Organisatie | Groningen |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling boerenexperimenten Regio Deal NIL voor de gebieden Veenkoloniën, Westerwolde, Oldambt 2021/2022 |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling boerenexperimenten Regio Deal NIL voor de gebieden Veenkoloniën, Westerwolde, Oldambt 2021/2022 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Uitvoeringsregeling boerenexperimenten Regio Deal NIL voor de gebieden Veenkoloniën, Westerwolde, Oldambt.
Deze regeling geldt tot en met 1 april 2024.
De aanhef van deze regeling is gewijzigd.
https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR653819
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-2022 | aanhef | 25-10-2022 | K26348 | ||
01-11-2021 | 01-11-2022 | nieuwe regeling | 26-10-2021 | K19189 |
Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij op 26 oktober 2021, nr. A. 12, afdeling ECP, dossiernummer K19189 het volgende besluit hebben genomen:
Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen:
Overwegende dat: de provincies Drenthe, Fryslân, Groningen en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap akkoord zijn gegaan met de uitvoering van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw voor de periode 2019 - 2023.
-de Subsidieregeling Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland
Vast te stellen de Uitvoeringsregeling boerenexperimenten Regio Deal NIL voor de gebieden Veenkoloniën, Westerwolde, Oldambt 2021/2024, als nadere invulling op de algemene bepalingen zoals vastgesteld in de Subsidieregeling Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland, in de periode van 1 november 2021 tot en met 1 april 2024.
In deze regeling wordt verstaan onder:
AGVV: Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, Algemene Groepsvrijstellingsverordening (PbEU L187/1);
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een project minimaal:
bij te dragen aan de transitie naar een meer natuurinclusieve landbouw, waarbij de subsidiabele projectkosten in verhouding staan tot de opgave in het streefbeeld/actieplan, zoals te vinden onder
Veenkoloniën: https://www.regiodealnatuurinclusievelandbouw.nl/gebieden/veenkolonien
Westerwolde: https://www.regiodealnatuurinclusievelandbouw.nl/gebieden/westerwolde
Oldambt: https://www.regiodealnatuurinclusievelandbouw.nl/gebieden/oldambt
Onverminderd artikel 11 van de Subsidieregeling Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien tegen de aanvrager een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard.
Onverminderd artikel 11 van de Subsidieregeling Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland wordt de subsidie, voor het uitvoeren van een onderzoeks- en ontwikkelingsproject door middel van experimentele ontwikkeling of een haalbaarheidsstudie zoals bedoeld in artikel 25, lid 2, sub c en d, van de AGVV, in ieder geval geweigerd indien:
In aanvulling op artikel 9 van de Subsidieregeling Regio Deal Natuurinclusieve landbouw Noord-Nederland kan subsidie worden verstrekt voor de onderstaande kosten:
Artikel 9 Inwerkingtreding en intrekking
De Uitvoeringsregeling boerenexperimenten Regio Deal NIL voor de gebieden Veenkoloniën, Westerwolde, Oldambt wordt ingetrokken op de dag dat de Uitvoeringsregeling boerenexperimenten Regio Deal NIL voor de gebieden Veenkoloniën, Westerwolde, Oldambt 2021/2022 in werking treedt. Op aanvragen die zijn ingediend op grond van de Uitvoeringsregeling boerenexperimenten Regio Deal NIL voor de gebieden Veenkoloniën, Westerwolde, Oldambt blijft die uitvoeringsregeling van toepassing.
Groningen, 26 oktober 2021
Gedeputeerde Staten voornoemd:
F.J. Paas, voorzitter.
J. Schrikkema, secretaris.
Achtergrond Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw
Binnen de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland werken het Rijk en de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen samen met andere organisaties aan een gezamenlijke ambitie om een duurzame, natuurinclusieve landbouw in Noord-Nederland te realiseren. Het doel is om met een gebiedsgerichte aanpak een structurele benadering voor natuurinclusieve landbouw te ontwikkelen, te toetsen en toepasbaar te maken op basis van ecologische en landbouwkundige kennis, en kennis over gebiedsparticipatie en verdienmodellen. Hiervoor is de subsidieregeling Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland opgesteld. In deze subsidieregeling zijn algemene subsidievoorwaarden opgenomen. (o.a. voorwaarden over de verdeelsystematiek, niet subsidiabele kosten en weigeringsgronden). Zoals in de subsidieregeling Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland is opgenomen stellen Gedeputeerde Staten per gebied nadere regels vast. in deze Uitvoeringsregeling boerenexperimenten Regio Deal NIL voor de gebieden Veenkoloniën, Westerwolde, Oldambt zijn nadere regels voor de gebieden Veenkoloniën, Westerwolde, Oldambt uitgewerkt. Voor deze gebieden gelden onder andere ook de algemene subsidievoorwaarden van de Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018 en de subsidievoorwaarden van de subsidieregeling Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland.
