Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tiel

Beleidsregels sociaal-medische indicatie kinderopvang gemeente Tiel 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTiel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels sociaal-medische indicatie kinderopvang gemeente Tiel 2021
CiteertitelBeleidsregels sociaal-medische indicatie kinderopvang gemeente Tiel 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet kinderopvang
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-11-2021nieuwe regeling

26-10-2021

gmb-2021-387691

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels sociaal-medische indicatie kinderopvang gemeente Tiel 2021

Het college van de gemeente Tiel,

 

Overwegende dat het gewenst is de vaststelling en verlening van de tegemoetkoming van de gemeente in de kosten van kinderopvang vanwege een sociaal-medische indicatie (smi) bij beleidsregels te regelen;

 

Gelet op het bepaalde in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en artikel 149 van de Gemeentewet;

 

Gelet op de Nota minimabeleid 2018

 

Gelet op artikel 4.2 in de ‘Handreiking en richtlijnen bijzondere bijstand 2018’ van de gemeente Tiel.

 

BESLUIT:

 

  • I.

    De beleidsregels sociaal-medische indicatie kinderopvang Tiel 2021vast te stellen;

 

I. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      De wet: de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

    • b.

      Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel;

    • c.

      Smi-kinderopvang: kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie;

    • d.

      Ouder: gezaghebbende ouder(s), adoptiefouder(s), stiefouder(s) of een ander die een jeugdige als behorend tot zijn gezin verzorgt en opvoedt, niet zijnde een pleegouder

    • e.

      Gezamenlijk huishouden: Van een gezamenlijke huishouding is sprake wanneer twee personen hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel anderszins;

    • f.

      Partner: diegene met wie de aanvrager een gezamenlijk huishouden voert, dan wel, indien hier geen sprake van is of is geweest, met wie de aanvrager door middel van een co-ouderschapsovereenkomst of anderszins de zorg draagt voor het kind of de kinderen;

    • g.

      Voorliggende voorziening: elke andere mogelijkheid om in voldoende mate in kinderopvang te voorzien waarvan door de aanvragende ouder gebruik kan worden gemaakt in plaats van smi-kinderopvang.

      Onder voorliggende voorzieningen verstaan we in elk geval de kinderopvangtoeslag (indien beide ouders werken), voorschoolse of vroegschoolse educatie (vve) of peuteropvang (zes - acht uur per week, vanaf 2,5 jaar). Andere voorbeelden zijn: een financiële tegemoetkoming of adequate kinderopvang in de informele sfeer;

    • h.

      Deskundige instantie: de jeugdconsulent van de gemeente Tiel, de wijkteammedewerker van de gemeente Tiel, de huisarts of de jeugdarts van het consultatiebureau.

  • 2.

    Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze beleidsregels gebruikt in dezelfde betekenis van de wet.

II. Noodzaak van kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie

Artikel 2 Doelgroep

Deze beleidsregels zijn bedoeld voor de in Tiel woonachtige ouder die in het bezit is van een geldige verblijfsstatus en van wie door een door het college aan te wijzen deskundige instantie is vastgesteld:

  • a.

    dat er sprake is van zodanige sociaal-medische problematiek 1 van de ouder dat op grond van deze problematiek kinderopvang noodzakelijk is, of

  • b.

    dat kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van het kind noodzakelijk is.

Artikel 3 Aanvraag kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie

  • 1.

    Een aanvraag tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op sociaal-medische indicatie bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      Naam en adres en burger service nummer van de ouder;

    • b.

      Indien van toepassing: naam en adres en burger service nummer van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;

    • c.

      Naam, burger service nummer en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de indicatie betrekking heeft;

    • d.

      een offerte of contract van het kindcentrum dat de kinderopvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven: het aantal uren kinderopvang per kind, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang;

  • 2.

    Het college kan bepalen dat de aanvraag geschiedt met behulp van een door het college vastgesteld en beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 3.

    Indien de ouder met een ander een gezamenlijk huishouden voert, dan wordt de aanvraag mede ondertekend door die ander.

  • 4.

    Als de aanvraag een verlenging van de tegemoetkoming betreft, dient het opgestelde plan van aanpak meegestuurd te worden met de aanvraag.

Artikel 4 Weigeringsgronden

  • 1.

    Het college weigert bijzondere bijstand voor kosten van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie toe te kennen indien er sprake is van een voorliggende voorziening.

III. De tegemoetkoming

Artikel 5 Aanspraak op een tegemoetkoming

Nadat over de noodzaak voor smi-kinderopvang een advies is afgegeven door de in artikel 1.1 onder h genoemde deskundige, wordt de aanvraag door het college beoordeeld en wordt een beschikking afgegeven. In de beschikking wordt aangegeven of de ouder aanspraak maakt op een tegemoetkoming van de door de ouder te betalen kosten voor deze kinderopvang. Als in de beschikking wordt aangegeven dat de ouder aanspraak maakt op een tegemoetkoming worden in de beschikking de duur, omvang en hoogte daarvan vastgesteld. In de beschikking wordt eveneens de voorwaarde opgenomen dat er voor de kinderopvang gebruik dient te worden gemaakt van een geregistreerd kindcentrum, gevestigd in de gemeente Tiel.

