Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Samenwerking De Bevelanden

Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Woonvoorzieningen 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSamenwerking De Bevelanden
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBeleidsregels maatschappelijke ondersteuning Woonvoorzieningen 2021
Citeertitel
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-08-2021Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Woonvoorzieningen 2021

20-09-2021

bgr-2021-968

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Woonvoorzieningen 2021

Besluit van het dagelijks bestuur van gemeenschappelijke regeling Samenwerking de Bevelanden tot vaststelling van beleidsregels Woonvoorzieningen 2021 voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning

Het dagelijks bestuur van gemeenschappelijke regeling Samenwerking de Bevelanden;

gelezen het voorstel van de afdeling Werk Inkomen en Zorg van 5 augustus 2021,

overwegende dat:

het gewenst is om een beleidsregels vast te stellen over

de uitleg van de volgende wettelijke voorschriften:

de Wijzigingsverordening Wmo 2021;

omdat de beleidsregels een uitwerking zijn van deze verordening;

gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende beleidsregels:

 

 

Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Woonvoorzieningen 2021

1. Afwegingskader

  • 1.

    Woonvoorzieningen kunnen als verstrekking worden ingezet ter compensatie van problemen op het gebied van:

  • 1.

    Het zelfstandig gebruik kunnen maken van de eigen woning (huur of koop);

  • 2.

    Het bezoekbaar maken van woningen als dit noodzakelijk is om relaties te kunnen onderhouden met ouder, partner of kind.

2. Primaat verhuizen

  • 1.

    1. Bij aanvragen woonvoorzieningen beoordeelt het bestuur allereerst of het doel ‘wonen in een geschikt huis’ te bereiken is via een verhuizing.

Hierbij zullen alle aspecten worden meegewogen:

  • 1.

    - Aanwezigheid van aangepaste of eenvoudig aan te passen woningen

  • 2.

    - Kostenvergelijking tussen aanpassen en verhuizen

  • 3.

    - Volkshuisvestelijke factor kan een rol spelen

  • 4.

    - Woning moet binnen een medisch aanvaardbare termijn beschikbaar zijn

  • 5.

    - Sociale omstandigheden

  • 6.

    - Afstemming met andere voorzieningen

  • 7.

    - Werksituatie Verandering in woonlasten

  • 8.

    - Wooncomfort

  • 9.

    - Is cliënt huurder of eigenaar van de woning

  • 10.

    - De wil van cliënt om te verhuizen

  • 11

    - Overige specifieke omstandigheden

Als uit de afwegingen de conclusie wordt getrokken dat verhuizen de goedkoopst adequate oplossing is, wordt het primaat verhuizen opgelegd.

  • 1.

    2. Bij het verstrekken van een verhuiskostenvergoeding houdt het bestuur rekening met de mate waarin de verhuizing te verwachten of te voorspellen was. Bij een (in de levensloop) te verwachte of voorspelbare verhuizing wordt in principe geen verhuiskostenvergoeding toegekend.

  • 2.

     

  • 3.

    3. Een verhuiskostenvergoeding in het kader van de Wmo wordt eenmalig verstrekt.

  • 4.

     

  • 5.

    4. Wanneer inwoners voor wie het primaat verhuizen geldt besluiten om niet te verhuizen, kan een verhuiskostenvergoeding verstrekt worden wanneer de woning technisch aanpasbaar is. De verhuiskostenvergoeding moet worden ingezet voor het realiseren van aanpassingen in de eigen woning conform het programma van eisen. Een verhuiskostenvergoeding kan dan alleen verstrekt worden als de woning technisch aanpasbaar is. Daarna komen inwoners niet meer in aanmerking voor een verhuiskostenvergoeding of aanpassing van de woning voor dezelfde beperkingen en de voorzienbaarheid qua verloop daarvan.

    • 1.

       

3. Woningaanpassingen

  • 1.

    1. In eerste instantie worden alleen woonunits geplaatst in plaats van het realiseren van een vaste aanbouw. Als voor het bereiken van het doel noodzakelijk is dat er een aanbouw geplaatst wordt, besluit het bestuur vanwege financieel-economische argumenten alleen tot een aanbouw als tevoren vast staat dat de aanbouw hergebruikt kan worden, zoals bij huurwoningen van wooncorporaties. Bij eigen woningen zal de kans op hergebruik minimaal zijn. Daarom kiest het bestuur bij eigen woningen als het economisch voordeliger is voor het plaatsen van een herbruikbare losse woonunit.

