaatst, regulier onderhoud in eerste instantie over het hoofd wordt gezien. Vaak, wanneer een kunstwerk een aantal jaren ‘staat’ en (verwerings-)aanslag en/of (kleine) beschadigingen zichtbaar worden, komt pas het onderhoud of zelfs herstel ter sprake. En dan klopt men vaak bij de gemeente aan, omdat men niet meer weet wie de eigenaar is en/of de eigenaar hier niet op gerekend heeft en er geen geld voor beschikbaar heeft.

Het komt ook voor dat een kunstwerk een schenking is en men zich niet realiseert dat het cadeau financiële consequenties heeft, met name als het de bedoeling is om het voor een langere periode in goede staat te behouden.

In geval dat een kunstwerk in de openbare ruimte op een andere wijze is geïnitieerd en gefinancierd (en ook eigendom is van een andere partij), dan wil de gemeente graag bij de vergunningverlening de initiatiefnemers wijzen op de kwestie van het onderhoud en bewustwording creëren. De gemeente heeft een contract met een onderhoudsbedrijf dat gespecialiseerd is in kunst, voor jaarlijks onderhoud aan de kunstwerken in de openbare ruimte die in eigendom zijn van de gemeente. Er bestaat een mogelijkheid voor derden om – tegen betaling - het reguliere onderhoud van het kunstwerk in de openbare ruimte via het contract van de gemeente mee te laten lopen. Uiteraard staat het de eigenaar vrij het onderhoud op eigen wijze te organiseren. Een en ander in overleg met de kunstenaar wellicht. Door dit artikel over onderhoud op te nemen in deze regeling, zet de gemeente het goede voorbeeld, geeft het duidelijkheid en kan de gemeente hier gemakkelijk naar verwijzen.

 

Artikel 7 Verwijderen of verplaatsen

Dit artikel is opgenomen om de bevoegdheden en rechten van zowel de gemeente als de kunstenaar helder te maken en te bewaken. Ondanks dat een kunstwerk, dat wordt gerealiseerd onder deze regeling, eigendom wordt van de gemeente, is het kunstwerk te beschouwen als een auteursrechtelijk beschermd werk in de zin van de Auteurswet. Verwijdering of verplaatsing van een kunstwerk kan betekenen dat het misvorming, verminking of andere aantasting van het kunstwerk tot gevolg heeft. Het college dient in ieder geval (uiterlijk twee maanden voorafgaande aan de verplaatsing of verwijdering) contact op te nemen met de kunstenaar of diens erfgenamen om de gelegenheid te bieden aanspraak te maken op het recht op verzet tegen aantasting van het kunstwerk.

 

Artikel 8 Onvoorziene gevallen

Dit artikel kan worden gezien als een hardheidsclausule.

 

Artikel 9 Slotbepalingen

Artikel 142 van de Gemeentewet bepaalt dat alle verordeningen in werking treden op de achtste dag na bekendmaking, tenzij een ander tijdstip daarvoor is aangewezen. Er is geen aanleiding of reden dat de regeling sneller in werking zou moeten treden, dus wordt gemakshalve de standaard acht dagen aangehouden.