Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dordrecht

Beleidsregels vergunningen speelautomatenhallen Dordrecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDordrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels vergunningen speelautomatenhallen Dordrecht
CiteertitelBeleidsregels vergunningen speelautomatenhallen Dordrecht
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR337918/15

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-11-2021nieuwe regeling

02-11-2021

gmb-2021-397941

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels vergunningen speelautomatenhallen Dordrecht

De BURGEMEESTER van de gemeente DORDRECHT;

 

gezien het voorstel inzake het vaststellen van de Beleidsregels vergunningen speelautomatenhallen;

overwegende dat

op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening Dordrecht ("APV") het aantal speelautomatenhallen in de gemeente Dordrecht aan een maximum verbonden is;

om een speelautomatenhal te kunnen exploiteren de exploitant in elk geval dient te beschikken over een exploitatievergunning;

voor het aanwezig zijn van kansspelautomaten op grond van de APV ook een aanwezigheidsvergunning nodig is en - voor zover voor strijdigheid met het bestemmingsplan de brandveiligheid en voor het planologisch gebruik op de betreffende locatie - een omgevingsvergunning;

vanwege het in de APV opgenomen maximumstelsel voor speelautomatenhallen, de reële verwachting is dat het aantal (potentiële) aanvragers van c.q. belangstellende exploitanten voor een speelautomatenhalvergunning groter zal zijn dan het aantal voor verlening beschikbare vergunningen de vereiste exploitatievergunning een zogenoemde ‘schaarse vergunning’ is;

op grond van recente rechtspraak van de hoogste bestuursrechter voor de verdeling (en verlening) van schaarse vergunningen specifieke verdelingsnormen gelden;

het verdelende bestuursorgaan met het oog op het creëren van een gelijk speelveld voldoende mededingingsruimte dient te creëren door alle potentiële gegadigden expliciet in de gelegenheid te stellen om hun belangstelling voor de beschikbare schaarse vergunningen kenbaar te maken door middel van het indienen van formele aanvragen;

het verdelende bestuursorgaan ook verplicht is om een passende mate van openbaarheid te verzekeren als het gaat om de wijze waarop de beschikbare schaarse vergunningen worden verdeeld en verleend;

de beschikbare schaarse vergunningen tenslotte niet voor onbepaalde tijd gelden, maar een beperkte looptijd hebben;

dit concreet betekent, dat de burgemeester, voorafgaand aan de verdeling en verlening van de beschikbare schaarse exploitatievergunningen voor de vestiging en exploitatie van een speelautomatenhal in Dordrecht, duidelijkheid moeten bieden over zowel de procedurele behandeling van in te dienen vergunningaanvragen (de beschikbaarheid van schaarse vergunningen, het aanvraagtijdvak) als over de inhoudelijke beoordelings- en afwegingscriteria op basis waarvan aanvragen worden verleend dan wel worden geweigerd;

deze beleidsregel de toe te passen verdelingsmethode van de ‘vergelijkende toets’ nader uitwerkt en de procedurele spelregels en inhoudelijke criteria bevat aan de hand waarvan de burgemeester de beschikbare schaarse speelautomatenhalvergunningen conform artikel 2:39 D lid 2 van de APV verdeelt, waarbij de kwaliteit van de ingediende aanvragen centraal staat;

 

gelet op de artikelen 2:39 B, 2:39 C, 2:39 D; 2:39 E, 2:39 F en 2:39 G Algemene plaatselijke verordening Dordrecht

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de navolgende

Beleidsregels vergunningen speelautomatenhallen Dordrecht.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 <GERESERVEERD>

 

Artikel 2 Puntentoekenning en minimale vereisten

In deze beleidsregels wordt verwezen naar een bijlage “Puntentoekenning”. Deze bijlage bevat de kwantitatieve aspecten van de beoordeling (punten per criterium en onderlinge weging van de criteria). Tevens bevat deze bijlage de score die een aanvraag minimaal moet behalen om voor vergunningverlening in aanmerking te komen.