Artikel 6 Duur van de tegemoetkoming

  • 1.

    Het college verleent de tegemoetkoming in de kosten smi-kinderopvang voor de duur van maximaal 6 maanden.

  • 2.

    Gedurende de periode van tegemoetkoming moet de aanvrager, samen met relevante hulpverleners, werken aan een structurele oplossing van de sociaal-medische problematiek.

  • 3.

    Indien bij de aanvraag van de tegemoetkoming al duidelijk is dat slechts voor een kortere periode dan zes maanden opvang nodig is zal de tegemoetkoming worden verleend voor deze beperkte periode. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer het betreffende kind binnen zes maanden de leeftijd van vier jaar bereikt.

Artikel 7 Omvang van de tegemoetkoming

  • 1.

    Het college stelt de omvang van de dagopvang vast op maximaal 6 dagdelen per week met een maximum van 11 uur per dag en voor buitenschoolse opvang voor maximaal 3 dagen per week.

Artikel 8 Hoogte van de tegemoetkoming

  • 1.

    De hoogte van de tegemoetkoming is gelijk aan de werkelijk gemaakt kosten voor kinderopvang, verminderd met een vast te stellen ouderbijdrage.

  • 2.

    De ouderbijdrage wordt berekend aan de hand van het inkomen van de ouders en de duur, omvang en uurprijs van de kinderopvang. Deze factoren bepalen wat de hoogte van de kinderopvangtoeslag via de belastingdienst zou zijn indien hier aanspraak op gemaakt kon worden. De ouderbijdrage is dan de werkelijke prijs minus de berekende kinderopvangtoeslag.

Artikel 9 verlening van de tegemoetkoming

  • 1.

    Het college besluit over de aanvraag van de tegemoetkoming binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag met alle benodigde gegevens.

  • 2.

    Het college kan de periode zoals in lid 1 vermeld met ten hoogste vier weken verlengen. Het college stelt de ouder hiervan schriftelijk in kennis.

  • 3.

    De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag door het college is ontvangen.

  • 4.

    Als er op de in lid 3 genoemde datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal aanvangen.

  • 5.

    Het besluit tot verlening van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in ieder geval:

    • a.

      de vaststelling dat de aanvrager tot de doelgroep zoals beschreven in artikel 2 behoort;

    • b.

      de naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;

    • c.

      de naam en het adres van het kindcentrum waar de kinderopvang plaatsvindt;

    • d.

      de periode en de omvang van de kinderopvang waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend;

    • e.

      de wijze waarop het bedrag van de tegemoetkoming wordt bepaald en het bedrag dat op basis hiervan wordt verleend;

    • f.

      de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;

    • g.

      de verplichtingen van de ouder, waaronder de inlichtingenplicht en de plicht om mee te werken aan een structurele oplossing van de sociaal-medische problematiek

Artikel 10 De betaling van de tegemoetkoming

De tegemoetkoming wordt, op basis van declaratie via het daarvoor bestemde declaratieformulier, uitbetaald aan de ouder. De factuur van de kinderopvang mag niet ouder zijn dan één maand.

IV. Verplichtingen van de ouder

Artikel 11 Inlichtingenplicht

  • 1.

    De ouder werkt mee aan hetgeen hem wordt gevraagd in het kader van de tegemoetkoming. Dit betekent dat de ouder desgevraagd bewijstukken overlegt, mee werkt aan een jaarlijkse controle en tijdig wijzigingen in de (inkomens)situatie meldt bij de gemeente.

  • 2.

    De ouder of de partner licht het college onmiddellijk uit eigen beweging schriftelijk in, over gegevens die kunnen leiden tot de vaststelling van een lagere tegemoetkoming.

  • 3.

    De ouder of partner verstrekt desgevraagd aan het college, binnen een door het college te stellen redelijke termijn, alle gegevens en inlichtingen van hem en zijn partner die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van de gemeente van belang zijn.

VI. Slotbepalingen

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien de toepassing van de beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels sociaal-medische indicatie kinderopvang gemeente Tiel 2021 treedt in werking op de dag volgende op die van de bekendmaking.

Artikel 14 Citeertitel

De beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels sociaal-medische indicatie kinderopvang gemeente Tiel 2021.


1

 De doelgroep van SMI bestaat uit gezinnen met kinderen tot en met 12 jaar waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, omdat de ouders niet (allebei) werken en die vanwege een sociale of medische situatie ook niet instaat zijn om voor hun kinderen te zorgen. Denk bijvoorbeeld aan ouders met een (chronische) lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking, of aan een sociale crisissituatie in een gezin. Het kan ook voorkomen dat er voor kinderen geen gezond opvoedklimaat is. Kinderopvang kan dan van belang zijn voor een goede ontwikkeling van het kind en/of om de ouder(s) te ontlasten.