Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lelystad

Besluit van het college van de gemeente Lelystad houdende regels inzake maatwerkvoorziening Beschermd wonen (Beleidsregel maatwerkvoorziening Beschermd wonen Lelystad 2020)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLelystad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van de gemeente Lelystad houdende regels inzake maatwerkvoorziening Beschermd wonen (Beleidsregel maatwerkvoorziening Beschermd wonen Lelystad 2020)
CiteertitelBeleidsregel maatwerkvoorziening beschermd wonen Lelystad 2020
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 2.3.5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  2. https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR632970/1
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-03-202001-01-2020nieuwe regeling

25-02-2020

Flevopost, 18-03- 2020

200001432

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van de gemeente Lelystad houdende regels inzake maatwerkvoorziening Beschermd wonen (Beleidsregel maatwerkvoorziening Beschermd wonen Lelystad 2020)

Het college van de gemeente Lelystad,

 

  • gelet op artikelen artikel 2.3.5 van de Wmo 2015;

  • onder verwijzing naar de Verordening maatschappelijke ondersteuning Lelystad 2020;

  • overwegende, dat het noodzakelijk is regels op te stellen met betrekking tot beschermd wonen;

 

B E S L U I T :

vast te stellen de Beleidsregel maatwerkvoorziening Beschermd wonen Lelystad 2020.

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van de gemeente Lelystad;

    • b.

      verordening: de Verordening maatschappelijke ondersteuning Lelystad 2020;

    • c.

      wet: de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

  • 2.

    Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, Verordening maatschappelijke ondersteuning Lelystad 2020 en de Algemene wet bestuursrecht.

 

Artikel 2. Keuze van een ondersteuningsarrangement en pakket

  • 1.

    Beschermd wonen (midden)

    • a.

      Cliënten hebben een (complexe) psychiatrische aandoening en ondervinden daar in het dagelijks leven beperkingen van. Er is zorg, begeleiding, bescherming en stabiliteit nodig in een veilige en weinig eisende woonomgeving. Deze intensieve zorg en begeleiding zijn gericht op het omgaan met deze beperkingen (cognitief en psychisch), het beheersbaar houden en gaandeweg doen afnemen van gedragsproblematiek. Deze begeleiding is continue aanwezig.

    • b.

      De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid in het algemeen dagelijks leven intensieve begeleiding nodig. Er zijn forse beperkingen bij het onderhouden van sociale relaties en het invullen van de dag. Er zijn forse beperkingen in de vaardigheden die nodig zijn voor het oplossen van problemen, het nemen van besluiten en bij het uitvoeren van eenvoudige en wat complexere taken. Tevens kan er bij aanvang van de zorg sprake zijn van een beperkt zelfinzicht in hun eigen aandeel in (interactie)problemen en/of kan het ontbreken aan motivatie om doelgericht te gaan werken aan (herstel)doelen. Begeleiding is nodig bij beheren van geld en verrichten van administratieve handelingen. Cliënten reizen doorgaans met begeleiding.

  • 2.

    Beschermd wonen (hoog)

    • a.

      Cliënten hebben een actieve (complexe) psychiatrische aandoening, vaak in combinatie met ernstig gedragsproblematiek, een somatische aandoening, een lichamelijke handicap, een verstandelijke beperking en/of een verslaving. Cliënten zijn beperkt gevoelig en gemotiveerd voor begeleiding en correctie, hebben geen inzicht in hun eigen aandeel bij (interactie)problemen en er is een relatief beperkt leervermogen. Er is sprake van verbaal agressief gedrag, manipulatie, dwangmatig, destructief en reactief gedrag (o.a.) met betrekking tot interactie.

    • b.

      Er is zeer intensieve zorg, begeleiding, bescherming en stabiliteit nodig in een veilige en weinig eisende woonomgeving (gecontroleerde in- en uitgang). Deze intensieve zorg en begeleiding zijn gericht op het (in de eerste instantie) overnemen van taken op alle levensterreinen, het leren omgaan waar mogelijk met de beperkingen (cognitief en psychisch), het beheersbaar houden en gaandeweg doen afnemen van gedragsproblematiek en is continue aanwezig. Deze begeleiding is tevens waar mogelijk gericht op het ontwikkelen van zelfregie en zelfredzaamheid.

    • c.

      De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid in het algemeen dagelijks leven intensieve begeleiding nodig. Cliënten zijn nauwelijks in staat om sociale relaties te onderhouden en invulling te geven aan de dag. Er ontbreken vaardigheden die nodig zijn voor het oplossen van problemen, het nemen van besluiten en bij het uitvoeren van eenvoudige en wat complexere taken. Het aanleren van deze vaardigheden is bijna niet mogelijk. Begeleiding en/of overnemen van het beheren van geld en verrichten van administratieve handelingen is nodig. Cliënten reizen met begeleiding.

  • 3.

    Beschut Wonen

    • a.

