Organisatie | Deventer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Deventer 2022 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting Deventer 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.
Deze regeling vervangt de Verordening toeristenbelasting 2021.
artikel 224 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-11-2021 | nieuwe regeling | 10-11-2021 | 2021-2508 |
Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen die worden opgelegd in het belastingjaar waarop zij betrekking hebben, worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijnen telkens een maand later.
De belastingplichtige als bedoeld in artikel 2, eerste lid, dient voordat hij voor de eerste maal na inwerkingtreding van deze verordening gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1, hiervan een schriftelijke melding te maken bij de in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar.
De verplichting in het voorgaande lid geldt niet indien de belastingplichtige een eigen registratie voert waarmee het verblijf van de verblijfhoudende personen als bedoeld in artikel 1 kan worden vastgesteld, zulks ter beoordeling aan de in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar.