Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schouwen-Duiveland

BELEIDSREGELS VERGUNNINGVERLENING VOOR HET GEBRUIK VAN METAALDETECTOREN 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchouwen-Duiveland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBELEIDSREGELS VERGUNNINGVERLENING VOOR HET GEBRUIK VAN METAALDETECTOREN 2021
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp
Externe bijlageRisicokaart NGE

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR386027/8
  2. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-10-2021Nieuwe regeling

12-10-2021

gmb-2021-376751

Tekst van de regeling

Intitulé

BELEIDSREGELS VERGUNNINGVERLENING VOOR HET GEBRUIK VAN METAALDETECTOREN 2021

Het college van burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland;

 

gezien het voorstel van de afdeling Ruimte en Milieu van 12 oktober 2021, met zaaknummer 484085;

 

gelet op artikel 2:47a van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Schouwen-Duiveland 2015 en titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

overwegende dat het in het kader van het beschermen van erfgoed en uit een oogpunt van openbare orde en veiligheid, wenselijk is regels te stellen voor het gebruik van metaaldetectoren;

 

besluiten:

 

vast te stellen de “Beleidsregels vergunningverlening voor het gebruik van metaaldetectoren 2021”.

 

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. Apv: de Algemene plaatselijke verordening gemeente Schouwen-Duiveland;

b. vergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 2:47a eerste lid van de Apv;

c. Erfgoedwet: hiermee beschermt de overheid het cultureel erfgoed in Nederland;

d. NGE: niet gesprongen explosieven;

e. risicokaart NGE: visuele uitwerking van locaties van vermoede vindplaatsen van niet gesprongen explosieven;

f. Rijksinstituut voor het cultureel erfgoed: voert wet- en regelgeving en erfgoedbeleid uit en geeft advies over rijksmonumenten, landschap & leefomgeving, archeologie en roerend erfgoed;

g. Zeeuws Archeologisch Depot: deze bewaart en beheert, in opdracht van de provincie Zeeland, archeologische vondsten en documentatie die eigendom zijn van de Provincie Zeeland.

h. metaaldetector: een instrument om door middel van elektromagnetische inductie metalen voorwerpen in de bodem op te sporen.

 

Artikel 2 Werkingssfeer

Het gebruik van metaaldetectiematerialen met het doel daarmee opgraafwerkzaamheden te verrichten valt onder de werkingssfeer van deze beleidsregels. Uitgezonderd zijn het gebied in het met borden aangegeven strand tussen de strandovergangen “’t Oude Vuur” en “Brouwersdam 2” en degene aan wie ingevolge artikel 5.2 eerste lid van de Erfgoedwet een certificaat is verstrekt.

 

Hoofdstuk 2 Vergunning

 

 

Artikel 3 Aanvraag en besluit

1. De aanvraag dient te worden ingediend via de beschikbare digitale aanvraagprocedure die van gemeentewege beschikbaar is.

2. Het college beslist met toepassing van artikel 1:2 van de Apv in principe binnen 8 weken nadat een ontvankelijke aanvraag is ingediend.

3. De beslistermijn kan met ten hoogste 8 weken worden verlengd.

 

Artikel 4 Vergunningplicht en looptijd

1.Het is verboden zich zonder vergunning van het college op het grondgebied van de gemeente te

bevinden met een metaaldetector met het kennelijke doel die detector voor opgravingwerkzaamheden te gebruiken (art. 2:47a Apv).

2. De vergunning heeft een looptijd van:

a. telkens maximaal 5 jaar voor het grondgebied van de gehele gemeente waarbij de vergunninghouder

- minimaal 18 jaar is

- lid is van een archeologische of metaaldetectievereniging

- in overleg met de gemeente ten behoeve van archeologisch onderzoek op gestorte grond onderzoek

verricht met een metaaldetector.

b. één of enkele dagen voor één of enkele vooraf door het college getoetste locaties op het grondgebied

van de gemeente waarbij de vergunninghouder

- minimaal 18 jaar is

- niet noodzakelijk lid is van een erkende archeologische of metaaldetectievereniging

 

Artikel 5 Intrekking en wijziging

1.Conform het bepaalde in artikel 1:6 van de Apv kan het college de vergunning intrekken of wijzigen.