      De Tussenvoorziening Beschut Wonen is uitstroomproduct van Beschermd Wonen wat maximaal voor een jaar ingezet kan worden. Het is gericht op zelfstandig wonen met eventueel ambulante begeleiding. Het betreft wonen in een accommodatie waarbij een beroep gedaan kan worden op 24-uurs zorg.

    • b.

      Cliënten hebben een psychiatrische/ psychische aandoening, mogelijk in combinatie met een verstandelijke beperking. Op het gebied van de psychiatrische aandoening is stabiliteit behaald, echter is het nog noodzakelijk dat er dagelijks contact is met de cliënt om dit te monitoren. Eventueel middelengebruik van de cliënt staat herstel richting het vergroten van de zelfredzaamheid niet in de weg. Het gebruik is onder controle en werkt niet ontwrichtend voor de groep/ medebewoners. Cliënt is overwegend in staat om zelf een beroep op zorg/ begeleiding te kunnen doen. Cliënt heeft eventuele medicatie in eigen beheer. Cliënt is therapietrouw (behandeling en medicatie). Cliënt is nog deels afhankelijk van de structuur van de woonvorm en maakt (wekelijks) gebruik van de voorzieningen van de woonvorm.

    • c.

      Cliënt beheerst basale ADL-vaardigheden. Het betreft vaardigheden gericht op het behouden van de lichamelijke veiligheid en welzijn (wassen, aankleden, lichamelijke verzorging, aankleden, voeden, toiletbezoek en je zelfstandig fysiek kunnen verplaatsen.

    • d.

      Cliënt beheerst minimale instrumentele ADL-vaardigheden. Het betreft vaardigheden gericht op veilig en duurzaam functioneren in zijn/haar omgeving: koken, vervoeren, inkopen doen, huishoudelijk werk, administratie, medicatie innemen en het gebruiken van apparaten en producten wanneer cliënt ze nodig heeft en hij/zij gebruikt dit op de juiste manier.

 

Artikel 3. Kwaliteitseisen die van toepassing zijn bij Beschermd wonen in een instelling, waarvan de bewoners hun verblijf vanuit een PGB bekostigen:

  • a.

    Tarief beschermd wonen indicatie midden en hoog.

  • In artikel 13, lid 4 van de Verordening wordt vermeld dat de hoogte van het tarief pgb beschermd wonen wordt bepaald door de indicatiestelling. Er geldt een apart tarief voor de indicatiestelling beschermd wonen midden en beschermd wonen hoog. De indicatie beschermd wonen midden of hoog wordt bepaald aan de hand van de volgende criteria:

  •  

  • BW-Midden

  • Cliënten hebben een (complexe) psychiatrische aandoening en ondervinden daar in het dagelijks leven beperkingen van. Er is zorg, begeleiding, bescherming en stabiliteit nodig in een veilige en weinig eisende woonomgeving. Deze intensieve zorg en begeleiding is gericht op het omgaan met deze beperkingen (cognitief en psychisch), het beheersbaar houden van gedragsproblematiek en is continue aanwezig. De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid in het algemeen dagelijks leven intensieve begeleiding nodig. Er zijn forse beperkingen bij het onderhouden van sociale relaties en het invullen van de dag. Er zijn forse beperkingen in de vaardigheden die nodig zijn voor het oplossen van problemen, het nemen van besluiten en bij het uitvoeren van eenvoudige en wat complexere taken. Begeleiding is nodig bij beheren van geld en verrichten van administratieve handelingen. Cliënten reizen doorgaans met begeleiding.

  •  

  • BW-Hoog

  • Cliënten hebben een actieve (complexe) psychiatrische aandoening, vaak in combinatie met een ernstig gedragsproblematiek, somatische aandoening, lichamelijke handicap, verstandelijke beperking en/of verslaving. Cliënten zijn beperkt gevoelig voor correctie, hebben geen inzicht in hun eigen aandeel bij interactie problemen en er is een relatief beperkt leervermogen. Er is sprake van verbaal agressief gedrag, manipulatie, dwangmatig, destructief en reactief gedrag met betrekking tot interactie. Er is zeer intensieve zorg, begeleiding, bescherming en stabiliteit nodig in een veilige en weinig eisende woonomgeving (gecontroleerde in- en uitgang). Deze intensieve zorg en begeleiding is gericht op het overnemen van taken op alle levensterreinen, het leren omgaan waar mogelijk met de beperkingen (cognitief en psychisch), het beheersbaar houden van gedragsproblematiek en is continue aanwezig. De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid in het algemeen dagelijks leven intensieve begeleiding nodig. Cliënten zijn nauwelijks in staat om sociale relaties te onderhouden en invulling te geven aan de dag. Er ontbreken vaardigheden die nodig zijn voor het oplossen van problemen, het nemen van besluiten en bij het uitvoeren van eenvoudige en wat complexere taken. Het aanleren van deze vaardigheden is bijna niet mogelijk. Begeleiding en/of overnemen van het beheren van geld en verrichten van administratieve handelingen is nodig. Cliënten reizen met begeleiding.

