Organisatie | Opsterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Aanwijsbesluit vergoedingen en verstrekkingen gemeente Opsterland 2020 |
Citeertitel | Besluit werkkostenregeling 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
De regeling vervangt het Aanwijsbesluit vergoedingen en verstrekkingen gemeente Opsterland 2016.
artikel 160, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-11-2021 | nieuwe regeling | 09-03-2021 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Opsterland;
gelet op het gestelde in artikel 160 lid 1 sub c van de Gemeentewet;
gelet op de invoering met ingang van 1 januari 2013 van een nieuwe fiscale regeling: de werkkostenregeling;
overwegende dat het noodzakelijk is om de vergoedingen en verstrekkingen aan te wijzen als eindheffingbestanddeel voor het gemeentelijk personeel;
vast te stellen het aanwijsbesluit vergoedingen en verstrekkingen gemeente Opsterland 2020
Aldus vastgesteld in de vergadering van 9 maart 2021.
M. van der Weij
secretaris
E. van Selm
Burgemeester
Toelichting Werkkostenregeling (WKR) en aanwijsbesluit
De WKR vervangt het huidige systeem van onbelaste vergoedingen en onbelaste verstrekkingen. Alle vergoedingen en verstrekkingen betreffende een dienstbetrekking worden tot het loon van de medewerker gerekend. Daarmee zijn het belaste vergoedingen of verstrekkingen: de medewerker betaalt er loonbelasting over.
Onder de WKR kunnen vergoedingen en verstrekkingen ook door de werkgever worden aangewezen als “eindheffingsbestanddelen”. Dan betaalt niet de medewerker loonbelasting, maar de werkgever betaalt een eindheffing naar een vast tarief van 80%.
Niet over alle vergoedingen en verstrekkingen is loonbelasting of eindheffing verschuldigd. De WKR kent namelijk de volgende elementen:
Ten slotte bestaan er ook zogenoemde “intermediaire vergoedingen”. Deze vallen buiten de WKR en mogen daarom onbelast worden vergoed.
De vrije ruimte is 1,2% (2020) van de fiscale loonsom (1,7% over de eerste 400.000) van de actieve medewerkers en de politieke ambtsdragers, incl. ambtsdragers die gekozen hebben voor opting-in.
De vrije ruimte geldt alleen voor de door de werkgever aangewezen vergoedingen en verstrekkingen. Als het totaal van de aangewezen vergoedingen en verstrekkingen boven het bedrag van 1,2% van de loonsom uitkomt, dan moet de werkgever over dat meerdere 80% eindheffing betalen.
Binnen de werkkostenregeling bestaat een aantal gerichte vrijstellingen. Deze kunnen alleen onbelast vergoed of verstrekt worden als de werkgever deze gerichte vrijstellingen heeft aangewezen als eindheffingsbestanddelen1. Deze vrijstellingen gaan niet ten laste van de vrije ruimte.
Loon in natura met een nihilwaardering
Binnen de werkkostenregeling geldt voor een aantal vormen van loon in natura een nihilwaardering. Feitelijk wordt er dus geen belasting geheven over deze elementen. De belastingdienst bepaalt welke elementen onder deze categorie vallen.
Intermediaire vergoedingen vallen buiten de werkkostenregeling en mogen altijd en ongemaximeerd onbelast worden vergoed. Intermediaire vergoedingen zijn vergoedingen voor bedragen, die een medewerker (vaak in opdracht van de werkgever) voorschiet, maar die voor rekening van de werkgever behoren te komen.
Doorgaans declareert de medewerker deze kosten bij de werkgever. Het gaat daarbij om zaken die het eigendom worden van de werkgever (al dan niet ter beschikking gesteld aan de medewerker) of kosten die specifiek samenhangen met de bedrijfsvoering en niet met het functioneren van de medewerker.
Vergoedingen en verstrekkingen
De werkgever heeft bij een aantal vergoedingen en verstrekkingen de keuze deze in de vrije ruimte te laten vallen. In een aantal gevallen moeten de vergoedingen en verstrekkingen in de vrije ruimte vallen. Binnen de WKR bestaat voor een aantal vergoedingen en verstrekkingen gerichte vrijstellingen, nihilwaardering of intermediaire kosten. Deze gerichte vrijstellingen, nihilwaarderingen en intermediaire kosten gaan niet ten koste van de vrije ruimte.
De financiële administratie en de salarisadministratie moeten op elkaar afgestemd worden.
In de financiële administratie is een onderverdeling gemaakt in 4 categorieën WKR (Vrije ruimte, gerichte vrijstellingen, nihil waardering en intermediaire kosten).
Voor het bepalen van de vrije ruimte en het toetsen van de vergoedingen en verstrekkingen aan die vrije ruimte kan er gekozen worden uit 3 methoden:
De keuze is op methode 1 gevallen:
Toets gedurende het lopende jaar of de vergoedingen en verstrekkingen binnen de vrije ruimte blijven. In het aangiftetijdvak waar de vrije ruimte wordt overschreden, verwerken we het bedrag dat boven de vrije ruimte uitkomt in de aangifte. Hierover betalen we 80% eindheffing. In elk volgend aangiftetijdvak moeten de vergoedingen en verstrekkingen die als eindheffingsloon in de vrije ruimte is ondergebracht, in de aangifte over dat tijdvak opnemen en daarover 80% eindheffing betalen.
Verreken de eindheffing over het positieve of negatieve verschil uiterlijk in de eerste aangifte van het volgende kalenderjaar: is de vrije ruimte groter dan de vergoedingen en verstrekkingen, dan krijgen we 80% eindheffing over het verschil terug; is de vrije ruimte kleiner, dan moeten we alsnog 80% eindheffing over het verschil betalen.