Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hulst

Beleidsplan integrale schuldhulpverlening 2021-2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHulst
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsplan integrale schuldhulpverlening 2021-2024
CiteertitelBeleidsplan integrale schuldhulpverlening 2021-2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Dit beleidsplan vervangt ‘Beleidsplan schuldhulpverlening Zeeuws-Vlaanderen 1 juli 2012 - 1 juli 2016’

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-11-2021Nieuwe regeling

11-11-2021

gmb-2021-412741

Nr. 210600

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsplan integrale schuldhulpverlening 2021-2024

De raad van de gemeente Hulst;

BESLUIT:

 

  • -

    Het ‘Beleidsplan schuldhulpverlening Zeeuws-Vlaanderen 1 juli 2012 - 1 juli 2016’ in te trekken.

  • -

    Het Beleidsplan integrale schuldhulpverlening 2021-2024 vast te stellen.

  • -

    Het college de opdracht te geven om een Uitvoeringsplan integrale schuldhulpverlening 2021-2024 uit te werken.

Het beleidskader

 

Inleiding

De cijfers liegen er niet om: de schuldenproblematiek van huishoudens in Nederland is omvangrijk. Betalingsachterstanden komen voor bij 32% van de Nederlandse huishoudens.1 Op 1 oktober 2020 waren er in Nederland ruim 614.000 huishoudens met geregistreerde problematische schulden. Dit is 7,6% van alle Nederlandse huishoudens. Begin 2020 bedroeg het landelijke percentage nog 7,9%. Ook het aantal huishoudens met schulden in de gemeente Hulst daalde van 5,2% begin 2020 naar 5% op 1 oktober 2020.2 Er is dus een lichte daling te zien in het aantal problematische schulden. Hoewel dit op zich een positieve uitkomst is, is het nog uiterst onzeker hoe de cijfers er voor 2021 en opvolgende jaren uit zullen zien. SchuldenLabNL en Deloitte publiceerden in juni 2020 een rapport over hun onderzoek naar de impact van het coronavirus op het maken van schulden. Ze becijferden dat er in 2021 tussen de 644.000 en ruim 1 miljoen huishoudens zouden zijn met problematische schulden. Het aantal huishoudens met beginnende schulden in 2021 werd ingeschat tussen de 1 en 1,5 miljoen.3 Het is dus zeker niet uitgesloten dat er nog een golf aan problematische schulden gaat komen. De grote groep van huishoudens met beginnende schulden verdient ook de nodige aandacht: hoe kan voorkomen worden dat deze schulden uitgroeien tot problematische schulden?

Waarom is het oplossen van schulden zo belangrijk?

Huishoudens met schulden kosten de maatschappij enorm veel geld. Het Nibud meldt in een rapport uit 2014 de totale maatschappelijke kosten van huishoudens met (risico op) schulden en kwam uit op een kostenplaatje van ruim € 103.000 in 10 jaar voor één huishouden. Van deze kosten komt 52% voor rekening van de gemeente, 2% voor rekening van crediteuren en de rest voor de maatschappij.4 Hoewel dit kostenplaatje enigszins gedateerd is, geeft het wel aan hoe belangrijk het vanuit het oogpunt van kostenbesparing is om schulden terug te dringen. In een kostenplaatje dat in 2020 werd gemaakt, worden de kosten van problematische schulden geschat op ruim 2 miljard euro: uitvoeringskosten en misgelopen BBP, en 3 tot 6 miljard euro aan onbetaalde schulden. Daar tegenover staan de baten: 285 tot 570 miljoen euro aan geinde schulden.5 De balans tussen kosten en baten is ver te zoeken.

 

Door financiële problemen komen huishoudens op tal van terreinen in de problemen: mensen hebben een grote kans op psychische en lichamelijke klachten, met alle ellende en kosten van dien. Bovendien kunnen geldzorgen leiden tot ruzie binnen families en relaties, huiselijk geweld, arbeidsverzuim en criminaliteit.6 Mensen komen als het ware in de ‘overleefmodus’ terecht waarin ze in hun denkvermogen worden beperkt. Hierdoor kunnen ook makkelijker onhandige beslissingen worden genomen, soms met meer financiële problemen tot gevolg. Het aanleren van nieuwe vaardigheden in een dergelijke situatie is lastig.7

 

Het oplossen van schulden in situaties waarin verschillende problematieken spelen, kan zeer ingewikkeld zijn. Vaak creëert de oplossing van het ene probleem weer een ander probleem. Belangrijk is dat in dergelijke gevallen alle problemen inzichtelijk worden gemaakt en er oplossingen worden gevonden samen met de inwoner. Dat deze aanpak werkt en ook lonend is, laat een proef van zorgverzekeraar CZ zien die samen met de gemeente Den Haag en maatschappelijke onderneming Sociaal Hospitaal de multiproblematiek aanpakte bij 150 gezinnen in Den Haag. Niet alleen kwam er weer licht aan het eind van de tunnel voor deze gezinnen, het bespaarde ook nog eens veel geld. CZ bespaarde zo’n 1,5 miljoen euro bij hulp aan de eerste 50 gezinnen. Gemiddeld kost een gezin waarin multiproblematiek speelt al snel 100.000 euro per jaar.8

Eigen schuld, dikke bult?

Het is te simpel geredeneerd dat schulden puur ontstaan door eigen gedrag. Mensen kunnen om verschillende redenen in de schulden terecht komen. Grofweg zijn er 3 oorzaken te benoemen: de levensfase verandert (overlijden partner, een kind krijgen, echtscheiding), budgettaire redenen (pensioen, ontslag, stoppen met werken) en psychosociale problemen (beperkte weerbaarheid, verslaving, compensatiegedrag).9 Bij het ondersteunen van mensen met schulden is het essentieel om te achterhalen waardoor de schulden zijn ontstaan en om hier een oplossing voor te zoeken. Dit staat centraal in een gedragsbewuste aanpak van de schuldenproblematiek. Er komt steeds meer oog voor de rol van het gedrag van de betrokkene bij het oplossen van schulden. Stress speelt een grote rol in het leven van mensen met schulden en kan hun doenvermogen flink verminderen. Een stress-sensitieve methode van hulpverlening helpt om mensen aan te zetten tot financieel gezond gedrag en daarmee hun financiële zelfredzaamheid in de toekomst vergroten.

 

Het kabinet wil werk maken van het terugdringen van het aantal schulden onder Nederlanders. Daarom is de overheid in 2018 begonnen met de Brede Schuldenaanpak. Om schulden aan te kunnen pakken, dienen binnen diverse aanpalende terreinen ook wijzigingen doorgevoerd te worden. De Brede Schuldenaanpak heeft daarom ook het karakter van een integrale aanpak van schulden. Bijlage 2 geeft een globaal overzicht van de speerpunten van de Brede Schuldenaanpak. Daarin worden ook de wijzingen van aanverwante nieuwe wetstrajecten toegelicht:

  • -

    Wet vereenvoudiging beslagvrije voet

  • -

    Wet stroomlijning keten voor derdenbeslag

  • -

    Adviesrecht bij schuldenbewind

Leeswijzer

Het beleidsplan is opgebouwd uit een inleiding en 13 paragrafen. We beginnen met het landelijke beleidskader en de wijzigingen van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (hierna: WGS). Daarna zoomen we in op de plaatselijke situatie en beschrijven we de relatie met lokaal beleid, onze missie, visie, doelstellingen, beoogde effecten en toelatingsbeleid. Dan volgen er een aantal paragrafen over de werkwijze m.b.t. schuldhulpverlening: de route naar schuldhulpverlening, onze aanpak en onze manier van evalueren van het beleid. Tot slot schetsten we het financiële kader. Een overzicht van het nieuwe beleid is in bijlage 1 opgenomen.

