Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Krimpenerwaard

Gedragscode raads- en commissieleden Krimpenerwaard 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKrimpenerwaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGedragscode raads- en commissieleden Krimpenerwaard 2021
CiteertitelGedragscode raads- en commissieleden Krimpenerwaard 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 15, derde lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-10-202128-09-2021Nieuwe regeling

28-09-2021

gmb-2021-381924

Tekst van de regeling

Intitulé

Gedragscode raads- en commissieleden Krimpenerwaard 2021

De gemeenteraad van Krimpenerwaard

 

Gelet op artikel 15, lid drie Gemeentewet

 

Gelezen de uitkomsten van de raadsdag d.d. 16 juli 2021, het advies van de raadscommissie SBBV d.d. 7 september 2021,

 

Gezien de VNG/BZK Handreiking Integriteit politieke ambtsdragers 2021(vierde gewijzigde druk) incl. de model gedragscode politieke ambtsdragers 2021 en de Nederlandse Code voor Goed Openbaar Bestuur 2009

BESLUIT

 

Vast te stellen de:

 

Gedragscode raads- en commissieleden Krimpenerwaard 2021

 

INLEIDING

Deze inleiding, de toelichting en de ‘Gedragscode in één oogopslag’ maken integraal onderdeel uit van de gedragscode.

 

Goed bestuur is integer bestuur. Daarmee is integriteit niet alleen een verantwoordelijkheid van het individuele raads- en commissielid, maar een gezamenlijk belang dat de hele organisatie en het hele bestuur in al zijn geledingen aangaat. De gedragscode richt zich daarom zowel tot het individuele raads- en commissielid alsook tot de bestuursorganen.

 

Ons democratische systeem en de democratische processen kunnen niet zonder integer functionerende organen en functionarissen.

 

Integriteit van de raads- en commissieleden verwijst naar de zorgvuldigheid die zij moeten betrachten bij het invullen van hun rol. Dat betekent de verantwoordelijkheid nemen die met de functie samenhangt en bereid zijn verantwoording af te leggen, aan collega-bestuurders en/of (leden van) de volksvertegenwoordiging en bovenal aan de inwoner. Vertrekpunt is de eed of gelofte die bij de ambtsaanvaarding afgelegd wordt.

 

Integriteit is niet alleen een kwestie van regels maar ziet ook op onderlinge omgangsvormen. Een respectvolle omgang met inwoners en organisaties, tussen raads- en commissieleden onderling en met de griffie, tussen raads- en commissieleden en medewerkers en het college van B&W met behoud van eigen politieke inhoud en stijl, is van groot belang.

 

In de omgang met inwoners, ambtenaren, externe partijen, collegeleden en andere raads- en commissieleden wordt correct, fatsoenlijk, en respectvol gedrag verwacht dat vrij is van ongewenste omgangsvormen en grensoverschrijdend en (seksueel) intimiderend gedrag zoals hinderlijk gedrag, intimidatie, dubbelzinnige opmerkingen, handtastelijkheden, agressie, pesten en discriminatie.

 

De gemeenteraad stelt voor de eigen leden een gedragscode vast. Dat is vastgelegd in de Gemeentewet. In Krimpenerwaard is ervoor gekozen om ook de commissieleden onder de gedragscode te laten vallen. De gedragscode bevat integriteits-normen en procedurevoorschriften en is een richtsnoer voor het handelen van individuele politieke ambtsdragers. Het doel is hen te ondersteunen bij de invulling van hun verantwoordelijkheid voor de integriteit van het openbaar bestuur.

 

Voor de twee groepen van politieke ambtsdragers (volksvertegenwoordigers en dagelijkse bestuurders) is er een eigen afzonderlijke gedragscode. Onderhavige gedragscode heeft betrekking op de volksvertegenwoordigers: gemeenteraads- en commissieleden.

Veel bepalingen zijn gelijk voor de volksvertegenwoordigers en de dagelijkse bestuurders.

Er zijn ook verschillen. Die hebben te maken met de staatsrechtelijke posities, bevoegdheden en met de voor hen geldende wettelijke (integriteits)regels. De gemeenteraad is een politiek orgaan. In de volksvertegenwoordigingen worden specifieke of (partij-)politieke belangen ingebracht voor het algemeen belang van de gemeenten. De politieke ambtsdragers krijgen het mandaat van hun kiezers en de gedragscode dient de vervulling van het kiezersmandaat te ondersteunen.

 

Het rechtskarakter van de gedragscode is dat van een interne regeling, als nadere invulling en concretisering van de wettelijke regels. De gedragscode bevat in aanvulling op wettelijke regels gedragsnormen en regels over procedures die de transparantie van het handelen van politieke ambtsdragers evenals van de besluitvorming over en de naleving van de normen vergroten. Zij vormt een beoordelingskader en leidraad bij twijfel, vragen en discussies.

 

Er is sprake van zelfbinding. De regels worden in gezamenlijk debat vastgesteld door de raads- en commissieleden zelf. In dat licht moeten de regels in deze code worden gezien. Dat maakt de gedragscode evenwel niet vrijblijvend. De raads- en commissieleden kunnen daarop aangesproken worden en zij moeten zich over de naleving daarvan verantwoorden. Het niet naleven van de gedragscode wordt daarmee onderdeel van politiek debat en kan politieke gevolgen hebben.

