Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Valkenswaard

Maatschappelijk beleid grootschalige zonne- en windenergie Valkenswaard

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieValkenswaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMaatschappelijk beleid grootschalige zonne- en windenergie Valkenswaard
CiteertitelMaatschappelijk beleid grootschalige zonne- en windenergie Valkenswaard
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-11-2021nieuwe regeling

30-09-2021

gmb-2021-402376

Tekst van de regeling

Intitulé

Maatschappelijk beleid grootschalige zonne- en windenergie Valkenswaard

I. Maatschappelijk beleid grootschalige zonne- en windenergie in de gemeente Valkenswaard: voorwaarden en uitvoeringskader

Aanleiding van dit beleid

Vanwege het veranderende klimaat is er, ook in Nederland, steeds meer aandacht voor duurzame energie. Nederland heeft het internationale Klimaatakkoord van Parijs uit 2015 getekend. Vervolgens heeft overleg op de, zo genoemde, Tafels van het Nederlandse klimaatoverleg geleid tot het Nederlandse Klimaatakkoord. Het voor dit beleid belangrijkste vastgestelde doel uit het Klimaatakkoord is dat we in Nederland de CO2-uitstoot willen reduceren met 95% in 2050, met als tussendoel 49% in 2030. Hieruit volgend is onder andere concreet afgesproken om op land voldoende vermogen te installeren om 35 TWh aan duurzame energie op te wekken in 2030. Deze opgave is vervolgens uitgezet naar dertig regio’s, die Regionale Energie Strategieën (hierna: RES) ontwikkelen om, naast besparing en duurzaam gebruik van warmte, deze grootschalige opwek te realiseren. De Metropool Regio Eindhoven, waar Valkenswaard deel van uitmaakt, is één van deze regio’s.

 

Het Nederlandse Klimaatakkoord vormt daarmee de basis van dit gemeentelijk beleid.

 

In heel Nederland en dus ook in onze regio leiden deze concrete afspraken ertoe dat er druk ligt op het ontwikkelen van grootschalige projecten op het gebied van zonne- en windenergie. De nadruk ligt op de productie van zonne- en windenergie omdat we hiermee, zowel financieel als technisch, haalbare, grootschalige projecten kunnen realiseren.

 

Ondernemers krijgen hierdoor de kans om projecten op het gebied van zonne- en windenergie te ontwikkelen. Nederlandse, maar ook buitenlandse ondernemers maken gebruik van de gunstige situatie die er is gecreëerd door het Klimaatakkoord en de daaruit volgende financiële regelingen. Daarnaast is er landelijk ook een sterke groei te zien in coöperaties die zich, vaak lokaal, richten op het ontwikkelen van grootschalige zonne- en/of windenergieprojecten.

 

Wat bij deze grootschalige projecten belangrijk is gebleken, is de maatschappelijke kant. De projecten hebben namelijk vanwege hun omvang en karakter een aanzienlijke impact op de leefomgeving van omwonenden. Om inwoners steun te bieden, is het belangrijk om als bevoegd gezag duidelijkheid te geven over wat wel en niet gewenst is, zodat de projectontwikkelaar de maatschappelijke kant tijdens de ontwikkeling van het project goed kan vormgegeven. Het bevoegd gezag bij dergelijke projecten is doorgaans de gemeente, zie bijlage I.

 

Uit de RES volgen zoekgebieden voor de opwek van grootschalige zonne- en windenergie. De regio gaat echter geen gezamenlijke maatschappelijke voorwaarden vastleggen.

 

Het vastleggen van de maatschappelijke voorwaarden doet daarnaast recht aan de Valkenswaardse gemeenschap, die sterk betrokken is geweest bij het formuleren van de Duurzaamheidsvisie van de gemeente. Deze visie legt onder andere de nadruk op het zorgvuldig omgaan met ons klimaat ten behoeve van huidige maar ook toekomstige inwoners van de gemeente.

