Organisatie | Zevenaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Zevenaar 2021 |
Citeertitel | Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Zevenaar 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-10-2021 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 08-12-2020 |
Schulddienstverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden, indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijk persoon of een zelfstandig ondernemer niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen. Hieronder vallen zowel advies, begeleiding richting ondersteuning via netwerkpartners, het treffen van betalingsregelingen, de inzet van een schuldhulpverleningstraject en nazorg.
Oriënterend gesprek: een eerste gesprek na melding vanuit de inwoner. Dit gesprek vindt binnen 5 werkdagen plaats. In dit gesprek wordt de hulpvraag vastgesteld. De inwoner hoeft niet reeds een formele aanvraag tot schuldhulpverlening in te dienen, omdat wellicht minder zware ondersteuning toereikend is om de schuldensituatie op te lossen. Dit gesprek draagt op die manier bij aan een laagdrempelige toegang tot schuldhulpverlening.
Vroegsignalering: het in een zo vroeg mogelijk stadium in beeld brengen van huishoudens met financiële problemen met als doel om hen vroegtijdige hulpverlening te kunnen bieden. Dit vindt plaats door gebruik te maken van daadwerkelijke signalen en outreachende hulpverlening. Per 1-1-2021 is dit een wettelijke taak voor gemeenten.
Iedere inwoner van de gemeente Zevenaar van 18 jaar en ouder kan zich tot het college wenden voor schulddienstverlening.
Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening
Het college verleent de aanvrager schuldhulpverlening indien het college dit noodzakelijk acht. De noodzaak is aanwezig als er sprake is van een situatie zoals omschreven in een situatie in artikel 1 onder g van deze beleidsregels. Indien de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het college, kan een aanvraag worden geweigerd.
Het aanbod van het college bestaat uit een schuldhulpverleningstraject van één of meerdere producten:
Crisisdienst: het college probeert een crisissituatie af te wenen door gebruik te maken van samenwerkingsafspraken, uitstel te vragen of betalingsregeling te treffen met de desbetreffende schuldeiser. Onder crisissituaties wordt verstaan een gedwongen woningontruiming en/of afsluiting van gas, water en elektriciteit of royement van de zorgverzekering.
Oriënterend gesprek: dit gesprek heeft als doel om te voorzien in een laagdrempelige toegang tot schuldhulpverlening. Het gesprek vindt plaats binnen 5 werkdagen na ontvangen van de melding. Dit gesprek is vrijblijvend en bedoeld om te inventariseren welke mate van hulp de cliënt nodig heeft en de cliënt hierover te adviseren. Dit voorkomt voor de cliënt onnodig papierwerk in de vorm van een formele aanvraag schuldhulpverlening indien blijkt dat dit niet nodig is. Mocht een aanvraag wel nodig blijken, kan de inwoner ondersteuning krijgen hierbij via sociaal-maatschappelijke partners.
Schuldregeling: het college bemiddelt tussen de cliënt en zijn schuldeisers om problematische schulden op te lossen. Een minnelijke schuldregeling kan bestaan uit een schuldbemiddeling of een schuldsanering door middel van een saneringskrediet. De hoogte van de gemeentelijke borgstelling - bij een aanvraag om een schuldsaneringkrediet - bedraagt maximaal € 10.000,--. In zeer uitzonderlijke situaties bestaat de mogelijkheid dat hiervan kan worden afgeweken.
Artikel 4. Melding, aanvraag en beschikkingstermijn
De beschikkingstermijn na intake bedraagt maximaal 8 weken en is vastgelegd in de Verordening beschikkingstermijn schuldhulpverlening, vastgesteld door de gemeenteraad op 25 november 2020. Deze treedt in werking per 1 januari 2021. Binnen deze termijn wordt de beschikking tot schuldhulpverlening afgegeven met een plan van aanpak, dan wel de afwijzing daarvan.
De zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid staan bij een traject centraal. De cliënt beschikt over de sleutel voor het oplossen van de schuldsituatie. Een aanvraag tot schuldhulpverlening is vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Afhankelijk van de individuele mogelijkheden van de klant wordt schuldhulpverlening aangeboden, waaraan bepaalde verplichtingen worden gesteld, te weten:
De cliënt doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.
Artikel 6. Weigering en beëindigingsgronden
Indien aanvrager niet of in onvoldoende mate de verplichtingen uit artikel 4 nakomt, kan het college besluiten om een aanvraag schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen indien:
de aanvrager opzettelijk of verwijtbaar fraude heeft gepleegd die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft en hij in verband daarmee onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijke bestuurlijke sanctie is opgelegd, tenzij de fraudevordering volledig is betaald.