 

Integriteit is een thema dat betekenis krijgt in het handelen. Een integriteitsbeleid dat alleen op papier bestaat is slechts een dode letter. Daarom moet het handelen van raads- en commissieleden regelmatig onderwerp van gesprek zijn, juist ook onderling, en ook daarbij geeft de gedragscode ondersteuning. De code en de voorgestelde registraties zijn instrumenten. Integriteit is uiteindelijk niet in regels te vangen.

 

Raads- en commissieleden opereren vaak in diverse (boven)lokale netwerken.

Deze netwerken dragen bij aan hun geworteld zijn in de samenleving van de gemeente. Tegelijkertijd ontstaat hierdoor het risico dat zij vanuit het gevoel van sympathie en loyaliteit, de belangen van de eigen netwerken vooropstellen ten koste van het algemeen belang.

De schijn van oneigenlijke beïnvloeding kan snel gewekt zijn. Dit maakt duidelijk dat het nadenken over de eigen integriteit verder gaat dan het beoordelen van individuele handelingen. Het vraagt ook dat zij zich bewust zijn dat ze altijd verbonden zijn met professionele en persoonlijke netwerken. En dat deze netwerken ‘onbewust’ een invloed kunnen hebben op hun keuzes en acties en mogelijk tot een schending leiden.

 

Integer handelen kan alleen in een cultuur en organisatie waar ook de andere waarden van goed bestuur worden nagestreefd. De Nederlandse Code voor Goed Openbaar Bestuur (als bijlage toegevoegd) verbindt openheid en integriteit met de kernwaarden participatie, behoorlijke contacten met inwoners, doelgerichtheid en doelmatigheid, legitimiteit, lerend en zelfreinigend vermogen en verantwoording.

 

Hoewel deze Code dateert uit 2009 is de inhoud blijvend relevant. Het verbaast niet dat de meer recente Handreiking integriteit van politieke ambtsdragers bij provincies, gemeenten en waterschappen hier ook op teruggrijpt.

Integriteit wordt hier in één adem genoemd met openheid. ‘Openheid en Integriteit’: “het bestuur is open en integer en maakt duidelijk wat het daaronder verstaat”. De wetgeving (en de gedragscode in aanvulling hierop) bevat diverse voorschriften over openheid met het oog op de integriteit. Die voorschriften hebben betrekking op het openbaar maken van nevenfuncties en/of neveninkomsten, van geschenken, buitenlandse reizen, excursies en evenementen met als doel de transparantie te bevorderen om belangenverstrengeling en onverantwoord en/of onjuist gebruik van publieke middelen door raads(commissie)leden tegen te gaan. Zij zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun eigen integriteit en zullen zich daar in alle openheid over moeten verantwoorden.

Waar hij staat is uiteraard ook zij bedoeld.

 

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1

De gedragscode geldt voor de raads- en commissieleden, maar richt zich ook tot de bestuursorganen.

Artikel 1.2

De gedragscode is openbaar en via internet beschikbaar.

Artikel 1.3

De raads- en commissieleden ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van deze gedragscode en tekenen voor ontvangst.

 

Paragraaf 2 Voorkomen van belangenverstrengeling

Artikel 2.1. Nevenfuncties

  • 1.

    Het raads(commissie)lid levert de griffier de informatie aan over de (neven)functies die openbaar gemaakt moeten worden bij aanvang van het raads(commissie)lidmaatschap dan wel binnen één maand na aanvaarding van de (neven)functie en geeft de wijzigingen daarin door.

  • 2.

    De informatie betreft in ieder geval:

    • a.

      de omschrijving van de (neven)functie;

    • b.

      de organisatie voor wie de (neven)functie wordt verricht;

    • c.

      of het al dan niet een(neven)functie betreft uit hoofde van het raads(commissie) lidmaatschap.

  • 3.

    De griffier legt hiervoor een register aan en beheert dit. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

Artikel 2.2. Incompatibiliteiten

  • 1.

    Verboden overeenkomsten/handelingen: volksvertegenwoordigers mogen in geschillen, waar de gemeente(bestuur) partij is, niet als advocaat, adviseur of gemachtigde werkzaam zijn. Zij mogen bepaalde overeenkomsten, waar de gemeente bij betrokken is, niet rechtstreeks of middellijk aangaan. Van verboden overeenkomsten kan ontheffing worden verleend (artikel 15, lid 1 en 2, Gemeentewet).

  • 2.

    Onverenigbaarheid van functies: het zijn van volksvertegenwoordiger sluit het hebben van een aantal andere functies uit (artikel 13 Gemeentewet).

Artikel 2.3. Persoonlijk belang en stemmen

Een lid van een volksvertegenwoordiging neemt niet deel aan de stemming over:

  • -

    een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken;

  • -

    de vaststelling of goedkeuring der rekening van een lichaam waaraan hij rekenplichtig is of tot welks bestuur hij hoort (art. 28 Gemeentewet).