  •  

  • b.

    Kwaliteit:

    • De instelling borgt dat gedurende het beschermd wonen de doelen geformuleerd in het zorgplan van de cliënt worden nagestreefd; het zorgplan bevat o.a. een crisissignaleringsplan.

    • De instelling voert ondersteuning uit met respect voor en inachtneming van de rechten van de cliënt;

    • De instelling gaat waar mogelijk uit van de zelfredzaamheid en het zelf oplossend vermogen van de cliënt.

    • De instelling biedt 24 uurs toezicht en begeleiding.

    • De instelling beschikt over een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling welke is beschreven en wordt nageleefd conform de Wet Verplichte Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling.

    • De instelling draagt er zorg voor dat zijn personeel kennis heeft van de meldcode en deze in voorkomende gevallen gebruikt.

  •  

  • c.

    Afstemming met de cliënt:

    • De instelling informeert de cliënt bij aanvang van het beschermd wonen over zaken zoals de klachtenregeling en de vertrouwenspersoon;

    • De instelling toont aan op welke wijze zij zoveel mogelijk werkt met vast contactpersonen voor de cliënt voor de duur van het traject (professioneel of ervaringsdeskundige);

    • De instelling stelt begeleidingsplannen en ondersteuningsplannen op;

    • De instelling draagt zorg voor continuïteit van de ondersteuning in geval van bijvoorbeeld ziekte en vakantie. Deze continuïteit zal de instelling vormgeven in overleg met de gemeente Almere en met inachtneming van de eisen die de gemeente Almere aan de hulpverlening stelt voor die bepaalde locatie.

  •  

  • d.

    Klachtenprocedure:

    • De instelling beschikt over een protocol klachtenprocedure en dient aan te geven op welke wijze zijn organisatie omgaat met klachtenafhandeling;

    • Klachten over de (dienstverlening van de) instelling worden afgehandeld door de instelling. Hiertoe beschikt deze over een eigen klachtenregeling (inclusief klachtenregistratie) conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg. Onder een klacht wordt verstaan een schriftelijke of mondelinge uiting van ongenoegen over de wijze waarop een organisatie, dan wel een personeelslid daarvan, zich in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijke of rechtspersoon heeft gedragen.

  •  

  • e.

    Locatie:

    • De instelling zorgt voor een locatie die veilig is. Hieronder wordt verstaan de lichamelijke veiligheid en integriteit én geestelijke veiligheid en integriteit van de cliënt;

    • Het verblijf is passend voor cliënt;

    • Zit-/slaapvoorzieningen worden aangepast aan de zorgbehoefte van de cliënt (bijvoorbeeld hoog/laagbed, etc.);

    • De locatie waar het aanbod plaatsvindt, voldoet aan alle wettelijke eisen;

    • Er is een rolstoeltoegankelijke douche/toiletvoorzieningen aanwezig indien relevant voor de cliënt; Er is alarmering op woonvoorziening aanwezig indien relevant voor de cliënt.

  •  

  • f.

    Doorverwijzing:

  • De instelling draagt zorg voor een goede samenwerking met de professionals in de Sociale wijkteams, de Centrale Toegang GGD en andere relevante actoren om bij te dragen aan het effectief opereren van de centrale toegang. Bij uitstroom zorgt de instelling voor een warme overdracht aan het lokale wijkteam.

  •  

  • g.

    Medewerkers

    • Het in te zetten personeel van de instelling, dat beroepsmatig in contact kan komen met cliënten, beschikt over een Verklaring Omtrent Gedrag die niet ouder is dan 12 maanden voorafgaand aan het in dienst treden van de werknemer;

    • Werknemers van de instelling zijn cultuursensitief: bij de bejegening van cliënten, behandeling en/of in te zetten methodieken wordt rekening gehouden met de religieuze en/of culturele achtergrond van de cliënt;

  •  

  • De instelling beschikt over een beleid waarin is vastgelegd wat de positie is van de vrijwilligers binnen de organisatie. Hierin komen tenminste de volgende aspecten naar voren:

    • De vrijwilliger overlegt een Verklaring omtrent Gedrag (VOG) niet ouder dan 12 maanden voorafgaand aan de start van het vrijwilligerswerk;

    • De wijze waarop de instelling vrijwilligers inzet (type werkzaamheden);

    • De wijze waarop de instelling zorg draagt dat vrijwilligers worden opgeleid en ondersteund bij het uitvoeren van de werkzaamheden.

  •  

Artikel 4 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De beleidsregels beschermd wonen Lelystad 2017 in te trekken met ingang van 1 januari 2020. 2. Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel maatwerkvoorziening beschermd wonen Lelystad 2020.

  • 2.

    Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na die van bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2020.

  •  

  •  

Lelystad, 25 februari 2020

Het college van de gemeente Lelystad,

de secretaris, de burgemeester