Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Borne

Subsidieregeling Z-route subregio Midden-Twente gemeente Borne 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBorne
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Z-route subregio Midden-Twente gemeente Borne 2021
CiteertitelSubsidieregeling Z-route subregio Midden-Twente gemeente Borne 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-11-202101-11-2021nieuwe regeling

02-11-2021

gmb-2021-391264

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Z-route subregio Midden-Twente gemeente Borne 2021

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    A1-niveau: een taalniveau voor een zogenaamde beginner overeenkomstig het Europees referentiekader, inhoudende het begrijpen van eenvoudige woorden en zinnen die gaan over vertrouwde onderwerpen.

  • 2.

    Alfabetisering: alfabetiseren is het letters leren lezen en schrijven om vervolgens ook woordjes en zinnen te kunnen schrijven en eenvoudige teksten te kunnen lezen.

  • 3.

    Asielmigrant: een asielzoeker, statushouder of een uitgenodigde vluchteling die is opgenomen in de Basisregistratie Personen (BRP) van één van de gemeenten Borne, Haaksbergen, Hengelo, Hof van Twente.

  • 4.

    Blik op Werk-keurmerk: keurmerk voor taalaanbieders dienst 11, inburgeringscursussen en duale trajecten dat garantie biedt voor de kwaliteit van de dienstverlening.

  • 5.

    EVC-procedure: een procedure voor Erkenning van eerder Verworven Competenties die binnen 6 tot 12 weken wordt doorlopen en gedurende die periode wordt al het materiaal verzameld dat als bewijs kan dienen dat iemand over de vereiste competenties beschikt.

  • 6.

    Gezinsmigrant: mensen die naar Nederland komen voor een partner en kinderen die bij hun ouders in Nederland gaan wonen.

  • 7.

    KNM: Kennis van de Nederlandse maatschappij: binnen de Z-route (component taal) volgen de inburgeraars 800 uur taal inclusief het onderdeel KNM. Dit wordt niet geëxamineerd.

  • 8.

    Leermiddelen; digitaal en schriftelijk: ieder middel dat in een formele lessituatie wordt gebruikt om de inburgeraar (digitale) kennis en (digitale) vaardigheden bij te brengen.

  • 9.

    NT2 docent: docent die Nederlandse taallessen verzorgt aan mensen die Nederlands niet als moedertaal hebben.

  • 10.

    Overige migranten: geestelijke bedienaren als bedoeld in de wet.

  • 11.

    Traject: de Z-route waarbij in deze regeling wordt uitgegaan van 800 uur taalonderwijs.

  • 12.

    De wet: Wet inburgering 2021.

  • 13.

    Z-route: Zelfredzaamheidsroute: een intensieve leerroute gericht op taal (A1-niveau), activering en participatie bedoeld voor inburgeraars van wie wordt verwacht dat zij het taalniveau A2 niet binnen 3 jaar kunnen halen.

Artikel 2. Toepassing Algemene subsidieverordening

De vigerende Algemene subsidieverordening van de gemeente Hengelo is geheel van toepassing voor zover hiervan in deze subsidieregeling niet nadrukkelijk wordt afgeweken.

Hoofdstuk 2: Aanvraag, procedure en toekenning

Artikel 3. Subsidiabele activiteit

Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteit:

 

een traject waarbij in een periode van maximaal drie jaren 800 uur Nederlandse taalles gegeven wordt in lezen, luisteren, schrijven en spreken op minimaal A1-niveau, waarbij KNM inbegrepen is. Dit traject is ten behoeve van asielmigranten, gezinsmigranten en overige migranten die woonachtig zijn in gemeente Hengelo, Hof van Twente, Borne of Haaksbergen. Een alfabetiseringsprogramma kan mogelijk deel uitmaken van bovenstaand traject.

Artikel 4. Subsidieontvanger

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een aanbieder die:

 

  • 1.

    in het bezit is van het Blik Op Werk-keurmerk en

  • 2.

    bekend is met de lokale netwerken en samenwerkingspartners van de deelnemende gemeenten en

  • 3.

    met minimaal 90% NT2-gecertificeerde docenten werkt, en waarbij maximaal 10% van de docenten bezig is met de opleiding NT2/EVC-procedure en mag lesgeven onder toezicht van een NT2-gecertificeerde (hoofd)docent en

  • 4.

    docenten in dienst heeft die aantoonbare ervaring hebben of gespecialiseerd zijn in het doceren van alfabetiseringscursisten.