Artikel 7. Recidive – hernieuwde aanvraag
De hardheidsclausule (art 288 lid 3 FW) kan gelden als uitzondering op weigering van een hernieuwde aanvraag tot schuldhulpverlening, indien de aanvrager de omstandigheden die bepalend zijn geweest voor de ontstane of onbetaald laten van de schulden nu aantoonbaar onder controle heeft. Dit is ook toepasbaar wanneer er zich een negatieve verandering heeft voorgedaan in de leefsituatie, ten opzichte van het moment waarop de schuldenaar een vorig traject succesvol heeft afgesloten, die buiten de macht van de schuldenaar ligt en heeft geleid tot nieuwe schulden. In een dergelijk geval kan de schuldenaar ondanks het gebrek aan goede trouw toch tot schuldhulpverlening worden toegelaten.
Het college heeft afspraken gemaakt met externe partijen om vroegsignalering van schulden mogelijk te maken. In de wet zijn wettelijke signaalpartners aangewezen, te weten:
Met hen zijn afspraken gemaakt in het Landelijk Convenant Vroegsignalering. De juridische grondslag die vanuit de Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) vereist is voor het doorgeven van signalen van betalingsachterstanden door deze wettelijke signaalpartners ligt vanaf 1-1-2021 vast in de wet.
Het college heeft samenwerkingsafspraken gemaakt met niet-wettelijke signaalpartners, te weten:
In het kader van het groeimodel zoals aangeduid in lid 8 kan de samenwerking met niet-wettelijke signaalpartners worden uitgebreid. De juridische grondslag die vanuit de Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) vereist is voor het doorgeven van signalen van betalingsachterstanden door deze niet-wettelijke signaalpartners wordt bewerkstelligd door nadrukkelijk schriftelijke toestemming van de inwoner.
De signalen van betalingsachterstanden worden verzameld en gekoppeld op huisadres door middel van een beveiligd digitaal meldpunt. Er wordt gewerkt met een verwerkersovereenkomst tussen gemeente Zevenaar als opdrachtgever en het digitaal meldpunt als opdrachtnemer waarin privacy van gegevens gewaarborgd is.
Artikel 9. Inherente afwijkingsbevoegdheid
Voor situaties waarin deze beleidsregels niet voorzien of onduidelijk zijn en of aanleiding geven tot disproportionele onredelijkheid of hardheid, kan het college in individuele gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling en ten gunste van de aanvrager beslissen.
Toelichting op Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Zevenaar 2021
Op 1 juli 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) in werking getreden. Op basis van deze kaderwet richten gemeenten hun beleid in met betrekking tot schuldhulpverlening.
De gemeenteraad heeft op 27 februari 2019 het beleidsplan armoede & schulden ‘De negatieve spiraal van armoede en schulden doorbreken’ vastgesteld. Deze beleidsregels vormen een nadere uitwerking van het beleid. Hierdoor weet de inwoner welke rechten en plichten hij heeft en weet de gemeente welke verplichtingen zij aan de inwoner mag opleggen en wanneer zij de toegang tot schuldhulpverlening kan weigeren en beëindigen. De gemeentelijke schuldhulpverlening valt onder de werking van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Vanuit de Rijksoverheid is in 2018 een brede schuldenpaanpak gelanceerd met als doel meer mensen uit de schulden te helpen. In dit kader treden per 1-1-2021 de volgende wetten in werking:
De wet vereenvoudiging beslagvrije goed (Wvbvv)
Deze wet wijzigt onderdelen in het beslag- en executierecht die ervoor zorgen dat de beslagvrije voet niet meer te laag vastgesteld kan worden, waardoor inwoners in (grotere) financiële problemen terechtkomen. Een geautomatiseerde rekenmodule is hier onderdeel van, net als het beter coördineren van het proces van beslagleggen door de introductie van een vaste beslagvolgorde en de rol van een coördinerend deurwaarder.
De implementatie hiervan vindt plaats op uitvoeringsniveau bij de Regionale Sociale Dienst (RSD) waar gemeente Zevenaar onderdeel van uitmaakt met betrekking tot de uitvoer van de Participatiewet en de afdeling Terugvordering & Verhaal.
