Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Harderwijk

Tijdelijke regionale subsidieregeling continuïteit jeugdhulp en Wmo Noord-West-Veluwe en Zeewolde

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHarderwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTijdelijke regionale subsidieregeling continuïteit jeugdhulp en Wmo Noord-West-Veluwe en Zeewolde
CiteertitelTijdelijke regionale subsidieregeling continuïteit jeugdhulp en Wmo Noord-West-Veluwe en Zeewolde
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Deze regeling vervalt met ingang van 29 maart 2021.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR365720/1
  2. https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR623922
  3. https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR643965/1
  4. https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR628256/1
  5. https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR489559/1
  6. https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR459650/1
  7. https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR162682
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-11-2021nieuwe regeling

26-10-2021

gmb-2021-392364

21.00563

Tekst van de regeling

Intitulé

Tijdelijke regionale subsidieregeling continuïteit jeugdhulp en Wmo Noord-West-Veluwe en Zeewolde

Besluit van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde van 26 oktober 2021, kenmerk h210119900, houdende regels voor het verstrekken van subsidie voor continuïteit van cruciaal zorgaanbod in de regio.

 

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Oldebroek, Elburg, Nunspeet, Harderwijk, Ermelo, Putten en Zeewolde,

 

Gelet op artikel 3 de Algemene subsidieverordening van de gemeente Elburg,

 

Gelet op artikel 3 de Algemene subsidieverordening van de gemeente Ermelo,

 

Gelet op artikel 3 de Algemene subsidieverordening van de gemeente Harderwijk,

 

Gelet op artikel 4 de Algemene subsidieverordening van de gemeente Nunspeet,

 

Gelet op artikel 3 de Algemene subsidieverordening van de gemeente Oldebroek,

 

Gelet op artikel 1 de Algemene subsidieverordening van de gemeente Putten,

 

Gelet op artikel 4 de Algemene subsidieverordening van de gemeente Zeewolde;

 

Besluiten vast te stellen de volgende tijdelijke subsidieregeling: Tijdelijke regionale subsidieregeling continuïteit jeugdhulp en Wmo Noord-West-Veluwe en Zeewolde.

Artikel 1 Definitiebepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    jeugdhulp: jeugdhulp als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet;

  • b.

    maatschappelijke ondersteuning: maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 1.1.1 Wmo 2015, met uitzondering van de maatwerkvoorziening 'beschermd wonen';

  • c.

    gemeenten: de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde;

  • d.

    colleges: de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten;

  • e.

    gemandateerde: de directeur domein sociaal van Meerinzicht;

  • f.

    elementaire organisatie: de door de gemeenten gecontracteerde aanbieder van jeugdhulp en/of maatschappelijke ondersteuning die slechts grotendeels regionaal of lokaal actief is en die voor het leveren van de desbetreffende vorm van jeugdhulp en/of maatschappelijke ondersteuning in de regio als elementair wordt beschouwd, waaronder wordt verstaan dat de desbetreffende vorm van jeugdhulp en/of maatschappelijke ondersteuning naar verwachting niet meer anderszins in voldoende mate in de regio kan worden verleend als de desbetreffende organisatie zou ophouden te bestaan.

Artikel 2 Subsidieverordening

Deze regeling geeft aanvullende regels op de Algemene subsidieverordening van de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde. Voor zover in de onderhavige regeling niet expliciet van de Algemene subsidieverordening wordt afgeweken, zijn de daarin gestelde regels van kracht

Artikel 3 De subsidie

  • 1.

    De colleges kunnen gedurende de periode van 1 november 2021 tot en met 28 maart 2022 aan een elementaire organisatie een subsidie verstrekken voor activiteiten voor het borgen van de continuïteit van cruciale jeugdhulp en/of maatschappelijke ondersteuning, indien sprake is van een zodanig liquiditeitsprobleem dat dit leidt tot directe risico’s voor het voortbestaan van de desbetreffende organisatie, terwijl dit liquiditeitsprobleem aantoonbaar geheel of nagenoeg geheel door de coronacrisis is ontstaan.

  • 2.

