Organisatie | Tiel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van haven-, kade- en liggelden 2022 |
Citeertitel | Verordening Scheepvaartrechten 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening Scheepvaartrechten 2021.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.
artikel 229 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-11-2021 | nieuwe regeling | 10-11-2021 | Nummer: 9 |
Hoofdstuk II Haven- , kade- en liggelden
Onder de naam kadegeld wordt een recht geheven wegens het gebruik maken van een voor de openbare dienst bestemde kade of wal van een der gemeentelijke havens ten behoeve van de opslag van goederen, materialen of andere voorwerpen of ten behoeve van het plaatsen van materieel om goederen uit vaartuigen te lossen of in vaartuigen te laden.
Artikel 7 Vrijstelling bij reparatie
Voor vaartuigen, welke in een haven ligplaats nemen voor het doen verrichten van belangrijke herstellingen of veranderingen en geen zaken laden en/of lossen, is geen havengeld verschuldigd, te rekenen vanaf de dag, waarop de vaartuigen ligplaats hebben ingenomen, mits aan de havenmeester, zowel van het tijdstip van aanvang als van dat van het einde der herstellingen of veranderingen, schriftelijk is kennisgegeven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
Indien de rechten bij wijze van abonnement worden voldaan, dient het verschuldigde te worden betaald binnen veertien dagen na dagtekening van de nota of andere schriftuur, met dien verstande, dat de dagtekening niet ligt voor de datum waarop voor de eerste maal ligplaats wordt genomen in een der havens.
Artikel 11 Restitutie en overschrijving
Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig, wordt voor het vervangen vaartuig over de nog niet verstreken maanden van de lopende termijn het betaalde haven- en kadegeld op aanvraag van de belastingplichtige verrekend met het verschuldigde havengeld over die maanden voor het vervangende vaartuig, met dien verstande dat, indien het laatst genoemde haven- en kadegeld lager is dan het betaalde, teruggaaf van het verschil niet plaatsvindt.
Hoofdstuk V Aanvullende bepalingen
De "Verordening Scheepvaartrechten 2021", vastgesteld d.d. 16 december 2020, wordt ingetrokken met ingang van de artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Behorende bij de "Verordening Scheepvaartrechten 2022"
Behoort bij raadsbesluit d.d. 10 november 2021, tot vaststelling