Het bestuursorgaan waakt ertegen dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden (artikel 2:4, lid 2, Algemene wet bestuursrecht).

 

Toekomstige ontwikkelingen m.b.t. stemonthouding – opgenomen in de Wet bevorderen integriteit en functioneren openbaar bestuur

 

Art. 28 wordt als volgt gewijzigd:

  • -

    In het eerste lid wordt “de stemming” vervangen door “de beraadslaging en stemming”.

  • -

    Vernummering van het tweede tot en met vierde lid, tot derde tot en met vijfde lid wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. Op de beraadslaging en stemming, bedoeld in het eerste lid, is art. 2:4 Algemene wet bestuursrecht, niet van toepassing.

Paragraaf 3 Informatie

Artikel 3.1

Het raads(commissie)lid zorgt ervoor dat vertrouwelijke en geheime informatie veilig wordt bewaard.

Artikel 3.2
  • 1.

    Het raads(commissie)lid maakt niet ten eigen bate of ten bate van derden gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen geheime informatie.

     

Paragraaf 4 Geschenken, faciliteiten, diensten, excursies, evenementen en buitenlandse reizen op uitnodiging van derden

Artikel 4.1
  • 1.

    Een raads(commissie)lid accepteert en biedt geen geschenken, faciliteiten en diensten aan als diens onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid kan het raads(commissie)lid incidentele geschenken die een geschatte waarde van ten hoogste € 50 vertegenwoordigen, en waar de naam van de gever op vermeld is, behouden.

  • 3.

    Geschenken die raads(commissie)lid uit hoofde van diens ambt ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50 vertegenwoordigen worden, als zij niet worden teruggestuurd, overgedragen/beschikbaar gesteld aan de griffier.

  • 4.

    De griffier legt een register aan van de geschenken met een geschatte hogere waarde dan € 50. In het register is aangegeven welke bestemming de griffier hieraan heeft gegeven. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 5.

    Geschenken gericht aan een raads(commissie)lid worden niet op het huisadres in ontvangst genomen. Mocht dit onverhoopt wel gebeuren dan draagt het raads(commissie)lid er zorg voor dat het geschenk/de geschenken worden bezorgd op het adres van de griffie, gemeentekantoor Lekkerkerk.

Artikel 4.2
  • 1.

    Deelname als raads(commissie)lid aan excursies en evenementen voor rekening van anderen dan de gemeente maakt het raads(commissie)lid binnen één week na deelname openbaar. Daarbij wordt ook openbaar gemaakt wie deze kosten voor zijn rekening heeft genomen.

  • 2.

    De griffier legt hiervoor een register (conform 4.1. lid 4) en beheert dit. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

Artikel 4.3
  • 1.

    Een raads(commissie)lid meldt de griffier de in de hoedanigheid van raads(commissie)lid ondernomen buitenlandse reizen voor rekening van anderen dan de gemeente binnen één week na terugkeer in Nederland. In ieder geval wordt gemeld wat het doel, de bestemming en de duur van de buitenlandse reis is geweest en wat daarvan de kosten waren.

  • 2.

    De griffier legt hiervoor een register (conform 4.1. lid 4) en beheert dit. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

     

Paragraaf 5 Gebruik van voorzieningen van de gemeente

Artikel 5.1
  • 1.

    Het college richt de financiële en administratieve organisatie zodanig in dat er een getrouw beeld mogelijk is van de juistheid en rechtmatigheid van de uitgaven, met heldere procedures over de wijze waarop functionele uitgaven rechtstreeks in rekening worden gebracht of kunnen worden gedeclareerd bij de gemeente.

  • 2.

    Het raadslid verantwoordt zich over zijn gebruik van de voorzieningen volgens de in het eerste lid vastgelegde regels en procedures.

  • 3.

    Het college stelt een formulier vast waarmee raads- en commissieleden gemaakte onkosten kunnen verantwoorden

Artikel 5.2

Een raads(commissie)lid declareert geen kosten die al op andere wijze worden vergoed.

Artikel 5.3

Gebruik van voorzieningen en eigendommen van de gemeente ten eigen bate of ten bate van derden is niet toegestaan, tenzij hier andere afspraken, vastgelegd in een bruikleenovereenkomst tussen het raads(commissie)lid en het college over gemaakt zijn.

 

Paragraaf 6 Uitvoering gedragscode

Artikel 6.1

De gemeenteraad bevordert de eenduidige interpretatie van de gedragscode. Ingeval van leemtes en onduidelijkheden in de gedragscode voorziet de gemeenteraad daarin.

Artikel 6.2
  • 1.

    Op voorstel van de burgemeester maakt de gemeenteraad afspraken over de navolgende onderwerpen:

    • a.

      de jaarlijkse bespreking van het onderwerp integriteit in zijn algemeenheid en van de gedragscode in het bijzonder;

    • b.

      de processtappen die worden gevolgd ingeval van een vermoeden van een integriteitschending door een raads(commissie)lid van de gemeente.

  • 2.