Artikel 5. Maximaal aantal subsidieontvangers

De subsidie wordt verstrekt aan maximaal één aanbieder voor de gemeenten Hengelo, Hof van Twente, Borne en Haaksbergen gezamenlijk.

Artikel 6. Subsidietijdvak

De subsidie wordt verleend voor een tijdvak van vier kalenderjaren, voor het eerst voor het tijdvak van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2025.

Artikel 7. Hoogte subsidie

  • 1.

    De subsidie wordt berekend aan de hand van de kostprijs per uur van maximaal € 11,25 per uur voor een traject als bedoeld in artikel 3, tot een maximum van € 9.000,-- per traject inclusief btw.

  • 2.

    In de maximum kostprijs per uur zijn de benodigde leermiddelen voor de deelnemers inbegrepen.

  • 3.

    De subsidie wordt vastgesteld op basis van het aantal uren per deelnemer per jaar tegen het in de verleningsbeschikking opgenomen tarief per uur.

  • 4.

    Het tarief per uur wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van de loonontwikkeling bij gemeenten en de prijsontwikkeling van consumptieve overheidsuitgaven voor het eerst voor het jaar 2023.

Artikel 8. Indieningstermijn aanvraag subsidieverlening

  • 1.

    Aanvragen om subsidieverlening kunnen worden ingediend in de periode van 1 november tot en met 30 november van het jaar dat voorafgaat aan het tijdvak waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 2.

    Aanvragen die voor 15 november zijn ontvangen, worden beoordeeld op volledigheid. In geval van onvolledigheid krijgen de aanvragers gelegenheid de aanvraag alsnog aan te vullen tot en met uiterlijk 30 november.

  • 3.

    Aanvragen of aanvullingen van aanvragen die na 30 november worden ontvangen, worden geweigerd.

Artikel 9. Indieningsvereisten

Een aanvraag bevat de daarin gevraagde bescheiden, waaronder in ieder geval:

 

  • 1.

    Een plan waarin een heldere beschrijving is opgenomen van de activiteit en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de trajecten voor de periode van 3 jaar. Het volgende moet in ieder geval worden beschreven:

    • a)

      visie, (praktische) invulling en gebruikte methodiek van het praktijkgericht taalonderwijs, waar ook aangegeven wordt op welke wijze aandacht wordt gegeven aan lezen en schrijven en

    • b)

      een voorbeeld van een praktijkgericht lesprogramma en

    • c)

      hoe de aanbieder aansluit bij de leerbehoefte en ondersteunt bij de leerbehoefte en leervermogen van inburgeraars en

    • d)

      de wijze waarop begeleiding van inburgeraars wordt vormgegeven en

    • e)

      de wijze waarop in de zomervakantie, ook buiten de reguliere lessen om, er blijvende aandacht voor taalontwikkeling is en

    • f)

      de groepsgrootte, wijze van samenstelling en hoe omgegaan wordt met wisselende leerlingenaantallen en

    • g)

      de bekendheid met lokale netwerken en samenwerkingspartners van de deelnemende gemeenten en de wijze waarop aanvrager de lokale en (sub)regionale samenwerking met betrokken partners wil vormgeven en hoe die zijn eigen rol daarin ziet in de bijdrage aan de Z-route en

  • 2.

    een overzicht waaruit blijkt dat 90% van de docenten NT2-gecertificeerd is en dat er docenten in dienst zijn die alfabetiseringservaring hebben en

  • 3.

    een sluitende begroting met een toelichting waarin de aanvrager inzicht geeft in de kostprijs per traject.

Artikel 10. Rangschikking aanvragen

  • 1.

    Als er meer dan één aanvraag is ingediend die voldoen aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor subsidie, rangschikt de subsidieverlener de aanvragen op basis van de beoordelingscriteria zoals vermeld in artikel 11.

  • 2.

    Een aanvraag wordt hoger gerangschikt naarmate deze naar het oordeel van subsidieverlener beter voldoet aan de beoordelingscriteria.

  • 3.

    De subsidie wordt verleend aan de hoogst gerangschikte subsidieaanvrager, tot een maximum van de subsidie.

  • 4.