  • 1.

    Als een inpandige aanpassing mogelijk is, bijvoorbeeld in de situatie van een ruime benedenverdieping, zal het bestuur allereerst die situatie beoordelen, voordat uitbreiding van de woning aan de orde komt. De goedkoopst compenserende oplossing zal worden gekozen.

  • 2.

     

  • 3.

    Bij verkoop van de aangepaste woning kan het bestuur verzoeken om terugbetaling van (een gedeelte van) de kosten van aanpassingen. Met name bij woningaanpassingen waarbij de waarde van de woning daadwerkelijk toeneemt, kan de terugbetalingsregeling van toepassing zijn. Dit wordt besproken met cliënt en vastgelegd in de beschikking. Eventuele waardevermindering van de woning door woningaanpassingen kunnen niet verhaald worden op de gemeente.

  • 4.

     

  • 5.

    Tot de subsidiabele kosten van een woningaanpassing behoren in ieder geval:

  • 1.

    De aanneemsom (hierin begrepen de loon- en materiaalkosten) voor het treffen van de woonvoorziening;

  • 2.

    De leges voor zover deze betrekking hebben op het treffen van de voorziening;

  • 3.

    De door het bestuur (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen zijn;

  • 4.

    De kosten van (her) aansluiting op de openbare nutsvoorzieningen;

  • 1.

    De hoogte van een pgb voor woningaanpassingen wordt vastgesteld aan de hand van een door het bestuur goedgekeurde offerte.

  • 2.

     

  • 3.

    Bij een pgb voor woningaanpassingen wordt in de beschikking aangegeven binnen welke termijn de nota ingeleverd dient te worden.

  • 4.

     

  • 5.

    Voor woningaanpassingen voor kinderen betalen de onderhoudsplichtige ouders een bijdrage (artikel 2.1.5 onder 1 van de Wmo 2015).

4. Bezoekbaar maken

  • 1.

    Indien de cliënt zijn hoofdverblijf in een AWBZ of Wlz-instelling heeft en regelmatig de woning van bijvoorbeeld de partner of de ouders bezoekt in de vijf Bevelandse gemeenten, kan de betreffende woning bezoekbaar gemaakt worden voor cliënt.

  • 2.

     

  • 3.

    Voorwaarden:

  • 1.

    Voor een cliënt kan slechts één woning bezoekbaar gemaakt worden;

  • 2.

    De aan te passen woning moet zich bevinden in de vijf Bevelandse gemeenten;

  • 3.

    Het moet gaan om regelmatig bezoek (wekelijks);

  • 4.

    Alleen het bereikbaar/toegankelijk maken van de woning en het bereikbaar maken van de woonkamer en het toilet behoren tot het bezoekbaar maken.

5. Middelen en voorwaarden

  • 1.

    Een niet-bouwkundige aanpassing aan de woning kan door het bestuur in natura en als persoonsgebonden budget worden verstrekt aan de aanvrager/cliënt.

  • 1.

    Een maatwerkvoorziening in de vorm van een bouwkundige aanpassing aan een woning wordt als verstrekking in natura of pgb toegekend aan de cliënt. Dit gebeurt uitsluitend ná aantoning van gemaakte kosten, conform de kosten zoals die zijn vastgesteld in een door het bestuur goedgekeurde offerte. De beschikking wordt verstuurd aan de aanvrager/cliënt met -indien van toepassing- een afschrift aan de eigenaar van de woning.

  • 1.

    Bij grotere bouwkundige aanpassingen (verbouwing/uitbouw) aan de woning werkt het bestuur altijd eerst met een programma van eisen, waarmee minimaal twee offertes opgevraagd moeten worden door de aanvrager/cliënt of waarmee door middel van een bouwcalculatie door een bouwadviesbureau het bedrag wordt vastgesteld.

  • 1.

    4. De eenmalige verhuiskostenvergoeding wordt verstrekt als financiële tegemoetkoming.

  • 1.

    De verhuiskostenvergoeding bestaat uit stofferingskosten en de huur van een vervoermiddel. Bij het vaststellen van de hoogte voor een pgb voor verhuiskostenvergoeding wordt uitgegaan van de bedragen die het Nibud rekent voor de aanschaf van stoffering voor een woning. Voor de huur van een vervoermiddel wordt uitgegaan van de huur van een verhuisbus of kleine vrachtwagen zonder chauffeur.