    De afspraken als bedoeld onder 1, worden vastgelegd.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze gedragscode treedt in werking op 28 september 2021 onder gelijktijdige intrekking van de Gedragscode voor politieke ambtsdragers gemeente Krimpenerwaard 2015.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 28 september 2021,

de griffier,

dr. M-L vanMuijen

de voorzitter,

mr. R.S.Cazemier

Toelichting behorende bij de Gedragscode raads- en commissieleden Krimpenerwaard 2021

 

De raads- en commissieleden van Krimpenerwaard dienen het belang van haar inwoners. Een integer bestuur is noodzakelijk om het vertrouwen van inwoners te behouden. Daarnaast staat het handelen van raads- en commissieleden altijd in de publieke belangstelling. Wij hebben daarom een voorbeeldfunctie. We staan midden in de samenleving en zijn daarmee verbonden. Dit is belangrijk. Iedereen heeft zijn/haar eigen netwerk. Tegelijk werken we voor al onze inwoners en gaan we over de besteding van publiek geld. Dit brengt dilemma’s met zich mee die raken aan integriteit.

 

Deze gedragscode biedt ons handvatten voor het omgaan met deze dilemma’s. Het is geen uitputtende regeling die de gewenste route in alle voorkomende gevallen beschrijft. Daarvoor is de praktijk te ingewikkeld en te onvoorspelbaar. Wel biedt het richting en steun voor de manier waarop de raads- en commissieleden van Krimpenerwaard integriteit onderdeel maken van de manier waarop zij werken.

 

Bij integriteit gaat het over meer dan de juridische regels en onze normen en waarden. Het gaat vooral over gedrag. Iedereen is in de eerste plaats zelf verantwoordelijk om integer te werk te gaan. Maar dit betekent niet dat integriteit alleen een persoonlijk onderwerp is. We hebben niet altijd in de hand hoe anderen te werk gaan. Wat we wel in de hand hebben, is het bespreken van integriteit. Door met elkaar in gesprek te blijven over integriteit en de dilemma’s waar we in de dagelijkse praktijk tegen aan lopen, wordt en blijft het (zelf)bewustzijn aangescherpt. Ook wordt duidelijk wat integriteit in Krimpenerwaard betekent en vraagt. Dat maakt het vertrouwen van inwoners in het openbaar bestuur sterker.

 

We werken volgens deze code en staan open voor een gesprek over hoe we dat doen. Dat neemt niet weg dat sommige situaties om een oordeel vragen. In dat geval oordelen wij niet zomaar, zonder te weten waar het overgaat, maar verzamelen eerst alle informatie die we nodig hebben om tot een goede afweging te komen. We waken er voor dat integriteit niet als een politiek middel wordt ingezet.

 

In deze gedragscode zijn onze uitgangspunten uitgewerkt. De gedragscode geldt voor de raads- en commissieleden van de Krimpenerwaard. Twijfelen we over het gedrag van onszelf of van een collega? Dan bespreken raads- en commissieleden dit met de griffier of burgemeester. Met wie we het verder bespreken verschilt van geval tot geval. Soms is overleg met de griffier of burgemeester genoeg, terwijl we het bij andere situaties met meer mensen moeten bespreken. De griffier en de burgemeester denken mee over de meest geschikte manier van bespreken.

 

Een respectvolle omgang met inwoners en organisaties, tussen raads- en commissieleden onderling, met de griffie, met het college en met de overige ambtenaren is erg belangrijk. Als het hieraan schort, beschadigt dat niet alleen de onderlinge relatie, maar ook de goede naam van het hele gemeentebestuur. Wij bespreken in Krimpenerwaard de inhoud, we spelen niet op de persoon. We praten mét mensen, niet over mensen.

 

Bij (een vermoeden van) het overtreden van deze gedragscode, melden wij dit bij de burgemeester. We volgen daarbij de procedure zoals afgesproken in ons Protocol Klachtenbehandeling gemeente Krimpenerwaard 2019.

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Wettelijke grondslag

De gemeenteraad stelt een gedragscode vast voor zijn leden ex art. 15, lid 3 Gemeentewet.

Toelichting

Artikel 1.1 Onder bestuursorganen worden verstaan de raad, het college en de burgemeester.

Paragraaf 2 Voorkomen van belangenverstrengeling

Wettelijk kader

Afleggen eed of belofte (artikel 14 Gemeentewet)

Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen leggen de raads(commissie)leden de volgende eed (verklaring en belofte) af: “Ik zweer (verklaar) dat ik om raads(commissie)lid benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als raads(commissie)lid naar eer en geweten zal vervullen.”

Toelichting

Incompatabiliteiten en nevenfuncties

Dit betreft een uitwerking van de wettelijke verplichting om nevenfuncties openbaar te maken. De informatie wordt neergelegd in een openbaar register. Het raads(commissie)lid is verantwoordelijk voor de tijdige aanlevering van de informatie en voor de actualiteit daarvan.

