Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
IJsselstein

Mandaatbesluit gemeente IJsselstein 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieIJsselstein
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMandaatbesluit gemeente IJsselstein 2022
CiteertitelMandaatbesluit gemeente IJsselstein 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Mandaatregeling gemeente IJsselstein 2019 en het Mandaatregister gemeente IJsselstein.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. Algemene wet bestuursrecht
  3. Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek
  4. Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek
  5. Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek
  6. Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek
  7. Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek
  8. Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek
  9. Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek
  10. Boek 7 van het Burgerlijk WetboekA
  11. Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek
  12. Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022nieuwe regeling

09-11-2021

gmb-2021-416331

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaatbesluit gemeente IJsselstein 2022

Het college en de burgemeester van de gemeente IJsselstein, elk handelend voor zover het hun eigen bevoegdheden betreft;

 

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en het Burgerlijk Wetboek;

 

besluiten het volgende vast te stellen:

 

Mandaatbesluit gemeente IJsselstein 2022

 

Aanhef

 

Vanaf 1 januari 2019 geldt een nieuwe organisatiestructuur voor de gemeentelijke organisatie, waarbij het uitgangspunt is dat verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie worden gelegd. De basis voor de organisatie staat in het Inrichtingsplan in combinatie met het Functieboek (HR21).

 

Om redenen van doelmatigheid en slagvaardig bestuur is het wenselijk daarvoor in aanmerking komende publiekrechtelijke en privaatrechtelijke bevoegdheden op te dragen aan de medewerkers van de gemeentelijke organisatie. Dit alles om deze medewerkers in staat te stellen hun taken efficiënt en rechtmatig uit te voeren.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

 

  • a.

    besluit: een beslissing als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    bestuursorgaan: een besluitvormend orgaan van de gemeente;

  • c.

    mandaat: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan besluiten te nemen;

  • d.

    mandaatgever: het bevoegde bestuursorgaan dat het mandaat aan een ander opdraagt;

  • e.

    gemandateerde: de medewerker die het mandaat mag uitoefenen;

  • f.

    machtiging: de bevoegdheid om namens het bevoegde bestuursorgaan handelingen te verrichten die geen besluit en geen privaatrechtelijke rechtshandeling inhouden (feitelijke handelingen);

  • g.

    volmacht: de bevoegdheid om namens het bevoegde bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • h.

    volmachtgever: het bevoegde bestuursorgaan dat een volmacht of een machtiging verleent;

  • i.

    medewerker: een functionaris die bij de gemeente in dienst is of extern is ingehuurd voor het verrichten van dagelijkse werkzaamheden.

Artikel 2 Reikwijdte mandaat

  • 1.

    In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt onder het verlenen van mandaat tevens het door een volmachtgever geven van een volmacht of een machtiging verstaan.

  • 2.

    De gemandateerde maakt van de aan hem verleende bevoegdheid slechts gebruik als uitoefening van de bevoegdheid overeenstemt met:

    • -

      de taken en verantwoordelijkheden van de organisatie-eenheid of cluster/taakveld waarbinnen de gemandateerde werkzaam is waarbij het Inrichtingsplan, het Functieboek en daarop gebaseerde functiebeschrijvingen de leidraad vormen;

    • -

      de geldende en kenbare werkafspraken/werkinstructies binnen de organisatie-eenheid waar de gemandateerde werkzaam is;

    • -

      de geldende en kenbare regels voor budgetbeheer, gebaseerd op de geldende Financiële verordening;

Artikel 3 Inhoud mandaat

De bevoegdheid om krachtens mandaat besluiten te nemen omvat tevens de bevoegdheid tot het stellen van voorschriften en beperkingen aan die besluiten en het verrichten van voorbereidings- en uitvoeringshandelingen die met het besluit samenhangen.

Artikel 4 Algemeen mandaat van het college en de burgemeester

  • 1.

    Het college en de burgemeester verlenen de gemandateerde, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van het college, het mandaat om alle besluiten te nemen en alle overige (rechts)handelingen te verrichten, waaronder de vertegenwoordiging in rechte, die voor een adequate uitoefening van de taken van de gemandateerde nodig zijn.

  • 2.

    Het in lid 1 bedoelde mandaat komt de gemandateerde slechts toe, voor zover de uitoefening van de bevoegdheid past binnen de in artikel 2 lid 2 genoemde randvoorwaarden;

  • 3.

    Het gestelde in het eerste en tweede lid geldt alleen wanneer geen sprake is van uitzonderingen zoals genoemd in het vierde lid en in artikel 6.

Artikel 5 Specifiek mandaat van het college

  • 1.