 

Vanwege de doelstellingen van het Klimaatakkoord, de daaruit voortvloeiende ontwikkelingen en de door de gemeenschap gedragen duurzaamheidsvisie wil de gemeente Valkenswaard de maatschappelijke voorwaarden voorafgaand aan de realisatie van grootschalige zonne- en windenergieprojecten vastleggen in voorliggend beleid en toetsingskader. Zij heeft daardoor gekozen om voorbereid te zijn op mogelijke, toekomstige ontwikkelingen op dit gebied.

 

Hoe is dit beleid tot stand gekomen?

Voor dit beleid hebben we ons gebaseerd op de ervaringen, kennis en kunde van de inwoners en de ambtenaren van onze gemeente. Ook hebben we gekeken naar ervaringen van andere gemeenten in Nederland, specifiek die uit onze regio. Ook richtlijnen over participatie en communicatie over dit onderwerp verstrekt vanuit het Nationaal Programma RES, de landelijke, coördinerende organisatie van de dertig Regionale Energie Strategieën, zijn meegenomen.

 

Traject met inwoners en andere stakeholders

Ten behoeve van een groot draagvlak heeft de gemeente gekozen voor een intensief en uitgebreid traject van communicatie met inwoners en andere stakeholders. Dit door middel van:

  • 1.

    gesprekken met inwoners en belangenorganisaties, zie hieronder;

  • 2.

    het ter inzage leggen van het conceptbeleid, zodat inwoners en stakeholders hierop kunnen reageren;

  • 3.

    het ter vaststelling voorleggen van het beleid aan de raadsleden; zij vertegenwoordigen acht politieke partijen en achterban.

De Valkenswaardse gemeenschap is van dit traject op de hoogte gebracht via lokale media (weekblad), social media en de website van de gemeente.

 

Vanwege de coronagerelateerde maatregelen hebben we de bijeenkomsten om de inwoners te betrekken online georganiseerd.

 

Tijdens de eerste bijeenkomst hebben we informatie verstrekt over grootschalige opwek. De gemeente heeft daarover een presentatie gegeven en aansluitend hebben twee coöperaties toegelicht hoe de ontwikkeling van grootschalige zonne- en windenergieprojecten is verlopen. De presentaties zijn beschikbaar via de website.

 

Tijdens de tweede bijeenkomst hebben inwoners in kleine groepjes meegedacht over belangrijke maatschappelijke voorwaarden.

 

Hierna hebben we conceptbeleid geformuleerd en gepresenteerd aan geïnteresseerden waarna zij feedback konden geven tijdens de derde bijeenkomst.

 

In totaal hebben tijdens dit traject ongeveer 50 personen met ons meegekeken en meegedacht, waaronder een aantal vertegenwoordigers van belangenorganisaties, zoals de ZLTO.

 

Hierna hebben we het beleid ter inzage gelegd.

 

Reikwijdte van dit beleid

  • We spreken over grootschalige opwek van zonne-energie wanneer het gaat over een veld van tenminste 0,5 hectare. Deze definitie sluit aan bij provinciaal beleid.

  • Bij windenergie spreken we over grootschalige opwek wanneer tenminste drie windmolens van 1 MW worden geplaatst. Het clusteren van tenminste drie molens is vastgelegd in de Interim-omgevingsverordening van de Provincie.

  • Verder beperkt dit beleid zich tot de maatschappelijke voorwaarden. Projectplannen toetsen we echter ook aan de dan geldende ruimtelijke voorwaarden.

  • Op dit moment ligt de nadruk vanuit het Klimaatakkoord op de ontwikkeling van grootschalige zonne- en windparken. Wanneer andere technologieën grootschalig toegepast kunnen worden, geldt voorliggend beleid, totdat er beleid is geformuleerd, dat is toegespitst op deze technologieën.

Windenergie, ontwikkelingen en impact

Moderne windmolens maken al decennia deel uit van onze maatschappij en onze ruimtelijke inrichting. De afgelopen jaren zijn ook grootschalige windparken op land in opkomst. Het Klimaatakkoord stimuleert deze ontwikkeling sterk.