Adviesrecht gemeenten bij schuldenbewind (Ags)Om meer regie te krijgen op de instroom tot schuldenbewind, kunnen gemeenten een adviesrecht krijgen nadat er schuldenbewind is uitgesproken. Wanneer het bewind is uitgesproken door de rechtbank, krijgt de gemeente hier binnen een week na de instelling bericht over waarna de bewindvoerder 3 maanden de tijd heeft om de boedelbeschrijving en het plan van aanpak te versturen naar de gemeente. Op basis van deze informatie kan de gemeente een advies uitbrengen richting over het al dan niet voortzetten van het schuldenbewind. Om gebruik te kunnen maken van het adviesrecht dienen gemeenten hun zogeheten ‘opt in’ kenbaar te maken bij de rechtbank. Gemeente Zevenaar heeft dit gedaan bij rechtbank Gelderland met ingang van 1 januari 2021.
Wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) te weten vroegsignalering: Deze wetswijziging faciliteert de uitwisseling van gegevens tussen schuldhulpverleners en schuldeisers en creëert een grondslag voor deze uitwisseling ten behoeve van het besluit over de toegang tot en het plan van aanpak voor de schuldhulpverlening. De gegevens die mogen worden uitgewisseld met als doel vroegsignalering van schulden zijn vaste lasten, te weten huur, energie, water en zorgverzekering. Voor uitwisseling van andere gegevens is geen wettelijke grondslag. Dit is enkel toegestaan met toestemming van de betreffende inwoner.
De maatregelen vanuit de Rijksoverheid sluiten goed aan bij de ambities van gemeente Zevenaar zoals vastgesteld in de beleidsnota.
Deze bepaling behoeft geen toelichting.
Conform de waarde ‘iedereen telt mee’ zoals benoemd in het beleidsplan armoede & schulden ‘De negatieve spiraal van armoede en schulden doorbreken’, staat schulddienstverlening open voor alle inwoners van 18 jaar en ouder van de gemeente Zevenaar. Bij iedere aanvraag is individuele toetsing het uitgangspunt.
Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening
Alleen indien schuldhulpverlening noodzakelijk is, zal de aanvrager door het college tot deze vorm van hulpverlening worden toegelaten. Er wordt bij iedere aanvraag een individuele afweging gemaakt en er zijn dus geen categoriale uitsluitingsgronden. Het is toegestaan om na ontvangst van de aanvraag tot schuldhulpverlening informatie uit de Participatiewet, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en/of de Jeugdwet te raadplegen. Het ‘ontzorgen’ van de aanvrager staat hierbij centraal.
De ondersteuning wordt toegespitst op de mogelijkheden van de hulpvrager en de hulpvraag staat centraal. Of er een aanbod schuldhulpverlening wordt gedaan en welk product dan wel producten worden ingezet, hangt af van de situatie van de aanvrager, de doelstelling van de schuldhulpverlening en de voorwaarden van het betreffende product. Er wordt per situatie maatwerk geboden.
Artikel 4. Melding, aanvraag en beschikkingstermijn
Deze bepaling behoeft geen toelichting.
Schuldenaren en de hulpverleners die hen bijstaan, zijn afhankelijk van de medewerking van de kleine en grote schuldeisers die nog geld tegoed hebben. Indien één schuldeiser niet reageert, vertraagt dat de hulpverlening en de toekenning van een schuldhulpverleningstraject enorm. Zowel voor de motivatie van de aanvrager als voor de overige schuldeisers die wel tijdig hebben gereageerd, is er een wetvoorstel in de maak waarmee schuldeisers een maximale reactietermijn krijgen om informatie te geven over openstaande schulden en om aan te geven of zij meewerken aan oplossing van de schulden. Dat geeft duidelijkheid aan burgers, hulpverleners en schuldeisers.
Artikel 6. Weigering en beëindigingsgronden
Dit artikel beschrijft wanneer de schuldhulpverlening kan worden geweigerd of beëindigd.
Bij een niet-regelbaar schuldenpakket kan een schuldeiser niet worden gedwongen mee te werken aan een traject schuldbemiddeling. Onder niet-regelbare schulden vallen niet saneerbare vorderingen, waaronder verkeersboetes, vorderingen die ontstaan zijn ten gevolge van een misdrijf en bestuurlijke boetes (ontstaan door opzettelijk of ernstig verwijtbare fraude).
Bij een niet-regelbare schuldenaar is sprake van omstandigheden zoals een verslavingsproblematiek of andere psychosociale problematiek waarbij de aanvrager de benodigde hulpverlening niet wilt aanvaarden. Het is dan niet mogelijk om de onderliggende problematiek van de schulden op te lossen of aan te pakken.
