Organisatie | Ede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regel Re-integratieverordening Participatiewet Ede 2015 |
Citeertitel | Nadere regel Re-integratieverordening Ede 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Oorspronkelijke publicatie Gemeenteblad |
De nadere regel wordt opnieuw gepubliceerd in verband met de vindbaarheid van de oorspronkelijke uitgave in het Gemeenteblad.
Re-integratieverordening Participatiewet Ede 2015
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-02-2015 | nieuwe regeling | 10-02-2015 | 25565 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede,
gelet op de artikelen 7, derde lid, 11, tweede lid, 18, tweede lid, 19, vierde en 21, eerste lid, onder a van de Re-integratieverordening Participatiewet Ede 2015;
Vast te stellen de hierna volgende Nadere regel Re-integratieverordening Ede 2015
Artikel 3. Overgangsrecht Re-integratieverordening
Een persoon die gebruik maakt van een toegekende voorziening op grond van de ‘Re-integratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Ede 2012’, die moet worden beëindigd op grond van deze verordening, behoudt deze voorziening voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden uit de ‘Re-integratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Ede 2012’ voor de duur dat deze is verstrekt.
Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders op 10 februari 2015, nummer 25565.
Burgemeester en wethouders,
de secretaris, w.g. WIELINGA
de burgemeester, w.g. VAN DER KNAAP
Artikel 1 Premie bij de Participatieplaats gericht op re-integratie
In artikel 10a, zesde lid van de Participatiewet is bepaald dat het college aan belanghebbende, telkens nadat hij gedurende zes maanden op grond van dit artikel additionele werkzaamheden heeft verricht, een premie (berekend per maand) van maximaal 100 euro verstrekt, indien hij naar het oordeel van het college in die zes maanden voldoende heeft meegewerkt aan het vergroten van zijn kans op inschakeling in het arbeidsproces. De uitkeringsgerechtigde die onbetaalde additionele werkzaamheden verricht, kan daarom iedere zes maanden in aanmerking komen voor een premie. Hiervoor moet hij wel voldoende meewerken aan het vergroten van zijn kans op inschakeling in het arbeidsproces. Doet hij dat niet, dan wordt de premie geweigerd. Het maximum aantal uren is vastgesteld op 32 uur per week. De premie wordt naar rato vastgesteld als minder dan 32 uur per week wordt gewerkt. De premie aan de belanghebbende wordt ieder half jaar uitbetaald. Bij tussentijdse beëindiging van de uitkering wordt de premie gelijk uitbetaald. Het college acht het vanzelfsprekend dat degene voor wie de additionele werkzaamheden worden verricht na het eerste jaar een vergoeding betaalt aan het college die overeenstemt met de hoogte van de premie. Het college heeft dan beoordeeld dat betrokkene vooruitgang heeft laten zien en het is niet meer dan vanzelfsprekend dat de de derde – die daarvan profijt heeft – een financiële bijdrage daarvoor levert.
Artikel 2 Loonkostensubsidie gericht op re-integratie
Onder kwetsbare werknemer, zoals bedoeld in artikel 18, derde lid, van de re-integratieverordening, wordt
– die voorafgaande aan de indienstneming tenminste zes maanden geen regulier betaalde betrekking heeft gehad