Persoonlijk belang en stemmen

Concreet betekent dit dat de toepassing van artikel 28 een verantwoordelijkheid is van het raadslid zelf. Maar: schending van het artikel kan wel aanleiding geven tot vernietiging van een besluit door de rechter of door de Kroon. Voorzitter en raad kunnen een lid dus wel op deze consequentie wijzen. Niemand heeft echter de bevoegdheid een raadslid uit te sluiten. Artikel 28 geldt altijd; dus ook als er een ruime meerderheid voor een besluit is.

 

Deelname aan beraadslaging en stemming maakt deel uit van de fundamentele rechten van het gekozen raadslid. Onthouden van deelname is dus enkel aan de orde als sprake is van belangen die het raadslid in een ander positie brengen dan andere raadsleden. Het is niet doorslaggevend (maar wel relevant) of iemand belanghebbende is in de zin van de Awb. Ook niet relevant is of een raadslid zich ook buiten de raad actief inzet voor bepaalde zaken, bijvoorbeeld in een wijkraad.

 

Een raadslid stemt altijd zonder last (artikel 27 Gemeentewet) en is in principe ook gehouden om zijn of haar stemrecht in de raadsvergadering uit te oefenen tenzij dat op grond van artikel 28 Gemeentewet onverstandig zou zijn. Er zijn de laatste jaren veel ontwikkelingen in de jurisprudentie geweest. Die uitspraken waren vooral juridisch technisch van aard: artikel 2:4 Awb zou een lex specialis zijn ten opzichte van artikel 28 Gemeentewet. Dankzij een aantal recente uitspraken is het primaat waarop een raadslid zich richt in de afweging om wel of niet mee te stemmen weer verschoven naar artikel 28 Gemeentewet. Stemmen is een fundamenteel recht van gekozen volksvertegenwoordigers. Als een raadslid zich niet van stemming hoeft te onthouden, is het volgens de VNG zelfs een plicht. Dat staat niet met zoveel woorden in de wet, maar het vloeit wel voort uit het mandaat dat een raadslid van de kiezer heeft gekregen. Het is een raadslid dus niet op voorhand verboden om mee te stemmen. De Afdeling bestuursrechtspraak stelt namelijk dat er dan bijkomende omstandigheden moeten zijn waaruit blijkt dat er sprake is van het behartigen van een persoonlijk belang van het raadslid als zodanig. Alleen in dat geval kan de bestuursrechter tot het oordeel komen dat er ten onrechte aan de stemming is deelgenomen. De VNG trekt uit de meest recente jurisprudentie dan ook de conclusie dat artikel 28 Gemeentewet weer leidend is bij de vraag voor een individueel raadslid of hij al dan niet aan een stemming deel mag nemen. Het raadslid maakt daarbij zelf de afweging of het meedoen aan een stemming in conflict komt met de eigen integriteit.

 

In recente uitspraken (Graft-De Rijp en Middelburg) zegt de Afdeling bestuursrechtspraak dat het woord 'persoonlijk' in het begrip 'persoonlijk belang' doelt op ieder belang dat niet behoort tot de belangen die het bestuursorgaan moet behartigen uit hoofde van de hem opgedragen taak. Deze bepaling dient strikt te worden uitgelegd, omdat daarbij het fundamentele recht van een raadslid om deel te nemen aan een stemming wordt ingeperkt.

Hoe gaan wij hier in Krimpenerwaard mee om?

Bij al ons handelen realiseren we ons wat de gevolgen van ons handelen zijn en hoe anderen daarnaar kijken. Er is sprake van belangenverstrengeling als er een vermenging is van het algemene gemeentelijke belang en een persoonlijk belang. Dit laatste kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van het hebben van een (neven)functie die een raads- of commissielid heeft. Ook een belang van familie, vrienden, bedrijven of organisaties waar je als raads- of commissielid als privépersoon banden mee hebt, kan je handelen beïnvloeden. Een zuiver en objectief besluit of handeling kan dan in gevaar komen.

 

Belangenverstrengeling kan ook komen door een vraag vanuit de samenleving om zich voor een bepaalde zaak of probleem in te zetten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan belangen- of actiegroepen die een beroep op een raads- of commissielid als privépersoon doen. Naast het voorkomen van belangenverstrengeling, hebben wij de taak om ook de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen, als dat binnen het gebied ligt waarbinnen wij invloed hebben.

 

Als wij belangen hebben bij een dossier, maken we deze bekend bij de griffier en onze collega raads- en commissieleden. Het voorkomen van (de schijn van) belangenverstrengeling, vraagt immers meer van ons dan het wettelijke ‘niet meestemmen’ over een onderwerp. Wij bewaren afstand tot een dossier, als er belangenverstrengeling is. Dit betekent dat we ook niet aan een overleg over het dossier meedoen.

 

Om belangenverstrengeling te voorkomen, bewaren we afstand tot bepaalde onderwerpen of vragen. Dat doen we niet alleen in onze rol van raads- en commissielid maar ook als privépersoon.

 

Het uitgangspunt is dat het bij onze rol als volksvertegenwoordigers past om inwoners en organisaties de weg te wijzen en informatie te geven. Wij zijn terughoudend in het optreden als woordvoerder of vertegenwoordiger van deze inwoners en organisaties richting anderen.