2. In het belang van de bescherming van archeologische waarden, het belang van de bescherming van ander cultureel erfgoed, ter bescherming van de woon- of leefomgeving of in verband met de veiligheid van personen of goederen kan het college de vergunning intrekken of wijzigen.

 

Artikel 6 Weigering

1.Conform het bepaalde in artikel 1:8 van de Apv kan het college de vergunning weigeren.

2. In het belang van de bescherming van archeologische waarden, het belang van de bescherming van ander cultureel erfgoed, ter bescherming van de woon- of leefomgeving of in verband met de veiligheid van personen of goederen kan het college de vergunning weigeren.

 

Artikel 7 Voorschriften en beperkingen

1. Het college kan in het belang van de bescherming van archeologische waarden, het belang van de bescherming van ander cultureel erfgoed, ter bescherming van de woon- of leefomgeving of in verband met de veiligheid van personen of goederen aan een vergunning de volgende voorschriften verbinden:

a. De vergunninghouder dient alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen teneinde te voorkomen dat de gemeente of derden door het gebruik maken van de vergunning enige schade lijden. De kosten van herstel van gemeente-eigendommen zullen bij de vergunninghouder in rekening worden gebracht.

b. De houder van een vergunning dient toestemming te hebben van de rechthebbende van de grond waarop hij van de vergunning gebruik maakt.

c. De houder van een meerjarige vergunning is gedurende de looptijd van de vergunning lid van een archeologische of metaaldetectievereniging.

d. De houder van een vergunning meldt zijn/haar vondsten bij het Zeeuws Archeologisch Depot.

e. De houder van een vergunning beroert de bodem tot maximaal 30 cm diepte en herstelt de bodem weer in oorspronkelijke staat.

f. De houder van een vergunning mag geen bodemingrepen en metaaldetectiewerkzaamheden uitvoeren op archeologisch aangeduide en beschermde locaties (waaronder archeologische rijksmonumenten en terrein van archeologische waarde), locaties waar de trefkans op niet geëxplodeerde explosieven (NGE) groot is en welke zijn aangewezen in het NGE-beleid en in beschermde natuurgebieden.

2. Ingevolge artikel 1:4 eerste lid van de Apv kan het bevoegde bestuursorgaan aan de vergunning andere voorschriften en beperkingen verbinden. Deze voorschriften en beperkingen mogen slechts strekken tot bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning is vereist.

 

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

 

 

Artikel 8 slotbepalingen

1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na publicatie.

2. Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als de “Beleidsregels vergunningverlening voor het gebruik van metaaldetectoren 2021”.

 

 

 

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland in haar vergadering van 12 oktober 2021.

M.K. van den Heuvel J. Chr. van der Hoek

secretaris burgemeester

Toelichting

 

1. Algemeen en doelstelling

Het met een metaaldetector afzoeken van de bodem is een hobby die groeiende is.

Voor de een is het een interesse in de streekgeschiedenis, een ander is op zoek naar waardevolle vondsten en voor weer een ander een incidenteel tijdverdrijf.

Amateurs met veel detectorervaring verrichten regelmatig waardevolle assistentie bij opgravingen, omdat zij over het bijbehorend “fingerspitzengefühl” beschikken. De serieuze amateurs zijn meestal georganiseerd in een vereniging voor metaaldetectie en/of amateur archeologie.

De laatste twee jaar zien we het aantal aanvragen voor een vergunning stijgen. Ook het aantal meldingen van zoekers zonder vergunning neemt toe. Daarnaast is bij de meer serieuze amateur de behoefte ontstaan om voor een meerjarige vergunning in aanmerking te komen waarbij hij of zij niet elke keer vooraf de te bezoeken locatie door de gemeente moet laten toetsen. Want dat is onze vergunningenpraktijk tot nu toe. Er was tot nu toe geen beleid voor het verstrekken van vergunningen. Met het vaststellen van beleids- regels kunnen we de serieuze zoeker tegemoet komen en tegelijkertijd de incidentele zoeker ook van een vergunning voorzien. Doelstelling van de beleidsregels is dan ook het scheppen van een kader voor vergunningverlening waarmee op een veilige en (archeologisch) verantwoorde manier van metaaldetectieapparatuur gebruik kan worden gemaakt.