 

§ 1 Landelijk beleidskader schuldhulpverlening

Om de effectiviteit en de kwaliteit van de schuldhulpverlening een impuls te geven is de WGS ontwikkeld. In 2012 is deze wet in werking getreden. De wet is kaderstellend en bepaalt dat schuldhulpverlening een wettelijke taak is van gemeenten. Gemeenten zorgen voor vaststelling en uitvoering van lokaal beleid. Zij zijn regisseur van het beleid en bepalen, in overleg met ketenpartners, wie welke rol heeft in de uitvoering en wie de regie op de hulp aan inwoners met schulden heeft.

 

In artikel 2, vierde lid van de WGS is vastgelegd dat gemeenten eens in de vier jaar een beleidsplan schuldhulpverlening door de gemeenteraad vast moeten laten stellen. Hierin dienen in ieder geval de volgende onderwerpen aan bod te komen:

  • a.

    welke resultaten de gemeente in de door het plan bestreken periode wenst te behalen;

  • b.

    welke maatregelen de gemeenteraad en het college nemen om de kwaliteit te borgen van de wijze waarop de integrale schuldhulpverlening wordt uitgevoerd;

  • c.

    hoe de samenwerking met schuldeisers, waaronder verhuurders van tot bewoning bestemde onroerende zaken, zorgverzekeraars, water- en energiebedrijven, wordt vormgegeven; (onderdeel van de wijziging WGS)

  • d.

    het maximaal aantal weken dat de gemeente nastreeft met betrekking tot het eerste gesprek na hulpvraag, en

  • e.

    hoe schuldhulpverlening aan gezinnen met inwonende minderjarige kinderen wordt vormgegeven.

§ 2 Impact van de wijziging van de WGS

Om verschillende redenen wordt de WGS herzien. De wijziging van de WGS voorziet in de uitwisseling van persoonsgegevens voor 2 onderdelen van schuldhulpverlening: 1) de gegevensuitwisseling ten behoeve van vroegsignalering van schulden en 2) de gegevensuitwisseling voor het besluit over toegang tot en het plan van aanpak voor schuldhulpverlening. Beide onderwerpen worden hieronder toegelicht.

Vroegsignalering

“Voorkomen is beter dan genezen.” Dat geldt zeker voor schulden. Als mensen vastlopen in schulden, levert dat alleen maar verliezers op. Schuldeisers lopen geld mis, het zorgt voor maatschappelijke kosten en mensen in problematische schulden raken vaak verstrikt in een cirkel van problemen met werk, gezondheid en sociaal welbevinden.10 In de huidige WGS moeten inwoners zelf hulp vragen bij een gemeente om hun schulden aan te pakken. Om verschillende redenen gebeurt dat te weinig, of veel te laat. Door mentale stress zijn mensen minder goed in staat om overzicht over hun situatie te houden en in actie te komen. Ook schaamte belemmert mensen om (op tijd) bij een gemeente aan de bel te trekken. Gemeenten willen echter wel inwoners met schulden in een vroeg stadium helpen zodat de schulden nog vrij eenvoudig op te lossen zijn. Diverse gemeenten gingen daarom zelf op zoek naar mensen met schulden. Ze maakten hiervoor onder meer gebruik van signalen van energie- en drinkwaterleveranciers. Vervolgens legden deze gemeenten contact met deze inwoners en boden hen hulp aan. Deze activiteiten vallen onder de noemer vroegsignalering. Daar is gegevensuitwisseling mee gemoeid en dit is alleen toegestaan als de verwerking van persoonsgegevens nodig is voor het uitvoeren van een wettelijke taak. De wijziging van de WGS voorziet erin dat vroegsignalering tot de wettelijke schuldhulptaak van alle gemeenten gaat behoren en schept een juridisch kader voor de uitwisseling van persoonsgegevens voor deze taak, waarbij de naleving van de AVG geborgd is.11 De wetswijziging van de WGS voorziet erin dat gemeenten bevoegd zijn om vroegsignalen te ontvangen van zorgverzekeraars, woningcorporaties en leveranciers van nutsvoorzieningen. Op ieder vroegsignaal moet actie worden ondernomen. De reden hiervoor is dat gemeenten geen gegevens mogen ontvangen die zij niet gebruiken voor hun wettelijke taak van schuldhulpverlening of die niet noodzakelijk zijn voor uitvoering ervan. Daarnaast is het belangrijk voor schuldeisers dat gemeenten een uniforme aanpak hanteren v.w.b. vroegsignalen.12 Dit betekent dat de gemeente Hulst voldoende personele capaciteit moet regelen om na ontvangst van ieder vroegsignaal binnen vier weken ondersteuning aan inwoners te bieden en in bedreigende situaties 3 werkdagen.13 Dit houdt in dat binnen de genoemde termijnen in ieder geval een gesprek moet zijn geweest met de inwoner, als de inwoner ingaat op het hulpaanbod. Om vroegsignalen te mogen verwerken, moet de gemeente (landelijke) overeenkomsten afsluiten met signaalpartners. De NVVK, de brancheorganisatie voor organisaties die werkzaam zijn op het terrein van o.a. schuldhulpverlening, heeft hiervoor een standaard overeenkomst opgesteld.

Schuldhulpverlening

Een ander knelpunt waar gemeenten en inwoners tegenaan lopen, is dat inwoners zelf allerlei gegevens moeten aanleveren voor het schuldhulptraject. Hiervoor is het eerst nodig dat de administratie van de inwoner op orde is. Het ordenen van de administratie en aanleveren van gegevens ervaren inwoners meestal als extra druk. Uit onderzoek van de Nationale Ombudsman in 2018 is gebleken dat dit een reden is dat zo’n 30% van de mensen met schulden na het eerste gesprek met de gemeente afziet van een verder traject schuldhulpverlening. De wijziging van de WGS voorziet in een administratieve lastenverlichting voor de inwoner doordat gemeenten zelf gegevens over onder meer de inkomens- en schuldensituatie van de inwoner mag opvragen. Bureau

Keteninformatisering Werk & Inkomen (BKWI) ontsluit gegevens uit de verschillende basisregistraties. Er is een module beschikbaar voor schuldhulpverleners waarbij alleen inzage is in de benodigde gegevens t.b.v. de uitvoering van schuldhulpverlening. Alvorens over te gaan tot het opvragen van gegevens, moet er een gesprek geweest zijn tussen de betreffende inwoner en de gemeente waaruit blijkt dat de inwoner wil gaan werken aan zijn schulden. Dit gesprek dient binnen 4 weken na de ontvangst van de hulpvraag plaats te vinden (artikel 4, lid 1 WGS). Na het opvragen van de benodigde gegevens kan de gemeente vervolgens een beschikking opmaken waarin staat of de inwoner toegang heeft tot schuldhulpverlening. Indien de inwoner toegang tot schuldhulpverlening krijgt, bevat de beschikking ook een plan van aanpak waarin is beschreven welke hulp de inwoner krijgt. Met de wetswijziging worden inwoners ontlast van het indienen van gegevens en kan er sneller een schuldhulptraject opgestart worden.14 De gemeente heeft na het gesprek maximaal 8 weken tijd om een beschikking af te geven. De totale periode van melding van de inwoner tot aan het afgeven van de beschikking is 12 weken. Deze termijnen worden aangehouden als maximale termijnen in de gemeentelijke dienstverlening. Uiteraard is het streven om inwoners (ruim) binnen die termijnen duidelijkheid te geven over de toegang tot schuldhulpverlening.

