Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oisterwijk

Beleidskader huisvesting arbeidsmigranten gemeente Oisterwijk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOisterwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidskader huisvesting arbeidsmigranten gemeente Oisterwijk
CiteertitelBeleidskader huisvesting arbeidsmigranten gemeente Oisterwijk
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerpHuisvesting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-11-2021Nieuwe regeling

14-10-2021

gmb-2021-413996

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidskader huisvesting arbeidsmigranten gemeente Oisterwijk

 

18 oktober 2021

 

Inhoudsopgave

 

1. Inleiding 2

2. Huisvesting en verblijfsperspectief 3

3. Feiten op een rij 3

3.1 Aantal werkzame arbeidsmigranten 3

3.2 Aantal woonachtige arbeidsmigranten 4

3.3 Ontwikkeling aantal arbeidsmigranten 4

3.4 Bestemmingsplannen en handhaving 4

3.5 Aanbieders van huisvesting 4

3.6 Huisvestingsbehoefte 5

3.7 Samenwerking: Regiotafel Hart van Brabant 5

4. Rollen en verantwoordelijkheden ketenpartners 5

5. Algemene beleidsuitgangspunten voor de huisvesting van arbeidsmigranten 7

6. Locatiespecifieke beleidsuitgangspunten voor de huisvesting van arbeidsmigranten 9

6.1 Huisvesting op agrarische bedrijven 9

6.2 Huisvesting op of aan rand bedrijventerreinen 10

6.3 Huisvesting aan rand van woonkernen 11

6.4 Huisvesting in woonkernen 11

6.5 Huisvesting in leegstaande objecten in het buitengebied 11

6.6 Huisvesting op te transformeren recreatieparken 12

7. Communicatie voor initiatieven huisvesting arbeidsmigranten 12

8. Toezicht en handhaving: organisatie en inzet instrumentarium 13

9. Registratie 13

10. Taal en participatie 15

11. Evaluatie beleid 15

 

Bijlage: Referenties verbeelding huisvesting arbeidsmigranten 16

1. Inleiding

 

Arbeidsmigranten zijn niet meer weg te denken uit de Nederlandse maatschappij. De bijdrage van arbeidsmigranten aan het draaiend houden van de economie is onmisbaar. Ook de Oisterwijkse economie kan niet meer zonder arbeidsmigranten. Temeer omdat werkgevers steeds vaker aangeven moeite te hebben om voldoende gemotiveerde en betaalbare Nederlandse werknemers te vinden. Een ruwe schatting geeft aan, dat er dagelijks ruim 300-600 arbeidsmigranten werkzaam zijn. Voor de gemeente Oisterwijk is daarmee het belang voelbaar om huisvesting van arbeidsmigranten optimaal te faciliteren. Vooral ook omdat de houding van de arbeidsmigrant verandert. Dichtbij de werkplek kunnen wonen is in toenemende mate een eis(behoefte). Dit vormt steeds meer een concurrerende factor met andere gebieden en landen als Duitsland en Denemarken (beide landen bieden kwalitatief betere en goedkopere huisvesting) om voldoende arbeidsmigranten te binden. Een relatief beperkt aantal arbeidsmigranten is in Oisterwijk zelf gehuisvest. Voor het grootste deel wonen zij elders in Brabant. Voor een klein gedeelte in woningen in de kernen, maar voornamelijk op de recreatieparken. Om kwantitatief en kwalitatief te kunnen sturen op de groeiende behoefte aan passende huisvesting, is beleid noodzakelijk.

 

Het geschetste tekort aan voldoende geschikte huisvesting voor arbeidsmigranten leidt ook tot allerhande problemen op de woningmarkt. Zo kiezen sommige ondernemers -door nood gedwongen- huisvestingoplossingen, die ze eigenlijk niet willen. In veel gevallen worden mensen op grote afstand van het werk ondergebracht, met veel woon-werkverkeer tot gevolg. Daarnaast wordt allerhande huisvesting aangekocht en aangehuurd, die niet aan de normen voldoet. Denk daarbij aan het ontbreken van het SNF-keurmerk, of aan huisvesting waarvoor geen vergunning is verleend, die niet aan het Bouwbesluit voldoet en soms zelfs brandgevaarlijk is. Met alle gevolgen van dien: overbewoning en gebruik van illegale, kwalitatief slechte locaties en een verslechtering van de leefbaarheid van wijken en buurten. Ook worden op deze wijze tal van reguliere woningen aan de betaalbare woningvoorraad onttrokken. Deze zijn vervolgens niet meer beschikbaar voor een groeiende groep woningzoekenden. De beschikbaarheid over voldoende goede huisvesting voor arbeidsmigranten in de gemeente Oisterwijk draagt daarmee bij aan het verminderen van het woningtekort en het verbeteren van de leefbaarheid in wijken en buurten.

 

De problemen over het huisvestingstekort voor arbeidsmigranten spelen in alle Brabantse gemeenten (en heel Nederland). Aangezien arbeidsmigratie zicht niets aantrekt van gemeentegrenzen, hebben de gemeenten in het Hart van Brabant afgesproken om te komen tot een regionale aanpak van de opgave. Kern ervan is dat alle regiogemeenten actueel huisvestingsbeleid voor arbeidsmigranten hebben waaraan zij primair aan de lat staan voor hun eigen opgave en -mede gezien de verschillende huisvestingsmogelijkheden en kansen- onderling solidair zijn.

 

Totstandkoming beleid

Dit beleidskader is tot stand gekomen na een intensief en interactief proces met een groot aantal stakeholders. Hierin speelde een klankbordgroep bestaande uit onder meer inwoners, ondernemers en huisvesters een belangrijke rol. Daarnaast zijn ook binnen de gemeentelijke organisatie verschillende disciplines betrokken geweest. Een overzicht van de belangrijkste brondocumenten is te vinden op de site van de gemeenteraad.

 

Leeswijzer

Allereerst wordt in paragraaf 2 een schets gegeven van de verschillende woonbehoeftes van arbeidsmigranten. Paragraaf 3 geeft inkleuring van de situatie in de gemeente Oisterwijk aan de hand van verschillende feiten. Paragraaf 4 zoomt in op de rollen en posities van de verschillende stakeholders. In paragraaf 5 en 6 wordt ingegaan op algemene beleidsuitgangspunten die van toepassingen zijn voor alle nieuwe huisvestingsinitiatieven inclusief de toegestane huisvestingsvarianten en de daarbij behorende locatiespecifieke criteria. Paragraaf 7 schetst de voorwaarden voor de te voeren omgevingsdialoog. De paragrafen 8, 9 en 10 gaan over flankerend beleid waaronder handhaving, registratie en taal en participatie. Het kader sluit in paragraaf 11 met de vormgeving van de beleidsevaluatie.