Uitvoeringsregeling boerenexperimenten Regio Deal NIL voor de gebieden Veenkoloniën, Westerwolde, Oldambt
Eén van de subsidievoorwaarden is dat een project dient bij te dragen aan de realisatie van een streefbeeld en actieplan van het gebied. Omdat de gebieden verschillen in landbouwstructuur en omgevingsfactoren, landschap en biodiversiteit, is per gebied een streefbeeld en actieplan gemaakt. De streefbeelden en actieplannen van de drie gebieden zijn in één gezamenlijk proces tot stand gekomen, aangestuurd vanuit de bestaande bestuurlijke samenwerking Agenda voor de Veenkoloniën.
Samenwerkingsverbanden van twee of meer agrarische ondernemers, al dan niet aangevuld met gebiedspartijen als terreinbeheerders of ketenpartijen komen voor subsidie in aanmerking. De aanvragers dienen gevestigd te zijn in de gemeenten: Aa en Hunze, Veendam, Emmen, Borger-Odoorn, Pekela, Stadskanaal, Coevorden, Midden-Groningen, Midden-Drenthe (allen gebied Veenkoloniën), Westerwolde (gebied Westerwolde) en Oldambt (gebied Oldambt). Een agrarische ondernemer kan alleen penvoerder fungeren. Met deze uitvoeringsregeling wordt ruimte gegeven om vernieuwende ideeën voor boerenexperimenten in de drie gebieden verder te brengen.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
Lid 1 sub d en lid 2 sub e: vier pijlers biodiversiteit
In dit artikel wordt verwezen naar de vier pijlers van biodiversiteit. Onder deze pijlers wordt het volgende verstaan 1 :
De vier pijlers van biodiversiteit zijn in onderstaande figuur, in onderlinge samenhang, weergegeven (bron: Louis Bolk Instituut 2019):
Op basis van lid 1 sub d dient minimaal aan één van de hierboven genoemde pijlers voldaan te worden om voor subsidie in aanmerking te komen. Als het project niet bijdraagt aan één van de vier pijlers van biodiversiteit komt het project niet voor subsidie in aanmerking.
Verder dient het project bij te dragen aan twee van de criteria die in lid 2 genoemd zijn.
Eén van de daar genoemde criteria is dat het project in hoge mate bijdraagt aan twee van de vier pijlers van biodiversiteit. Indien hier niet aan wordt voldaan, kan een project, onverminderd het bepaalde in lid 1 sub d, subsidie krijgen als het voldoet aan twee van de andere genoemde criteria.
De daadwerkelijke subsidiehoogte is afhankelijk van de omvang van de subsidiabele kosten en van het vrijstellingsregime waaronder de subsidie wordt verstrekt. Het subsidiebedrag is maximaal € 25.000,--. De subsidiabele kosten dienen minimaal € 5.000,-- te bedragen.
Het uitgangspunt is dat het subsidiepercentage 100 is, oftewel dat over 100% van de subsidiabele kosten subsidie kan worden verkregen, voor zover de subsidiabele kosten minder dan € 25.000,-- bedragen. Als de subsidiabele kosten hoger dan € 25.000 zijn, wordt maximaal € 25.000 aan subsidie verstrekt.
Indien een subsidie op grond van Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV), artikel 25, wordt verstrekt, gelden lagere steunpercentages. Deze (maximale) percentages zijn vastgelegd in de AGVV. In het aanvraagformulier dienen de aanvragers aan te geven op grond waarvan een subsidie aangevraagd wordt. Indien een subsidie op grond van een de-minimisverordening (landbouw de-minimis of de-minimis regulier) een subsidie aangevraagd wordt, dienen de aanvragers een de-minimisverkaring te overhandigen. De ruimte die de ondernemers nog hebben op basis van de de-minimisverordeningen kan ook invloed hebben op het maximale subsidiebedrag.