 

Hoofdstuk 2 Verdelingsprocedure nieuwe exploitatievergunning

Artikel 3 Fasering in de procedure

De procedure doorloopt de volgende fasen:

  • 1.

    Publicatiefase (‎Hoofdstuk 3)

    • a.

      Stap 1: openbare kennisgeving (‎Artikel 6)

  • 2.

    Aanvraagfase (‎Hoofdstuk 4)

    • a.

      Stap 2: Nota van inlichtingen (‎Artikel 8)

    • b.

      Stap 3: Indienen van de aanvraag (‎Artikel 9)

    • c.

      Stap 4: Ontvankelijkheid (‎Artikel 11)

  • 3.

    Beoordelingsfase (‎Hoofdstuk 5)

    • a.

      Stap 5: Toetsing aan de weigeringsgronden (‎Artikel 12)

    • b.

      Stap 6: Uitvoeren van de vergelijkende toets (‎Artikel 13)

    • c.

      Stap 7: Bepaling van de rangorde (‎Artikel 14)

  • 4.

    Besluitvormingsfase (‎Hoofdstuk 6)

    • a.

      Stap 8: BIBOB toets (‎Artikel 15)

    • b.

      Stap 9: Beslissing op de aanvragen (‎Artikel 16)

 

Artikel 4 Noodzakelijke vergunningen

  • 1.

    Een speelautomatenhal mag alleen geëxploiteerd worden als de exploitant over alle vergunningen beschikt:

    • a.

      exploitatievergunning van de kansspelautoriteit (conform artikel 30h, 1e lid van de Wet op de kansspelen);

    • b.

      exploitatievergunning van de gemeente;

    • c.

      aanwezigheidsvergunning van de gemeente voor de in de inrichting aanwezige speelautomaten;

    • d.

      voor zover nodig een omgevingsvergunning voor strijdigheid met het bestemmingsplan, de brandveiligheid en voor het planologisch gebruik op de betreffende locatie.

  • 2.

    Deze combinatie van vergunningen maakt de aanvraag complex. Niet alleen inhoudelijk, maar ook procedureel. Eén of meer van de vergunningen kunnen uiteindelijk na lange procedures vernietigd worden, waarmee uiteindelijk de overige vergunningen onbruikbaar worden. De kosten en risico’s van vergunningverlening komen voor rekening van de aanvrager.

 

Artikel 5 Vergunningverlening in één procedure

De gemeente Dordrecht streeft ernaar de vergunningverlening zoveel mogelijk tegelijkertijd te laten verlopen, ondanks dat het juridisch verschillende procedure zijn. Dat betekent dat

  • 1.

    geïnteresseerden kunnen aangeven dat zij de procedures voor de verschillende benodigde door de gemeente af te geven vergunningen graag zoveel mogelijk gecombineerd willen doorlopen;

  • 2.

    de beoordeling in eerste instantie plaatsvindt op de aanvraag van de exploitatievergunning conform artikel 2:39 D lid 2 van de APV. De in deze beleidsregels opgenomen verdeelprocedure en beoordeling hebben dan ook betrekking op deze vergunning;

  • 3.

    bij meerdere geïnteresseerden na de beoordelings- en besluitvormingsfase één (of meerdere als er meer vergunningen te verdelen zijn) winnaars bekend kunnen zijn die een exploitatievergunning verleend krijgen; met deze winnaars zullen eventuele nog lopende procedures voor aanwezigheids- en omgevingsvergunning afgerond kunnen worden;

  • 4.

    als een winnaar na deze procedures uiteindelijk toch niet kan beschikken over een volledige vergunde situatie zoals genoemd in ‎Artikel 4, dan vormt dat op basis van artikel 2:39H van de APV een intrekkingsgrond voor de reeds verleende exploitatievergunning. De kosten en risico’s van deze al dan niet gecombineerde vergunningverlening komen voor rekening van de aanvrager.