 

De ontwikkeling van de windmolentechnologie staat niet stil: de windmolens worden steeds groter omdat deze dan efficiënter energie kunnen opwekken (op grotere hoogte vangen windmolens meer wind en dat zorgt voor meer energieopwekking op hetzelfde landoppervlak).

 

Een windmolen verandert echter de (fysieke) omgeving van omwonenden. Voor fysieke aspecten zoals geluid, slagschaduw en veiligheid is er wetgeving waarop getoetst wordt.

 

Zonne-energie, ontwikkelingen en impact

Zonne-energie wordt door middel van zonnepanelen omgezet in elektriciteit. Deze omzetting gaat steeds efficiënter, waardoor zonnepanelen steeds meer energie genereren per oppervlakte-eenheid. Gelet op een zorgvuldig grondgebruik ligt de voorkeur bij het toepassen van zonnepanelen op daken van gebouwen. De gezamenlijke oppervlakte van de grotere daken is echter niet groot genoeg om voldoende duurzame energie op te wekken om de landelijke doelstelling uit het Klimaatakkoord te halen. Grondgebonden zonneparken zijn daarom ook nodig.

Zonneparken hebben impact op de leefomgeving, onder andere door zichtbaarheid, verandering van de bodem of het wijzigen van de bestemming van het gebied ten behoeve van het opwekken van energie. Deze effecten kunnen zowel positief als negatief zijn. Zo kan de bodem in negatieve zin veranderen door verandering in lichtinval en neerslag maar kan er een positief effect optreden door het uitblijven van het gebruik van meststoffen, pesticiden en grondbewerking. Plannen toetsen we altijd aan de dan geldende wetgeving.

II. Maatschappelijke voorwaarden

Artikel 1. Begrippenlijst

Coöperatie: een vorm van zelforganisatie ten behoeve van een collectief doel met een zakelijke basis. De leden bundelen hun krachten in de coöperatie om hun individuele en gezamenlijke doelen te bereiken. Het uiteindelijke doel van een co-operatie is waardecreatie voor de leden.

 

Energietransitie: de huidige energietransitie is het proces van overstappen van het gebruik van fossiele brandstoffen naar het gebruik maken van duurzame brandstoffen. Onderdelen van dit proces zijn verandering van dominante technologieën, veranderingen van economische facetten (bedrijven, manieren van betalen, kosten et cetera) en wijziging van sociale aspecten, zoals individuele gedragsverandering.

 

Initiatiefnemer: partij die een zonne- of windpark wil realiseren in Valkenswaard. In ons beleid kan dat alleen een coöperatie zijn.

 

Klimaatdoelstellingen: doelstellingen uit het Nederlandse Klimaatakkoord van juni 2019.

 

Megawatt (MW): eenheid van vermogen (energie per tijdseenheid).

 

Principeverzoek: een verzoek van een initiatiefnemer aan het college van burgemeester en wethouders om planologische medewerking te verlenen aan de ontwikkeling van een zonne- en/of windpark. Een principeverzoek moet vergezeld gaan met een Projectvoorstel.

 

Projectgebied: het gehele gebied dat beïnvloed wordt door de aanleg, het gebruik en de ontmanteling van het zonne- of windpark. De sociale samenhang en/of landschappelijke kenmerken zoals bosranden, wegen, woonwijken en dergelijke zijn bepalend voor de omvang en vorm van het projectgebied.

 

Projectvergoeding: het deel van de financiële opbrengsten van een zonne- of windpark dat bestemd is om aan inwoners, pachters en grondeigenaren in het projectgebied een vergoeding uit te keren. Genoemde belanghebbenden kunnen zowel een natuurlijk persoon als een rechtspersoon zijn.