 

2. Huisvesting en verblijfsperspectief

 

Dit beleidskader biedt kaders voor goede huisvesting voor arbeidsmigranten in de gemeente Oisterwijk. Wat goede en passende huisvesting is, hangt nauw samen met hun verblijfsperspectief. Wie voor korte tijd in Nederland werkt, al dan niet repeterend, of wie hier net binnenkomt heeft een andere vraag dan iemand die hier langdurig wil blijven. Het verblijfsperspectief kan in de loop van de tijd veranderen. Daarom is het van belang onderscheid te maken tussen shortstay (tot 1 jaar), midstay (1 tot 3 jaar) en longstay (3 jaar en langer):

 

• Huisvesting voor shortstay wordt doorgaans niet als wonen, maar als logies aangeboden. De mogelijkheid om direct bij aankomst uit het buitenland onderdak te vinden kan in de reguliere woningmarkt niet goed worden vervuld. Bovendien is het bij kort verblijf niet of nauwelijks mogelijk om zelf te voorzien in de inrichting van een woning. Anderzijds kent de reguliere hotelmarkt een prijsniveau dat voor arbeidsmigranten niet haalbaar is.

• Voor midstay is er onvoldoende aanbod. Dat geld niet alleen voor arbeidsmigranten; de behoefte aan meer vormen van flexwonen geldt ook voor andere groepen spoedzoekers. Flexwonen staat voor snel beschikbare, soms tijdelijke, maar wel zelfstandige huisvesting. Dit marktsegment groeit momenteel sterk, mede door stimuleringsmaatregelen van rijk en provincies, maar er liggen nog grote opgaven.

• Longstay vindt zijn weg in de reguliere woningmarkt van huur- en koopwoningen. Met dezelfde kansen en belemmeringen die iedereen ervaart.

 

Ook in de gemeente Oisterwijk komen deze varianten voor. Het tekort aan geschikte verblijfsvoorzieningen voor short- en midstay leidt er ook hier toe dat werkgevers en huisvesters woningen in woonwijken kopen of huren, om daar mensen in onder te brengen. Dit beleidskader richt zich op de specifieke vraag naar short- en midstay huisvesting en het voorkomen van overlast daardoor in woonwijken. Daarmee gaat dit beleidskader dus niet/beperkt in op longstay huisvesting voor zich hier vestigende arbeidsmigranten. Zij zijn in feite ‘nieuwe Nederlanders’, die doorgaans hun weg op de reguliere huur- en koopmarkt weten te vinden. Aangezien hun toekomst is gericht op verblijf in Nederland, heeft de groep longstay-arbeidsmigranten (meer dan short- en midstay) de behoefte om de taal te leren en mee te doen aan de samenleving (zie paragraaf 10).

 

 

 

3 Feiten op een rij

 

 

3.1 Aantal werkzame arbeidsmigranten

• In Oisterwijk werken naar schatting ongeveer 300-600 arbeidsmigranten.

• In 2018 werkten in de provincie Noord-Brabant circa 92.000 arbeidsmigranten. In het Hart van Brabant is het aantal arbeidsmigranten over de periode 2016-2018 bijna verdubbeld.

• De voorziene groei houdt mede verband met de totale daling van de Nederlandse beroepsbevolking tot 2050 met 500.000 personen. De tegenkracht bestaat eruit dat robotisering zijn intrede doet. Desondanks overheerst toch de mening in de markt dat ook in de toekomst onverkort een grote behoefte aan arbeidsmigranten blijft bestaan.

• Het grootste deel van de arbeidsmigranten werkt via een uitzendbureau, een kleiner deel is in loondienst bij een werkgever.

• Een aanzienlijk deel van de arbeidsmigranten verblijft hier voor langere tijd. Zijn zij langer dan vier maanden binnen Nederland, dan zijn zij op basis van de Wet BRP verplicht zich in te schrijven bij de gemeente. Zij zijn vooral op zoek naar snel toegankelijke, goedkope en veilige woonruimte voorzien van wifi.

 

3.2 Aantal woonachtige arbeidsmigranten

• In de gemeente Oisterwijk woonden in 2020 203 geregistreerde arbeidsmigranten. Omdat niet alle arbeidsmigranten zich (correct) laten registreren, ligt het daadwerkelijke aantal arbeidsmigranten dat in de gemeente Oisterwijk woont hoogstwaarschijnlijk ergens tussen de 400 en 500.

• Van de vorengenoemde 203 geregistreerde arbeidsmigranten werkte 50% in de gemeente Oisterwijk. Het is aannemelijk dat die verhouding ook voor de niet-geregistreerden geldt.

• Veel werkgevers weten niet waar hun tijdelijke medewerkers gehuisvest zijn. Dat komt doordat dit vaak door de uitzendbureaus die zij inschakelen wordt geregeld.

 

3.3 Ontwikkeling aantal arbeidsmigranten

Hoewel niemand over een glazen bol beschikt, verwacht een groot aantal ondernemers uit de gemeente Oisterwijk een lichte tot matige groei van die behoefte aan inzet van arbeidsmigranten. Een aanzienlijk deel van deze onzekerheid wordt bepaald door de impact van de coronacrisis.

 

3.4 Bestemmingsplannen en handhaving

• In onze bestemmingsplannen is het thema huisvesting van arbeidsmigranten niet apart benoemd. Wel worden uiteraard ‘woningen’ benoemd. Een woning is gedefinieerd als ‘een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden’. Een huishouden is ‘een of meer personen die op hetzelfde adres wonen en een economisch-consumptieve eenheid vormen’. Dit betreft een gezin. Voor de meeste arbeidsmigranten geldt dit niet. Zij zijn geen gezin en vormen dus ook niet één huishouden. Meerdere arbeidsmigranten in een woning past dus niet in de bestemming. Kamergewijze bewoning is in Oisterwijk niet toegestaan. Dat geldt overigens ook voor andere doelgroepen als starters en studenten.

• Het huidige handhavingsinstrument werkt als volgt: zowel op basis van het ‘piepsysteem’ (melding van overlast door omgeving) als door eigen waarneming wordt onderzoek verricht naar excessen, klachten of meldingen m.b.t. een huisvestingssituatie. Bij overtreding van het bestemmingsplan, de regels van het bouwbesluit of overlast in de buitenruimte wordt ingegrepen. Met als eventuele uiterste consequentie dat tot ontruiming wordt overgegaan.