  • 5.

    voor de niet-winnaars van de exploitatievergunning geldt dat de door hen ingediende vergunningaanvragen afgewezen zullen worden op basis van het bereikte maximum aan speelautomatenhallen.

 

Hoofstuk 3 Publicatiefase

Artikel 6 Stap 1: Openbare kennisgeving

De burgemeester maakt voorafgaand aan de aanvraagfase openbaar bekend dat én hoeveel schaarse exploitatievergunningen voor speelautomatenhallen beschikbaar komen.

 

Artikel 7 Inhoud openbare kennisgeving

De in ‎Artikel 6 genoemde kennisgeving vermeldt in elk geval:

  • 1.

    de periode gedurende welke vergunningaanvragen kunnen worden ingediend;

  • 2.

    de wijze waarop de vergunningen behoren te worden aangevraagd;

  • 3.

    een verwijzing naar de te volgen procedure en de wijze van beoordeling (waaronder deze beleidsregels).

 

Artikel 8 Stap 2: Nota van Inlichtingen

Direct na de openbare kennisgeving hebben geïnteresseerden twee weken de gelegenheid om vragen te stellen ter verduidelijking van (specifieke onderdelen van) de verdelingsprocedure en de daarbij toe te passen criteria. De ingekomen vragen worden van een reactie voorzien en bij wijze van ‘Nota van Inlichtingen’ minimaal één week voor sluiting van de indieningstermijn voor een ieder digitaal raadpleegbaar gesteld.

 

Hoofdstuk 4 Aanvraagfase

Artikel 9 Stap 3: Indienen van de aanvraag

  • 1.

    Aanvragen dienen binnen de in de kennisgeving vermelde periode ontvangen te zijn.

  • 2.

    De aanvragen moeten volledig zijn en minimaal de in ‎Artikel 10 genoemde onderdelen bevatten.

 

Artikel 10 Verplichten onderdelen aanvraag exploitatievergunning

Onverminderd en aanvullend op het bepaalde in artikel 2.39E van de APV zijn verplichte onderdelen van de in te dienen aanvraag om exploitatievergunning in elk geval: (zie ‎Hoofdstuk 7 voor inhoudelijke beschrijving van de verschillende onderdelen):

  • 1.

    Een schriftelijke onderbouwing, waarin is opgenomen:

    • a.

      plan van aanpak openbare orde (‎Artikel 18);

    • b.

      plan van aanpak ter voorkoming van gokverslaving (‎Artikel 17);

    • c.

      toelichting op het bedrijfsconcept (‎Artikel 19);

    • d.

      ruimtelijke beschrijving voor toetsing planologische aanvaardbaarheid (‎Artikel 20).

  • 2.

    Een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel, niet ouder dan 6 maanden gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag;

  • 3.

    Een schriftelijk bewijsstuk, waaruit blijkt dat de aanvrager in elk geval na vergunningverlening gerechtigd is over het perceel of de ruimte te beschikken;

  • 4.

    Een verklaring dat hij beschikt over een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 30h, eerste lid van de wet;

  • 5.

    Een verklaring omtrent het gedrag, niet ouder dan 3 maanden, van

    • a.

      de exploitant;

    • b.

      indien de exploitant een rechtspersoon is, van degene(n) die de rechtspersoon krachtens de statuten vertegenwoordig(t)(en);

    • c.

      de leidinggevende(n) van de speelautomatenhal;

  • 6.

    Een bewijs van lidmaatschap van de aanvrager bij VAN Kansspelen Brancheorganisatie (of een andere door de Kansspelautoriteit erkende brancheorganisatie), een schriftelijk bewijsstuk waarmee de aanvrager aannemelijk maakt in het eerste jaar van de exploitatie van de speelautomatenhal het lidmaatschap van de VAN Kansspelen Brancheorganisatie te zullen verkrijgen of een schriftelijke en gemotiveerde verklaring die aantoont dat de beoogde bedrijfsvoering in kwalitatieve zin gelijkwaardig is aan de eisen die verbonden zijn aan het VAN-lidmaatschap. In deze gelijkwaardigheidsverklaring wordt in ieder geval gemotiveerd uiteen gezet of de bedrijfsvoering voldoet aan de eisen die de VAN ondernemerscode hieraan stelt (vastgesteld in de Algemene Ledenvergadering van 26 maart 2014);

  • 7.

