Organisatie | Nunspeet |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bomenverordening van de gemeente Nunspeet 2021 |
Citeertitel | Bomenverordening van de gemeente Nunspeet 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Bomenverordening 2021 |
Geen
artikel 149 van de Gemeentewet
Lijst Monumentale Bomen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-11-2021 | Nieuwe regeling | 28-10-2021 | 0302118150, raadsbesluit 333 |
Artikel 1 – Begripsomschrijving
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
boom: een levend houtachtig, opgaand gewas, met een stamomtrek van minimaal 30 centimeter op 1,30 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de stamomtrek van de dikste stam. In afwijking van deze minimale stamomtrek van 30 centimeter geldt geen minimale stamomtrek in geval van houtopstanden als in artikel 9, 10, 12 of indien sprake is van Herdenkingsbomen.
vellen: rooien; kappen; verplanten; het snoeien van meer dan 20 procent van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen; het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood, de ernstige beschadiging en/of de ernstige ontsiering van de bomen ten gevolge kan hebben.
Artikel 3 – Kapverbod Monumentale bomen
Het in het eerste lid gestelde verbod geldt verder niet voor:
bomen ten aanzien waarvan bij een geldend bestemmingsplan of bij een geldend voorbereidingsbesluit is bepaald dat het verboden is deze te vellen zonder een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid b van de Wabo van het bevoegd gezag, met dien verstande dat de afwegingscriteria die in artikel 5 van deze verordening zijn genoemd, mogen worden meegewogen bij de beslissing over de verlening van deze vergunning.
Artikel 4 – Kapverbod Boomzonegebieden, gemeentelijke bomen, herplantbomen
Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag gemeentelijke bomen met een stamomtrek van 120 cm of groter, bomen met een leeftijd van 80 jaar of ouder en een minimale toekomstwaarde van 10 jaar of bomen staande in Boomzonegebied (zie bijlage 1: Kaart met boomzonegebieden) met een stamomtrek van 120 centimeter of groter te vellen of te doen vellen, onverminderd het gestelde in artikel 3 lid 1.
Artikel 5 – Criteria Boomzonegebieden, gemeentelijke bomen, herplantbomen
In bijlage 2 van deze verordening zijn voornoemde criteria verder uitgewerkt.
De omgevingsvergunning voor het vellen van een boom moet gemotiveerd worden aangevraagd via het Omgevingsloket Online (OLO) door of namens dan wel met toestemming van degene die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de boom te beschikken, onder overlegging van een overzicht van de overige vergunningen, ontheffingen of toestemmingen die nodig zijn voor de realisatie van een project. De aanvraag dient bij voorkeur digitaal te worden ingediend en dient te zijn voorzien van een situatieschets en/of foto waarop duidelijk te zien is of over welke boom/ bomen het gaat.
Artikel 7 – Intrekking of wijziging
De omgevingsvergunning kan worden ingetrokken of gewijzigd:
Artikel 8 – Beperking geldigheidsduur
Het bevoegd gezag kan aan de omgevingsvergunning het voorschrift verbinden dat in het geval het een omgevingsvergunning voor het vellen van meer dan één boom betreft, de omgevingsvergunning voor alle bomen slechts drie jaar geldig is, ook als in fasen geveld wordt of één boom of enkele bomen al geveld zijn.
Artikel 9 – Bijzondere vergunningsvoorschriften
Tot de aan de omgevingsvergunning te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door het bevoegd gezag te geven aanwijzingen, moet worden herplant en duurzaam in stand moet worden gehouden. Bij het verbinden van een zodanig voorschrift aan een omgevingsvergunning kan gebruik gemaakt worden van de compensatietabel zoals opgenomen in bijlage 3 bij deze verordening. Bij noodkap op gemeentegrond kan een herplantplicht kan worden opgelegd; bij noodkap op particuliere grond kan alleen in geval van aantoonbare nalatigheid een herplantplicht worden opgelegd.
Tot aan de omgevingsvergunning te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren dat pas tot vellen van een boom op en bij bouw- en aanlegwerken of andere ruimtelijke herinrichting of reconstructie mag worden overgegaan indien andere vergunningen, ontheffingen, toestemming en/of ruimtelijke ordening procedures in werking getreden of onherroepelijk geworden zijn.
Artikel 10 – Herplant-/instandhoudingsplicht
Indien een boom waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het college aan degene die krachtens zakelijk recht of degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de boom te beschikken, dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herplanten en duurzaam in stand te houden overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn. In dergelijke soort situaties kan gebruik gemaakt worden van de compensatietabel zoals opgenomen in bijlage 3 bij deze verordening.
Indien een boom waarop het verbod tot vellen van toepassing is in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kan het college aan degene die krachtens zakelijk recht of degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de houtopstand te beschikken, dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om;
Artikel 11 – Afstand van de erfgrenslijn
Indien een boom als bedoeld in de categorie “overige bomen”, zoals genoemd in lid 1 van dit artikel, er al 20 jaar staat, dan kunt u niet meer vorderen dat deze wordt verwijderd vanwege verjaring. Na het verstrijken van deze termijn moet u de aanwezigheid van deze boom of struik dulden, ook bij een wijziging in de erfgrenslijn waardoor de boom binnen 1.0 meter van de erfgrenslijn komt te staan. Dit geldt uitsluitend voor bestaande bomen. Wordt een boom vervangen, dan gaat de verjaringstermijn opnieuw lopen.