 

Raads- en commissieleden staan midden in de samenleving. We moeten ons raads- en commissiewerk combineren met regulier werk en privé activiteiten. Het uitvoeren van nevenfuncties hoort hierbij. Sommige nevenfuncties passen beter dan andere. Het uitgangspunt is dat onze nevenfuncties het belang van de gemeente niet mogen schaden of daarmee in strijd zijn. Wanneer nevenfuncties raakvlakken hebben met de functie van raads- en commissielid als bestuurder, beoordelen we of we beide functies kunnen uitvoeren.

 

Dat doen we door een afweging te maken aan de hand van de volgende vragen:

  • 1.

    wat is de grootte van de belangen die elkaar kunnen raken?

  • 2.

    hoe vaak is het te verwachten dat de belangen elkaar raken?

  • 3.

    in hoeverre staat het uitvoeren van de nevenfunctie het goed kunnen uitvoeren van de functie van bestuurder in de weg?

We letten erop dat onze nevenfuncties niet leiden tot situaties van (de schijn van) belangenverstrengeling of bevoordeling. Het is daarom belangrijk dat wij, zoals in de Gemeentewet staat, onze nevenfuncties en de mogelijke vergoeding daarvoor openbaar maken en dat wij het overzicht daarvan bijhouden. De griffier legt de nevenfuncties van raads- en commissieleden vast in een openbaar register. Zij geven daarbij aan of het om een betaalde of onbetaalde functie gaat. Als er aanpassingen zijn, melden raads- en commissieleden dit bij de griffier. De griffier stuurt hen jaarlijks een herinnering om te controleren of het register nog ‘up to date’ is of moet worden bijgewerkt. Raads- en commissieleden maken waar nodig en mogelijk afspraken om een nevenfunctie en het raadswerk te kunnen combineren.

Paragraaf 3 Informatie

Wettelijk kader

Informatieplicht

Burgemeester en wethouders en elk van zijn leden zijn verplicht alle inlichtingen te geven die de volksvertegenwoordiging nodig heeft voor de uitoefening van zijn taak. Het betreft zowel een actieve als een passieve informatieplicht. Ook als individuele volksvertegenwoordigers informatie vragen zal die aan de volksvertegenwoordiging moeten worden verstrekt. De informatie kan alleen worden geweigerd als die in strijd is met het openbaar belang (artikelen 169 Gemeentewet). Het Reglement van Orde voor de gemeenteraad kan bepalingen bevatten die betrekking hebben op informatieverstrekking en de omgang met informatie.

Geheimhouding

  • 1.

    Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheim houdingsplicht geldt, is verplicht tot geheim houding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit (artikel 2:5 Algemene wet bestuursrecht).

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, geheimhouding opleggen. Ook de burgemeester heeft die bevoegdheid. De geheimhoudingsplicht moet worden bevestigd door de volksvertegenwoordiging. Ook de gemeenteraad, onderscheidenlijk (de voorzitter van) een commissie, kan geheimhouding opleggen (artikelen 25, 55 en 86 Gemeentewet).

  • 3.

    Het schenden van de geheimhoudingsplicht is een misdrijf (artikel 272 Wetboek van Strafrecht).

Toelichting

Artikel 3.1

Het is belangrijk de juiste maatregelen te treffen om te voorkomen dat onbevoegden geheime gegevens kunnen bezitten, raadplegen of beschadigen. Daarbij moet in de digitale setting worden gedacht aan de beveiliging van de computer, iPad, smartphones e.d. met wachtwoorden en het niet onbeheerd achterlaten van USB-sticks met geheime informatie.

In dit kader is het ook van belang te wijzen op bepalingen in de Algemene Verordening Gegevensbeheer en de verplichting om datalekken te melden aan het college. Gemeentewettelijk heeft het begrip “vertrouwelijk” géén juridische status maar is in het bestuurlijk taalgebruik een veel voorkomend begrip waar evenzeer voor kan gelden dat daarmee in lijn met de artikelen 3.1 en 3.2 wordt gehandeld. Gewezen wordt op artikel 25 van de Gemeentewet, waarin de juridische basis voor geheimhouding is vastgelegd. Verder is in dit verband van belang te wijzen op de door de raads- en commissieleden afgelegde eed dan wel belofte bij aantreden.

Hoe gaan wij hier in Krimpenerwaard mee om?

Openbaarheid en transparantie zijn kernwaarden in het openbaar bestuur en belangrijk voor het goed werken van onze democratie. Onderwerpen behandelen we dan ook zo veel als kan in het openbaar. Wij moeten met grote zorgvuldigheid omgaan met de informatie die wij hebben. Informatie die we via het raads- en commissiewerk ontvangen, gebruiken we alleen voor die doelen waarvoor het bedoeld is. Niet om persoonlijk of ander voordeel te krijgen.

 

Soms is het nodig om stukken of hetgeen we in een vergadering hebben besproken geheim te houden. In de Notitie Geheimhouding, beslotenheid en vertrouwelijkheid van 27 januari 2021 (zie iBabs) staat hoe we te werk moeten gaan in welke situatie. Als we het niet eens zijn met de geheimhouding, dan bespreken we dat in de raad. Als we hebben besloten om stukken of hetgeen we in een vergadering hebben besproken geheim te houden, dan houden we ons daaraan. In geen geval kiezen we ervoor zelf dit (mondeling of schriftelijk) openbaar te maken of stukken te lekken.