 

Projectvoorstel: het document dat een initiatiefnemer moet indienen bij hun principeverzoek waarin de plannen voor een zonne- en/of windpark staan omschreven. Onderdeel van het projectvoorstel is een kaart van het projectgebied en daarbinnen de locatie van de installatie (alle onderdelen die boven, op en/of in de bodem worden gebracht) binnen het zoekgebied. De installatie dient in zijn geheel binnen het zoekgebied te liggen.

 

Windpark (grootschalig): een opstelling van tenminste drie windturbines met een minimaal vermogen van 1 MW per windmolen.

 

Windmolen of windturbine: een windmolen of windturbine is een generator die met behulp van wind elektriciteit opwekt.

 

Zoekgebied: een zoekgebied is hetzij een gebied, dat in de Regionale Energie-strategie is bepaald en dat de gemeente vervolgens heeft aangewezen voor de ontwikkeling van grootschalige zonneparken, hetzij een gebied dat door de gemeenteraad zelf is aangewezen voor de ontwikkeling van grootschalige zonneparken. Binnen het zoekgebied dient nader onderzocht te worden of, hoe en waar een zonnepark kan komen. Onder andere voorliggend maatschappelijk beleid stellen voorwaarden daaraan.

 

Zonnepark (grootschalig): een opstelling van grondgebonden zonnepanelen met een oppervlakte van 0,5 hectare of meer.

Artikel 2. Uitgangspunten

  • 2.1.

    Vanuit onze gemeentelijke verantwoordelijkheid leveren wij een bijdrage aan de energietransitie.

  • 2.2

    Meer duurzame energie opwekken en daarmee de CO2-uitstoot reduceren, geheel in lijn met het Klimaatakkoord.

  • 2.3

    De opbrengsten van duurzame energie ten goede laten komen aan de Valkenswaardse gemeenschap en bij voorkeur inzetten voor het behalen van de klimaatdoelstellingen.

  • 2.4

    Iedereen in Valkenswaard de kans geven mee te bepalen en mee te doen (de coöperatieve gedachte).

  • 2.5

    We willen samen met alle belanghebbenden in Valkenswaard alleen de ‘beste’ zonne- en windprojecten tot ontwikkeling laten komen.

  • 2.5

    Valkenswaard sluit tot nadere beslissing uit dat binnen het gemeentelijk grondgebied windparken, windmolens of windturbines worden gerealiseerd.

Artikel 3. Voorwaarden voor zowel zonne- als windparken

  • 3.1

    De gemeenteraad bepaalt de zoekgebieden.

    Dit kan de gemeenteraad bijvoorbeeld doen door vaststelling van de Regionale Energiestrategie. Waar aanpassing van een bestemmingsplan noodzakelijk is, worden de daarvoor geldende regels toegepast, inclusief de daarbij behorende inspraak en bezwaarprocedures. Mogelijk dat de Provincie zichzelf aanwijst als bevoegd gezag om zoekgebieden te bepalen binnen een gemeente.

  • 3.2.

    Zonneparken worden 100% coöperatief ontwikkeld en geëxploiteerd.

  • Collectief, lokaal eigendom biedt de beste voorwaarden voor het maximaal terugvloeien van de baten naar de gemeenschap. Daarom streeft Valkenswaard naar lokaal eigenaarschap en daarmee ook het tegengaan van grondspeculatie. Eisen die we stellen aan coöperaties:

     

    • a.

      Open en vrijwillig lidmaatschap. Inwoners van Nederland (niemand uitgezonderd) moeten de mogelijkheid krijgen om lid te worden van de coöperatie, bijvoorbeeld door een kleine, financiële bijdrage of anderszins. Mensen met een heel kleine beurs krijgen een (in natura) alternatief aangeboden voor het lidmaatschap. Ieder lid heeft één stem in de coöperatie. Leden zijn niet verplicht om daarnaast ook economisch te participeren (investeren in coöperatie, zie ook c.).

    • b.

      Democratische controle door de leden. De Algemene Ledenvergadering beslist. Ieder lid heeft één stem.

    • c.