Artikel 12 – Bestrijding van boomziekten
Indien zich op een terrein één of meer houtopstanden bevinden die naar het oordeel van het college gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het bevoegd gezag is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:
Hij die handelt in strijd met het bij of krachtens artikel 12 en 13 bepaalde, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college dan wel de burgemeester aangewezen personen, dan wel ambtenaren als bedoeld in artikel 141 Wetboek van Strafvordering.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 28 oktober 2021.
De griffier,
……………………,
De burgemeester,
…………….
Bijlage 1 : Kaart met boomzonegebieden
Op de gemeentelijke website staan eveneens bovenstaande afbeeldingen vermeld.
Bijlage 2: Uitwerking criteria Boomzonegebieden, gemeentelijke bomen, herplantbomen
A. Ecologische, natuur en milieuwaarden.
Een boom kan zeldzaam zijn in zijn soort, een belangrijke schakel vormen in een groter ecologisch
geheel of worden gebruikt als voedingsplaats of schuilplek door dieren. Een boom in een afgeschermde
achtertuin heeft een andere natuurwaarde dan een boom in een openbaar plantsoen. Ook
een dode boom kan belangrijk zijn voor bijvoorbeeld vleermuizen.
Natuurwaarden: Hierbij kun je denken aan schuil en nestelgelegenheid. Ook inheemse bomen zijn
hierin belangrijk omdat dit voor het insectenleven een basis is.
Milieu waarden: Fijnstofopvang , CO2 opslag en reductie, zuurstofproducent en een temperatuur
regulator. Hoe groter de boom hoe beter het microklimaat geregeld is waardoor de hittestress
Wanneer een boom direct gerelateerd is aan de landschappelijke structuur heeft de boom een
landschappelijke waarde. Voorbeelden hiervan zijn houtsingels, leibomen, grens of marking bomen en
Als een boom een bijzondere groeivorm heeft zoals een (klimboom) of een knotlinde is deze
beeldbepalend. Is de boom zichtbaarheid vanuit de openbare weg of zichtbaarheid vanuit meerdere
tuinen dan kan dit ook van belang zijn.
D. Cultuurhistorische waarden:
Een boom kan een historische betekenis hebben. Bijvoorbeeld omdat de boom een belangrijke relatie
heeft met oude gebouwen, buurtschappen of oude structuren. Ook bomen die geplant zijn ter
gelegenheid van een speciale gelegenheid kunnen een zekere cultuurhistorische waarde hebben.
Andere voorbeelden zijn oude erf en singel beplantingen binnen de bebouwde kom.
E. Waarden van stads- en dorpsschoon.
Een boom kan door zijn vorm of plaats beeldbepalend zijn voor een bepaald gebied. De boom kan
bijvoorbeeld een belangrijk herkenningspunt zijn of karakteristiek zijn voor een bepaalde plaats.
Kappen van de boom zou een grote invloed hebben op het ruimtelijk beeld. Voorbeeld hiervan kan zijn
F. Waarde voor de leefbaarheid:
Leefbaarheid: Bomen kunnen een recreatieve waarde hebben, bijvoorbeeld bomen die deel uitmaken
vaneen recreatieve route, algemeen gewaardeerd worden om hun schaduw, of als klimboom bekend
staan. Er wordt gekeken naar de relatie tussen de boom en de directe omgeving. Ook de
aanwezigheid van een grote diversiteit in de opbouw van het groen, zowel in soorten als in grootte,
wordt gezien als een waarde voor de leefbaarheid. Bomen kunnen ook een grote rol spelen in de
verbetering van de luchtkwaliteit door het afvangen van fijnstof en zo bijdragen aan een betere
Houtopstand: De plantwijze, alleenstaand of als onderdeel van een groep, laan of bosplantsoen,
speelt bij de beoordeling ook een rol. Een alleenstaande boom heeft meer waarde dan een boom in
De nieuwe bomenverordening 2016 is opgesteld om aan te sluiten bij de bepalingen van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Ook voldoet deze verordening aan de wens om te komen tot meer deregulering. Slechts bomen die binnen de bebouwde kom Boswet staan vallen onder kapverbod. In deze verordening zijn aangewezen Boomzonegebieden opgenomen waarvoor afzonderlijke regels gelden. Deze Boomzonegebieden zijn bosrijke gebieden die extra bescherming nodig hebben boven de overige gebieden.
Artikel 1 – Begripsomschrijving eerste lid, onder d
De bebouwde kom of kommen, van de gemeente als bedoeld in artikel 4.1.a van de Wet Natuurbescherming zijn bij afzonderlijk besluit door de gemeenteraad vastgesteld. De reikwijdte van de verordening an sich omvat echter het gehele grondgebied van de gemeente, zowel binnen als buiten de bebouwde kom(men).
Artikel 3 – Kapverbod Monumentale bomen
In deze verordening is het kapverbod voor Monumentale bomen afzonderlijk opgenomen. Deze bomen mogen geveld worden in speciale gevallen. Hiervoor is – behoudens de vrijstellingen – ontheffing van het bevoegd gezag nodig. Dit is gedaan omdat deze bomen alleen geveld mogen worden in met een beargumenteerde motivatie die opweegt tegen het duurzaam behoud van de boom.
Artikel 4 – Kapverbod Boomzonegebieden, gemeentelijke bomen, herplantbomen
Voor dit soort bomen geldt – behoudens vrijstellingen – een lichter kapverbod. Voor velling moet daarom geen ontheffing maar vergunning door het bevoegd gezag zijn verleend.
Lid 1. Voor gemeentelijke bomen die buiten de bebouwde kom staan, geldt wel een vergunningplicht.
Artikel 11 – Afstand van de erfgrenslijn
In deze verordening is een afstand van 0,5 meter van de erfgrens opgenomen ter bescherming van gemeentelijke bomen.