 

3.5 Aanbieders van huisvesting

Momenteel worden op verschillende locaties in de gemeente Oisterwijk arbeidsmigranten gehuisvest. Medio juni 2021 waren er in 12 vergunningen verstrekt voor in totaal 269 huisvestingsplaatsen. Hiervan zijn 6 locaties permanent vergund voor 157 plaatsen en 6 locaties zijn tijdelijk vergund voor 112 plaatsen. Van de 112 vergunde huisvestingsplaatsen loopt voor 96 plaatsen de vergunning op 1-1-2022 af en van 16 plaatsen op 3-3-2023.

Er zijn diverse partijen die in de gemeente Oisterwijk willen investeren in huisvesting. Dat zijn onder meer lokale ondernemers, uitzendbureaus (als Axell en Jobinvest) en huisvesters (als Homeflex en Goedgoed Advies).

 

3.6 Huisvestingsbehoefte

Uit het onderzoek ‘Verkenning behoefte aan huisvesting voor arbeidsmigranten in de gemeente Oisterwijk’ is gebleken dat de totale huisvestingsbehoefte op dit moment tussen de 256 en 370 huisvestingsplaatsen bedraagt. Daarbij is het van belang onderscheid te maken tussen de behoefte van:

• agrarisch ondernemers in m.n. Haaren: 111-125 plaatsen. Het gaat hier met name om behoefte aan shortstay huisvesting

• uitzendbureaus ten behoeve van grotere Oisterwijkse werkgevers: 145-245 plaatsen. Het gaat hier met name om een behoefte van zowel short- als midstay huisvesting.

Hoewel een deel van de benodigde huisvesting voor arbeidsmigranten al beschikbaar is, blijft beleid belangrijk. Er komen immers niet alleen nieuwe huisvestingaanvragen binnen maar ook lopen er tijdelijke vergunningen af.

 

3.7 Samenwerking: Regiotafel Hart van Brabant

De gemeente Oisterwijk is aangesloten bij de regiotafel Hart van Brabant. Belangrijke inzet is om te komen tot een regionale aanpak van de huisvestingsopgave. Uit onderzoek blijkt dat de werkgelegenheid en daarmee de vraag naar huisvesting van tijdelijke arbeidsmigranten binnen de regio zich concentreert in de gemeenten Tilburg en Waalwijk. Aan de hand van de rapportage is de regionale en gemeentelijke opgave in beeld gebracht. In de regio is afgesproken om de opgave gezamenlijk in te vullen, volgens de in de rapportage genoemde verdeling. Tilburg is daarbij verantwoordelijk voor 61%, Waalwijk voor 15% en Oisterwijk voor 2% (200-250 plaatsen) van de opgave. Hoewel de opgave op basis waarvan deze verdeelsleutel gemaakt is gedateerd is, staat de gedachte van onderlinge solidariteit bij het invullen van de opgave overeind. Verder is afgesproken om waar wenselijk en passend, op elkaars beleid aan te sluiten. Door dit te doen wordt ingestoken op eenzelfde aanpak, waarbij draagvlak en het realiseren van kansrijke initiatieven voorop staat. Er wordt daarnaast ook een regionaal afsprakenkader opgesteld, waarin de regiogemeenten met elkaar afspraken maken over economie/arbeidsmarkt, welzijn en huisvesting.

 

4. Rollen en verantwoordelijkheden ketenpartners

 

Naast inzicht in de aard en omvang van de huisvestingsproblematiek is het van belang om inzicht te krijgen in de rollen van verschillende ketenpartners. Deelname van de partners is een voorwaarde om tot een oplossing van de huisvestingsproblematiek te kunnen komen. De keten moet elkaar versterken, maar ook in ‘bedwang houden’. Hieronder volgt een beschrijving van de rollen en verantwoordelijkheden van de afzonderlijke ketenpartners.

 

Arbeidsmigranten

Een deel van de arbeidsmigranten zoekt zelf huisvesting, veelal in overleg met uitzendbureaus en werkgevers. Een ander deel krijgt van het uitzendbureau een combinatie van arbeid en huisvesting aangeboden. Als ze langer blijven, leren ze de Nederlands taal, kopen of huren ze een huis en doen zoveel mogelijk mee in de maatschappij.

 

Gemeente

De gemeente creëert beleid, beoordeelt ruimtelijke inpassing, schept voorwaarden en faciliteert in ruimtelijke zin de huisvesting en houdt toezicht op het naleven van wet- en regelgeving en beleidskaders en maakt in- en uitschrijving van arbeidsmigranten in de Basisregistratie Personen (BRP) mogelijk.

 

Huisvesters

Commerciële huisvesters (uitzendbureaus, werkgevers, gespecialiseerd huisvesters, beleggers etc.) dienen huisvesting aan te bieden die voldoet aan de overeengekomen kwaliteitsnormen. Dit zijn in elk geval de bepalingen uit het Bouwbesluit en de normen van de Stichting Normering Flexwonen (SNF-keurmerk).

 

Uitzendorganisatie

Uitzendorganisaties treden vaak op als werkgever. Omdat deze werkgevers er belang bij hebben dat de werknemer in Nederland komt werken, zouden ze zich de taak moeten toebedelen om de arbeidskracht te ondersteunen bij het vinden van goede huisvesting. Vaak koppelen deze organisaties werk en huisvesting. Alle uitzendbureaus zijn via hun CAO verplicht om uitsluitend SNF- gecertificeerde huisvesting aan te bieden.

 

Oisterwijkse bedrijven/ inleners

Omdat ook deze werkgevers/inleners belang hebben bij de arbeidskracht, zouden zij zich de taak moeten toebedelen om de arbeidskracht te ondersteunen bij het vinden van goede huisvesting. Veel werkgevers laten de verantwoordelijkheid van de huisvesting bij de arbeidsmigrant zelf of de uitzendorganisatie. Agrarische werkgevers die zelf hun medewerkers huisvesten worden via de lidmaatschapseisen van LTO Nederland en Glastuinbouw Nederland verplicht om dat volgens de eisen van het Agrarisch Keurmerk Flexwonen (AKF) te doen.

 

De situatie in Oisterwijk

De werkgevers in Oisterwijk bepalen hun arbeidsbehoefte voor een bepaalde periode. Met deze behoefte doen zij een aanbesteding of schakelen zij een of meerdere uitzendorganisaties in. Na opdrachtverlening aan de uitzendorganisatie, werven zij de arbeiders doorgaans in hun thuisland. Deze organisaties nemen de arbeidsmigrant in dienst, meestal voor de periode dat de werkgever ze inhuurt. Deze uitzendorganisaties leveren hun werknemers ook veelal huisvesting voor de periode dat de werkgever ze inhuurt. Ook nemen werkgevers na verloop van tijd arbeidsmigranten soms direct in dienst (dus zonder tussenkomst van het uitzendbureau). Op basis van diverse contacten is gebleken dat het gros van de werkgevers (uitzendbureaus zijn ook werkgevers) groot belang hecht aan goede en fatsoenlijke huisvesting. Er is dan ook een grote bereidwilligheid om in gezamenlijkheid te komen tot meer en betere huisvesting voor arbeidsmigranten in Oisterwijk.