      Leden kunnen economisch participeren. Alle leden kunnen investeren in de coöperatie. Andere investeerders zijn alleen toegestaan als dit noodzakelijk blijkt om de business case rond te krijgen. Het stemrecht van leden die geïnvesteerd hebben blijft gelijk; ieder lid heeft één stem. Uiteraard wordt wel een rendement uitgekeerd over de investering.

    • d.

      De coöperatie is autonoom en onafhankelijk. Dat wil zeggen dat de coöperatie alleen van de leden is.

    • e.

      De coöperatie beoogd intensief samen te werken met andere energiecoöperaties.

    • f.

      De coöperatie is er voor en door de gemeenschap en zet de opbrengsten van de coöperatie in voor de Valkenswaardse gemeenschap.

  • 3.3

    De gemeente verleent desgewenst in een zoekgebied planologische medewerking aan één samenhangend projectvoorstel

  • Wanneer meerdere initiatiefnemers een project willen ontwikkelen in een zoekgebied moeten zij in samenspraak komen tot één projectvoorstel. In het projectvoorstel legt men uit hoe men tot één voorstel is gekomen. De gemeente verwacht dat niet alleen wordt gekeken naar grondposities maar dat men komt tot een optimale gebiedsinrichting. Waar nodig bepaalt de gemeente welke overige ontwikkelingen men betrekt bij het initiatief; een integrale benadering staat daarbij voorop. Het college beslist of de gemeente medewerking aan het project verleent.

  • 3.4

    De ontwikkeling van zonneparken gebeurt integraal met de dan geldende gebiedswaarden, -opgaven en -visie.

  • Daarmee vormt dit beleid een bouwsteen voor de omgevingsvisie. In het projectvoorstel legt men uit hoe men tot één integraal voorstel is gekomen.

  • 3.5.

    De omgeving van een toekomstig zonnepark heeft een actieve en betrokken rol bij de ontwikkeling en de exploitatie van het zonne-park.

    • a.

      Om de mate van participatie vast te leggen houdt het beleid voor de ontwikkeling van het zonnepark het volgende aan: de kleine kring beslist mee, de middelgrote kring praat mee en de grote kring wordt geïnformeerd. Dit geldt ook voor inwoners van een buurgemeente, als een deel van de kring(en) buiten de gemeentegrens ligt.

    • b.

      De omgeving bestaat uit het projectgebied (kleine kring plus middelgrote kring) en de wijdere omgeving (grote kring).

    • c.

      De vorm en omvang van de omgeving wordt per project bepaald en ligt dus niet vooraf vast. Vuistregel voor een zonnepark kan het volgende zijn:

      • Kleine kring: het gebied van het zonnepark en de aangrenzende percelen.

      • Middelgrote kring: een gebied van circa 500 meter rondom de buitengrens van het zonnepark.

      • Grote kring: een cirkel met een zodanige straal rondom het project-gebied dat de gehele gemeente Valkenswaard binnen die cirkel ligt (daarmee liggen de gebieden binnen de grote kring, maar buiten de gemeente Valkenswaard ook vast).

    • d.

      De initiatiefnemer gaat vanaf het begin van het project (planvorming) tot en met de afronding (ontmantelingsfase) actief aan de slag met de inwoners van de omgeving van het (toekomstige) zonnepark. Dit staat los van de geldende formele procedures voor inspraak, beroep of bezwaar.

    • e.

      Als de kleine, middelgrote of grote kring over de gemeentegrens heen gaat, dan wordt het bestuur van de betreffende gemeente actief betrokken.

  • 3.6

    Er wordt een sociale verdeelsleutel opgesteld ‘door en voor’ de inwoners, pachters en grondeigenaren van het projectgebied.

  • Met deze verdeelsleutel worden de projectvergoedingen bepaald. De verdeelsleutel wordt opgesteld vóórdat gesproken wordt over het parkontwerp of de positie van zonnepanelen of windturbines.