    Een afschrift van het Certificaat Amusementscentra van de DEKRA, een schriftelijk bewijsstuk waarmee de aanvrager aannemelijk maakt in het eerste jaar van de exploitatie van de speelautomatenhal een Certificaat Amusementscentra van de DEKRA te zullen verkrijgen of een schriftelijk gemotiveerde verklaring waaruit blijkt dat de beoogde bedrijfsvoering in kwalitatieve zin gelijkwaardig is aan de eisen die de DEKRA hieraan stelt;

  • 8.

    Een volledig ingevuld BIBOB formulier.

 

Artikel 11 Stap 4: Ontvankelijkheid

  • 1.

    Niet tijdig ingediende aanvragen worden niet inhoudelijk beoordeeld en buiten behandeling gesteld.

  • 2.

    Voor tijdig ingediende, maar onvolledige aanvragen zal de burgemeester met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht aan de aanvrager gelegenheid geven om de aanvraag binnen een twee weken op toereikende wijze aan te vullen. Een onvolledige aanvraag die niet tijdig is aangevuld wordt buiten behandeling gesteld.

 

Hoofdstuk 5 Beoordelingsfase

Artikel 12 Stap 5: Toetsing aan de weigeringsgronden

Een aanvraag voor een exploitatievergunning wordt geweigerd:

  • 1.

    Indien de aanvraag niet voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 2:39G van de Algemene Plaatselijke Verordening;

  • 2.

    In het bijzonder wordt de aanvraag geweigerd op grond van Artikel 2:39G lid e indien het plan van de aanvrager na beoordeling niet de in de bijlage Puntentoekenning genoemde minimum score behaald.

 

Artikel 13 Stap 6: Uitvoeren van de vergelijkende toets

  • 1.

    De aanvragers, waarvan de aanvragen ontvankelijk zijn en niet geweigerd zijn, doen mee aan de vergelijkende toets.

  • 2.

    Het uitvoeren van de vergelijkende toets geschiedt op basis van een waardering op de onderdelen:

    • a.

      een ‘Plan van aanpak openbare orde’ (‎Artikel 18);

    • b.

      een ‘Plan van aanpak ter voorkoming van gokverslaving’ (‎Artikel 17);

    • c.

      een toelichting op het bedrijfsconcept (‎Artikel 19);

    • d.

      een ruimtelijke beschrijving m.b.t. de ‘Planologische aanvaardbaarheid’ (‎Artikel 20);

  • 3.

    Op elk van de onderdelen kan een maximum van 100 punten gescoord worden;

  • 4.

    De puntentoekenning wordt bepaald door de toetsing van de aanvragen aan de beoordelingscriteria en de vergelijking tussen de verschillende aanvragen.

  • 5.

    Er zal voor iedere aanvraag een motivering gegeven worden waarom een bepaald rapportcijfer wordt toegekend.

  • 6.

    De uiteindelijke totaalscore van een aanvraag wordt bepaald met behulp van de in de bijlage ‘Puntentoekenning’ opgenomen formule.

  • 7.

    Het bevoegd gezag kan zich in het kader van de vergelijkende toets voor één of meerdere deelaspecten laten adviseren door één of meer (externe) deskundigen.

 

Artikel 14 Stap 7: Bepalen van de rangorde

De rangorde en de vergunningverlening vinden als volgt plaats:

  • 1.

    Van de beoordeling wordt een rapportage opgesteld, waarin de totaalscores en bijbehorende motivering uit de beoordeling opgenomen worden.

  • 2.