 

Betrekken van inwoners

Huisvesting van arbeidsmigranten in de gemeente Oisterwijk vraagt ook om een goede inbedding en integratie in de bestaande samenleving. Zorgvuldigheid is dus geboden om de samenleving te betrekken bij voorgenomen huisvestingsprojecten. Inwonerparticipatie is daarom een vast onderdeel binnen het proces van elk afzonderlijk huisvestingsproject (zie ook paragraaf 7).

 

5. Algemene beleidsuitgangspunten voor de huisvesting van arbeidsmigranten

 

 

Beoordelen huisvestingsinitiatieven: vereisten ‘meetlat’ en omgevingsdialoog

Om nieuwe huisvestingsaanvragen te kunnen beoordelen, is een ‘meetlat’ ontwikkeld waaraan alle initiatieven moeten voldoen. Deze bestaat uit:

  • 1.

    Paragraaf 5: Algemene beleidsuitgangspunten voor de huisvesting van arbeidsmigranten;

  • 2.

    Paragraaf 6: Locatiespecifieke beleidsuitgangspunten voor de huisvesting van arbeidsmigranten.

Naast het voldoen aan de criteria van de meetlat, moet ook een adequate omgevingsdialoog zijn gevoerd. De voorwaarden staan in paragraaf 7 genoemd. Genoemde drie kaders moeten ervoor zorgen dat alleen díe huisvestingsvormen tot stand komen, die de gemeente Oisterwijk kwantitatief en kwalitatief verantwoord vindt.

 

In deze paragraaf worden de algemene beleidsuitgangspunten beschreven voor de huisvesting van short- en midstay arbeidsmigranten. Zij hebben hun hoofdverblijf in het land van herkomst. Zij wonen hier dus niet maar verblijven in logiesvoorzieningen. Het gaat hier dus niet om longstay-arbeidsmigranten. Zijn kunnen zich net als andere huishoudens vestigen in gewone Oisterwijkse woonwijken.

 

Alle locaties waar arbeidsmigranten worden gehuisvest dienen - onafhankelijk van de omvang en tijdsduur - aan een aantal algemene beleidsuitgangspunten te voldoen, te weten:

1. Een aanvaardbare kwaliteit van het woon- en leefklimaat (zoals geluid, geur, veiligheid etc.) voor de arbeidsmigranten zelf is gewaarborgd. Hiervoor worden onder meer de milieu-hygiënische situatie, de leefbaarheid van de directe woonomgeving en de stedenbouwkundige kwaliteit beoordeeld;

2. Het eventueel betrokken uitzendbureau, dient aangesloten te zijn bij de ABU, NBBU of gelijkwaardige organisatie. Aansluiting bij een dergelijke organisatie staat borg voor kwaliteitseisen op het gebied van arbeidsvoorwaarden, afdracht van sociale premies, veiligheid op de werkvloer en gedragsregels;

3. Een werkgever mag niet verplichten dat zijn werknemers gebruik maken van de eventuele huisvesting die de werkgever (op zijn terrein) beschikbaar heeft;

4. Het arbeids- en huurcontract dienen van elkaar gescheiden te zijn;

5. Bij beëindiging van de arbeidsrelatie mag de werknemer zo nodig nog minimaal 4 weken op zijn (tijdelijke) woonadres verblijven tegen de gelijke huur of kosten als tijdens de arbeidsrelatie. Indien het verblijf aldaar onwenselijk is, dient voor genoemde periode een passend alternatieve woonlocatie te worden aangeboden. De werknemer krijgt zo voldoende gelegenheid om een vervangende woonruimte te vinden;

6. De huisvesting van gezinnen met kinderen en/of minderjarige personen in onzelfstandige huisvesting is niet toegestaan. Dergelijke huisvesting is naar aard en inrichting niet geschikt voor gezinnen met kinderen. Uiteraard is dat -net als ieder ander huishouden- wel mogelijk in zelfstandige mid- of longstay huisvesting;

7. Per kamer verblijven maximaal twee arbeidsmigranten en bij voorkeur een arbeidsmigrant per kamer (uiteraard uitgezonderd stelletjes);

8. De exploitant van de huisvestingslocatie beschikt na startdatum van de exploitatie over het SNF-of AKF- keurmerk;

9. Professioneel beheer en toezicht moeten gegarandeerd zijn in de vorm van een getekende schriftelijke verklaring/beheerplan. In deze verklaring/beheerplan garandeert de huisvestende partij onder andere:

a) Het verplicht aanwijzen van een beheerder van de huisvestingslocatie. De contact- en verblijfsgegevens van de beheerder dienen bij de gemeente Oisterwijk, de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant en de hulpdiensten bekend te zijn. Bij huisvestingslocaties van 100 plaatsen of meer is 24/7 een beheerder op locatie aanwezig;

b) 24 uur per dag 7 dagen in de week bereikbaarheid voor klachten en een registratie van klachten en meldingen in een daarvoor bedoeld logboek dat door de gemeente kan worden gecontroleerd;

c) De eigenaar/exploitant zorgt voor een vast aanspreekpunt voor omwonenden en buurtorganisatie/wijkraad met een telefoonnummer dat 24/7 bereikbaar is bij calamiteiten;

d) Fysieke aanwezigheid binnen 1 uur bij calamiteiten;

e) Dagelijks toezicht: de eigenaar zorgt voor periodieke kwaliteitscontrole van de huisvesting. Dit betreft niet alleen de binnenkant van de woning, maar ook de buitenkant (tuin, parkeerplaats, afval);

f) Een huisreglement waaruit blijkt hoe wordt omgegaan met overlast en verstoring van de openbare ordeveiligheid (maatregelen, aanpak, sancties). Ook de onderwerpen drugsgebruik, alcoholgebruik, parkeren van voertuigen, geluidsoverlast en zwerfafval dienen minimaal in het reglement te worden opgenomen;

g) Toe te zien op inschrijving van de arbeidsmigrant in de BRP indien deze 4 maanden of langer in de gemeente verblijft/verblijven zal. En via een machtiging voor een uitzendbureau of werkgever toe te zien op uitschrijving van de arbeidsmigrant na vertrek uit de gemeente;

h) Het verplicht registreren van de arbeidsmigranten die op een huisvestingslocatie verblijven in het nachtregister. De verplichting ligt bij de exploitant. Onder deze verplichting geldt ook het actueel houden van het nachtregister;

10. Zorgvuldige stedenbouwkundige, landschappelijke en verkeerskundige inpassing is een vereiste. Daarom gelden de volgende richtlijnen:

a) Er is sprake van een goede ruimtelijke inpassing;

b) Bij voorkeur langs de bestaande ontsluitingswegen;

c) Er dient te worden voldaan aan de voor deze woontypologie geldende parkeernormen.