Paragraaf 4 Omgang met geschenken en uitnodigingen

Wettelijk kader

Afleggen eed of belofte

De eed of belofte die het raads(commissielid) op grond van artikel 14 van de Gemeentewet moet afleggen heeft onder meer betrekking op het geven, aannemen of beloven van giften, gunsten of geschenken. Zie voor de wetstekst over de eed of belofte het wettelijk kader onder 2 voor de bepalingen ter voorkoming van belangenverstrengeling.

Toelichting

Artikel 4.1

In de gedragscode is uitgangspunt dat geschenken, faciliteiten en diensten niet worden geaccepteerd als hiermee de onafhankelijke positie van het raads(commissie)lid kan worden beïnvloed. Dit is in ieder geval een situatie die aan de orde is bij onderhandelingssituaties.

 

Is daarvan geen sprake dan kunnen om praktische redenen incidentele kleine geschenken (met een geschatte waarde van € 50 of minder) en waar de naam van de gever op vermeld is, door de bestuurder worden aanvaard, maar nooit op het huisadres in ontvangst genomen. Duurdere geschenken worden niet aanvaard. Zij worden teruggestuurd of overgedragen/beschikbaar gesteld aan de griffier die zorgt voor een goede bestemming van het geschenk. In een openbaar register worden opgenomen welke geschenken van meer dan € 50 de griffier heeft aanvaard en welke bestemming daaraan is gegeven.

Artikel 4.2 en 4.3

Het gaat hier om werkbezoeken, excursies, evenementen en buitenlandse reizen die betrokkene als raads(commissie)lid aanvaardt. Excursies, evenementen en buitenlandse reizen aanvaardt in de hoedanigheid van lid van een politieke partij vallen hier dus niet onder.

Hoe gaan wij hier in Krimpenerwaard mee om?

Het aannemen van uitnodigingen, geschenken en giften hoort soms bij het normale omgangsverkeer. Of dat het geval is, hangt samen met functionaliteit, proportionaliteit en voor welk deel het aannemen daarvan kan zorgen voor verwachtingen die niet de bedoeling zijn.

 

Uitnodigingen nemen we alleen aan als deze een bepaald nut hebben voor de gemeente.

Of als we hiermee het ambt van raads- of commissielid goed kunnen uitvoeren. Uitnodigingen die andere organisaties of personen betalen en buitenlandse reizen (vooral van niet-overheden) melden en bespreken we altijd bij en met de griffier.

 

We krijgen soms geschenken en giften van andere organisaties of personen aangeboden. Of we deze kunnen aannemen hangt af van de vraag of de waarde ervan in verhouding staat tot de reden om het aan te bieden. Voor geschenken en giften met een geschatte waarde van (meer dan) € 50 vinden we dat in ieder geval niet het geval. Dan geven we het geschenk terug of gaat het naar de griffie, om te bepalen wat ermee gebeurt. We nemen nooit geld aan en ontvangen op ons thuisadres geen giften en geschenken. Als dit per ongeluk toch gebeurt, dan melden raads- of commissieleden dit bij de griffier. We geven aan bij de gever dat we geen giften willen ontvangen op het thuisadres.

 

De bedoeling van de gever en timing van de gift zijn belangrijke voorwaarden om uitnodigingen, geschenken en giften wel of niet aan te nemen. Raads- of commissieleden gaan daarom na wat het voordeel van de andere partij kan zijn, nu en in de toekomst. Een uitnodiging, geschenk of gift weigeren we als het een tegenprestatie is voor een positieve beslissing of hiertoe kan leiden. Ook als het aannemen ervan deze indruk kan wekken, weigeren we dit te doen.

Paragraaf 5 Gebruik van voorzieningen van de gemeente

Wettelijk kader

Procedure van declaratie:

 

Er zijn voor raads(commissie)leden voorschriften opgenomen in de gemeentelijke Verordening Rechtpositie raads- en commissieleden gemeente Krimpenerwaard 2021 over de wijze van declaratie.

Toelichting

Artikel 5.1

Aan raads(commissie)leden worden rechtspositionele voorzieningen, vergoedingen en andere verstrekkingen geboden die een goed functioneren van de volksvertegenwoordigers mogelijk maken. Wat betreft de uitwerking van de principes kan worden aangesloten bij het bepaalde in de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Krimpenerwaard 2021.

 

Uitgangspunt is dat zo min mogelijk uitgaven door de volksvertegenwoordiger zelf worden gedaan via diens privérekening. Geldstromen tussen de rekening van het bestuursorgaan en de persoonlijke rekening van de volksvertegenwoordiger maken een zwaardere controle op de uitgaven noodzakelijk.

 

Het raads(commissie)lid zal zich uiteraard nauwgezet moeten houden aan de regels en procedures die er met het oog hierop gelden.