    De ‘winnaar’ is de aanvrager met de hoogste uiteindelijke totaalscore. Als er meerdere vergunningen tegelijkertijd te vergeven zijn er meerdere ‘winnaars’ in volgorde van de totaalscores.

  • 3.

    Als meerdere aanvragen dezelfde score hebben en het maximaal aantal vergunningen uit de APV niet toestaat dat al die aanvragen een vergunning verleend krijgen, dan wordt de ‘winnaar‘ bepaald op basis van de hoogste score op de onderdeel ‘Plan van aanpak openbare orde’. Leidt dit opnieuw tot een gelijke score dan wint diegene met de hoogste score op ‘Plan van aanpak gokverslaving’. Indien ook dit gelijk is dan wordt de rangorde bepaald door een door een notaris te verrichten loting.

 

Hoofstuk 6 Besluitvormingsfase

Artikel 15 Stap 8: BIBOB toets

  • 1.

    De winnende aanvra(a)g(en) worden onderworpen aan een BIBOB toets op basis van het bij de aanvraag volledig ingevuld Bibob formulier. In geval van ‘ernstig gevaar’ (in de zin van artikel 3 van de Wet Bibob) wordt de aangevraagde vergunning geweigerd, ongeacht de behaalde puntenscore.

  • 2.

    In dat geval schuiven alle aanvragers een plaats naar boven in de rangorde en wordt deze opnieuw vastgesteld zoals beschreven in ‎Artikel 14, en zal de uitvoering van stap 8 voortgezet worden.

 

Artikel 16 Stap 9: Beslissing op de aanvragen

  • 1.

    De burgemeester beslist welke aanvrager(s) de exploitatievergunning voor een speelautomatenhal verkrijg(en). Dit geschiedt op basis van de rapportage van de beoordelingsprocedure en de uitgevoerde BIBOB toets.

  • 2.

    Als met de verlening het maximaal aantal vergunningen zoals benoemd in de APV bereikt is dan worden de overige aanvragen afgewezen.

  • 3.

    Als een winnende aanvrager tegelijkertijd met de aanvraag voor een exploitatievergunning ook een aanvraag voor de benodigde aanwezigheids- en/of omgevingsvergunning heeft ingediend, dan kan aansluitend op de verlening van de exploitatievergunning de procedure voor de overige vergunningen worden afgerond.

 

Hoofdstuk 7 Inhoudelijke beoordelingscriteria

Dit hoofdstuk beschrijft op welke punten de aanvragen inhoudelijk zullen worden beoordeeld. De bijbehorende puntentoekenning is te vinden in de bijlage “Puntentoekenning”.

 

Artikel 17 Plan van Aanpak ter voorkoming Gokverslaving

  • 1.

    Uit dit plan blijkt op welke wijze de aanvrager concreet bijdraagt aan de preventie en bestrijding van gokverslaving.

  • 2.

    Het ‘Plan van Aanpak ter voorkoming van Gokverslaving’ wordt getoetst op de volgende onderdelen:

    • a.

      de visie en ervaring van de aanvrager qua preventie van gokverslaving en de concrete maatregelen die hij in dat verband gaat nemen;

    • b.

      een beschrijving van hoe de aanvrager de ‘ideale mix’ van verschillende automaten bereikt en een toelichting daarop;

    • c.

      een toelichting op de inrichting van de ruimte(s) en hoe deze bijdraagt aan het voorkomen van gokverslaving;

    • d.

      de wijze en organisatie van toegangscontrole;

    • e.

      het gemiddeld opleidingsniveau, en de wijze van opleiden van de medewerkers, op het voorkomen en signaleren van mogelijke gokverslaving en het daar vervolgens op acteren;

    • f.

      de wijze waarop de aanvrager en zijn personeel actief voorlichting geven over het onderwerp en de risico’s van gokverslaving;

    • g.

      de wijze waarop de aanvrager actief afstemming heeft met instellingen op gebied van verslavingszorg die actief zijn binnen de gemeente Dordrecht.