Voor de verschijningsvorm gelden specifieke richtlijnen:

d) Bebouwing heeft een eenvoudige hoofdvorm passend bij en in maat en schaal afgestemd op de structuur waar de locatie een onderdeel van is;

e) De uiterlijke verschijningsvorm van de nieuwbouw heeft een zekere kwaliteit; bebouwing met een unitachtige of een woonwagenachtige uitstraling is niet toegestaan;

f) De entree naar een woongebouw heeft een representatieve vormgeving passend bij de woonomgeving;

g) Dichte gevels (bijvoorbeeld een blinde muur) grenzend aan de openbare ruimte zijn niet toegestaan;

h) Erfafscheidingen hebben een hoogte van maximaal 2,0 meter op het achtererf en maximaal 1 meter op het voorerf en een kwaliteit passend bij een woonomgeving;

i) Kleuren zijn terughoudend en afgestemd op de omliggende bebouwing;

In de bijlage staan met referenties verduidelijking van de criteria.

11. De omvang van de locatie en het exact aantal huisvestingsplaatsen is maatwerk en wordt ook gerelateerd aan de draagkracht van het gebied in het kader van de sociale cohesie. Daarin moet een balans worden gevonden. In principe wordt geen medewerking verleend in gevallen dat de aard en omvang van de voorziening het sociaal-maatschappelijk absorptievermogen van nabijgelegen woonlocaties of woonkern onevenredig aantast;

12. Parkeren vindt plaats op eigen terrein. Woon-werkverkeer per fiets heeft uitdrukkelijk de voorkeur en het gebruik van fietsen in de voorziening wordt gefaciliteerd;

13. Inpandige en/of uitpandige recreatiemogelijkheden vormen onderdeel van de locatieontwikkeling;

14. Voor de arbeidsmigranten van een locatie wordt door de huisvester een sociale kaart gemaakt van de voorzieningen in de nabijheid van de locatie (winkels, huisarts, apotheek, openbaar vervoer, sport, restaurants); Deze informatie wordt in de taal van de arbeidsmigrant beschikbaar gesteld en in ieder geval ook in het Nederlands en Engels;

15. Alle geldende plaatselijke ruimtelijke procedures, beleidskaders en verordeningen, met wettelijke bepalingen ten aanzien van woon- en leefklimaat, ontheffingsmogelijkheden, bezwaar- en beroepstermijnen blijven onverminderd van kracht;

16. Er moet een goede omgevingsdialoog zijn gevoerd. Criteria daarvoor staan opgenomen in paragraaf 7;

17. Het college van burgemeester en wethouders kan gemotiveerd van dit toetsingskader afwijken voor initiatieven die niet volledig voldoen aan de toetsingscriteria of waarin de criteria niet voorzien indien de aard, omvang of kwaliteit van een initiatief daartoe aanleiding geven. Daarbij informeert het college de raad;

18. In gevallen waarbij de omgevingsdialoog er aanleiding toe geeft, vindt besluitvorming plaats door het college van burgemeester en wethouders.

 

Voor nieuwe bedrijven die zich in Oisterwijk willen vestigen -en die tevens veel arbeidsmigranten inzetten- is het wenselijk dat zij daarvoor ook de bijbehorende voldoende en goede huisvesting realiseren. Afspraken hierover zijn vastgelegd in het kader ‘Bedrijventerreinafspraken Regio Hart van Brabant 2020-2024

 

De inzet van de gemeente Oisterwijk is te komen tot een huisvestingsaanbod dat overeenkomt met de behoefte van Oisterwijkse ondernemers. Daar waar het geen lokale ondernemers betreft, moet het in ieder geval gaan om ondernemers uit de regio Hart van Brabant inclusief buurgemeenten. Als de gemeente nieuwe initiatieven voor huisvestingslocaties in behandeling neemt, hanteert de gemeente deze uitgangspunten als onderdeel van de belangenafweging om wel of niet mee te werken aan een initiatief.

 

6. Locatiespecifieke beleidsuitgangspunten voor de huisvesting van arbeidsmigranten

 

De gemeente Oisterwijk werkt alleen mee aan huisvestingsinitiatieven voor short- en midstay-arbeidsmigranten binnen een van zes volgende huisvestingscategorieën te weten:

1. op agrarische bedrijven

2. op of aan rand bedrijventerreinen

3. aan de rand van woonkernen

4. in woonkernen

5. in leegstaande objecten in het buitengebied

6. op te transformeren recreatieparken

 

In alle andere gevallen verleent de gemeente geen medewerking. Per oplossingsrichting gelden locatiespecifieke voorwaarden. Deze worden hieronder nader uitgewerkt.

 

6.1 Huisvesting op agrarische bedrijven (doelgroep: shortstay arbeidsmigranten)

De gemeente Oisterwijk -en met name de kern Haaren- telt een aanzienlijk aantal agrarisch ondernemers. Een groot deel van hen maakt permanent en/of tijdelijk gebruik van de inzet van arbeidsmigranten. Veel ondernemers willen graag meer mogelijkheden om kwalitatief goede huisvesting op het eigen erf te organiseren. Daarnaast is er wens om het bestaande agrarisch huisvestingsaanbod efficiënter te benutten door de beschikbare ‘lege bedden’ tijdens het laagseizoen van de ene ondernemer te kunnen matchen met de behoefte van andere ondernemer in het hoogseizoen. Meer huisvesting op het agrarisch erf verlicht daarnaast de druk op woonwijken.

 

Los van de algemene voorwaarden (zie paragraaf 5) gelden voor deze oplossingsrichting enkele locatiespecifieke voorwaarden:

1. De te huisvesten doelgroep bestaat uit (circulaire) shortstay-arbeidsmigranten. Dat wil zeggen: arbeidsmigranten mogen maximaal 1 jaar aaneengesloten gebruik maken van deze huisvesting. Anders verandert ‘verblijven’ in ‘wonen’ en dat is niet in overeenstemming met het bestemmingsplan. Na een onderbreking mogen zij desgewenst hiervan opnieuw gebruik maken;

2. In de huisvestingsvoorzieningen worden primair werknemers gehuisvest die bij het bedrijf werkzaam zijn. Het kan hierbij ook gaan om de huisvesting van werknemers die op een andere vestigingslocatie van het bedrijf werkzaam zijn. Deze andere locatie dient wel in gemeente Oisterwijk te liggen;