Artikel 5.3

Uitgangspunt is dat privégebruik van gemeentelijke voorzieningen niet is toegestaan. Wel kunnen gemeenten een specifieke regeling opstellen die privégebruik van bedrijfsmiddelen reguleert, bijvoorbeeld bij een Ipad of een mobiele telefoon. Afspraken zijn op te nemen in een bruikleenovereenkomst.

Hoe gaan wij hier in Krimpenerwaard mee om?

Onder gemeentelijke voorzieningen en faciliteiten vallen alle spullen van de gemeente Krimpenerwaard waar raads- en commissieleden gebruik van kunnen maken. Denk aan het gebruik van vergaderruimtes, IPad en toegangstags.

 

De gemeentelijke voorzieningen en faciliteiten gebruiken we in de eerste plaats voor het doel waarvoor we ze hebben gekregen of voor mogen gebruiken. Gebruiken we een IPad privé, dan zorgen wij ervoor dat we het zakelijk gebruik altijd mogelijk blijft. Het is logisch dat we voorzichtig en netjes met deze voorzieningen en faciliteiten omgaan. Wij hebben hierin in de eerste plaats een eigen taak. Hierop zijn we ook aanspreekbaar voor anderen.

 

Er zijn rechtspositionele regelingen voor raads- en commissieleden die het mogelijk maken dat wij in voorkomende gevallen gemaakte kosten terug kunnen vragen. Vanzelfsprekend houden we ons hierbij aan de regels. De kosten die we terugvragen worden gecontroleerd en krijgen we volgens de regels terugbetaald.

Paragraaf 6 Uitvoering gedragscode

Toelichting

Artikel 6.1

De gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan en als zodanig verantwoordelijk voor de inhoud van de gedragscode, voor een eenduidige interpretatie daarvan en voor wijziging/aanvulling daarvan bij onduidelijkheden of leemtes.

Artikel 6.2

De Gemeentewet verplicht de gemeenteraad om voor zichzelf en voor de bestuurders een gedragscode vast te stellen.

 

Aanvullend op de wettelijke regels die gelden voor politieke ambtsdragers, bevat de gedragscode een aantal materiële normen waaraan de politieke ambtsdragers zich committeren.

 

De burgemeester heeft de wettelijke taak om de bestuurlijke integriteit van diens gemeente te bevorderen. Hiermee is de verantwoordelijkheid voor de portefeuille ‘integriteit’ duidelijk belegd. De wettelijke bepalingen bieden de ruimte om naar gelang de situatie handelend op te treden, waarbij niet alleen gedacht moet worden aan het optreden bij incidenten.

 

Belangrijk onderdeel is ook de preventie: ervoor te zorgen dat integriteit en integriteitsbewustzijn in de bestuurlijke gremia een plek krijgen en daarbij afspraken te maken over een regelmatige bespreking van het thema integriteit, zowel met de volksvertegenwoordiging als binnen het bestuur.

 

De burgemeester hoeft hier niet alleen voor te staan. Een daartoe aangewezen contactpersoon of vertrouwenspersoon (bijvoorbeeld de griffier) kan hier in relatie tot de gemeenteraad eveneens een belangrijke rol in spelen. Goed denkbaar is ook dat de gemeenteraad op voorstel van de burgemeester in een protocol regels vastlegt over de werkwijze die wordt gevolgd ingeval zich een incident of een vermoeden van een integriteitsschending voordoet. Dat geeft houvast en rust op het moment dat er gehandeld dient te worden.

 

Al deze processuele en procedurele regels kunnen onderdeel uitmaken van de gedragscode. De onderwerpen, genoemd in artikel 6.2, eerste lid, zijn niet uitputtend. Een eventueel in te stellen raadscommissie Integriteit kan een rol vervullen als overlegplatform mét en klankbord voor de burgemeester.

Hoe gaan wij hier in Krimpenerwaard mee om?

Om het integriteitsbewustzijn levend en scherp te houden, geven wij ieder jaar minimaal één keer samen aandacht aan integriteit. De griffie bereidt dit voor. De waarde van de gedragscode ligt in het gebruik ervan door raads- en commissieleden. Het is daarom belangrijk dat het geschikte en herkenbare handvatten biedt voor hoe wij in Krimpenerwaard om willen gaan met integriteit. Om te zorgen dat de gedragscode van waarde blijft, bekijkt de griffie elke twee jaar of ze deze moeten aanpassen.

 

Is het in bijzondere situaties onduidelijk hoe wij volgens deze gedragscode te werk willen gaan? Dan hebben we het hier met elkaar over en bepalen wij samen hoe wij hier mee om gaan.

Gedragscode voor raads- en collegeleden in één oogopslag

Wij staan midden in de samenleving en zijn daarmee verbonden. Daarin heeft iedereen een eigen netwerk. Tegelijkertijd werken we voor het belang van de hele gemeente en gaan we over de besteding van publiek geld. Dit brengt dilemma’s met zich mee die raken aan integriteit. In de gedragscode staan de uitgangspunten voor het omgaan met deze dilemma’s. Onduidelijkheden bespreken we met elkaar om samen te bepalen hoe we daarmee omgaan.