    Wanneer twee of meer partijen gelijk eindigen als hoogst gerangschikt, wordt een keuze tussen deze aanvragers gemaakt door middel van het afnemen van een interview van de gelijk gerangschikte aanvragers. Het interview wordt afgenomen aan de hand van een casus, waarbij de volgende aandachtspunten van belang zijn:

    • -

      visie op praktijkgericht onderwijs;

    • -

      de wijze waarop leerlingbegeleiding vorm wordt gegeven;

    • -

      de wijze waarop gestalte wordt gegeven aan lokale/subregionale samenwerking.

    Van deze interviews worden verslagen gemaakt, waarin de waardering van bovengenoemde punten wordt gemotiveerd.

Artikel 11. Beoordelingscriteria

De subsidieverlener rangschikt de aanvragen in de situatie als bedoeld in artikel 10, eerste lid, aan de hand van de volgende criteria:

 

  • 1.

    De kwaliteit van het traject op de volgende onderdelen:

    • a)

      De wijze waarop invulling wordt gegeven aan de visie, (praktische) invulling en gebruikte methodiek praktijkgericht taalonderwijs, alsook op welke wijze aandacht wordt gegeven aan lezen en schrijven.

    • b)

      De mate waarin de aanvrager aansluit bij de leerbehoefte en het leervermogen van inburgeraars.

    • c.

      De wijze waarop leerlingbegeleiding wordt vormgegeven.

    • d)

      De wijze waarop wordt omgegaan met wisselende aantallen cursisten.

    • e)

      De wijze waarop lokale/subregionale samenwerking en afstemming voor duale trajecten wordt vormgegeven.

  • 2.

    Het opgegeven tarief voor de trajectprijs.

  • 3.

    De subsidieverlener kent voor de criteria, genoemd in het eerste en tweede lid, het volgende aantal maximale punten toe:

     

    Criteria

    Maximaal aantal punten

    Kwaliteit art. 11 lid 1 sub a

    5

    Kwaliteit art. 11 lid 1 sub b

    5

    Kwaliteit art. 11 lid 1 sub c

    5

    Kwaliteit art. 11 lid 1 sub d

    5

    Kwaliteit art. 11 lid 1 sub e

    5

     

    Prijs

    10

Hierbij geldt de volgende weging tussen prijs en kwaliteit: 10% voor de prijs en 90% voor de kwaliteit.

 

De beoordeling wordt gegeven op basis van de volgende uitgangspunten:

  • Score '5' wordt gegeven als de aanvrager zeer goed voldoet aan de vereisten, uitstekend inzicht biedt in de wijze waarop aanvrager bijdraagt aan de realisatie van de doelstelling en duidelijk meerwaarde biedt in het realiseren van de doelstellingen.

  • Score '4' wordt gegeven als de aanvrager goed voldoet aan de vereisten, goed inzicht biedt in de wijze waarop aanvrager bijdraagt aan de realisatie van de doelstelling en goede meerwaarde biedt in het realiseren van de doelstellingen.

  • Score '3' wordt gegeven als de aanvrager voldoende voldoet aan de vereisten, beperkt inzicht biedt in de wijze waarop aanvrager bijdraagt aan de realisatie van de doelstelling en/of geen of zeer beperkte meerwaarde biedt in het realiseren van de doelstellingen.

  • Score '2' wordt gegeven als de aanvrager onvoldoende voldoet aan de vereisten, beperkt inzicht biedt in de wijze waarop aanvrager bijdraagt aan de realisatie van de doelstelling en/of geen of zeer beperkte meerwaarde biedt in het realiseren van de doelstellingen.

  • Score '1' wordt gegeven als de aanvrager slecht voldoet aan de vereisten en/of, geen inzicht biedt in de wijze waarop aanvrager bijdraagt aan de realisatie van de doelstelling en/of aanleiding geeft twijfels te hebben over het kunnen realiseren van de doelstelling.

  • Score ‘0’ wordt gegeven als de aanvrager niet voldoet aan de vereisten en/of, geen inzicht biedt in de wijze waarop aanvrager bijdraagt aan de realisatie van de doelstelling en/of aanleiding geeft twijfels te hebben over het kunnen realiseren van de doelstelling.

Het criterium onder lid 2 wordt als volgt beoordeeld: laagste prijs gedeeld door de prijs van de aanvrager x 10 punten.

 

De totaalscores op kwaliteit en totaalscore op prijs worden vervolgens gewogen met 90% voor kwaliteit en 10% voor prijs.