    Van een aantoonbaar liquiditeitsprobleem is sprake indien de elementaire organisatie binnen vier maanden na de datum van ontvangst van een complete aanvraag zonder subsidie niet over voldoende liquide middelen beschikt om aan haar betaalverplichtingen te voldoen als gevolg van de coronacrisis.

  • 3.

    De activiteiten, bedoeld in het eerste lid, worden aangewezen als diensten van algemeen economisch belang als bedoeld in artikel 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie.

  • 4.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien:

    • a.

      het liquiditeitsprobleem ondanks elders verkregen vormen van overheidssteun niet is verholpen en dit aantoonbaar op korte termijn tot een te verwachten beëindiging van de bedrijfsactiviteiten zal leiden;

    • b.

      de elementaire organisatie voldoende aannemelijk maakt dat en hoe zij met de subsidie op grond van deze regeling in staat is de continuïteit van de cruciale jeugdhulp en/of maatschappelijke ondersteuning alsnog te borgen; en

    • c.

      de elementaire organisatie met de gemeenten een overeenkomst sluit waarbij de gemeenten haar belasten met en zij zich verplicht tot het verrichten van de dienst van algemeen economisch belang, bedoeld in het vorige lid

Artikel 4 Het subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond bedraagt voor de regio € 500.000, -.

  • 2.

    De gemeenten verdelen het uit hoofde van het subsidieplafond beschikbare bedrag in volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is aangevuld, met betrekking tot de verdeling, geldt als de datum van ontvangst.

  • 3.

    Als het subsidieplafond is bereikt, wordt elke volgende aanvraag afgewezen. De vorige volzin is van overeenkomstige toepassing op de aanvraag waarmee het plafond wordt overschreden, voor zover het de hoogte van die overschrijding betreft.

Artikel 5 Eenmalige verstrekking

  • 1.

    Een subsidie wordt op basis van deze regeling eenmalig verstrekt.

  • 2.

    De subsidie wordt berekend op basis van wat minimaal noodzakelijk is om het voortbestaan van de desbetreffende organisatie te waarborgen. Indien het te verkrijgen subsidiebedrag onvoldoende is om de continuïteit van de elementaire organisatie te waarborgen wordt de aanvraag afgewezen.

Artikel 6 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag tot verlening van een subsidie wordt uiterlijk 28 maart 2022 ontvangen.

  • 2.

    Voor de aanvraag wordt een door de regiogemeenten vastgesteld formulier gebruikt.

  • 3.

    De aanvraag gaat vergezeld van de volgende documenten:

    • a.

      statuten;

    • b.

      kopieën van bankafschriften die het verloop van de liquiditeitspositie in de relevante beoordelingsperiode inzichtelijk maken;

    • c.

      een beschrijving van de ondernemingsstructuur, met toelichting over de zeggenschap;

    • d.

      de meest recente jaarrekening, inclusief jaarverslag en controleverklaring, dan wel een concept jaarrekening, indien het jaar is afgerond en nog geen accountantsverklaring is afgegeven;

    • e.

      de begroting van het huidige kalenderjaar en een begroting van het komende kalenderjaar;

    • f.

      een liquiditeitsprognose per maand, voor de periode van achttien maanden na het indienen van de aanvraag, aansluitend bij de jaarrekening of concept jaarrekening, bedoeld onder d;

    • g.

      een overzicht van het aantal inwoners per vorm van jeugdhulp en/of maatschappelijke ondersteuning in het huidige en voorgaande kalenderjaar.

  • 4.

    De aanvraag gaat daarnaast vergezeld van een continuïteitsplan van de aanvrager, waaruit blijkt:

    • a.

      dat het gaat om een elementaire organisatie, gezien de vorm en mate van jeugdhulp en/of maatschappelijke ondersteuning die wordt verleend;

    • b.

      dat sprake is van een aantoonbaar liquiditeitsprobleem;

    • c.

      het liquiditeitsprobleem niet is op te vangen binnen de eigen bedrijfsvoering;

    • d.

      wat de organisatie tot nu toe reeds heeft ondernomen om discontinuïteit te voorkomen, waaronder mede wordt verstaan welke andere vormen van overheidssteun reeds zijn aangevraagd en al dan niet verkregen;

    • e.

      welke activiteiten de organisatie nu voorstelt om de continuïteit te borgen en wat de noodzakelijke kosten hiervan zijn;

    • f.

      dat en hoe de continuïteit gedurende en na afloop van de subsidieperiode geborgd is;

    • g.

      wat de rol en bijdrage van de betrokken regiogemeenten eventueel is bij de activiteiten, bedoeld onder d;

    • h.

      welk subsidiebedrag gelet op de liquiditeitsprognose en de begroting noodzakelijk is om de continuïteit te borgen.