 

Artikel 18 Plan van aanpak Openbare Orde

  • 1.

    Hieruit blijkt hoe de aanvrager zorg draagt voor zo min mogelijk negatieve impact op de omgeving.

  • 2.

    Het plan van aanpak openbare orde wordt getoetst op de volgende onderdelen:

    • a.

      een risicoanalyse waarin de belangrijkste risico’s voor openbare orde, veiligheid en leefbaarheid voor de directe omgeving worden benoemd met adequate en realistische beheersmaatregelen die de aanvrager gaat nemen;

    • b.

      welke huis- en gedragsregels gelden voor bezoekers en hoe de naleving daarvan wordt bewaakt;

    • c.

      hoe wordt omgegaan met overlast en rondhangende personen rond de gelegenheid;

    • d.

      hoe toezicht wordt gehouden in de gelegenheid en in de directe omgeving van de gelegenheid;

    • e.

      welke openingstijden gelden en waarom die openingstijden zijn gekozen;

    • f.

      in hoeverre aanvrager of leidinggevende(n) eerder betrokken zijn geweest (bijvoorbeeld als leidinggevende of exploitant van een ander horecabedrijf) bij openbare ordeverstoringen of bestuursrechtelijke maatregelen (zoals tijdelijke sluiting, last onder dwangsom of last onder bestuursdwang) en hoe hij/zij daar vervolgens mee omgegaan is;

    • g.

      de wijze waarop de aanvrager gaat samenwerken met bevoegde instanties op het terrein van openbare orde en veiligheid.

 

Artikel 19 Het bedrijfsconcept

  • 1.

    Hieruit blijkt hoe de aanvrager de speelautomatenhal inricht en positioneert ten opzichte van de omgeving en de gemeente als geheel.

  • 2.

    Het bedrijfsconcept wordt getoetst op de volgende onderdelen:

    • a.

      een inrichtingsplan met de voorgenomen omvang en inrichting van de ruimtes en een toelichting waarin de aanvrager uitlegt waarom hij daarbij bepaalde keuzes gemaakt heeft;

    • b.

      een beschrijving van het aanbod van recreatieve functies in de directe omgeving van de hal en de positionering en toegevoegde waarde van de hal daarin;

    • c.

      een visie van de aanvrager op de rol van de speelautomatenhallen in de gemeente Dordrecht in het algemeen;

    • d.

      een motivering waaruit de meerwaarde c.q. toegevoegde waarde van dit bedrijfsconcept voor de gemeente Dordrecht blijkt.

 

Artikel 20 Ruimtelijke Beschrijving

  • 1.

    Hieruit blijkt de planologische aanvaardbaarheid van de hal op de voorgestelde locatie en het draagvlak daarvoor.

  • 2.

    Deze ruimtelijke beschrijving wordt getoetst op de volgende onderdelen:

    • a.

      de ligging van de hal, in relatie tot de gevolgen voor leef en woonsituatie in de naaste omgeving, de mate waarin maatschappelijk ongewenste effecten van die ligging (bv afstand tot een school) aan de orde zijn. Daarnaast een toelichting op wat de aanvrager met deze effecten doet; een toelichting waarom de vestiging voldoet aan het voor die plek vastgestelde locatiebeleid, de zichtbaarheid van de hal vanaf de openbare weg en de mate waarin de hal een neutrale uitstraling heeft;

    • b.

      de visie van de aanvrager op de meerwaarde van de hal voor de directe omgeving;

    • c.

      de toelichting op de ruimtelijk-functionele inpasbaarheid, waaronder zaken als voldoen aan parkeerbehoefte en onderbouwing van de inpassing van de hal vanuit het oogpunt van milieuzonering (VNG-Brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’);

    • d.

      de toelichting op de bereikbaarheid van de hal via alle vormen van vervoer;

    • e.

      de toelichting op de wijze waarop de aanvrager draagvlak verkrijgt, communiceert met de omgeving en bereid is om al dan niet in te spelen op wensen die daar leven.