3. De huisvestingsvoorzieningen worden zoveel mogelijk gerealiseerd binnen of aansluitend aan het (agrarisch) bouwvlak waaronder eventuele vrijgekomen agrarische bebouwing (VAB)

4. De initiatiefnemer dient zijn arbeidsbehoefte te onderbouwen. Het maximum aantal te huisvesten arbeidsmigranten is gelijk aan het maximum aantal werknemers tijdens de seizoenspiek. Een agrarisch bedrijf met meerdere percelen naast elkaar mag daarbij geen cumulatie toepassen. Genoemd maximum geldt tevens voor een mogelijke combinatie van tijdelijke en permanente huisvestingsvoorzieningen;

5. Tijdens het laagseizoen mag een agrarisch ondernemer zijn beschikbare ‘lege bedden’ tijdelijk aanbieden aan collega agrarisch ondernemers uit de gemeente Oisterwijk. De verblijfsbieder verwerkt dit in het nachtregister;

6. De huisvesting dient te allen tijde ondergeschikt te blijven aan de agrarische bedrijfsvoering.

7. Tijdelijke woonvoorzieningen (als toercaravans en portocabins) moeten aan de normen van het AKF voldoen. Hierin staat ook de termijn opgenomen waarin deze voorzieningen mogen worden gebruikt.

 

6.2 Huisvesting op of aan rand bedrijventerreinen (doelgroep: shortstay arbeidsmigranten)

(Randen van) bedrijventerreinen kunnen onder voorwaarden goede locaties zijn voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Door de grotere afstand tot woonwijken is het verkrijgen van draagvlak doorgaans minder lastig, is geconcentreerde huisvesting mogelijk, worden woon-werkafstanden beperkt en worden bedrijventerreinen levendiger. Meer huisvesting op of aan de rand van bedrijventerreinen verlicht daarnaast de druk op woonwijken.

 

Los van de algemene voorwaarden (zie paragraaf 5) gelden voor deze oplossingsrichting enkele locatiespecifieke voorwaarden:

1. De te huisvesten doelgroep bestaat uit shortstay-arbeidsmigranten. Dat wil zeggen: arbeidsmigranten mogen maximaal 1 jaar aaneengesloten gebruik maken van deze huisvesting;

2. Huisvesting vindt alleen plaats op locaties met geen of een aanvaardbare milieubelasting;

3. De huisvesting mag omliggende bedrijven niet hinderen in (toekomstige) bedrijfsvoering;

4. Op een locatie mogen maximaal 150 personen worden gehuisvest. Er is immers ook enige schaal nodig om goed beheer en voorzieningen te kunnen realiseren;

5. Op de locatie zijn voorzieningen voor ontspanning aanwezig en is voldoende buitenruimte vrij beschikbaar en toegankelijk.

 

6.3 Huisvesting aan rand van woonkernen (doelgroep: short- en midstay arbeidsmigranten)

Randen van woonkernen kunnen onder voorwaarden geschikte locaties zijn voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Ook zijn vormen van geconcentreerde huisvesting mogelijk. Door de betrekkelijk korte afstand tot de woonkern, kunnen arbeidsmigranten sneller meedoen aan de samenleving en gebruik maken van de aldaar aanwezige voorzieningen.

De huisvesting voor shortstay- arbeidsmigranten vindt plaats in onzelfstandige woonruimte op basis van logies. De huisvesting van midstay-arbeidsmigranten vindt plaats in zelfstandige woonruimte zoals studio’s en appartementen. Deze midstay-huisvesting biedt ook een antwoord op de woonbehoefte van andere groepen spoedzoekers zoals starters, studenten, gescheiden mensen en vergunninghouders.

 

Los van de algemene voorwaarden (zie paragraaf 5) gelden voor deze oplossingsrichting enkele locatiespecifieke voorwaarden:

1. Bij de huisvesting van shortstay-arbeidsmigranten mogen op een locatie maximaal 50 personen worden gehuisvest

2. Bij de huisvesting midstay- arbeidsmigranten heeft het de sterke voorkeur om een substantieel deel van het huisvestingsaanbod te bestemmen voor andere groepen Oisterwijkse spoedzoekers. Als de woonvoorziening een ‘redelijk‘ gemengd karakter krijgt, geldt de bovengenoemde volumegrens niet.

 

 

6.4 Huisvesting in woonkernen (doelgroep: mid- en longstay arbeidsmigranten)

Arbeidsmigranten, die met elkaar een huishouden vormen, kunnen in de Oisterwijkse kernen wonen. Dat zijn:

• Longstay arbeidsmigranten: zij zoeken hun toekomst in Nederland en kunnen op eenzelfde manier als andere woningzoekenden een woning huren of kopen;

• Midstay arbeidsmigranten: zij hebben behoefte aan snel beschikbare, soms tijdelijke, maar wel zelfstandige huisvesting. Hierbij valt te denken aan studio’s en appartementen. De woonbehoefte van midstay-arbeidsmigranten is grotendeels vergelijkbaar met die van spoedzoekers. Het heeft het de sterke voorkeur dat bij het creëren van meer midstay-aanbod voor arbeidsmigranten -mede omwille van het draagvlak- een substantieel hiervan bestemd wordt voor Oisterwijkse spoedzoekers.

 

De huisvesting voor shortstay arbeidsmigranten in Oisterwijkse woonkernen is niet toegestaan. Shortstay huisvesting wordt doorgaans kamergewijs aangeboden. En kamergewijze verhuur is in woonkernen in Oisterwijk voor geen enkele doelgroep toegestaan.

 

6.5. Huisvesting in leegstaande objecten in het buitengebied (doelgroep: short- en midstay arbeidsmigranten)

In het buitengebied van de gemeente Oisterwijk kunnen objecten staan zoals kloosters, (voormalige/agrarische) bedrijfsgebouwen en woonhuizen die onder voorwaarden geschikt kunnen zijn voor de huisvesting van arbeidsmigranten. De mogelijkheden ervan worden hoofzakelijk bepaald door de ligging, het bestemmingsplan en de vormgeving van het vastgoed.

 

Los van de algemene voorwaarden (zie paragraaf 5) gelden voor deze oplossingsrichting enkele locatiespecifieke voorwaarden:

• De te huisvesten doelgroep bestaat uit shortstay of midstay- arbeidsmigranten;

• De huisvesting is niet gelegen in een (beschermd) natuur- of recreatiegebied;

• De huisvesting is tijdelijk met een maximale duur van 2 jaar. Verlenging is niet mogelijk en is adresgebonden;

• Huisvesting van shortstay arbeidsmigranten is alleen mogelijk als de onder 6.1. t/m 6.3 genoemde oplossingsrichtingen niet beschikbaar zijn.