Artikel 7 Voorschotten

De colleges kunnen bij het besluit tot subsidieverlening ambtshalve voorschotten verlenen op basis van de liquiditeitsprognose.

Artikel 8 Verslaglegging

De colleges verlangen dat de subsidieontvanger periodiek verslag doet van de voortgang van haar continuïteitsplan, dan wel aspecten daarvan. Het besluit tot subsidieverlening vermeldt op welke tijdstippen verslag wordt gedaan en waaruit het verslag bestaat

Artikel 9 Hardheidsclausule

De colleges kunnen een of meer bepalingen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat de desbetreffende bepaling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 10 Uitvoering

  • 1.

    De uitvoering van deze regeling wordt belegd bij de uitvoeringsorganisatie Meerinzicht. Daartoe wordt door elk college afzonderlijk een mandaatbesluit genomen.

  • 2.

    Het voorgaande lid is niet van toepassing op te nemen besluit op bezwaar inzake deze regeling

Artikel 11 Inwerkingtreding en beoogde looptijd

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 november 2021.

  • 2.

    Deze regeling vervalt met ingang van 29 maart 2022.

Artikel 12 Publicatie

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regionale subsidieregeling continuïteit jeugdhulp en Wmo Noord-West-Veluwe en Zeewolde.

 

Deze regeling zal door alle gemeenten afzonderlijk in het Gemeenteblad worden gepubliceerd.

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 26 oktober 2021

de heer J.P. Wassens

secretaris

de heer H.J. van Schaik

burgemeester

Toelichting bij de Tijdelijke regionale subsidieregeling continuïteit jeugdhulp Noord-West-Veluwe en Zeewolde.

Eerder is door het college ingestemd met een continuïteitsbijdrageregeling op regionaal niveau over de periode van 1 maart tot en met 30 juni 2020. De aanbieders binnen de regio zijn op grond van deze continuïteitsbijdrage van 26 november 2020 gecompenseerd voor omzetverliezen als gevolg van de coronacrisis. Het behoeft geen toelichting dat de coronacrisis ook na 30 juni 2020 nog bestond en in dat kader verschillende maatregelen waren ingesteld. Te denken valt aan de lockdown die per 15 december 2020 opnieuw is ingesteld. Het Rijk en de VNG zijn echter niet gekomen tot vervolgafspraken c.q. een verlenging van voornoemde richtinggevende uitwerking met betrekking tot de continuïteitsbijdrageregeling. Er bestaat kortom vanaf 1 juli 2020 geen landelijke regeling (c.q. richtlijn) meer. Wel is door zowel het Rijk als de VNG de oproep gedaan om waar noodzakelijk maatwerk te bieden en in dat geval aanbieders te compenseren voor omzetverlies als gevolg van de coronacrisis. In dat kader is een 'gespreksleidraad' vastgesteld. In deze gespreksleidraad zijn voorwaarden opgenomen waaronder aanbieders door gemeenten gecompenseerd zouden kunnen worden. Deze voorwaarden zijn.

 

Voorwaarden:

  • 1.

    Een aanbieder biedt een cruciale functie, waarmee wordt bedoeld dat de door de aanbieder geleverde maatschappelijke ondersteuning dan wel jeugdhulp bij het verdwijnen van de aanbieder niet meer (in afdoende mate) kan worden geleverd, omdat andere aanbieders niet het weggevallen volume kunnen leveren.

  • 2.

    De omzetdaling is atypisch ten opzichte van een vergelijkbare periode (waarbij rekening moet worden gehouden met seizoensinvloeden waardoor bijvoorbeeld de omzet juli 2020 vergeleken moet worden met juli 2019, en niet met februari 2020).

  • 3.