Samenwerking met schuldeisers

Een nieuw element in de WGS is dat gemeenten als onderdeel van hun beleidsplan moeten opnemen welke afspraken ze maken met schuldeisers waaronder woningverhuurders, zorgverzekeraars, water- en energiebedrijven.15 Afspraken kunnen gaan over het incassobeleid dat bedrijven voeren, afspraken over de invulling van vroegsignalering en samenwerking bij schuldregelen. Op landelijk niveau is er een convenant opgesteld en ondertekend door de NVVK, energieleveranciers, drinkwaterbedrijven, zorgverzekeraars, verhuurders en gemeenten. Hierin staan uitgangspunten en afspraken over de rol van aangesloten partijen bij vroegsignalering. Daarnaast heeft het NVVK een Overeenkomst opgesteld, behorend bij dit landelijke convenant. Hoofdstuk 2 van deze Overeenkomst bevat afspraken over het preventieve beleid van de vaste lastenpartners.16 Met het ondertekenen van deze Overeenkomst met de vaste lasten partners geeft gemeente Hulst invulling aan de verplichting vanuit de WGS om dergelijke afspraken te maken met schuldeisers. Voor woningcorporaties worden de afspraken over vroegsignalering en schuldhulpverlening in een afzonderlijk convenant vastgelegd.

De gemeente Hulst is zelf ook schuldeiser. In navolging van bovenstaande dient de gemeente na te gaan in hoeverre er bij het proces van in- en terugvordering sprake is van maatschappelijk verantwoorde incasso.

 

§ 3 Relatie met lokaal beleid

In de gemeente Hulst staat ‘de kracht van samen’ centraal (Coalitieprogramma Hulst 2018-2022). Uitgangspunt is dat inwoners kunnen meedoen in de maatschappij. Daarvoor zijn onder andere sociale contacten, betaald werk of zinvolle dagbesteding, zingeving, gezondheid en fijne en veilige leefomgeving belangrijk. Soms komen inwoners door bepaalde omstandigheden aan de kant te staan. De gemeente kijkt dan samen met de inwoner welke ondersteuning nodig is. Dit kan ondersteuning zijn vanuit het eigen netwerk van de inwoner, vrijwilligers of professionele hulpverleners. Schulden zijn één van de oorzaken dat mensen belemmerd worden om te kunnen participeren. Gemeentelijke schuldhulpverlening is erop gericht om deze groep inwoners te ondersteunen bij het duurzaam oplossen van de schuldenproblematiek en het aanpakken van aanverwante problemen.

 

Het Dienstverleningsmodel van de gemeente Hulst dient als basis voor de inrichting van het sociaal domein. Speerpunten zijn onder meer:

  • -

    Integraal werken;

  • -

    Eigen kracht van de inwoner en de samenleving;

  • -

    Innovatie door het zoeken van nieuwe oplossingen;

  • -

    Preventie door vroegtijdig ingrijpen met behulp van de partners (in de wijk).

Het Dienstverleningsmodel van de gemeente Hulst legt de focus op het versterken van de eigen kracht van de inwoners en de (lokale) samenleving en daarbij het zo vroegtijdig mogelijk signaleren en oplossen van problemen. Deze insteek wordt in dit beleidsplan verankerd door het netwerk van de kwetsbare inwoner te mobiliseren in het toeleiden naar (bij voorkeur preventieve) ondersteuning of zelf ondersteuning te bieden. Het is essentieel dat laagdrempelige, algemene, preventieve voorzieningen in het voorveld goed benut worden. Zodoende wordt er minder beroep gedaan op professionele hulp achter de toegang. Dit is niet alleen gunstig vanuit het oogpunt van kostenbeheersing voor de gemeente, maar het is ook voor de inwoner belangrijk om in een zo vroeg mogelijk stadium geholpen te worden. Zo wordt persoonlijk leed voorkomen dat door schulden wordt veroorzaakt, evenals maatschappelijke kosten zoals huisuitzetting en extra zorgbehoefte.

 

Kwetsbaarheid kan zich op diverse manieren manifesteren: eenzaamheid, laaggeletterdheid, verslaving, zorgmijding en financiële problemen. Bij kwetsbare inwoners kunnen er meerdere van deze problemen spelen. Vaak leidt het ene probleem tot een ander probleem, bijvoorbeeld verslaving en financiële problemen. Het is belangrijk dat er bij het signaleren van kwetsbaarheid oog is voor de verscheidenheid van symptomen waarin kwetsbaarheid zich uit. Zodat de (professionele) ondersteuning voor inwoners waarbij zich dit voordoet ook integraal kan worden opgepakt. Bij de ondersteuning die inwoners krijgen, wordt allereerst gekeken wat de inwoner zelf kan en waar extra hulp bij nodig is.

Relatie met aanverwante beleidsterreinen

Schuldhulpverlening hangt nauw samen met veel andere beleidsterreinen binnen de gemeente: minimabeleid, re-integratiebeleid, inburgeringsbeleid, gezondheidsbeleid, beleid rondom laaggeletterdheid, onderwijsachterstand, gemeentelijke huisvesting, leefbaarheid, burgerparticipatie, ondersteuning aan mensen met verstandelijke beperking/verslaving, opvang, mantelzorg, vrijwilligerswerk, sport en cultuur. Het relateren van schuldhulpverlening aan bovenstaande beleidsterreinen heeft enerzijds als doel om de dienstverlening en begeleiding van inwoners op gebied van zorg en ondersteuning op elkaar af te stemmen. Om zo te voorkomen dat de oplossing van het ene probleem belemmerend werkt in de aanpak van een ander probleem. Hiervoor is goede regievoering van hulpvragen belangrijk. Anderzijds willen we dat er vanuit bovengenoemde beleidsterreinen zoveel mogelijk relaties worden gelegd met schuldhulpverlening. Zo wordt het mogelijk om schuldhulpverlening stevig te verankeren in het gemeentelijke beleid.

 

§ 4 Missie

De gemeente Hulst zet in op een aanpak van schulden die gezond financieel gedrag stimuleert en het maken van schulden voorkomt, de maatschappelijke participatie van inwoners met schulden bevordert en hun financiële zelfredzaamheid vergroot. Hierbij wordt uitgegaan van de verantwoordelijkheid en eigen kracht van de inwoner. Tot slot wil de gemeente Hulst de maatschappelijke kosten als gevolg van schuldenproblematiek terugdringen.

 

§ 5 Visie

De werkwijze van de gemeente Hulst omhelst een aanpak die preventief en laagdrempelig is, maatwerk biedt, integraal is, de eigen kracht van inwoners inzet en tot duurzame gedragsverandering leidt.