  • 3.7

    De financiële opbrengsten van zonne- en windparken moeten maximaal terugvloeien naar de gemeenschap.

  • De sociale verdeelsleutel uit het vorige lid zorgt dat opbrengsten binnen het projectgebied eerlijk worden verdeeld. Daarnaast heeft de omgeving als volgt baat bij een project:

    • a.

      De coöperatie richt een fonds op ten behoeve van de omgeving: een omgevingsfonds. De besteding van het omgevingsfonds betreft altijd een maatschappelijk doel in de omgeving van het zonnepark. De leden stemmen over de besteding van het omgevingsfonds. Voorafgaand aan de stemming krijgt de gemeenteraad van Valkenswaard de mogelijkheid om een zienswijze in te brengen op de besteding.

    • b.

      Van de opbrengsten van een zonnepark, vloeit een in overleg tussen co-operatie en gemeente nader overeen te komen percentage terug naar de gemeente en wordt toegevoegd aan de algemene reserve.

  • 3.8.

    Opruimplicht

  • Voor het ontmantelen en afvoeren van de materialen die boven, op en/of in de bodem zijn gebracht als onderdeel van een zonnepark maakt de initiatiefnemer met de gemeente afspraken in een anterieure overeenkomst. Om ontmanteling en afvoer te borgen is onderdeel van de anterieure overeenkomst het reserveren van het benodigde budget daarvoor. Dit budget is daartoe ondergebracht in een fonds en kan slechts na overleg met en met toestemming van de gemeente worden aangewend. Hoe en in welk tempo het fonds wordt gevuld is onderdeel van de anterieure overeenkomst.

Artikel 4. Proces

  • 4.1

    Het initiatief doorloopt een proces om te komen tot een principeverzoek.

  • Initiatiefnemer(s) dient/dienen een projectvoorstel in bij de gemeente. Bij het toetsen van het projectvoorstel vindt een integrale afweging plaats door de benodigde vakdisciplines binnen de gemeentelijke organisatie. Dit wordt gecoördineerd door de bestuurs-directeur in overleg met de portefeuillehouder Duurzaamheid. De processtappen zijn gedefinieerd in het toetsingskader.

Artikel 5. Overige

  • 5.1

    Hardheidsclausule

  • In specifieke, bijzondere of onvoorziene omstandigheden die leiden tot een onredelijke benadeling voor burgers of ondernemingen kan het college van burgemeester en wethouders een voorstel doen om van deze beleidsregels af te wijken. Het college maakt dit kenbaar aan de raad met de vraag of zij hier haar zienswijze op geeft.

  • 5.2.

    Inwerkingtreding en horizon beleid

  • Deze beleidsregels treden in werking op de dag van publicatie. Dit beleid is opgesteld voor een periode van maximaal 10 jaar.

  • 5.3.

    Evaluatie

  • Tweejaarlijks vindt een evaluatie van dit beleid plaats omdat er veel ontwikkelingen zijn op het gebied van grootschalige, duurzame opwek. Als het noodzakelijk blijkt, wordt het beleid aangepast en opnieuw vastgesteld door de gemeenteraad.

III. Uitvoeringskader

Proces

Om te komen tot de bouw en exploitatie van een zonnepark moet de initiatiefnemer een omgevingsvergunning aanvragen bij de gemeente. De gemeente toetst deze aan de Maatschappelijke voorwaarden. We willen als gemeente niet simpelweg ‘toetsen’ maar een initiatiefnemer helpen om tot het ‘beste’ project te komen. Daartoe doorlopen alle initiatieven hetzelfde proces:

 

  • 1.

    De gemeenteraad wijst een zoekgebied aan.

  • 2.

    De gemeente doet een oproep aan inwoners, die een initieel plan hebben om in coöperatieve vorm een zonnepark te ontwikkelen binnen dit gebied, zich te melden. De inwoners leggen vóór een vooraf gecommuniceerde datum het initiële plan op hoofdlijnen voor. Bij meerdere plannen stuurt de gemeente aan op het vormen van één plan binnen het zoekgebied.