 

6.6 Huisvesting op te transformeren recreatieparken (doelgroep: short- en midstay arbeidsmigranten)

Huisvesting op te transformeren recreatieparken is alleen in uitzonderlijke situaties mogelijk.

Het is ‘nee’ tenzij naast de algemene voorwaarden (zie paragraaf 5) aan de volgende locatiespecifieke voorwaarden wordt voldaan:

1. Het desbetreffende park is onder de huidige condities niet toekomstbestendig;

2. Er zijn afspraken met de gemeente en provincie gemaakt over de duur van tijdelijke exploitatie en de wijze waarop het park aan het eind van deze periode verkeert of wordt opgeleverd;

3. Het park -of deel ervan- mag geen hinder opleveren voor het recreatieve karakter van de omgeving;

4. Na afloop van de overeengekomen periode krijgt het park of weer een recreatieve bestemming of het wordt teruggeven aan natuur;

5. Over de opzet en inrichting van de tijdelijke huisvestingsvoorzieningen worden maatwerkafspraken gemaakt.

 

7. Communicatie voor initiatieven huisvesting arbeidsmigranten

 

Nieuwe huisvestingsinitiatieven betekenen een verandering in de leefomgeving van mensen. Dat kan weerstand of onbegrip oproepen. Daarom is zorgvuldige communicatie hierbij een uitermate belangrijke voorwaarde. Raad en college van de gemeente Oisterwijk hechten veel belang aan goede communicatie met de omgeving bij nieuwe initiatieven voor huisvesting van arbeidsmigranten. Emoties spelen hierbij onmiskenbaar een rol. Communicatie biedt geen garantie op 100% draagvlak, maar kan wel bijdragen aan meer wederzijds begrip. Door met elkaar de dialoog aan te gaan, kan er gezamenlijk naar gedragen oplossingen worden gezocht.

 

Verantwoordelijkheid van gemeente en initiatiefnemer

De gemeente stelt randvoorwaarden waaraan huisvesting voor arbeidsmigranten in de gemeente Oisterwijk moet voldoen. Deze staan beschreven in paragraaf 5 en 6. De initiatiefnemer is in de lead en primair verantwoordelijk voor de te voeren omgevingsdialoog. Dat geldt zowel voor de initiatieffase (de ontwikkelaar heeft een schetsidee), de planfase (de gemeente heeft het ingediende plan in behandeling), de uitvoeringsfase (de vergunning is verkregen) als de exploitatiefase (na realisatie).

 

Voorwaarden omgevingsdialoog bij huisvestingsinitiatieven

Het voeren van een omgevingsdialoog is een voorwaarde voor de totstandkoming van huisvestingsinitiatieven. De vormvereisten staan opgenomen in de Raadsinformatiebrief van 18 februari 2020 en beschreven op de website van de gemeente Oisterwijk. Aangezien de voorgenomen huisvesting van arbeidsmigranten veel onrust en emoties kan oproepen, zijn de vormvereisten van de omgevingsdialoog bij dit type projecten op enkele punten gewijzigd. Er gelden aanvullende voorwaarden voor de te doorlopen omgevingsdialoog bij huisvestingsinitiatieven tot maximaal 8 plaatsen en meer dan 8 plaatsen. Deze aanvullende voorwaarden staan hieronder beschreven.

 

Aanvullende voorwaarden omgevingsdialoog bij huisvestingsinitiatieven tot maximaal 8 plaatsen

Indien de initiatiefnemer aan de in paragraaf 5 en 6 genoemde uitgangspunten voldoet -en het huisvestingsinitiatief uit maximaal 8 plaatsen bestaat- moet een verslag worden toegevoegd mèt een geparafeerde lijst van aanwezigheid als bijlage bij de aanvraag.

 

Aanvullende voorwaarden omgevingsdialoog bij huisvestingsinitiatieven voor meer dan 8 plaatsen

• Indien de initiatiefnemer aan de in paragraaf 5 en 6 genoemde uitgangspunten voldoet -en het huisvestingsinitiatief uit meer dan 8 plaatsen bestaat- ondersteunt de gemeente de initiatiefnemer door aanwezigheid tijdens gesprekken tijdens de initiatieffase en planfase;

• In afstemming met de gemeente en overige betrokken partijen, stelt de initiatiefnemer in de initiatieffase een plan op voor de wijze en de momenten waarop voor de fase van ingebruikstelling overleg wordt gevoerd. In het plan zijn in ieder geval opgenomen:

o eventuele maatwerkoplossingen ten aanzien van de locatie die in overleg met de omgeving tot stand zijn gekomen en de afspraken die tussen partijen zijn gemaakt om deze te bewaken;

o de frequentie van afstemmingsmomenten met vertegenwoordigers van de gemeente, omgeving en andere relevante partijen. Bovenstaande communicatie betreft de initiatieffase van een nieuwe huisvestingslocatie. Vanaf de publicatie van een omgevingsvergunning, waar de gemeente verantwoordelijk voor is, gelden uiteraard ook de wettelijke inspraakprocedures;

• De initiatiefnemer overlegt tevoren met de gemeente op welke momenten en op welke wijze zij met de omgeving overleg voert. Ondersteuning daarbij kan – behalve door de gemeente – ook geboden worden door bedrijven die arbeidsmigranten inhuren en belangenorganisaties;

• Voor omwonenden moet er gedurende de planvorming één aanspreekpunt bij de initiatiefnemer(s) zijn;

• Van alle communicatiemomenten moet goede verslaglegging worden gedaan. ‘Goed’ wil zeggen: betrokken partijen stemmen gezamenlijk in met de verslaglegging door een onafhankelijk notulist.

 

8. Toezicht en handhaving: organisatie en inzet instrumentarium

 

De gemeente Oisterwijk controleert huisvestingslocaties voor arbeidsmigranten periodiek. Om de handhavingscapaciteit efficiënt(er) in te zetten zal de samenwerking met het SNF en AKF worden geïntensiveerd. Door de 100% controles van SNF en AKF op gecertificeerde ondernemingen, kennen deze huisvestingslocaties immers een lager risicoprofiel waardoor de aandacht op andere huisvestingslocaties kan worden gericht. In de huidige werkwijze handhaven we op basis van excessen, klachten of een (burger)melding van overlast. De toezichthouders van het team toezicht en handhaving onderzoeken feiten en omstandigheden waaronder de huisvesting van arbeidsmigranten plaatsvindt. De uiterste consequentie bij een overtreding is ontruiming op basis van bestuursdwang of het opleggen van een last onder dwangsom. Maar omdat wij momenteel geen goed organiseerde, legale huisvestingsmogelijkheid voor arbeidsmigranten hebben, heeft een actieve handhavingsstrategie vooralsnog niet de hoogste prioriteit. Nadat een aantal vormen zijn gerealiseerd, gaat de gemeente handhavend optreden op alle niet legale situaties.