 

2. Wettelijk kader

• De Apv

Gemeenten kunnen, in aanvulling op de Erfgoedwet, aanvullende beperkingen voor metaaldetectie vastleggen in de Algemene Plaatselijke Verordening (Apv), bijvoorbeeld als er veiligheidsrisico’s bestaan door het voorkomen van wapens of munitie uit de Tweede Wereldoorlog in de bodem. In de Apv kan metaaldetectie in de hele gemeente verboden worden of voor delen ervan. Voor Schouwen-Duiveland geldt voor bijna de gehele gemeente een verbod. Alleen voor het strand tussen de strandovergangen “’t Oude Vuur” en “Brouwersdam 2” geldt geen verbod vanuit de Apv.

 

• Algemene wet bestuursrecht (Awb)

Op grond van artikel 4:81 Awb kan een bestuursorgaan beleidsregels vaststellen met betrekking tot een hem toekomende bevoegdheid. Ingevolge artikel 2:47a van de Apv komt aan het college de bevoegdheid toe om beleidsregels vast te stellen. Verder komt uit de Awb voort dat het college een deugdelijke belangenafweging en een zorgvuldige besluitvorming voert om een vergunning te verlenen of deze te weigeren. Ook kent de Awb een regel om in afwijking van de beleidsregels toch een vergunning te verlenen ondanks dat hierin niet in is voorzien in die regels. Het college moet dan het besluit extra motiveren.

 

• Erfgoedwet

In de Erfgoedwet uit 2016 staat dat het verboden is om zonder certificaat archeologische opgravingen te doen. Die certificaten worden uitgegeven aan bedrijven en overheden. Het zoeken naar vondsten in de bovenste 30 cm van de grond met een metaaldetector is niet verboden. In een speciaal besluit is dit uitgezonderd van het opgravingsverbod. Vondsten die dieper liggen dan 30 cm beneden het maaiveld mogen niet opgegraven worden. Daarvoor geldt wel het opgravingsverbod. Ook mag er niet op een beschermd archeologisch monument worden gezocht. Het is voor privépersonen niet toegestaan om op een archeologische opgraving te zoeken met een metaaldetector. De uitzondering op het opgravingsverbod voor metaaldetectie geldt alleen voor het vasteland, niet voor het water. Het is verboden om iets op te graven in de bodem onder water, zowel met een detector als met een magneet. Zelfs voorwerpen die zichtbaar aan het oppervlak onder water liggen mogen niet meegenomen worden.

Formeel moeten vondsten gemeld worden aan de minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. Dit is zo ingericht dat men een vondst kan melden bij het Rijksinstituut voor het cultureel erfgoed. Deze verwijst in de praktijk naar de gemeentelijke en provinciale depots. In Zeeland is maar één depot: het Zeeuws Archeologisch Depot. Alle Zeeuwse bodemvondsten die het resultaat zijn van archeologisch onderzoek zijn automatisch eigendom van de Provincie en moeten in het Zeeuws Archeologisch Depot worden gedeponeerd.

 

• De erfgoedverordening Schouwen-Duiveland 2018

Met de Erfgoedverordening beschermen we de cultuurhistorische waarden binnen de gemeente. Met cultuurhistorische waarden bedoelen we bebouwing en natuur die van oudsher in onze gemeente te vinden is. In de Erfgoedverordening staat het volgende omschreven:

-het aanwijzen van monumenten tot gemeentelijk monument;

-het aanwijzen van stads- en dorpsgezichten tot gemeentelijke stads- en dorpsgezichten;

-het aanwijzen van beeldbepalende zaken;

-de vergunningen voor de gemeentelijke en beschermde monumenten op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);

-het inschakelen van de Erfgoedcommissie als adviesorgaan voor het aanwijzen van een pand of object tot gemeentelijk en beschermd (rijks)monument, gemeentelijk stads- of dorpsgezicht, beeld bepalende zaak.