  • 1.

    Een indicatie voor verhuiskostenvergoeding vindt plaats voor de duur van 6 maanden, mits het bestuur de reële verwachting heeft dat er in die periode daadwerkelijk een geschikte woning vrijkomt. De indicatie kan eenmalig worden verlengd met 6 maanden.

  • 1.

    6. Bij niet verhuizen binnen de in de beschikking gestelde termijn vindt een heronderzoek plaats. De in de beschikking bedoelde termijn is in principe 6 maanden. De indicatie kan ambtshalve worden verlengd met nogmaals 6 maanden als er geen geschikte woningen beschikbaar waren in de eerste 6 maanden en de noodzaak van verhuizen nog steeds aanwezig is.

  • 1.

    Als cliënt niet binnen de vastgestelde termijn is verhuisd, terwijl er aantoonbaar wel mogelijkheden zijn geweest binnen het gebied van de vijf Bevelandse gemeenten en een straal van 10 kilometer daaromheen*, wordt niet alsnog een woningaanpassing gedaan.

  • 2.

    *Voor de gemeenten Kapelle en Reimerswaal geldt alleen de Bevelandse gemeenten als verhuisgebied. Zij hanteren niet de straal van 10 kilometer eromheen. Zie daarvoor de verordeningen van de gemeenten Kapelle en Reimerswaal.

Een verhuiskostenvergoeding kan wel verstrekt worden wanneer deze aantoonbaar wordt besteed aan het aanpassen van de huidige woning conform het programma van eisen.

  • 1.

    Voorafgaand aan toekenning van een woonvoorziening wordt bepaald of er een onderhoudscontract wordt afgesloten of dat de incidentele onderhoudskosten worden betaald door het bestuur wanneer ze zich voordoen. Hiervoor geldt ook dat wordt uitgegaan van de goedkoopst adequate voorziening. Bij het afsluiten van onderhoudscontracten wordt standaard gekozen voor de goedkoopste contractvorm. Het bestuur kan hier in voorkomende gevallen van afwijken.

  • 2.

     

6. Algemeen gebruikelijke woonvoorzieningen

De volgende woonvoorzieningen zijn in ieder geval algemeen gebruikelijk en worden niet vanuit de Wmo verstrekt, bekostigd of vergoed:

  • 1.

    Aanrechtblad (CRvB 25-06-2008, ECLI:NL:CRVB:2008:BD6234)

  • 2.

    Hendelmengkranen (Rechtbank 's-Hertogenbosch 5-11-2012, nr. 12/496 AWB )

  • 3.

    Keukenapparatuur (Rechtbank Gelderland 19-07-2016, nr. 15/5214)

  • 4.

    Vervanging van stoffen meubilair door glad meubilair (CRvB 18-10-2017, ECLI:NL:CRVB:2017:3574)

  • 5.

    Aanschaf van een stofzuiger met HEPA-filter (CRvB 18-10-2017, ECLI:NL:CRVB:2017:3574)

  • 6.

    Meubels (bed, matras, badkamerkasten)

  • 7.

    Sanitair (o.a. wc, kraan, douchekraan, douchestang, wastafel, douchecabine etc.)

  • 8.

    Wandbeugels

  • 9.

    Wc-verhogers

  • 10.

    Te verwachte (in lijn van de levensloop) of voorspelbare verhuizing

7. Afsluiting

Voor zaken die niet opgenomen zijn in deze beleidsregels sluiten we aan bij de wet, verordening, Nibud Prijzengids en de informatie uit de kennisbank van Schulinck.

8. Inwerkingtreding, citeertitel en intrekking oude beleidsregels

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op 1 augustus 2021.

  • 2.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2021 - Woonvoorzieningen van Gemeenschappelijke Regeling de Bevelanden.

Intrekking oude beleidsregels

De Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2018 worden ingetrokken met ingang van de datum waarop deze beleidsregels in werking treden.

 

 

Aldus vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van Gemeenschappelijke Regeling de Bevelanden in de vergadering van 19 augustus 2021.

Namens deze,

Margo Mulder en Patrick van den Beemt

Voorzitter AB, Directeur GR de Bevelanden