 

§ 6 Beleidsdoelen

De gemeente Hulst gaat de komende periode werken aan de volgende 3 beleidsdoelen:

  • 1.

    Betalingsachterstanden en schulden voorkomen door financieel gezond gedrag bij inwoners te stimuleren.

  • 2.

    Inwoners met betalingsachterstanden/schulden zo vroeg mogelijk in beeld krijgen zodat we direct passende ondersteuning kunnen bieden en voorkomen dat geldproblemen verergeren.

  • 3.

    Inwoners met schulden/betalingsproblemen op een effectieve manier ondersteunen naar een duurzaam schuldenvrije toekomst.

§ 7 Beoogde maatschappelijke effecten

  • 1.

    Meer betrokkenheid van de lokale samenleving op inwoners met geldzorgen / schulden

  • 2.

    Taboe op geldzorgen / schulden verminderen: hulp vragen wordt normaler

  • 3.

    Minder inwoners met schuldenproblematiek

  • 4.

    Minder maatschappelijke kosten (huisuitzetting, afsluiting nutsvoorzieningen)

  • 5.

    Minder gezinnen met (complexe) multiproblematiek

§ 8 Toelatingsbeleid en doelgroepen

Toegang tot schuldhulpverlening

Brede toegang tot schuldhulpverlening is het uitgangspunt van de WGS. In feite worden er geen doelgroepen uitgesloten van schuldhulpverlening. Gemeenten dienen ook schuldhulpverlening te bieden aan zelfstandig ondernemers. De gemeente Hulst biedt zelfstandig ondernemers diverse soorten ondersteuning: zie Bijlage 3 voor een beschrijving hiervan.

 

Er zijn wettelijk gezien twee gronden om een schuldhulpverlening aan een inwoner te kunnen weigeren: terugval in schuldhulpverlening en fraude (artikel 3 lid 2 en 3 WGS). De gemeente Hulst staat voor het principe dat iedereen toegang tot schuldhulpverlening zou moeten kunnen krijgen. Daarom kiest de gemeente ervoor om in beide situaties maatwerk toe te passen. Dit wordt door het college verder ingevuld in de beleidsregels schuldhulpverlening.

Doelgroepen

Er zijn inwoners die meer dan gemiddeld risico lopen op geldproblemen. Aanwijzingen hiervoor kunnen zijn: laaggeletterdheid, een praktische opleiding hebben genoten, wonen in een sociale huurwoning, werkloos zijn, (nog) geen Nederlandse nationaliteit hebben, en tot slot als er sprake is van een licht verstandelijke beperking, verslaving of GGZ-problematiek. Het Nibud merkt inwoners met genoemde problematieken aan als risicogroep.17

 

De doelgroep van schuldhulpverlening is: alle inwoners van gemeente Hulst van 18 jaar en ouder. Zonder af te doen aan deze brede doelgroep, benoemen we in onze dienstverlening de volgende doelgroepen:

  • -

    Sociale minima met kinderen

  • -

    Statushouders

  • -

    Jongeren met een praktische opleiding

De reden om te kiezen voor deze doelgroepen is dat hun (financiële) problemen lange tijd onzichtbaar kunnen zijn voor hulpverleners. Voor het oog redden ze het wel. Wanneer er problemen aan het licht komen, zijn deze vaak al heel groot en lastig op te lossen. We willen dergelijke situaties zoveel mogelijk voorkomen. Vroegtijdige hulp is voor deze doelgroepen ook belangrijk omdat er kinderen bij betrokken (kunnen) zijn. Zij verdienen onze aandacht en steun, ook om hun financiële kwetsbaarheid voor de toekomst te verkleinen.

Bij het benoemen van actiepunten behorend bij de 3 doelstellingen, beogen we een zo groot mogelijk deel van de doelgroep te bereiken.

 

§ 9 Route naar schuldhulpverlening

Inwoners van de gemeente Hulst kunnen zich met vragen over geldzorgen en schulden wenden tot de lokale welzijnsorganisatie. Middels een intake worden de financiële hulpvragen en eventuele problematieken op andere leefgebieden in kaart gebracht. Vervolgens wordt beoordeeld welke ondersteuning nodig is. De inwoner wordt vervolgens doorgeleid naar de juiste hulp. In bijlage 3 wordt het hulpaanbod verder toegelicht.

Inwoners worden ook proactief geattendeerd op ondersteuning. In het kader van vroegsignalering gaat de gemeente inwoners een hulpaanbod doen. De gemeente krijgt een melding wanneer een inwoner een betalingsachterstand heeft van vaste lasten (huur, zorgverzekering en nutsvoorzieningen) en biedt inwoners vervolgens hulp aan. Wanneer de inwoner ingaat op het hulpaanbod naar aanleiding van de betalingsachterstand, vindt er een gesprek plaats met een medewerker van de lokale welzijnsorganisatie. De melding wordt dan op een vergelijkbare manier afgehandeld als bij inwoners die zich zelf melden.

 

In bovenstaande overzicht van de NVVK zijn de vormen van ondersteuning bij geldzorgen en schulden overzichtelijk weergegeven. Linksboven is de toegang vanuit vroegsignalering/crisisinterventie. Vanuit de linkerkant kunnen inwoners zich ook melden met vragen. Vervolgens wordt bekeken welke ondersteuning nodig is: een vorm van begeleiding (blauwe blok op de voorgrond) en/of een schuldhulptraject (beige blok rechtsboven).

 

§ 10 Onze werkwijze in het kort

Vanuit onze visie staan de volgende waarden centraal in onze werkwijze bij schuldhulpverlening: maatwerk, integraal werken, eigen kracht en duurzame gedragsverandering. Hieronder lichten we toe wat dit voor onze werkwijze betekent.

  • -

    Preventief en laagdrempelig: voorkomen dat schulden ontstaan en verergeren, en alle daarbij behorende problematiek.

  • -

    Maatwerk: ondersteuning bieden aan financieel kwetsbare inwoners die passend is bij hun capaciteiten persoonlijke situatie; voorkomen dat ze uitvallen tijdens het schuldhulptraject.

  • -

    Integraal: het inpassen van schuldhulp in het totaalpakket van ondersteuning dat inwoners (met multiproblematiek) krijgen; er is regie op de aanpak van meervoudige problematiek.

  • -

    Activerend: het aanzetten van inwoners om hun eigen kracht maximaal in te zetten en te ontwikkelen zodat ze naar vermogen de regie op hun financiën kunnen oppakken.

  • -

    Duurzaam: inwoners blijven na een schuldhulptraject grip houden op hun financiële situatie en hoeven niet opnieuw een beroep te doen op schuldhulpverlening.

In het Uitvoeringsplan behorend bij dit beleidsplan wordt onze werkwijze verder uitgewerkt.

 

§ 11 Evaluatie

Meten van effectiviteit

De gemeente beoogt om van ieder afgerond schuldhulptraject in de Suite 4 Sociaal Domein te evalueren of het traject het beoogde effect heeft gehad. Dit wordt uitgevraagd in het afrondende gesprek met de inwoner door samen de doelstellingen te doorlopen en aan te geven in hoeverre deze zijn gerealiseerd. De uitkomst hiervan is belangrijk:

  • -

    Als input voor het nazorgtraject van de inwoner;

  • -

    Om inzicht te krijgen in de mate waarin de geboden hulp (interventie) heeft bijgedragen aan de doelstellingen;

  • -

    Om de gemeentelijke dienstverlening verder te verbeteren.

Bij de evaluatie wordt ook aandacht besteed aan onderstaande punten die in dit beleidsplan worden geïntroduceerd:

  • -

    Is er voldoende gedaan aan stress-sensitief werken, zoals zorgen voor stabilisatie?

  • -

    Is er toegewerkt naar duurzame gedragsverandering?

  • -

    Is het netwerk van de inwoner betrokken bij het hulptraject?

  • -

    Is er voldoende aandacht geweest voor regievoering bij multiproblematiek?

De gemeente vraagt ook van de externe partijen om op deze wijze de geboden ondersteuning met de inwoner te evalueren.

Evaluatiegesprek met externe partijen

Jaarlijks wordt er een overleg georganiseerd met alle bij schuldhulpverlening betrokken externe partijen. Tijdens dit gezamenlijke overleg wordt besproken:

  • -

    De uitkomst van de evaluaties die zijn gevoerd met de inwoners;

  • -

    In hoeverre het beschikbare hulpaanbod aansluit bij de soort problematiek van inwoners;

  • -

    Of er knelpunten zijn op gebied van expertise, financiering et cetera;

  • -

    Wat de meest voorkomende problematiek is en op welke manier deze in een eerder stadium getackeld of zelfs voorkomen kan worden;

  • -

    Hoe de effectiviteit van interventies kan worden verhoogd;

  • -

    De onderlinge samenwerking evalueren m.b.t. doorverwijzen en regievoering;

  • -

    Speerpunten voor het komende jaar vaststellen.

De externe partijen waarmee we samenwerken, overleggen desgewenst zelf met partijen in de lokale samenleving, bijvoorbeeld scholen, huisartsen, notarissen, banken etc. De uitkomst van deze gesprekken wordt ook besproken in het hierboven genoemde gezamenlijke overleg. De gemeente hoort graag of er zaken zijn die in de gemeentelijke dienstverlening verbeterd kan worden en of er wensen/suggesties zijn die in gezamenlijk verband opgepakt kunnen worden.

Kwantitatieve analyse

Ter aanvulling op bovenstaande kwalitatieve evaluaties, zullen we ook periodiek indicatoren monitoren over aantallen: instroom, uitstroom et cetera. Beide soorten informatie vullen elkaar aan en kunnen een beeld schetsten in hoeverre we de beoogde effecten van het nieuwe beleid hebben kunnen realiseren. In bijlage 4 zijn indicatoren benoemd.

 

§ 12 Financieel kader

Het Rijk stelt (structurele) middelen beschikbaar in het Gemeentefonds, waaronder voor schuldhulpverlening. Daarnaast geeft het Rijk voor de jaren 2020 t/m 2022 extra incidentele middelen in het kader van de gewijzigde wet schuldhulpverlening. De gemeente maakt voor schuldhulpverlening in 2021 circa €130.000 en in de jaren 2022 t/m 2024 jaarlijks ca. €158.000 vrij in de begroting. Deze extra uitgaven in 2022 t/m 2024 kunnen bekostigd worden vanuit aanvullende rijksmiddelen. De financiële mutaties voor 2022 zijn verwerkt in de definitieve begroting van dat jaar. Verder wordt voorgesteld om de financiële mutaties voor de jaren 2023 en 2024 te verwerken in de aankomende begrotingen.

Kostenpost

Begroting 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Begroting 2024

Personeelskosten gemeente, incl. extra inzet t.b.v. vroegsignalering

€ 54.463

€ 115.250

€ 115.250

€ 115.250

Inkoop diensten derden

(Kredietbank Nederland, welzijnsorganisatie, vrijwilligersorganisatie)

€ 75.000

€ 42.550

€ 42.550

€ 42.550

Totaal

€ 129.463

€ 157.800

€ 157.800

€ 157.800

Oorspronkelijk begroot

 

€ 129.463

€ 129.463

€ 129.463

Tekort t.o.v. begroting

 

€ 28.337

€ 28.337

€ 28.337

Dekking

 

 

 

 

Inzet budget Rijk 2020-2021 (€ 60.787)

 

€ 28.337

€ 28.337

€ 4.113

Inzet budget Rijk 2022 (€ 40.957)

 

-

 

€ 24.224

Saldo 2021-2024

 

-

-

€ 16.733

Dit besluit werd in de raadsvergadering van 11 november 2021 aangenomen.

De gemeenteraad van de gemeente Hulst,

De Griffier

De Raadsvoorzitter

Bijlage 1 Overzicht beleid schuldhulpverlening 2021-2024

 

Missie

De gemeente Hulst zet in op een aanpak van schulden die gezond financieel gedrag stimuleert en het maken van schulden voorkomt, de maatschappelijke participatie van inwoners met schulden bevordert en hun financiële zelfredzaamheid vergroot. Hierbij wordt uitgegaan van de verantwoordelijkheid en eigen kracht van de inwoner. Tot slot wil de gemeente Hulst de maatschappelijke kosten als gevolg van schuldenproblematiek terugdringen.

 

Visie

De werkwijze van de gemeente Hulst omhelst een aanpak die preventief en laagdrempelig is, maatwerk biedt, integraal is, de eigen kracht van inwoners inzet en tot duurzame gedragsverandering leidt.

 

Wat we met onze werkwijze willen bereiken

  • -

    Preventief en laagdrempelig: voorkomen dat schulden ontstaan en verergeren, en alle daarbij behorende problematiek.

  • -

    Maatwerk: ondersteuning bieden aan financieel kwetsbare inwoners die passend is bij hun capaciteiten persoonlijke situatie; voorkomen dat ze uitvallen tijdens het schuldhulptraject.

  • -

    Integraal: het inpassen van schuldhulp in het totaalpakket van ondersteuning dat inwoners (met multiproblematiek) krijgen; er is regie op de aanpak van meervoudige problematiek.

  • -

    Activerend: het aanzetten van inwoners om hun eigen kracht maximaal in te zetten en te ontwikkelen zodat ze naar vermogen de regie op hun financiën kunnen oppakken.

  • -

    Duurzaam: inwoners blijven na een schuldhulptraject grip houden op hun financiële situatie en hoeven niet opnieuw een beroep te doen op schuldhulpverlening.

 

De gemeente Hulst gaat de komende periode werken aan 3 speerpunten:

  • 1.

    Betalingsachterstanden en schulden voorkomen door financieel gezond gedrag bij inwoners te stimuleren.

  • 2.

    Inwoners met betalingsachterstanden/schulden zo vroeg mogelijk in beeld krijgen zodat we direct passende ondersteuning kunnen bieden en voorkomen dat geldproblemen verergeren.

  • 3.

    Inwoners met schulden/betalingsproblemen op een effectieve manier ondersteunen naar een duurzaam schuldenvrije toekomst.

