Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Molenlanden

Beleidsregel artikel 2:74 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Molenlanden 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMolenlanden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel artikel 2:74 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Molenlanden 2021
CiteertitelBeleidsregel artikel 2:74 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Molenlanden 2021
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpopenbare orde en veiligheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR628331/2
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-11-2021nieuwe regeling

02-11-2021

gmb-2021-412447

1120673

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel artikel 2:74 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Molenlanden 2021

 

De burgemeester van de gemeente Molenlanden; 

Gelet op artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet Bestuursrecht; 

gelet op artikel 2:74 van de Algemene Plaatselijke Verordening; 

 

overwegende dat: 

  • straathandel in drugs (of daarop gelijkende waar) leidt tot een ernstige aantasting van het woon- en leefklimaat en verstoring van de openbare orde. Het zorgt daarnaast voor gevoelens van onveiligheid bij burgers;  

  • het ingevolge artikel 2:74  van de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV) het verboden is om op straat middelen als bedoeld in artikel 2 of 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen; 

  • de burgemeester ingevolge artikel 125, derde lid, van de Gemeentewet en artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht over de bevoegdheid beschikt om aan overtreders van artikel 2:74 APV een last onder dwangsom op te leggen; 

  • van het opleggen van een last onder dwangsom een preventieve werking uitgaat, en dat met het opleggen van een last onder dwangsom wordt beoogd herhaling van de overtreding te voorkomen en de overtreder te bewegen tot naleving van de voor hem geldende regels. 

BESLUIT  

vast te stellen de Beleidsregel artikel 2:74 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Molenlanden. 

 

 

Artikel 1 Verzoek en toepassingsbereik

  • 1.

    Na overtreding van artikel 2:74 APV verzoekt de politie of een toezichthouder/boa de burgemeester via een bestuurlijke rapportage aan de betreffende overtreder een last onder dwangsom op te leggen. 

  • 2.

    Het maakt daarbij niet uit of de overtreder in de gemeente Molenlanden woonachtig is. 

  • 3.

    De bevoegdheid om een last onder dwangsom op te kunnen leggen geldt alleen als de overtreder binnen de gemeente Molenlanden middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling aflevert, aanbiedt of verwerft, daarbij behulpzaam is of daarin bemiddelt. 

Artikel 2 Last onder dwangsom

  • 1.

    De burgemeester legt op basis van de bestuurlijke rapportage een last onder dwangsom op aan de overtreder. 

  • 2.

    De hoogte van de dwangsom wordt daarbij gesteld op € 5.000,- (zegge: vijfduizend euro) bij de eerste geconstateerde overtreding. Gezien het grote financiële gewin dat gepaard gaat met drugshandel, acht ik dat het bedrag van € 5.000,- in redelijke verhouding staat tot de zwaarte van de geschonden norm en de beoogde werking van de dwangsomoplegging. 

Artikel 3 Handhavingsmatrix

De last onder dwangsom is een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding. Tevens houdt het de verplichting in tot betaling van een geldsom als de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd. Het opleggen van een last onder dwangsom is een middel om de overtreder te bewegen de overtreding te beëindigen en beëindigd te houden. Verbeuren van de dwangsom kan worden voorkomen door de overtreding op te heffen of herhaling te voorkomen. 

Het opleggen van een last onder dwangsom is het enige instrument ten aanzien van personen. Een last onder bestuursdwang kan niet worden opgelegd ten aanzien van personen die artikel 2:74 van de APV overtreden. 

Bij het opleggen van de dwangsom is gekozen voor het betalen van het bedrag ineens, omdat het een overtreding betreft die eenmalig is en direct dient te worden beëindigd. 

Bij de eerste constatering wordt een last onder dwangsom opgelegd van € 5.000,-. Bij elke daarop volgende constatering wordt een dwangsom gesteld op telkens € 5.000,- automatisch verbeurd per constatering met een maximum van € 20.000,- 

Het bedrag is een prikkel om de overtreding te beëindigen of om herhaling te voorkomen. Indien gelet op het feit dat de dwangsom niet heeft geleid tot voorkomen van herhaling, is gekozen om het bedrag stapsgewijs te verhogen, zodat het een zodanige prikkel vormt om herhaling te voorkomen. 

Artikel 4 Horen/ zienswijze

  • 1.

    Het horen vindt plaats door de mogelijkheid tot het geven van een zienswijze. Deze zienswijze kan zowel mondeling als schriftelijk worden gegeven. 

  • 2.

    Van het horen kan alleen worden afgezien, als het voorkomen van een volgende overtreding blijk geeft van vereiste spoed (artikel 4:11 Awb).  

Artikel 5 Begunstigingstermijn

Ten aanzien van drugshandel op straat is het niet logisch om een overtreder de mogelijkheid te bieden om de overtreding binnen een termijn te beëindigen, omdat sprake is van het voorkomen van herhaling van een overtreding. 

Artikel 6 Bekendmaking last aan overtreder

  • 1.

    Om zo effectief en efficiënt mogelijk gebruik te maken van bestuursrechtelijke maatregelen kan de politie de mogelijkheid krijgen om direct een voornemen tot last onder dwangsom namens de gemeente uit te reiken.  

  • 2.

    De politie zal, bij toepassing van artikel 6 lid 1 hiervoor via een apart mandaatbesluit gemandateerd worden. 

  • 3.

    De gemeente levert een format voor een voornemen tot last onder dwangsom aan. 

  • 4.

    De beschikking, zijnde een last onder dwangsom, wordt per post verzonden aan (het laatst bekende adres van) de overtreder. 

Artikel 7 Verbeuren dwangsom

  • 1.

    Bij iedere opvolgende geconstateerde overtreding verbeurt de overtreder van rechtswege de dwangsom. De politie of toezichthouder/boa informeert de burgemeester hierover. 

  • 2.

    De overtreder is verplicht binnen zes weken na het verbeuren van de dwangsom tot betaling daarvan over te gaan (artikel 5:33 Algemene wet Bestuursrecht). 

  • 3.

    Als niet tot betaling wordt overgegaan, wordt tot invordering van de dwangsom overgegaan. De kosten die de invordering met zich brengt, worden verhaald op de overtreder. 

Artikel 8 Verjaring

Het zou niet redelijk zijn om overtredingen die in het verleden zijn begaan oneindig lang te laten meewegen bij het bepalen van de vervolgstap uit de handhavingsmatrix (artikel 3). Daarom geldt er een verjaringstermijn voor in het verleden gesanctioneerde overtredingen. De burgemeester hanteert een verjaringstermijn van twee jaar.  

Artikel 9 Overig

Het uitgangspunt is dat de burgemeester overeenkomstig deze beleidsregel handelt. Hierop geldt één uitzondering. Wanneer de toepassing van deze beleidsregel voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben, die vanwege bijzondere omstandigheden, onevenredig zijn in verhouding tot de met deze beleidsregels te dienen doelen. In dat geval is de burgemeester, hoewel gesproken wordt van een bevoegdheid, verplicht om van zijn beleidsregel af te wijken.  

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad. 

Artikel 11 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregel artikel 2:74 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Molenlanden. 

 

 

 

 

Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Molenlanden op  2 november 2021 

de burgemeester, 

Theo Segers