In het omgevingsrecht en bestemmingsplannen is een plaats gevonden om de archeologische waarden te beschermen.

 

• Beleidsnota conventionele explosieven

De gemeente Schouwen-Duiveland is in de Eerste en de Tweede Wereldoorlog getroffen door oorlogsgeweld. Op 29 en 30 april 1917 werd Zierikzee per abuis door de Britten gebombardeerd. In de Tweede Wereldoorlog heeft het Duitse leger vele bunkers en mijnenvelden aangelegd, hebben zowel de Duitsers als de geallieerden vliegveld Haamstede gebombardeerd, is Zierikzee zwaar gebombardeerd en heeft Zierikzee aan het einde van de oorlog onder geallieerd artillerievuur gelegen. Deze en andere gebeurtenissen hebben er toe geleid dat er een kans bestaat dat conventionele explosieven (CE) in de bodem zijn achtergebleven. Aan de nota is een risicokaart verbonden, de zgn. NGE(niet geëxplodeerde explosieven)-kaart. Bij de vergunningverlening wordt hierop getoetst en artikel 7 lid 1 onder f heeft hierop haar grondslag. Bij de vergunning wordt de risicokaart als bijlage toegevoegd. Deze vormt ook bijlage 1 van deze notitie.

 

3. Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

Geen toelichting noodzakelijk.

 

Artikel 2

Geen toelichting noodzakelijk.

 

Artikel 3 Aanvraag en besluit

Het college heeft 8 weken tijd om een besluit te nemen de gevraagde vergunning te verlenen of te weigeren. Daarbij wordt altijd gestreefd om de aanvraagprocedure niet onnodig langer te laten duren dan noodzakelijk is. Meestal kan de vergunning dan ook binnen enkele weken worden verleend.

 

Artikel 4 vergunningplicht en looptijd

De vergunningplicht in onderverdeeld in twee categorieën gebruikers: de serieuze amateur en de incidentele gebruiker van metaaldetectieapparatuur. Voor de eerste categorie is het niet praktisch om elke keer als men een perceel wenst te bezoeken een vergunning moet aanvragen waarbij de locatie vooraf door de gemeente wordt getoetst op veiligheid of evt. archeologisch belang. Deze categorie werkt in verenigingsverband en wordt zelfs soms door de gemeente ingeschakeld bij bouwprojecten waarbij op gestorte grond archeologisch onderzoek wordt gedaan.

Voor de tweede categorie houden we vast aan de bestaande vergunningenprocedure. Bij de incidentele gebruiker, die doorgaans niet in verenigingsverband werkt, willen we vooraf toetsen of de beoogde locatie veilig is (NGE) en of er geen archeologische belemmeringen zijn. Deze vergunning wordt voor één of enkele dagen of weken verleend.

Voor beide categorieën geldt dat men de archeologische vondsten meldt bij het Zeeuws Archeologisch Depot.

 

Artikel 5 Intrekking of wijziging

In dit artikel wordt een verband aangebracht met artikel 1:6 Awb. Dat zijn de algemene intrekkings- en wijzigingsgronden. De vergunning kan dan worden ingetrokken of gewijzigd: indien ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt; indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist; indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen; indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen of gedurende een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn of indien de houder dit verzoekt. Daarnaast kan de vergunning worden ingetrokken of gewijzigd in het algemene belang van archeologische waarden en veiligheid.

 

Artikel 6 Weigering

In dit artikel wordt een verband aangebracht met artikel 1:8 Awb. Dat zijn de algemene weigeringsgronden.

De vergunning kan dan worden geweigerd in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en de bescherming van het milieu. De vergunning kan ook worden geweigerd als de aanvraag daarvoor minder dan 3 weken voor de beoogde datum van de beoogde activiteit is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is en in het algemene belang van archeologische waarden en veiligheid.

 

Artikel 7 en 8

Geen toelichting noodzakelijk.