Organisatie | Beemster |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsnotitie dammen en bruggen Beemster 2017 |
Citeertitel | Beleidsnotitie dammen en bruggen Beemster 2017 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Ruimte en infrastructuur |
Geen
artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-11-2021 | Nieuw beleid | 07-02-2017 | 1348335 |
Beleidsnotitie dammen en bruggen Beemster 2017
Het beleid heeft tot doel om het aantal ontsluitingen op de openbare weg middels een dam of een brug op verantwoorde wijze met het oog op de ruimtelijke kwaliteit en de verkeersveiligheid te reguleren.
Deze notitie bestendigt het gevoerde gemeentelijke beleid van de gemeente Beemster ten aanzien van dammen en bruggen van de afgelopen jaren. Met het beleid is in een aantal geldende bestemmingsplannen rekening gehouden. De notitie is van belang voor het vooroverleg van toekomstige aanvragen voor een omgevingsvergunning. Bij het toetsen aan het bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met deze notitie. Indien een brug of een dam afhankelijk is van een afwijking van het bestemmingsplan dan geeft deze notitie aan hoe van deze bevoegdheid gebruik moet worden gemaakt.
Aanleiding voor beleid is vooral de ontwikkeling van de behoefte aan nieuwe en/of extra ontsluitingen van agrarische bedrijven in het buitengebied. Specifiek is er behoefte aan het creëren van een bedrijfstechnisch praktisch, bredere perceelsontsluiting, waarbij in sommige gevallen men de reeds bestaande ontsluiting wil behouden. Door de schaalvergroting in de landbouw en de daarmee gepaard gaande vervoersbewegingen met alsmaar groter wordend materieel, voldoen bestaande ontsluitingen onvoldoende aan de eisen die thans worden gesteld aan enerzijds de bedrijfsvoering en anderzijds de verkeersveiligheid.
Ten aanzien van de agrarische bedrijfsvoering is het van belang dat zwaardere en langere bedrijfsvoertuigen op het erf kunnen blijven komen. Een brede toegang dient het bedrijfseconomisch rendement op korte en langere termijn. Met een goede logistiek op een bedrijfsperceel kan aan- en afvoer efficiënter plaatsvinden. Bovendien kunnen middels een voldoende brede toegang, draai- en steekmanoeuvres op de openbare weg worden voorkomen.
Bestaande smalle ontsluitingen (veelal bruggen) kunnen beeldbepalend zijn door de aanwezigheid van achterliggende lanen en boompartijen. Ook kunnen ze een ruimtelijke relatie hebben tot het hoofdgebouw, veelal de woning. Bestaande bruggen zijn vaak sterk verouderd. In dergelijke situaties kan de bestaande ontsluiting blijven functioneren als toegang tot de woning en een opwaardering ondergaan. De nieuw te realiseren ontsluiting is de toegang tot het bedrijf. Dit betekent dat de bouw van een extra brug of dam uitsluitend wordt toegestaan, indien aanvrager op de betreffende gronden een agrarisch bedrijf uitoefent. Bij niet-agrarische bedrijven en particulieren is een extra ontsluiting niet toegestaan.
Uitgangspunt is dat de noodzaak voor een dam of brug aanwezig dient te zijn.
Uitgangspunt is ook dat een eigendomsperceel eenmaal zelfstandig ontsloten mag zijn op de openbare weg. In het geval sprake is van een bestaande mandelige ontsluiting, bestaat de mogelijkheid een aparte zelfstandige ontsluiting te realiseren, tenzij sprake is van een splitsing van een woning of ander hoofdgebouw op één planologisch perceel. Uitgangspunt is dan dat het betreffende gebouw zoveel mogelijk zijn oorspronkelijke verschijningsvorm en uitstraling als een eenheid dient te behouden. Dat houdt in dat er dan ondanks splitsing in beginsel geen aparte zelfstandige ontsluiting bij mag komen.
Met een eigendomsperceel wordt ook bedoeld een kadastraal perceel of een aantal kadastrale percelen die tezamen van één of meerdere aan elkaar gerelateerde eigenaren zijn.
Wat betreft de ruimtelijke kwaliteit het volgende.
De polder Beemster is werelderfgoed. Naar aanleiding hiervan is beleid opgenomen in de Structuurvisie Beemstermaat, de Omgevingsnota Beemster en de bestemmingsplannen: het beleid Des Beemsters. Het plaatsen van dammen en bruggen heeft invloed op de ruimtelijke karakteristiek. In grote delen van Beemster is de cadans van percelen nog goed afleesbaar en zijn de ontsluitingen minimaal in aantal en in overeenstemming met de historische waarden. Per verzoek of aanvraag zal daarom ook een afweging gemaakt moeten worden ten aanzien van de aantasting van de ruimtelijke kwaliteit, bezien in het licht van de te beschermen UNESCO-waarden.
Algemene beleidsregels omtrent bruggen en dammen
Een eigendomsperceel mag eenmaal zelfstandig ontsloten zijn op de openbare weg. In het geval sprake is van een bestaande mandelige ontsluiting, bestaat de mogelijkheid een aparte zelfstandige ontsluiting te realiseren voor één van de eigendomspercelen, waarna de mandelige ontsluiting als zelfstandige ontsluiting wordt gezien van het andere eigendomsperceel.
Beleidsregels omtrent breedte ontsluiting
Gelet op de smalste wegbreedtes aanwezig in Beemster in combinatie met de langste voertuigcombinaties, is maximaal 10 m rijbreedte voor agrarische bedrijven voldoende. Hierbij wordt uitgegaan van de benutting van de volledige breedte van de weg en de draaicirkel van de achterste wielen van de aanhanger.
Een bestaande ontsluiting met gronden, welke gronden in eigendom zijn van een particulier en die aan een agrariër in gebruik zijn gegeven door verhuur of pacht voor agrarisch gebruik, komt voor verbreding conform agrarisch gebruik in aanmerking indien de daarmee te bereiken gronden van substantiële omvang zijn.
Beleidsregels omtrent een extra ontsluiting
Een nieuwe ontsluiting met gronden, welke gronden in eigendom zijn van een particulier en die aan een agrariër in gebruik zijn gegeven door verhuur of pacht voor agrarisch gebruik, is uitsluitend te overwegen indien de daarmee te bereiken gronden van substantiële omvang zijn en niet via de huiskavel van de particulier en niet via aansluitende gronden van de agrariër zijn te bereiken.
Indien met het bedrijfsplan de noodzaak van een tweede ontsluiting is aangetoond en daarbij sprake is van een bestaande ontsluiting die een bepaalde karakteristieke waarde vertegenwoordigd, kan vanuit stedenbouwkundig oogpunt een opwaardering van de bestaande ontsluiting en/of, afhankelijk van de staat waarin de bestaande ontsluiting zich bevindt, het opknappen van de bestaande ontsluiting nodig worden geacht. Er dient rekening te worden gehouden met de volgende aspecten:
In samenhang met de inrichtingsaspecten van het beleid Des Beemsters en de verkeersveiligheid wordt de plek van de nieuwe ontsluiting bepaald. Een aanbeveling is om de tweede ontsluiting te situeren tegenover een bestaande ontsluiting aan de andere kant van de weg. Op deze manier wordt meer manoeuvreerruimte gecreëerd en biedt het de mogelijkheid voor een landbouwvoertuig om recht over te steken.