 

De subsidieverlener rangschikt de aanvragen hoger naarmate meer punten aan de aanvraag zijn toegekend.

Hoofdstuk 3: Verplichtingen en intrekkingsgronden

Artikel 12. Algemene meldplicht

De subsidieontvanger is verplicht:

 

  • 1.

    Te melden wanneer het Blik op Werk-keurmerk dreigt te worden ingetrokken, geschorst of niet te worden verlengd.

  • 2.

    Melding te maken van een situatie waardoor hij in de toekomst mogelijk niet meer zal voldoen aan de verplichtingen als genoemd in artikel 15.

Artikel 13. Intrekkingsgronden

Een subsidie kan worden ingetrokken wanneer:

 

  • 1.

    het aan de subsidieontvanger afgegeven Blik op Werk keurmerk niet wordt verlengd, geschorst of ingetrokken of

  • 2.

    sprake is van surseance/faillissement van de subsidieontvanger of

  • 3.

    naar het oordeel van subsidieverlener aannemelijk is dat niet meer wordt voldaan of niet meer zal worden voldaan aan de verplichtingen als genoemd in artikel 15.

Artikel 14. Verplichting voortgangsrapportages en verantwoording

De subsidieontvanger is verplicht:

 

  • 1.

    Een voortgangsrapportage per gemeente te overleggen die in ieder geval een opgave van de aantallen cursisten per gemeente bevat, alsook of de reguliere Z-route wordt gevolgd of alfabetisering, gegevens over verzuim en doorlooptijd en besteedde uren van de uitgevoerde trajecten.

  • 2.

    Minimaal 2 keer per jaar een voortgangsgesprek te voeren met de subsidieverlener aan de hand van de voortgangsrapportages als bedoeld in lid 1.

  • 3.

    Eens per kwartaal een rapportage te verstrekken op individueel niveau van de inburgeraar aan de individuele gemeenten. In de voortgangsrapportages is minimaal opgenomen:

    • a.

      aanwezigheid van de deelnemer en

    • b.

      ontwikkeling van het taalniveau van de deelnemer en

    • c.

      indien van toepassing de voortgang ten aanzien van de alfabetisering en

    • d.

      verplichte gegevens volgens de SWI (Statistiek Wet Inburgering).

  • 4.

    Twee keer per jaar overleg te voeren met de individuele gemeenten over de voortgang van de cursisten en doelen af te spreken voor de komende tijd.

  • 5.

    Een contactpersoon per inburgeraar aan te wijzen die verantwoordelijk is voor alle communicatie tussen hem en de individuele gemeenten.

  • 6.

    Een eindrapportage op te stellen van het inburgeringstraject, waarin in ieder geval is opgenomen:

    • a.

      de behaalde resultaten en

    • b.

      indien van toepassing een advies voor de vervolgstap(pen) van de inburgeraar ten aanzien van een eventueel vervolgtraject of wijziging van het traject.

  • 7.

    Zaken die het inburgeringstraject in de weg staan direct aan de individuele gemeenten terug te koppelen, zoals:

    • a.

      afwezigheid;

    • b.

      gebrek aan inzet of motivatie;

    • c.

      behoefte aan extra ondersteuning en/of zorg.

Artikel 15. Overige verplichtingen

De subsidieontvanger voldoet voorts aan de volgende bepalingen:

 

  • 1.

    de subsidieontvanger heeft oog voor de capaciteiten van een cursist en streeft naar het zo hoog mogelijke taalniveau en

  • 2.

    in de zomervakantie bedraagt de onderbreking van de taalontwikkeling, dan wel de reguliere lessen, maximaal één maand en

  • 3.

    deelnemers kunnen op minimaal 6 momenten per jaar instromen in het traject en

  • 4.

    de locatie(s) waar de lessen worden verzorgd, zijn goed bereikbaar met openbaar vervoer en op maximale reisafstand van 60 minuten voor de deelnemers uit de deelnemende gemeenten en

  • 5.

    de lesroosters staan per kwartaal vast en kunnen slechts worden gewijzigd na tijdig overleg en in afstemming met betrokken partners en

  • 6.

    de subsidieontvanger verplicht zich deel te nemen aan frequente overleggen met betrokken partners, onder regie van de gemeente, op subregionaal en lokaal niveau en

  • 7.

    de subsidieontvanger werkt in samenwerking met betrokken partners aan de totstandkoming van een inhoudelijk, praktijkgericht programma met praktische kennisthema’s waarbij taal en activiteiten optimaal en effectief worden gecombineerd onder regie van de subsidieverlener en

  • 8.

    de subsidieontvanger toont een proactieve houding ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen en vernieuwingen met betrekking tot de Z-route.