    De omzetdaling is niet verwijtbaar, in die zin dat de aanbieder er alles aan heeft gedaan om de zorg en ondersteuning op reguliere of alternatieve wijze op te starten. Er zijn duidelijke redenen, waardoor de zorgverlening nog niet op het normale niveau is. Alternatieve vormen van maatschappelijke ondersteuning/jeugdhulp zijn bijvoorbeeld voor een specifieke doelgroep niet toepasbaar of leidt tot minder omzet.

  • 4.

    De organisatie kan aantonen dat de kosten waar geen omzet tegenover staat, niet of onvoldoende terug te dringen zijn.

  • 5.

    De aanbieder kan aantonen dat de omzetdaling niet verantwoord binnen de eigen bedrijfsvoering op te vangen is.

Op grond van deze subsidieregeling kunnen aanbieders een subsidie ontvangen, indien zij in bedrijfscontinuïteitsproblemen geraken als gevolg van de coronamaatregelen. Bovendien moet het, zoals onder de voorwaarden al geschetst, daarbij gaan om organisaties die binnen het totale aanbod voor één of meer vormen van maatschappelijke ondersteuning (niet zijnde beschermd wonen) of jeugdhulp feitelijk niet gemist kunnen worden. Ofwel: de organisatie dreigt ‘om te vallen’ en de regio kan de organisatie in kwestie niet missen. In de regionale regeling is neergelegd dat aanbieders die voldoen aan de voorwaarden zoals hierboven beschreven in aanmerking kunnen komen voor een subsidie, indien en voor zover zij in bedrijfscontinuïteitsproblemen geraken als gevolg van bestaande of nieuwe coronamaatregelen. De eerdere continuïteitsbijdrageregeling (van civielrechtelijke aard) wordt daarmee niet verlengd, maar in de plaats daarvan komt een andere regeling (van publiekrechtelijke aard). Tegen besluiten inzake deze regio staan dan ook de rechtsmiddelen van bezwaar en beroep open.

 

Daarbij wordt opgemerkt dat de huidige regeling niet openstaat voor aanbieders van beschermd wonen. Deze maatwerkvoorziening onder de Wmo 2015 is binnen de regio op een ander wijze geregeld, in vergelijking met de overige maatwerkvoorzieningen en wordt eveneens op een andere wijze gefinancierd.

 

In deze regeling wordt gewaarborgd dat een subsidie alleen wordt uitgekeerd, indien en voor zover een faillissement met subsidiëring daadwerkelijk wordt voorkomen (het doel is de continuïteit van voor de regio cruciale aanbieders te waarborgen). Zonder risico op faillissement geen subsidie en als de subsidie water naar de zee dragen zou dreigen te zijn, dan evenmin subsidie. Het is namelijk niet de bedoeling dat het door de regio beschikbaar gestelde geld – verkregen door middel van een subsidie – na faillissement alsnog gaat naar de schuldeisers van de aanbieder. Kortom, met de beoordeling van de subsidieaanvraag wordt beoordeeld of een faillissement daarmee kan worden voorkomen. De subsidiegelden zijn daarmee uitsluitend bedoeld om operationele kosten en kortlopende schulden te dekken die cruciaal zijn voor de continuïteit van de maatschappelijke ondersteuning/jeugdhulp. Anders zou het met de regeling beoogde doel – namelijk het in standhouden van cruciaal aanbod ook na de coronacrisis – wellicht immers onvoldoende worden bewerkstelligd.

 

Daarnaast zal de subsidie niet worden verstrekt, indien en voor zover eventuele tekorten op een domein (bijvoorbeeld Jeugdwet of Wmo 2015) intern door de aanbieder binnen de eigen bedrijfsvoering kunnen worden opgevangen door inkomsten die worden verkregen op een ander domein (bijvoorbeeld Wlz of Zvw). En evenmin is subsidiëring aan de orde, indien en voor zover elders een oplossing voorhanden is.

 

Het is de bedoeling dat aanbieders op basis van de subsidieregeling tot uiterlijk 28 maart 2022 een aanvraag kunnen indienen op grond van de subsidieregeling. Het is de verwachting dat de coronamaatregelen in 2022 zijn komen te vervallen.