Organisatie | Meppel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2022 |
Citeertitel | Verordening reinigingsheffingen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2023 | Aanhef, bijlage 1 | 22-12-2022 | 1655632 | ||
25-11-2021 | 01-01-2023 | nieuwe regeling | 04-11-2021 | 1523040 |
De raad van de gemeente Meppel;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 oktober 2021, nr. 1523040
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
perceel: Een woning met een zekere mate van zelfstandigheid of een ander door een particuliere huishouding of deel daarvan gebruikt verblijf, waar huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan en ten aanzien waarvan de gemeente voldoet aan haar inzamelplicht. Ook een gedeelte van een (on)roerende zaak dat blijkens zijn inrichting bestemd is tot het voeren van een particulier huishouden en waar afvalstoffen kunnen ontstaan is een perceel.
binnenstad: het gebied waartoe de volgende straten behoren of een gedeelte van een straat.
De binnenstad omvat de volgende straten: Kruisstraat, Touwstraat, Slotplantsoen, Synagogestraat, Woldstraat promenade, Grote Markt, Grote en Kleine Kerkstraat, Prinsenstraat, Groenmarktstraat, Grote en Kleine Akkerstraat, Hoofdstraat, Nieuwe Kerkstraat, Hagenstraat, Kerkplein, Hogetin, Weteringstraat, Weteringdwarsstraat, Brouwerstraat, Brouwerdwarstraat, Groenmarkt, Prinsenplein. De Swaenenborg, de Putstoel en gedeelte Zuideinde vanaf Zuiderbrug tot Weerdstraat. Dit gedeelte omvat de huisnummers 1 t/m 33 (onevenzijde) en huisnummers 2 t/m 40 (evenzijde).
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:
het ter beschikking stellen van een perceel voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat perceel ter beschikking heeft gesteld, met dien verstande dat degene die het perceel ter beschikking heeft gesteld, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie het perceel ter beschikking is gesteld.
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, moeten de aanslagen worden betaald in vier gelijke termijnen waarbij de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand van dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede en volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het tweede en derde lid moeten aanslagen zolang en voor zover de totaal verschuldigde bedragen daarvan door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand vermeld in de dagtekening van de aanslag nog maanden in het kalenderjaar resteren, met dien verstande dat;
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
Onder de naam 'reinigingsrechten' worden rechten geheven zowel voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld
De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 is per kalendermaand verschuldigd.
Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen
Artikel 18 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsheffingen.
Artikel 19 Inwerkingtreding en citeertitel
De “Verordening reinigingsheffingen 2021” van 12 november 2020 inclusief wijzigingen daarop, wordt met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Tarieventabel 2023 behorende bij de Verordening Reinigingsheffingen
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting tenzij anders aangegeven
De datum van ingang van heffing is 1 januari 2023
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 december 2022