 

9. Registratie

 

De wijze waarop arbeidsmigranten worden geregistreerd, hangt samen met hun verblijfsduur. Arbeidsmigranten worden òf bijgehouden in het nachtregister of ingeschreven in de gemeentelijke BRP.

 

In principe is iemand die voor een periode van 4 maanden of langer in Nederland verblijft een ingezetene. Elke ingezetene is verplicht zich in te schrijven in de basisregistratie van zijn of haar woonplaats. Naast ingezetenen zijn er niet-ingezetenen. Dit zijn personen die niet of korter dan 4 maanden in Nederland verblijf zullen houden en/of een relatie hebben met Nederlandse overheidsinstellingen, zoals EU-arbeidsmigranten. Zij kunnen zich als niet-ingezetene bij een van de 19 RNI-loketten inschrijven (Registratie Niet-Ingezetenen). Daarbij worden alle gegevens op uniforme wijze geregistreerd, waaronder het woonadres in het land van herkomst (en dus niet het Nederlandse verblijfsadres).

 

Bijhouden nachtregister

Om inzichtelijk te krijgen hoeveel personen binnen een huisvesting verblijven, moet de beheerder

het (digitaal) nachtregister bijhouden en zich voorafgaand aan de start van de huisvesting bij de gemeente aanmelden voor het verkrijgen van een vergunning voor de huisvesting.

In het nachtregister dienen in ieder geval de volgende gegevens te worden opgenomen:

- personalia (voorletters, achternaam, woonplaats, geboortedatum)

- dag van aankomst (datum aanvang huisvesting)

- dag van vertrek (datum beëindiging huisvesting)

Het nachtregister dient meerdere doelen. Het doel van deze beleidsregels is om inzichtelijk te krijgen

hoeveel personen gebruik maken van de betreffende huisvesting en wie aanwezig is. Daarnaast is het van belang in geval van calamiteiten te weten hoeveel personen waar verblijven.

 

Over de in het nachtregister opgenomen arbeidsmigranten heft de gemeente Oisterwijk niet-ingezetenenbelasting (c.q. toeristenbelasting) indien de arbeidsmigranten niet staan ingeschreven in de gemeentelijke BRP. Hiermee wordt bereikt dat zij een financiële bijdrage leveren aan de gemeentelijke voorzieningen. De verblijfsadministratie dient tenminste te voldoen aan het door de gemeente beschikbaar gestelde verblijfsregister, dat desgewenst kosteloos digitaal beschikbaar wordt gesteld.

 

Inschrijving BRP

Met de uitzendbureaus maken we vaste afspraken over de werkwijze van inschrijving en uitschrijving. Inschrijving van arbeidsmigranten die langer dan vier maanden in Nederland verblijven, is om verschillende redenen van belang en bewerkstelligt de legale aanwezigheid van de arbeidsmigrant. Door de inschrijving wordt een BSN-nummer verkregen en daarmee kan de arbeidsmigrant een bankpas aanvragen. Daarmee wordt giraal betalingsverkeer mogelijk wat bijdraagt aan correcte en legale betalingen aan bijvoorbeeld huisvesters. Ingeschreven arbeidsmigranten dragen op de peildatum ‘aantal inwoners in Oisterwijk’ bij aan het totaal aantal inwoners in Oisterwijk. Hierop worden gemeentefondsuitkeringen gebaseerd.

 

Voorstel voor de procedure:

1. De gemeente is op regelmatig terugkerende tijdstippen -bij voorkeur op afspraak -beschikbaar voor de in- en uitschrijvingen van tijdelijke arbeidsmigranten;

2. De uitzendbureaus/werkgevers doen al het voorwerk. Zij dragen zorg voor de aanwezigheid van de benodigde ingevulde papieren waarmee de arbeidsmigrant zich inschrijft en zodoende een minimum aan tijd vraagt;

3. De uitzendbureaus/werkgevers dragen zorg voor ondertekening van uitschrijving door de arbeidsmigrant en leveren deze uitschrijvingen in bij de gemeente.

Het concretiseren van de werkwijze voor in- en uitschrijven van arbeidsmigranten in het BRP vindt plaats vanaf september 2021.

 

10. Taal en participatie

 

Het belang van integratie van arbeidsmigranten in de samenleving is mede afhankelijk van de duur dat zij hier zijn gevestigd. Naar mate arbeidsmigranten hier langer zijn of vaker komen, wordt integratie (zoals kennis van het Nederlands) belangrijker. Aan arbeidsmigranten uit andere Europese landen kunnen echter geen inburgeringseisen worden gesteld. Zij zijn dan ook in eerste instantie zelf verantwoordelijk om de taal te leren en om deel te nemen aan het maatschappelijk leven. Maar er ligt ook een verantwoordelijkheid voor de werkgever en uitzendorganisaties. Op het moment dat een arbeidsmigrant afhankelijk is van een bijstandsuitkering, dan wordt bekeken of -gelet op de kans op werk- het volgen van cursussen (taal- of anderszins) noodzakelijk is.

 

De rol van de gemeente ligt onder andere in het zorgen voor informatievoorziening voor de arbeidsmigrant. Dat zal op de volgende wijze gebeuren:

• Bij inschrijving in het BRP ontvangt de arbeidsmigrant informatie die hen wegwijs maakt in de gemeente;

• De gemeente maakt inzichtelijk waar een arbeidsmigrant terecht kan bij eventuele misstanden;

• De gemeente onderhoudt periodieke contacten met een netwerk van partijen die in de praktijk met vraagstukken over zorg-, leef- en woonsituaties van arbeidsmigranten te maken krijgen, waaronder een vertegenwoordiging van huisartsen, welzijnsorganisaties.

 

11. Evaluatie beleid

 

De inzichten en wet- en regelgeving rondom tijdelijk huisvesten van arbeidsmigranten blijft net zoals

de vraag naar huisvesting continu in beweging. Dit beleidskader -en de daarbij behorende

uitgangspunten- is dan ook een dynamisch document. We stellen het beleidskader bij, wanneer na verloop van tijd blijkt dat het noodzakelijk of wenselijk is. De eerste keer dat we het beleid evalueren is na 3 jaar. We stellen het beleid bij wanneer uit de evaluatie blijkt dat dit noodzakelijk en/of wenselijk is. Het evalueren van de beleidsnotitie en uitgangspunten doen we om een het beleid optimaal en werkbaar te houden. Uiteraard moet hiervoor wel aanleiding zijn. We moeten de gewijzigde documenten bij iedere wijziging in het beleid vast laten stellen door de gemeenteraad van de gemeente Oisterwijk.

 

 

 

Bijlage: Referenties verbeelding huisvesting arbeidsmigranten