 

Hoofdstuk 8 Uitvoering van de verhuismogelijkheid

Artikel 21 Verhuismogelijkheid in de APV

Conform de Algemene Plaatselijke Verordening heeft een exploitant de mogelijkheid om gedurende de looptijd van de exploitatievergunning éénmalig te verhuizen. Hiervoor gelden de volgende regels.

  • 1.

    De exploitant dient schriftelijk een aanvraag tot wijziging van de exploitatievergunning in bij de burgemeester.

  • 2.

    Deze aanvraag

    • a.

      bevat de in ‎Artikel 10 in lid 1 en 3 genoemde onderdelen, voor zover ze betrekking hebben op de plek, de omgeving of de inrichting van de nieuwe locatie, waarbij de exploitant in deze onderdelen nadrukkelijk aangeeft wat de kwaliteitswinst is ten opzichte van de oude locatie;

    • b.

      wordt op de ruimtelijke aspecten beoordeeld zoals beschreven in ‎Hoofdstuk 5.

  • 3.

    Het verzoek tot verhuizing wordt alleen toegestaan (hetgeen resulteert in een gewijzigde exploitatievergunning) indien de in bijlage 1 ‘Puntentoekenning’ benoemde minimale score op de ruimtelijke componenten behaald wordt.

 

Hoofdstuk 9 Citeertitel en datum van inwerkingtreding

Artikel 22 Citeertitel en datum van inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regels worden aangehaald als Beleidsregels vergunningen speelautomatenhallen Dordrecht.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

 

 

 

Aldus vastgesteld op 2 november 2021.

A.W. Kolff

burgemeester

Bijlage 1 Puntentoekenning

 

Artikel 1 Inleiding

Deze bijlage hoort bij het document beleidsregels vergunningen speelautomatenhallen Dordrecht en beschrijft de wijze waarop de punten worden toegekend bij de het uitvoeren van de vergelijkende toets.

 

Artikel 2 Waardering van de individuele onderdelen

De aanvragen die ontvankelijk zijn verklaard worden kwalitatief beoordeeld op de volgende onderdelen. Per onderdeel is aangegeven wat het maximaal aantal punten is dat voor dat onderdeel gegeven kan worden.

De totaalscore van een aanvraag wordt bepaald door elk van de 4 (A1 ,A2 ,A3, B) individuele scores te vermenigvuldigen met de genoemde wegingsfactor.

 

Onderdelen

Max. punten

Weging totaalscore

  • A.

    Totaalscore Exploitatie

 

 

  • 1.

    Plan van aanpak Openbare Orde

(100)

25%

  • a.

    Risico analyse

40

 

  • b.

    t/m g. Overige 6 onderdelen ieder maximaal 10

60

 

  • 2.

    Plan van Aanpak Gokverslaving

(100)

25%

  • a.

    Elke van de vijf onderdelen maximaal 20 punten

100

 

  • 3.

    Bedrijfsconcept

(100)

20%

  • a.

    Elk van de vier onderdelen maximaal 25 punten

100

 

  • B.

    Totaalscore Ruimtelijk

 

 

  • 1.

    De planologische aanvaardbaarheid

(100)

30%

  • a.

    Toelichting op ligging

30

  •  

  • b.

    Meerwaarde voor de directe omgeving

20

  •  

  • c.

    Ruimtelijk-functionele inpasbaarheid

20

  •  

  • d.

    Bereikbaarheid

10

  •  

  • e.

    draagvlak en communicatie

20

  •  

 

Artikel 3 Minimaal te behalen scores

Een vergunning wordt alleen verleend als de toegekende score voor het onderdeel:

Totaalscore exploitatie (som van A1,A2 en A3) groter dan of gelijk is aan 180 punten;

Totaalscore ruimtelijk (B1) groter dan of gelijk is aan 60 punten.

Een verzoek tot verhuizing wordt alleen gehonoreerd als de totaalscore ruimtelijk (B1) groter dan of gelijk is aan 60 punten.