Indien de aanvrager op basis van onjuiste of onvolledige gegevens is toegelaten tot de schuldhulpverlening, dienst aan de hand van de juiste gegevens te worden nagegaan of het bestaande aanbod terecht is gedaan. Indien dit niet het geval is, zal het college het traject schuldhulpverlening beëindigen. Met de mate van opzet of grove nalatigheid wordt hierbij rekening gehouden.
Voordat het besluit tot afwijzing of beëindiging wordt genomen krijgt de aanvrager, in geval van niet nakomen van afspraken door de aanvrager zelf, een hersteltermijn geboden. Indien de aanvrager de afspraken niet nakomt binnen de gestelde hersteltermijn, wordt de schuldhulpverlening afgewezen dan wel beëindigd. Voordat er een negatieve beschikking wordt genomen, wordt de aanvrager vooraf gehoord en in kennis gesteld. In een dergelijk geval is het wel mogelijk dat er informatie of adviesgesprek wordt geboden en/of dat er een gepaste verwijzing naar andere hulpverlenende instanties wordt gedaan.
Artikel 7. Recidive – hernieuwde aanvraag
Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid worden er grenzen gesteld aan het doen van een hernieuwde aanvragen. Afhankelijk van de reden van afwijzing dan wel beëindiging worden er 1 van de 3 genoemde recidivetermijnen gehanteerd. De langste recidivetermijn in gemeente Zevenaar bedraagt 5 jaar. Deze termijn wordt gehanteerd in geval van te kwader trouw, dan wel verwijtbaar gedrag bij de aanvrager. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer iemand vanwege een verslaving schulden heeft gemaakt, maar behandeling voor de verslaving afslaat. Of wanneer iemand niet in staat in zijn eigen financiën te beheren, maar ondersteuning in de vorm van budgetbeheer of bewindvoering niet accepteert.
In geval van te goede trouw sluiten wij aan bij het door staatssecretaris Van ’t Wout aan de Tweede Kamer voorgestelde wetsvoorstel om iemand met schulden na 2 jaar goed gedrag, de zogenaamde goede trouw-toets, weer toegang te verlenen tot de Wsnp. Ten tijden van dit schrijven is dat nog 5 jaar. Het zou niet uitlegbaar zijn indien er voor hernieuwde toegang tot een minnelijk schuldhulpverleningstraject een langere termijn zou worden gehanteerd. Hierbij dient wel gezegd te worden dat de beoordeling altijd maatwerk betreft.
Een herhaalde aanvraag schuldhulpverlening zal na een afwijzing voor het minnelijk dan wel na het Wsnp-traject geen zin hebben als de situatie van de aanvrager ongewijzigd is. Schuldeisers zullen dan niet akkoord gaan met het voorstel tot regeling van de schulden. Artikel 7 lid 1 b spreekt over een niet succesvol traject schuldhulpverlening wegens verwijtbaar gedrag van de aanvrager. Hierbij wordt in de overweging tot besluit over de hernieuwde aanvraag onderscheid gemaakt tussen ‘niet kunnen’ door gebrek aan competenties en vaardigheden en ‘niet willen’ door houding en gedag dat niet bijdraagt aan de oplossing. De hardheidsclausule (art 288 lid 3 Faillisementswet) is hierbij ook van toepassing. Indien de schuldenaar de omstandigheden die bepalend zijn geweest voor de ontstane of onbetaald laten van de schulden nu aantoonbaar onder controle heeft, kan hij ondanks het gebrek aan goede trouw toch worden toegelaten. Denk hierbij aan een stabiele gedragsverandering waardoor de oorzaak van de problemen is weggelaten, zoals
Dit is ook toepasbaar wanneer zich een negatieve verandering in de leefsituatie heeft voorgedaan, ten opzichte van het moment waarop de schuldenaar een vorig traject succesvol heeft afgesloten, die buiten de macht van de schuldenaar ligt. Voorbeelden hiervan zijn arbeidsongeschiktheid of verlies van inkomen als gevolg van de coronacrisis.
Er wordt op dit moment gewerkt aan twee wetsvoorstellen die de aansluiting tussen de minnelijke en de wettelijke regeling moeten versoepelen. In de huidige situatie krijgen mensen die binnen 10 jaar opnieuw in de schulden komen geen toegang tot de Wsnp. Het wetsvoorstel stelt voor dat de rechter mensen die buiten hun schuld – bijvoorbeeld als gevolg van een economische crisis – binnen 10 jaar opnieuw in de financiële problemen komen, wel opnieuw mogen worden toelaten tot de Wsnp. Aanvullend daarop kan iemand met schulden bij aanname van het wetsvoorstel straks al na 2 jaar goed gedrag, de zogenoemde goede trouw-toets, weer toegang krijgen tot de Wsnp. Nu is dat nog 5 jaar. In onze eigen recidivetermijnen sluiten wij hier als gemeente Zevenaar bij aan.