 

Beoogde maatschappelijke effecten

  • -

    Meer betrokkenheid van de samenleving op inwoners met geldzorgen / schulden

  • -

    Taboe op geldzorgen / schulden verminderen: hulp vragen wordt normaler

  • -

    Minder inwoners met schuldenproblematiek

  • -

    Minder maatschappelijke kosten (huisuitzetting, afsluiting nutsvoorzieningen)

  • -

    Minder multiproblematiek

 

Risico op geldzorgen

Het Nibud merkt inwoners met deze kenmerken aan als risicogroep: laaggeletterdheid, een praktische opleiding hebben genoten, wonen in een sociale huurwoning, werkloos zijn, (nog) geen Nederlandse nationaliteit hebben en tot slot als er sprake is van een licht verstandelijke beperking, verslaving of GGZ-problematiek.

 

Extra aandacht voor de volgende doelgroepen:

  • -

    Jongeren met een praktische opleiding

  • -

    Sociale minima met kinderen

  • -

    Statushouders

 

Bijlage 2 Overzicht landelijke maatregelen voor het tegengaan van schulden

Brede Schuldenaanpak

De maatschappelijke bewustwording rondom risicovolle en problematische schulden is de afgelopen jaren enorm toegenomen. Het aanpakken en voorkomen van armoede en schuldenproblematiek zijn dan ook speerpunten van de brede schuldenaanpak van het kabinet, rijksuitvoerders en gemeenten.

 

In de brede aanpak die in 2018 werd gelanceerd, staan als belangrijkste doelen gedefinieerd:

  • -

    Preventie en vroegsignalering: het voorkomen van problematische schulden en het treffen van maatregelen om problematische schulden terug te dringen.

  • -

    Effectieve schuldhulpverlening: afspraken om inwoners met schulden effectiever te helpen.

  • -

    Sociale incasso: bevorderen van een zorgvuldige en maatschappelijk verantwoorde incasso.

Om bovenstaande doelstellingen te bereiken, wordt er gewerkt aan vier wetstrajecten:

1. De Wet vereenvoudiging beslagvrije voet

Beoogd effecten: voorkomen dat inwoners onnodig worden geraakt in hun bestaansminimum, verminderen van druk om gegevens aan te leveren en meer inzicht voor beslagleggers in elkaars incassoactiviteiten

 

Met de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet (vBVV) wordt een eenduidige manier van berekenen van de beslagvrije voet door beslagleggers op periodieke vorderingen gewaarborgd. Die eenduidigheid wordt bereikt door het gebruik van vereenvoudigde en gestandaardiseerde rekenregels. De gegevens die daarvoor nodig zijn, worden niet meer bij de inwoner uitgevraagd, maar geautomatiseerd opgehaald uit de polisadministratie van UWV (loongegevens) en de Basisregistratie Personen (persoonsgegevens, waaruit de gezinssituatie kan worden afgeleid). Een groot voordeel is dat de inwoner niet meer belast wordt met het aanleveren van gegevens. Door de informatie automatisch op te halen uit systemen wordt een correcte vaststelling bevorderd. Een tweede voordeel is dat er in de wet een verplichte beslagvolgorde is vastgelegd, zodat beslaglegging door verschillende schuldeisers zoveel mogelijk op dezelfde inkomstenbron plaatsvindt. Dit bevordert de onderlinge afstemming tussen de beslagleggers. De wet is in werking getreden op 1 januari 2021.

2. Wet stroomlijning keten voor derdenbeslag

Beoogd effecten: verbreding van de toegang tot het beslagregister, gegevensuitwisseling via een zogenaamde routeervoorziening, raadplegen wie coördinerend deurwaarder is en welke beslagvrije voet is vastgesteld.

 

De Wet stroomlijning keten voor derdenbeslag verbetert de gegevensuitwisseling tussen beslagleggende partijen in geval van samenloop van derdenbeslagen en verrekeningen. Dit maakt het mogelijk om meer afstemming en inzicht te verkrijgen in de mate waarin de afloscapaciteit van de schuldenaar onder druk staat en op basis daarvan een afweging te maken m.b.t. de wenselijkheid van incassohandelingen en de hiermee gemoeide kosten. Het verbrede beslagregister zal naar alle waarschijnlijkheid de vorm gaan krijgen van een zogenaamde routeervoorziening. Een routeervoorziening is te beschouwen als een virtueel register, vergelijkbaar met het Suwinet. De betrokken partijen maken gebruik van een digitale routeervoorziening om relevante informatie inzake beslagleggen bij elkaar op te vragen c.q. aan elkaar te leveren. Gegevens worden dus niet gekopieerd naar een centraal (fysiek) register maar blijven bij de bron, i.c. de partijen zelf. Wanneer alle beslagleggende partijen zijn aangesloten kan samenloop van meerdere beslagleggingen en verrekeningen met een te laag vastgestelde beslagvrije voet tot gevolg worden voorkomen en kunnen incassohandelingen beter op elkaar worden afgestemd. De inwerkingtreding is voorzien vanaf 2021. Gedacht wordt aan een gefaseerde aansluiting van partijen in de periode tot 2023.

3. Wijziging Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Beoogde effecten: creëren grondslag voor gegevensuitwisseling ten behoeve van schuldhulpverlening, administratieve lastenvermindering voor inwoner en gemeentelijke organisatie.

 

De wijziging van de WGS per 1 januari 2021 faciliteert enerzijds de gegevensuitwisseling tussen schuldhulpverleners en schuldeisers met als doel vroegsignalering van schulden en creëert anderzijds een grondslag voor de gegevensuitwisseling voor het besluit over de toegang tot en het plan van aanpak voor de schuldhulpverlening. De gegevens die uitgewisseld mogen worden met als doel vroegsignalering van schulden, zijn opgenomen in een Algemene maatregel van bestuur. Het gaat hierbij om betalingsachterstanden op vaste lasten, zoals huur, energie, water en zorgverzekering. Na ontvangst van een vroegsignaal dient het college binnen vier weken uit eigen beweging schuldhulpverlening aan te bieden. Om de wacht- en doorlooptijden voor schuldhulpverlening te versnellen, is opgenomen dat het college na ontvangst van een hulpvraag de bevoegdheid krijgt om gegevens op te vragen die noodzakelijk zijn om de inkomens- en schuldenpositie te bepalen.

4. Adviesrecht voor gemeenten bij schuldenbewind

Beoogde effecten: regie op instroom in schuldenbewind, ontwikkelen proeftrajecten en gedragsconvenanten

 

Gemeenten kunnen straks rechters adviseren over de vraag of iemand met problematische schulden hulp moet krijgen van een beschermingsbewindvoerder (ook wel schuldenbewind genoemd). In aanvulling op het wetsvoorstel experimenteren gemeenten met proeftrajecten en gedragsconvenanten tussen gemeenten enerzijds en de raad voor de rechtspraak anderzijds. De kantonrechter beslist nog steeds of iemand onder bewind wordt geplaatst, omdat dat bij wet zo geregeld is. Dit gebeurt in de nieuwe situatie nadat de gemeente een gesprek heeft gevoerd met de beoogde bewindvoerder en diens cliënt en daarover advies heeft uitgebracht. Op deze manier wordt vroegtijdig nagegaan of iemand wellicht beter - en goedkoper - geholpen is met een budgetcoach en/of een schuldregeling. Het adviesrecht moet gemeenten dus beter in staat stellen hun regierol bij schuldhulpverlening te vervullen. Verder biedt het adviesrecht de rechter de mogelijkheid om alternatieve vormen van ondersteuning af te wegen bij de beoordeling van het verzoek tot instelling van schuldenbewind. De wet is in werking getreden op 1 januari 2021.