  • 3.

    Deze initiatiefnemer(s) richt(en) een formele coöperatie op om vanuit die ondernemersvorm het plan uit te werken tot een projectvoorstel. De coöperatie legt haar doelstellingen ter goedkeuring voor aan de gemeenteraad.

  • 4.

    De gemeente en de gevormde coöperatie kondigen een periode van participatie en ontwerp aan. Zij communiceren dit aan de samenleving. De coöperatie en gemeente zoeken samen naar budget om het participatieproces te financieren.

  • 5.

    De coöperatie gaat aan de slag met participatie en ontwerp.

  • 6.

    De coöperatie dient het principeverzoek met één projectvoorstel in bij de gemeente. Bij meerdere voorstellen honoreert de gemeente geen van de voorstellen.

  • 7.

    De gemeente toetst het projectvoorstel, waarbij een integrale afweging door alle benodigde vakdisciplines binnen de gemeentelijke organisatie plaatsvindt, inclusief de ruimtelijke aspecten die geen onderdeel uitmaken van dit beleid en toetsingskader. De afwegingen en het bijbehorende advies worden samen met het projectvoorstel voorgelegd aan het college.

  • 8.

    Het college van burgemeester en wethouders beslist over het principeverzoek.

Toetsingskader

Onderstaande tabel geeft in de eerste kolom de voorwaarden zoals in het beleid staan. Verder staat in de tabel wat minimaal in het projectvoorstel dient te staan.

We hanteren per voorwaarde de volgende scoresystematiek:

 

  • Onvoldoende: een project voldoet niet aan de voorwaarde, verbetering is noodzakelijk.

  • Voldoende: een project voldoet minimaal aan de voorwaarde; verbetering is echter wenselijk.

  • Goed: een project voldoet aan de voorwaarde en biedt meerwaarde t.o.v. de gedefinieerde voorwaarden.

Een projectvoorstel moet voor alle voorwaarden minimaal voldoende, maar liever goed scoren. Bij een onvoldoende moet de initiatiefnemer het voorstel verbeteren, anders wordt het projectvoorstel niet gehonoreerd.

 

Voorwaarden

Wat moet in het projectvoorstel zijn opgenomen?

1

 

De gemeenteraad bepaalt de zoekgebieden voor zonneparken.

Het voorgenomen project ligt in het zoekgebied en dit blijkt uit een visualisatie met uitleg in het projectvoorstel.

2

 

Zonneparken worden 100% coöperatief ontwikkeld en geëxploiteerd.

Het voorstel toont aan dat een coöperatie het zonnepark ontwikkelt en dat deze de exploitatie op zich gaat nemen. Verder laat het in detail zien hoe deze coöperatie is opgezet en functioneert. De beschrijving van het functioneren komt overeen met de eisen die de gemeente stelt aan een coöperatie. De gemeenteraad heeft de doelstellingen van de coöperatie goedgekeurd. In het geval van meerdere, samenwerkende coöperaties, gelden deze eisen voor elk van de coöperaties.

3

 

De gemeente verleent in een zoekgebied planologische medewerking aan slechts één samenhangend projectvoorstel

De gemeente ontvangt één projectvoorstel. Als meerdere partijen samen één voorstel indienen, geeft het voorstel duidelijkheid over de samenwerking en hoe deze tot stand is gekomen. In een contract tussen partners staat een duidelijke verdeling van onder andere de verantwoordelijkheden. Het contract wordt als appendix aan het voorstel toegevoegd.

Het project is onderdeel van integrale gebiedsontwikkeling. Als de gemeente besluit dat bepaalde gebiedsontwikkelingen mee moeten worden genomen, dan dient in het projectvoorstel te staan hoe daaraan wordt voldaan, onder andere door het uitdiepen van de relaties met andere ontwikkelingen en projecten.

