Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lelystad

Besluit van het college van de gemeente Lelystad houdende beleidsregels inzake ambtshalve vermindering van gemeentelijke belastingen (Beleidsregels inzake ambtshalve vermindering van gemeentelijke belastingen)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLelystad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van de gemeente Lelystad houdende beleidsregels inzake ambtshalve vermindering van gemeentelijke belastingen (Beleidsregels inzake ambtshalve vermindering van gemeentelijke belastingen)
CiteertitelBeleidsregels inzake ambtshalve vermindering van gemeentelijke belastingen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2013nieuwe regeling

11-12-2012

Flevopost 19-12-2012

Z12-244232

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van de gemeente Lelystad houdende beleidsregels inzake ambtshalve vermindering van gemeentelijke belastingen (Beleidsregels inzake ambtshalve vermindering van gemeentelijke belastingen)

Collegebesluit

 

Nummer: Z12-244232

 

Het college van de gemeente Lelystad,

 

overwegende, dat het vaststellen van beleidsregels voor het aanwijzen van belastingplichtige

in keuzesituaties zowel door hem als de gemeenteambtenaar bedoeld in artikel 231, tweede lid,

onderdeel b, van de Gemeentewet kan worden gedaan;

overwegende voorts, dat hij bij zijn laatst genomen besluit de teamleider Geo-informatie en

Belastingen van de afdeling Dienstverlening heeft aangewezen als:

 

- de heffingsambtenaar (artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet);

- de invorderingsambtenaar (artikel 231, tweede lid, onderdeel c van de Gemeentewet);

- de woz-ambtenaar (artikel 1, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken).

 

dat gelet op zijn hiervoor vermeld besluit het in de rede ligt dat de teamleider Geo-informatie en

Belastingen van de afdeling Dienstverlening:

 

  • A.

    beleidsregels voor het aanwijzen van belastingplichtigen in keuzesituaties vaststelt;

  • B.

    beleidsregels voor het aanwijzen van een woz-belanghebbende in keuzesituaties vaststelt;

  • C.

    beleidsregels voor de behandeling van pro-forma bezwaarschriften vaststelt;

  • D.

    beleidsregels inzake ambtshalve vermindering van gemeentelijke belastingen vaststelt;

  • E.

    beleidsregels inzake het horen vaststelt.

 

BESLUIT:

D. Beleidsregels inzake ambtshalve vermindering van gemeentelijke belastingen

 

Zijn besluit van 20 december 2011 tot vaststelling van de bovenstaande beleidsregels in te trekken.

 

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2013.

 

Beleidsregels inzake ambtshalve vermindering van gemeentelijke belastingen

 

Toelichting.

Deze beleidsregels gelden bij de heffing van gemeentelijke belastingen in de zin van artikel 219 van de Gemeentewet, met dien verstande dat onder gemeentelijke belastingen mede worden begrepen rechten die door de gemeente kunnen worden geheven. Van deze beleidsregels zijn uitgezonderd belastingaanslagen, waaraan ingevolge een wettelijk voorschrift een op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken gegeven beschikking tot vaststelling van de waarde ten grondslag heeft gelegen, voor zover op deze aanslagen artikel 18a, eerste lid, onder b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van (overeenkomstige) toepassing is.

 

Reikwijdte van de regeling.

Gevallen waarin ambtshalve vermindering, teruggaaf, ontheffing of vrijstelling voor gemeentelijke belastingen wordt verleend.

 

  • 1.

    Indien wegens het te laat indienen van een bezwaarschrift of om andere redenen van formele aard de reclamant niet ontvankelijk is in zijn bezwaar, verleent het hoofd van de afdeling Burgerzaken, Belastingen en Leerlingzaken bij dezelfde uitspraak waarin de niet- ontvankelijkheid wordt uitgesproken, ambtshalve vermindering, teruggaaf, ontheffing of vrijstelling waarvoor de reclamant naar oordeel van voornoemd hoofd redelijkerwijs in aanmerking komt.

  • 2.

    In andere gevallen dan die welke zijn genoemd in het eerste lid verleent het hoofd ambtshalve de vermindering, teruggaaf, ontheffing of vrijstelling waarvoor de belanghebbende redelijkerwijs in aanmerking komt indien:

    • a.

      de belanghebbende een verzoekschrift hiertoe indient; of

    • b.

      enig feit noopt tot de conclusie dat een belastingaanslag tot een te hoog bedrag is vastgesteld en deze aanslag bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid niet gehandhaafd kan worden.

 

Uitzonderingen.

  • 3.

    Het bepaalde in het eerste en tweede lid vindt geen toepassing indien ten tijde van het ontvangen bezwaarschrift of het verzoekschrift dan wel op het tijdstip waarop het in het tweede lid, onderdeel b, bedoelde feit ter kennis van het hoofd komt, drie jaren of meer zijn verstreken sedert de dagtekening van het aanslagbiljet/beschikking waarop het bezwaarschrift/verzoekschrift betrekking heeft.

 

Overlijden.

  • 4.

    Wanneer de belanghebbende is overleden treden zijn erfgenamen voor de toepassing van deze beleidsregels in de plaats.

 

Mededeling van afwijzing.

  • 5.

    Indien geen termen aanwezig zijn om ambtshalve een vermindering, teruggaaf, ontheffing of vrijstelling te verlenen, wordt daarvan mededeling gedaan:

    • a.

      indien een bezwaarschrift is ingediend: in de uitspraak waarin de niet-ontvankelijkheid wordt uitgesproken;

    • b.

      indien een verzoekschrift is ingediend: in een schriftelijke beslissing op het verzoekschrift.

De mededeling is met redenen omkleed.

 

  • 6.

    Tegen de weigering om een aanslag ambtshalve te verminderen alsmede tegen een ambtshalve genomen beschikking staat geen rechtsmiddel open.

 

Lelystad, 11 december 2012

Het college van de gemeente Lelystad,

de secretaris, de burgemeester,