 

Bovenstaande tekst is grotendeels overgenomen uit: VNG Ledenbrief 20/026 met kenmerk VNGR/U202000383/. Datum: 9 juni 2020.

 

Bijlage 3 Hulpaanbod binnen de gemeente Hulst

 

Binnen de gemeente Hulst kunnen inwoners gebruik maken van diverse vormen van ondersteuning bij geldzorgen en schulden. In het volgende overzicht is het hulpaanbod gevisualiseerd.

 

 

Hieronder volgt per organisatie een toelichting op het hulpaanbod bij geldzorgen en schulden:

Stichting Hulst voor Elkaar

De lokale welzijnsorganisatie biedt de volgende ondersteuning:

  • -

    Een loket waar inwoners met geldvragen kunnen aankloppen. Er wordt uitgevraagd welke problematieken er spelen en op basis daarvan wordt ondersteuning geboden.

  • -

    Individuele praktische en psychosociale ondersteuning aan mensen met financiële problemen. Het signaleren, onderzoeken en verbinding leggen met partijen die hierbij ondersteuning kunnen bieden is hier onderdeel van.

  • -

    Ondersteuning bij het aanvragen van financiële voorzieningen middels de Formulierenbrigade. De vrijwilligers wijzen inwoners op bestaande regelingen, signaleren problemen en verwijzen door naar hulpverlening. Tevens kan de Formulierenbrigade ondersteunen bij het ordenen van de financiële administratie.

  • -

    Ondersteuning bij inwoners thuis middels burgeradviseurs. Ze hebben een vergelijkbare rol als de vrijwilligers van de Formulierenbrigade. Burgeradviseurs van de KBO (Katholieke Ouderenbond) doen hetzelfde, maar dan met name bij de doelgroep ouderen.

  • -

    Budgetbegeleiding/coaching voor inwoners die vanwege mentale en/of fysieke problemen niet in staat zijn om zelf hun financiën op orde te houden. Deze vorm van begeleiding wordt soms ingezet ter voorbereiding op of ondersteuning van een minnelijk of wettelijk schuldhulptraject. Deze vorm van begeleiding kan ook ingezet worden om de schuldensituatie van de inwoner te stabiliseren omdat het schuldenprobleem van de inwoner nog niet opgelost kan worden. Het doel van deze ondersteuning is dat de maatschappelijke positie van de kwetsbare inwoner niet verslechtert. Voor hen is deze ondersteuning onmisbaar in hun dagelijks leven. Deze structurele ondersteuning wordt geboden door een aantal gedreven en deskundige vrijwilligers.

Stichting Schuldhulpmaatje Hulst

Deze stichting is sinds 2018 actief in de gemeente Hulst en biedt inwoners een laagdrempelige toegang tot praktische ondersteuning bij geldproblemen. Schuldhulpmaatjes begeleiden inwoners ongeveer 1 jaar met als doel om duurzame gedragsverandering te bewerkstelligen. Schuldhulpmaatje werkt met het (cyclisch) fasemodel “ASPIRE” ( Assesment, Plan, Implement, Review, Evaluation). Het vergroten en activeren van het probleemoplossend vermogen van de hulpvrager en clientontwikkeling staan centraal. Schuldhulpmaatje zet in op het vinden van hulpvragers in een zo vroeg mogelijk stadium, o.a. door inzet van social media.

 

De aanpak van Schuldhulpmaatje heeft wat weg van een zandloper en laat zien hoe de hulpvragers gevonden en vervolgens ondersteund worden.

 

De ondersteuning bestaat onder andere uit hulp bij het ordenen van de financiële administratie, budgetcoaching en -begeleiding, het treffen van betalingsregelingen en geven van informatie en advies. Desgewenst kan een dergelijk traject ingezet worden ter ondersteuning van een lopend schuldhulptraject. De inzet van Schuldhulpmaatje concentreert zich vooral in de preventie-en nazorgfase.

Gemeente Hulst

De gemeente biedt o.a. de volgende vormen van ondersteuning:

  • -

    Budgetbeheer ter aanvulling op een minnelijk of wettelijk schuldhulptraject. Hierbij zorgt de Kredietbank Nederland ervoor dat alle inkomsten worden beheerd en alle rekeningen worden betaald. De inwoner krijgt een aparte rekening met leefgeld. Budgetbeheer duurt maximaal 3 jaar. De regie voor budgetbeheer ligt bij de gemeente.

  • -

    Budgetbegeleiding wordt ingezet voor of tijdens een schuldhulptraject. Het doel hiervan is om de inwoner voor te bereiden op het zoveel mogelijk zelfstandig beheren van de eigen financiën na afronding van het schuldhulptraject. Begeleiding wordt ingezet met een preventief doel, namelijk het voorkomen dat de inwoner opnieuw in een schuldensituatie terecht komt.

  • -

    Doorbetalen van de vaste lasten van de inwoners die een uitkering van de gemeente ontvangen.

  • -

    Bewindvoering kan ingeschakeld worden of verplicht worden ingezet wegens een rechterlijke uitspraak.

  • -

    Sociale leningen voor o.a. de inrichtingskosten van de huurwoning van statushouders.

  • -

    Preventieve instrumenten zijn via de website toegankelijk: 155-Help-een-bedrijf voor ondernemers en Bereken uw recht. Er wordt ook verwezen naar handige websites zoals Geldfit, Wijzer met geldzaken, Nibud, Startpunt geldzaken en Kandoor.

Schuldhulptrajecten (Kredietbank Nederland)

  • -

    Voor inwoners met schulden zet de gemeente in de eerste instantie in op het doorlopen van een minnelijke schuldhulptraject. Het doel is om een akkoord te bereiken met de schuldeiser(s) waarna de inwoner 3 jaar lang het maximaal haalbare afdraagt. Als niet alles kan worden afbetaald, wordt de restschuld kwijtgescholden. Hiervoor kan het nodig zijn dat schuldenaar de rechter verzoekt om een dwangakkoord uit te spreken dat alle schuldeisers verplicht om deel te nemen aan de schuldregeling. Er kan dan alsnog een minnelijk traject gestart worden. De uitvoering van een minnelijk schuldhulptraject is belegd bij Kredietbank Nederland. De Kredietbank bepaalt aan de hand van de situatie het meeste passende traject (schuldbemiddeling of schuldsanering).

  • -

    Een wettelijke schuldregeling (WSNP) is aan de orde wanneer het niet lukt om de schuld via een minnelijk schuldhulptraject af te lossen. Indien de rechtbank de WSNP van toepassing verklaart, stelt zij een bewindvoerder WSNP aan. Deze bewindvoerder moet namens de rechtbank toezicht houden op het nakomen van de wettelijke verplichtingen door de schuldenaar en het beschermen van de belangen van de schuldeisers. De schuldenaar dient in een periode van 3 jaar het maximaal haalbare af te dragen aan de schuldeisers. De restschuld wordt kwijtgescholden. De uitvoering van een wettelijk schuldhulptraject is eveneens belegd bij Kredietbank Nederland.