4

 

De ontwikkeling van zonneparken gebeurt integraal met de dan geldende gebiedswaarden en -opgaven.

Het voorstel toont aan hoe de initiatiefnemer is gekomen tot één integraal project en hoe dit voldoet aan de dan geldende gebiedswaarden en -opgaven. Het voorstel loopt deze waarden en opgaven stuk voor stuk langs en licht toe hoe het project hieraan voldoet.

5

 

De omgeving van een toekomstig zonnepark heeft een actieve en betrokken rol bij de ontwikkeling en de exploitatie van het zonnepark.

Het projectvoorstel onderbouwt hoe tot de definitie van de omgeving is gekomen (specifiek wanneer er wijzigingen zijn in de kringvorm door natuurlijke en/of sociale omgevingsfactoren). Het voorstel toont aan hoe de omgeving een actieve en betrokken rol krijgt bij de ontwikkeling en de exploitatie van het zonnepark.

 

Het procesparticipatieplan bevat ten minste een communicatieplan en een stakeholderanalyse en beschrijft de processtappen waarmee de omgeving een actieve en betrokken rol krijgt vanaf de planfase tot en met de ontmantelingsfase van het project.

De stakeholders en/of issue-analyse brengt in beeld welke partijen en kwesties van belang zijn. De initiatiefnemer bespreekt met de stakeholders transparant en collectief welke rol zij hebben en hoe zij deel kunnen nemen in de ontwikkeling en exploitatie van het zonnepark.

 

De initiatiefnemer toont hiernaast aan dat een goede omgevingsdialoog is gevoerd, waarbij alle stakeholders, inclusief gemeente, zijn uitgenodigd voor bijeenkomsten waar notulen van worden gemaakt. In een later stadium moet het traceerbaar zijn wat er, wanneer en met wie, in het kader van de omgevingsdialoog heeft plaatsgevonden. Andere belangrijke punten die moeten zijn vastgelegd, zijn: het besluitvormingsproces, discussiepunten en conclusies.

Het communicatieplan bevat een verslag van de communicatie voorafgaand aan het indienen van het projectvoorstel alsook een opzet voor de communicatie met stakeholders in de voorbereidende- en uitvoeringsfase.

6

 

Voorafgaand aan het parkontwerp wordt er een sociale verdeelsleutel opgesteld ‘door en voor’ de inwoners en grondeigenaren van het projectgebied.

Het voorstel toont aan wat de afgesproken projectvergoedingen zijn en hoe en wanneer deze tot stand zijn gekomen (procesbeschrijving en resultaten). Ook moet de initiatiefnemer aantonen dat de afspraken over projectvergoedingen zijn gemaakt voordat het parkontwerp is opgesteld.

7

 

De financiële opbrengsten van zonne- en windparken moeten maximaal terugvloeien naar de gemeenschap.

Het voorstel onderbouwt, wat en hoeveel naar welke partij respectievelijk welk fonds zal gaan. Onderdeel hiervan is hoeveel er gestort gaat worden in een omgevingsfonds en een gemeentelijk fonds. Basis van deze berekening is een reëel kosten-batenoverzicht en een (te verwachten) balans met een helder en realistisch kasstroomoverzicht. Naast een onderbouwde business case deelt de initiatiefnemer een financieel participatieplan waarin hij naast bovenstaande details, beschrijft welke stakeholders er op welke manier financieel kunnen deelnemen.

8

 

Opruimplicht

Het projectvoorstel beschrijft hoe het opruimen van het zonnepark wordt geborgd. In een anterieure overeenkomst wordt dit vastgelegd.

 

Bijlage I: Bevoegd gezag bij zonneparken

 

Zonneparken

Bij grondgebonden zonneparken zijn gemeenten bevoegd gezag voor het verlenen van de omgevingsvergunning. Zonneparken met een omvang vanaf 50 MW kunnen vallen onder de Rijkscoördinatieregeling. Er is geen tussenstap waarbij provincies bevoegd gezag zijn bij zonneparken.