    De gemeentesecretaris/algemeen directeur is exclusief bevoegd om besluiten te nemen:

    • -

      ten aanzien van de personen waaraan hij/zij direct leiding geeft;

    • -

      tot het opleggen van disciplinaire maatregelen;

    • -

      tot overplaatsing;

    • -

      tot het verlenen van ontslag anders dan op verzoek;

    • -

      die verband houden met het functioneren van de gemeentelijke organisatie als geheel;

    • -

      om af te wijken van een in het aanbestedingsbeleid voorgeschreven procedure.

  • 2.

    Het genoemde in lid 1 geldt niet voor besluiten die de gemeentesecretaris/algemeen directeur persoonlijk aangaan.

Artikel 6 Plaatsvervanging

Als het mandaat aan de gemandateerde binnen de organisatie is verleend, wordt daarmee het mandaat eveneens geacht te zijn verleend aan de leidinggevende van het organisatieonderdeel waar die gemandateerde werkzaam is en in alle gevallen ook aan de algemeen directeur/ gemeentesecretaris.

Artikel 7 Uitzonderingen algemeen en specifiek mandaat

De gemandateerde is niet bevoegd als:

 

  • a.

    het besluit een afwijking inhoudt van geldende regelgeving of beleid of andere interne richtlijnen of voorschriften;

  • b.

    het besluit een overschrijding van een budget of krediet tot gevolg heeft;

  • c.

    bij het besluit meer organisatieonderdelen zijn betrokken, waarbij de standpunten over de inhoud van het te nemen besluit niet gelijkluidend zijn;

  • d.

    een lid van het college, de burgemeester of de leidinggevende van de gemandateerde heeft aangegeven dat het voorstel aan de mandaatgever moet worden voorgelegd;

  • e.

    de mandaatgever heeft aangegeven zelf te willen besluiten;

  • f.

    het beslissingen op bezwaarschriften betreft waarover de commissie bezwaarschriften heeft geadviseerd het bestreden besluit te herroepen of waar wordt afgeweken van het advies van de bezwaarschriftencommissie;

  • g.

    het nemen van besluiten betreft als bedoeld in artikel 177 lid 2 van de Gemeentewet (openbare orde-besluiten);

  • h.

    het besluiten betreft om op te treden tegen drugs en prostitutie, zoals bedoeld in artikel 13b van de Opiumwet of de APV of het opleggen van een gebieds- of groepsverbod;

  • i.

    het besluit het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften of het vaststellen van beleidsregels inhoudt;

  • j.

    het een bevoegdheid betreft die in een wettelijke regeling expliciet wordt uitgezonderd van mandaat en daarom voorbehouden is aan het daarvoor bevoegde bestuursorgaan;

  • k.

    het besluit gevolgen heeft voor de rechtspositie van meerdere medewerkers of wanneer het de rechtspositie van de gemeentesecretaris betreft;

  • l.

    het een voordracht voor of benoeming van personen op grond van een wettelijk voorschrift betreft, anders dan het aangaan van een dienstverband;

  • m.

    het besluit het opleggen van een bestuurlijke boete (als bedoeld in artikel 5:53 van de Algemene wet bestuursrecht) inhoudt als dat wordt genomen door degene die van de overtreding een rapport of proces-verbaal heeft opgemaakt.

Artikel 8 Ondertekening

Bij de uitoefening van een mandaat worden de uitgaande stukken als volgt ondertekend:

 

Namens het college van IJsselstein,

 

<handtekening gemandateerde>

 

<naam van de gemandateerde>

 

<functienaam>

 

Namens de burgemeester van IJsselstein,

 

<handtekening gemandateerde>

 

<naam van de gemandateerde>

 

<functienaam>

Artikel 9 Specifiek mandaat aan derden

Mandaat aan personen die niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het college (externe mandaten) vallen niet onder dit mandaatbesluit. Deze mandaten worden opgenomen in een apart register. Dit register wordt voor de organisatie op het intranet toegankelijk gemaakt.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt, na bekendmaking daarvan, in werking op 1 januari 2022.

Artikel 11 Intrekking

De Mandaatregeling gemeente IJsselstein 2019 en het Mandaatregister gemeente IJsselstein, inclusief alle wijzingen daarvan, worden ingetrokken.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Mandaatbesluit gemeente IJsselstein 2022’.

Vastgesteld op 9 november 2021.

Het college van IJsselstein,

drs. W.M. van de Werken

secretaris

mr. P.J.M. van Domburg

burgemeester

De burgemeester van IJsselstein,

mr. P.J.M. van Domburg