Schuldhulpverlening aan zelfstandig ondernemers

  • -

    De gemeente ziet het als een belangrijke taak om zelfstandig ondernemers bij te staan wanneer er financiële problemen of schulden zijn. Ondernemers kunnen rechtstreeks contact opnemen met de gemeente voor een gesprek of zich aanmelden via Sociaal OndernemersLoket Online (SOLO), te vinden via de website van de gemeente. Op de website van SOLO kunnen ondernemers een digitaal formulier invullen wat doorgestuurd wordt naar de gemeente. We bieden ondernemers een intake zodat we de hulpvragen in beeld krijgen. Naast schuldenproblematiek kan er ook andere ondersteuning nodig zijn. Dat kan mogelijk geboden worden via het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) wat de gemeente uitvoert. Te denken valt aan een bedrijfskrediet of een uitkering indien de ondernemer diens bedrijf gaat beëindigen. Ook kan sociaal-maatschappelijke ondersteuning nodig zijn, voor de ondernemer dan wel voor diens gezin. Op dit vlak werken we nauw samen met de welzijnsorganisatie binnen onze gemeente. Ondernemers worden via de website van de gemeente ook gewezen op de ondersteuning van het IMK. Ze kunnen zich daar melden en krijgen binnen 24 uur een uitgebreid gesprek. Bij voldoende perspectief zoekt een adviseur samen met de ondernemer naar mogelijkheden om de positie van het bedrijf te verbeteren. De gemeente kan ondernemers doorverwijzen naar Dockwize. Deze organisatie geeft ondernemers deskundig advies over de meest uiteenlopende facetten van het ondernemerschap. Voor het daadwerkelijk oplossen van schuldenproblematiek schakelen we een extern bureau in.

Bijlage 4 Kwantitatieve analyse

 

Onderstaande gegevens zullen periodiek worden gemonitord om de effectiviteit van de uitvoering van schuldhulpverlening te kunnen monitoren.

 

Beleidsdoelen

Indicator

1.

Betalingsachterstanden en schulden voorkomen door financieel gezond gedrag bij inwoners te stimuleren.

- Aantal meldingen van vroegsignalering

- Aantal toekenningen minnelijk schuldhulptraject

- Aantal toekenningen wettelijk schuldhulptraject

- Aantal lopende dossiers schuldhulpverlening

Monitoren over een periode van 4 jaar

2.

Inwoners met geldzorgen/schulden eerder in beeld krijgen en daardoor ook eerder ondersteuning bieden

- Aantal meldingen van vroegsignalering

- Aantal meldingen van vroegsignalering waarbij de inwoner hulp accepteert

3.

Inwoners met schulden/betalingsproblemen op een effectieve manier ondersteunen naar een duurzaam schuldenvrije toekomst.

- Aantal meldingen voor schuldhulpverlening bij gemeente

- Aantal doorverwijzen naar voorveld (geen schuldhulptraject)

- Aantal toekenningen minnelijke schuldhulptraject

- Aantal toekenningen wettelijke schuldhulptraject

- Aantal trajecten schuldhulpverlening...

- met bewindvoering

- met budgetbeheer Kredietbank en coaching gemeente

- zonder begeleiding

- Aantal trajecten nazorg

- Gemiddelde duur van totale schuldhulptraject vanaf melding bij de gemeente tot einde schuldregeling.

- Percentage van toekenningen die eerder schuldhulpverlening hebben gehad.

- Bedrag dat is toegekend voor bijzondere bijstand i.k.v. bewindvoering.


1

Nibud, ‘Financiële problemen 2018’, 17 april 2019, p. 17 https://www.nibud.nl/wp-content/uploads/Nibud-Financi%C3%ABle-problemen-2018-deel-1.pdf

3

Zie het rapport: Deloitte en SchuldenLabNL, ‘COVID-19 en schuldenproblematiek in Nederland’, 16 juni 2020, p. 15 https://www2.deloitte.com/content/dam/Deloitte/nl/Documents/about-deloitte/deloitte-nl-dif-schuldenlabnl-report-nl.pdf.

4

Nibud, ‘Overkoepelende blik op de omvang en preventie van schulden in Nederland’, oktober 2014, p. 30-31 https://www.nibud.nl/wp-content/uploads/Rapport-2014-Overkoepelende-blik-op-de-omvang-en-preventie-van-schulden-in-Nederland.pdf

5

Robin Fransman en Thomas Bakker, ‘Minder schade door schuld. Beleidsvoorstellen om slimmer met problematische schulden om te gaan en zo miljarden te besparen’, 2020, p. 62 https://www.argumentenfabriek.nl/media/3729/minder-schade-door-schuld.pdf

6

Irene van den Berg, ‘Is het geen tijd om alle schulden van probleemgevallen gewoon kwijt te schelden?’, 4 april 2019 https://www.ad.nl/economie/is-het-geen-tijd-om-alle-schulden-van-probleemgevallen-gewoon-kwijt-te-schelden~a8de2ccb/

7

Zie: Sendhil Mullainathan & Eldar Shafir, ‘Schaarste. Hoe gebrek aan tijd ons gedrag bepalen’, in: Gemeente Almere, ‘Beleidsplan aanpak schulden 2017-2020’, p. 13 https://www.almere.nl/fileadmin/files/almere/bestuur/beleidsstukken/Beleidsnota_s/Beleidsplan_Schuldenaanpak_21-11___Bijlagen.pdf

8

H. van Houwelingen, ‘Autootje voor 'probleemgeval' Arie bespaarde tonnen aan zorgkosten’, 3 september 2019 https://www.ad.nl/binnenland/autootje-voor-probleemgeval-arie-bespaarde-tonnen-aan-zorgkosten~ace5ef12/ In dergelijke situaties kan goed gebruik gemaakt worden van methoden zoals ‘Omgekeerd denken’ (Stimulansz) en de Doorbraakmethode (Instituut voor Publieke waarden). Gemeenten gaan steeds meer experimenteren met deze methoden om een doorbraak in complexe problematiek te forceren en inwoners echt verder te helpen.

9

Nibud, ‘Financiële problemen’, https://www.nibud.nl/beroepsmatig/financiele-problemen/ Deze indeling is afkomstig van Boorsma e.a. (1994). Er zijn meerdere manieren om schulden te categoriseren.

10

‘Memorie van toelichting bij wijziging Wet gemeentelijke schuldhulpverlening voor uitwisseling persoonsgegevens’, p. 2 https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/10/14/tk-pdv-139069-bijl-2-mvt-wijz-wgs-tbv-de-uitwisseling-van-persoonsgegevens-nader-rapport

11

Memorie van toelichting, p. 16-17.

12

Memorie van toelichting, p. 5, 24.

13

Bedreigende situaties omvatten volgens artikel 4 lid 2 van de WGS: gedwongen woningontruiming, beëindiging van de levering van gas, elektriciteit, stadsverwarming of water of opzegging dan wel ontbinding van de zorgverzekering.

14

Memorie van toelichting, p. 16-17, 29.

15

Zie artikel 2, lid 4 onderdeel c van de wijziging van de WGS, benoemd in paragraaf 1.2.

17

Nibud, ‘Schuldpreventie: visie en beleid’ https://www.nibud.nl/beroepsmatig/schuldpreventie-visie-en-beleid/.