Hoofdstuk 4: vaststelling subsidie

Artikel 16. Indieningstermijn en beslistermijn vaststelling subsidie

  • 1.

    De subsidie wordt jaarlijks vastgesteld.

  • 2.

    De subsidieontvanger dient de aanvraag tot subsidievaststelling uiterlijk 1 juni na afloop van het betrokken kalenderjaar in.

  • 3.

    De subsidieverlener beslist binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.

Artikel 17. Indieningsvereisten vaststelling subsidie

Subsidieontvanger is verplicht bij de aanvraag tot subsidievaststelling de volgende gegevens in te dienen:

 

  • 1.

    jaarrekening over het betrokken kalenderjaar en

  • 2.

    een overzicht van het aantal ingezette uren per individuele gemeente en

  • 3.

    een accountantsverklaring.

Hoofdstuk 5: inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 18. Inwerkingtreding

Deze nadere regeling treedt in werking op de dag na die waarop deze is bekend gemaakt en werkt terug tot en met 1 november 2021.

Artikel 19. Citeertitel

Deze nadere regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Z-route subregio Midden-Twente gemeente Borne 2021.

Burgemeester en wethouders van Borne,

de secretaris,

E.S.I ter Koele

de burgemeester,

Drs. J.H.R. Pierik

Toelichting Subsidieregeling Z-route subregio Midden-Twente

Inleiding

De nieuwe wet inburgering die ingaat op 1 januari 2022 biedt veel ruimte voor maatwerk. Zo komen er drie leerroutes. Een van de leerroutes is de zelfredzaamheid route, de Z-route. Dit is een intensief traject gericht op taal, activering en participatie met als doel meedoen naar vermogen in de samenleving.

 

Voor wie?

De Z-route is bedoeld voor inburgeraars van wie wordt verwacht dat zij het taalniveau A2 niet binnen 3 jaar kunnen halen. Deze inburgeraars zijn gebaat bij een praktische insteek van het inburgeringstraject. Het programma sluit aan bij het leervermogen van de inburgeraar. De Z-route is bedoeld voor zowel asielstatushouders als gezins- en overige migranten met een inburgeringsplicht.

 

Programma Z-route

De keuze voor de Z-route volgt op de brede intake en leerbaarheidstoets die bij elke inburgeraar wordt afgenomen. In het plan inburgering en participatie, kortweg PIP, wordt onder meer vastgelegd welke leerroute de inburgeraar gaat doen.

 

Verplichte onderdelen Z-route

Om aan de inburgeringsplicht te voldoen moet een inburgeraar in de Z-route 800 uur aan taal (inclusief alfabetiseren) en Kennis van de Nederlandse Maatschappij (KNM) besteden en 800 uur aan participatieactiviteiten. In een eindgesprek met de gemeente wordt geconcludeerd of de afspraken in het PIP zijn nagekomen en of degene daarmee aan zijn/haar inburgeringsplicht heeft voldaan.

 

Wanneer blijkt dat een inburgeraar in de Z-route op een of meerdere onderdelen een examen op niveau A2 kan doen, stimuleren de betrokken partijen dit.

 

Voor gezins- en overige migranten geldt een andere urenverplichting. Zij moeten voldoen aan 800 uur taal en KNM. Voor het participatiedeel doen ze de MAP (module arbeidsmarkt en participatie) en het PVT (participatieverklaringstraject) maar hebben geen verplichting tot 800 uur participatie.

 

Zelfredzaamheid

Wat verstaan we onder zelfredzaamheid? Zelfredzaamheid is niet alleenredzaamheid! De inburgeraar kan ook vaardigheden, expertise, mogelijkheden van anderen zoals familie, vrienden en organisaties inzetten.

 

Dat biedt de volgende praktische aanknopingspunten voor de Z-route.

Inburgeraars:

  • Hebben een minimale praktische kennis van de Nederlandse samenleving nodig om goed te kunnen functioneren, bijvoorbeeld praktische kennis van stad/wijk, gezondheid, schoolsysteem in Nederland kortom van verschillende gebieden.

