Organisatie | Oudewater |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van de raad van Oudewater houdende een financiële verordening Oudewater (Financiële verordening Oudewater 2020) |
Citeertitel | Financiële verordening Oudewater 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Financiële verordening Oudewater 2015
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-11-2021 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 13-02-2020 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
bruto schuld minus de omvang van de geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak. Onder bruto schuld wordt verstaan het totaal van langlopende leningen, kortlopende schulden, crediteuren en overlopende passiva. Onder geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak wordt verstaan het totaal van langlopende uitzettingen, debiteuren, liquide middelen en overlopende passiva.
onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin de gemeente, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt.
Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording
Artikel 3 Inrichting begroting en jaarstukken
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming en de investeringen.
Voorafgaand aan de begroting geeft de raad haar kaders aan in de voorjaarsnota/kadernota. Deze wordt door het college voorbereid. De aangegeven kaders zullen (financieel) vertaald worden in de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenbegroting. De raad stelt deze kaders uiterlijk 1 juli vast.
Artikel 5 Autorisatie begroting en investeringskredieten
Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Artikel 10 Waardering van debiteuren en overige vorderingen
In de jaarrekening wordt de stand van zaken uiteengezet ten aanzien van openstaande vorderingen betreffende gemeentelijke belastingen en heffingen en overige vorderingen. Daarbij wordt in elk geval ingegaan op de ouderdom van de vorderingen, de genomen invorderingsmaatregelen alsmede op de vorderingen welke oninbaar worden geacht. Voor de dubieuze debiteuren wordt een voorziening aangehouden ter grootte van een historisch percentage van oninbaarheid. Dit geldt niet voor openstaande vorderingen van gemeentelijke belastingen en heffingen. Hiervoor wordt een bedrag geraamd op de begroting.
Artikel 11 Reserves en voorzieningen
Ten aanzien van de vorming en vrijval van reserves en voorzieningen en de toerekening en verwerking van rente over reserves, geldt het beleid zoals dat is vastgelegd in de nota Financiële Sturing. Deze nota wordt regelmatig geactualiseerd.
Artikel 12 Kostprijsberekening
Bij de directe kosten worden ook bijdragen en onttrekkingen aan voorzieningen betrokken. Voor rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW), eventueel verschuldigde vennootschapsbelasting en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken.
Artikel 13 Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken door de gemeente aan derden waarbij de gemeente in concurrentie treedt met marktpartijen, wordt ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Indien daartoe vanwege een publiek belang wordt afgeweken, geschiedt dat op basis van een gemotiveerd raadsbesluit.
Artikel 14 Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen
Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de tarieven voor gemeentelijke belastingen, rechten en heffingen, waaronder in elk geval begrepen worden de onroerende zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing, de rioolheffing, de leges, de marktgelden en de toeristenbelasting.
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf lokale heffingen naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 10 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:
Artikel 19 Onderhoud kapitaalgoederen
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 12 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op de voortgang van het geplande onderhoud, de omvang van het achterstallig onderhoud en de planning wanneer de onderhoudsplannen openbare ruimte, riolering en gebouwen worden herzien.
In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:
a) de schulden met een looptijd langer dan een jaar en het verschuldigde rentepercentage;
b) de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende 4 jaar.
Hoofdstuk 5 Financiële organisatie en financieel beheer
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b, van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neem het college maatregelen tot herstel.
Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waarde papieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende leningen en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen ten minste eenmaal in de vier jaar. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
Artikel 27 Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De Verordening conform artikel 212 Gemeentewet Gemeente Oudewater, vastgesteld door de raad op 11 december 2014, wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.