Per 1-1-2021 wordt de wettelijke verplichting wordt uitgevoerd welke in lijn is met de doelstellingen vroegsignalering Schulden zoals vastgesteld door de gemeenteraad in de Beleidsnota armoede & schulden 2019-2022. Zo luidt ambitie 3 uit deze Beleidsnota: “Wij willen schulden sneller signaleren”.
Per 1-1-2021 is er een wettelijke grondslag voor het uitwisselen van gegevens ten behoeve van vroegsignalering tussen wettelijke signaalpartners, te weten verhuurders, zorgverzekeraars, energie- en waterleveranciers, en gemeente. Voor andere signaalpartners bestaat geen wettelijke grondslag voor uitwisseling van gegevens. Voor hen is de grondslag voor uitwisseling alleen te bereiken middels nadrukkelijke toestemming van de inwoner. Deze grondslag en werkwijze is vastgelegd in samenwerkingsafspraken tussen gemeente Zevenaar en niet-wettelijke signaalpartners. Naast dat de uitwisseling van gegevens vroegsignalering mogelijk maakt, is een tweede belangrijk doel van de uitwisseling het ontzorgen van de inwoner en daarmee het voorkomen van uitval.
De koppeling met het BRP heeft als doel om de identiteit van de inwoner waarover de melding is binnengekomen vast te stellen. In de memorie van toelichting van de Wgs artikel 8b lid 1 en lid 2 is expliciet opgegeven dat ten behoeve van dit doel de volgende gegevens uit het BRP gebruikt mogen worden:
Inwoners kunnen ten alle tijden gebruik maken van hun privacy rechten, zoals het recht op informatie, inzage, rectificatie, het wissen van gegevens en indienen van bezwaar.
Voor het verzamelen van de betalingsachterstanden en het matchen op huisadres wordt gebruik gemaakt van een digitaal meldpunt, te weten Inforing (RIS Matching). Voor de rapportage van de ondersteuning vanuit vroegsignalering en beveiligde terugkoppeling richting de signaalpartner wordt gebruik gemaakt van Inforing (RIS Vroegeropaf). Indien sprake is van een problematische schuldensituatie wordt een dossier aangemaakt in het systeem van schuldhulpverlening, te weten Stratech.
Vanwege de nieuw werkwijze per 1 januari 2021 met hernieuwde samenwerkingsafspraken met partners, is het ‘groeimodel’ zoals aangeduid in artikel 8 lid 8 een belangrijk onderdeel van de verdere ontwikkeling en vormgeving van vroegsignalering.
Ten tijde van de invoer van de wettelijke taak en het opstellen van deze beleidsregels is de coronacrisis van grote invloed. Dit heeft invloed op de praktische wijze van dienstverlening, omdat persoonlijk contact met inwoners thuis of in het gemeentehuis niet of nauwelijks mogelijk is, maar ook op de ernst van de armoede en schuldenproblematiek binnen gemeente Zevenaar. De verwachting is dat de coronacrisis de problematiek verergert door baanverlies, ziekte en (financiële) onzekerheid bij inwoners. Het is om deze reden van extra groot belang om de dienstverlening goed te monitoren en waar nodig bij te sturen, zoals beschreven in artikel 10 van deze beleidsregels.
Artikel 9. Inherente afwijkingsbevoegdheid
De inherente afwijkingsbevoegdheid is onlosmakelijk verbonden aan beleid. Dit artikel noemt expliciet de bevoegdheid van het college om af te wijken van de beleidsregel in bijzondere en onvoorziene gevallen.
Schuldhulpverlening in Nederland is flink in beweging. Dat maakt het van groot belang om de gepleegde inzet, resultaten effectiviteit van de verschillende onderdelen goed te monitoren. Dit gebeurd via de Plan-Do-Check-Act (PDCA) cyclus die past binnen de beleidsvisie Sociaal Domein. De registratiesystemen waar gemeente Zevenaar mee werkt binnen schuldhulpverlening, te weten RIS Matching, RIS Vroeg eropaf en Stratech, zijn in 2020 nieuw aangekocht dan wel hernieuwd qua inrichting van werkprocessen. Dit maakt dat we goed voorbereid zijn op de benodigde monitoring op schuldhulpverlening op alle onderdelen.