  • Weten wie ze kunnen vragen uit hun netwerk van familie, vrienden of instanties. Inburgeraars hebben vaak nog geen netwerk als ze pas in Nederland zijn. Daarom wordt netwerkvorming gestimuleerd, door koppeling met maatjes, activering (vrijwilligerswerk etc.) of participatie (stages, vrijwilligerswerk)

  • Kunnen verwoorden wat ze nodig hebben in het Nederlands en beschikken over de nodige competenties bijvoorbeeld assertiviteit, digitale vaardigheden.

De taallessen in de Z-route, praktijkgericht leren

Voor inburgeraars in de Z-route is het belangrijk dat taallessen praktijkgericht zijn, dat er een goede verbinding is tussen de praktijk van alle dag en de lessen. Dat situaties uit de praktijk in de les worden besproken. Dat cursisten worden gestimuleerd om buiten school te oefenen.

 

Leren door te doen. De Nederlandse taal wordt vooral buiten de les geleerd door betekenisvolle communicatie, veel en veelvuldige contacten. Het gaat dan om echt communiceren bijvoorbeeld kunnen aangeven dat iets niet wordt begrepen, vragen om iets nog eens uit te leggen. Dat is essentieel voor het taalverwervingstraject. Het leren wordt duurzamer. Bovendien werkt deze manier van taalverwerving motiverend, omdat het direct zichtbaar wordt dat de taal in de praktijk nodig is.

 

Het belang van leren lezen en schrijven voor deze groep mag niet worden onderschat. Deelnemers moeten voldoende worden toegerust om in het dagelijks leven om te kunnen gaan met de geschreven taal. Een deel van de cursisten moet mogelijk gealfabetiseerd worden.

 

Samenwerking met partners (taalaanbieder/participatie/non-formeel/gemeente).

De Z-route wordt vooral sterk als de verschillende partners die een rol hebben goed contact met elkaar onderhouden bijvoorbeeld over thema’s die aan de orde zijn, de voortgang etc. Dat vraagt regelmatig samen evalueren en bijstellen als nodig.

 

Verwachte instroom inburgeringsplichtige asielmigranten1

Kennispunt Twente heeft op basis van de cijfers van afgelopen jaren een prognose voor de instroom van asielstatushouders in 2022 gemaakt. Voor het inrichten van de Z-route en de financiering is het belangrijk om te weten hoeveel inburgeraars verwacht kunnen worden. Daarbij is er zowel uitgegaan van de (landelijke) verwachting van het Ministerie (15% Z-route), als van het Twentse prognosepercentage (30% gebaseerd op ervaringen en verwachtingen van klantmanagers en taalscholen in de regio). Het verwachte volume voor midden Twente ligt tussen 14 en 28 voor de Z-route. Vanwege deze volumes hebben de gemeente Hof van Twente en de uitvoeringsorganisatie van Haaksbergen Borne en Hengelo besloten samen te werken op het gebied van taal, d.w.z. taal aan te bieden op sub regionaal niveau op één of meer locaties. De andere onderdelen zoals participatie, activering, competenties en informele taal worden lokaal of bovenlokaal aangeboden.

 

Artikel 9. Indieningsvereisten

  • 1.

    Sub b.

    Twee uitgewerkte praktijkgerichte taallessen.

    Sub c.

    Hoe sluit de aanbieder aan bij de leerbehoefte en ondersteunt hij bij de leerbehoefte en leervermogen van inburgeraars. Daarbij kan aanbieder bijvoorbeeld ingaan op de manier waarop hij er zorg voor draagt dat:

    • Een inburgeraar die dat kan ook werkelijk examen doet op niveau A2 op één of meer onderdelen;

    • Hoe hij denkt aan te sluiten bij de belangstelling van de inburgeraar;

    • In hoeverre hij kan aansluiten bij het tempo van inburgeraar.

Artikel 14. Verplichting voortgangsrapportages en verantwoording

 

6. Sub b.

Indien van toepassing een advies voor de vervolgstap(pen) van de inburgeraar ten aanzien van een eventueel vervolgtraject of wijziging van het traject. Bijvoorbeeld een advies voor vervolgonderwijs of advies voor participatie.


1

Exclusief gezinsmigranten etc.