Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Terneuzen

Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTerneuzen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2021nieuwe regeling

19-10-2021

gmb-2021-375862

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen,

 

gelet op:

 

  • titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht (beleidsregels);

  • artikel 35 van de Participatiewet (bijzondere bijstand);

 

overwegende dat:

 

  • het college moet regelen in welke situaties en onder welke voorwaarden een burger in aanmerking komt voor een tegemoetkoming op grond van de TONK;

  • het wenselijk is hiervoor beleidsregels vast te stellen;

 

besluit:

 

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels verstaan wij onder:

  • a.

    wet: Participatiewet;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen;

  • c.

    inkomensterugval: een onvoorzienbare, onvermijdelijke en substantiële terugval in het inkomen als gevolg van de coronacrisis;

  • d.

    aanvrager: een huishouden woonachtig op één adres (alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwden/samenwonenden), dat voldoet aan artikel 11 van de Participatiewet.

  • e.

    inkomen: Onder inkomen wordt verstaan:

    • inkomen uit arbeid;

    • inkomen uit zelfstandige werkzaamheden;

    • inkomen uit een uitkering;

    • inkomen uit verhuur;

    • inkomen uit partner- en/of kinderalimentatie.

  • f.

    beschikbare geldmiddelen: geldmiddelen waarover de aanvrager beschikt of redelijkerwijs kan beschikken. Onder beschikbare geldmiddelen wordt verstaan:

    • contant geld;

    • geld op betaal- en spaarrekeningen;

    • cryptovaluta (zoals bitcoins);

    • de waarde van effecten (hierbij gaat het om beleggingsrekeningen met aandelen, obligaties, en opties en effecten in depot).

 

Artikel 2 Doelgroep TONK

Een tegemoetkoming op grond van de TONK is bedoeld voor de aanvrager:

  • 1.

    die door de coronacrisis te maken heeft met een onvoorziene, onvermijdelijke en substantiële terugval in het inkomen;

  • 2.

    die daardoor niet meer in staat is alle woonlasten te voldoen, en

  • 3.

    die geen beroep kan doen op andere, bestaande regelingen (voorliggende voorzieningen)

 

Artikel 3 Noodzakelijke kosten

De tegemoetkoming op grond van de TONK voor woonlasten betreft:

  • 1.

    bij een huurwoning: de maandelijkse huur;

  • 2.

    bij een eigen woning: de aflossing op de hypotheek en de hypotheekrente;

  • 3.

    de maandelijkse kosten van elektriciteit, gas en water; gebaseerd op het maandelijks voorschot.

 

Artikel 4 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag vindt digitaal plaats;

  • 2.

    De aanvrager verstrekt:

    • a.

      bewijsstukken van de kosten waarvoor men de tegemoetkoming vraagt;

    • b.

      bewijsstukken van het inkomen voor de coronacrisis;

    • c.

      bewijsstukken van het inkomen tijdens de coronacrisis;

    • d.

      bewijsstukken van het inkomen in juli 2021 en/of tussentijdse cijfers van de onderneming op 30 juni 2021;

    • e.

      schattingen van het inkomen uit zelfstandige arbeid over januari 2020 en januari 2021;

    • f.

      bewijsstukken van de saldi van alle beschikbare geldmiddelen over de maand januari 2020, januari 2021 en juli 2021;

  • 3.

    De aanvraag moet voor beëindiging van de TONK ontvangen zijn.

 

Artikel 5 Verlenging

  • 1.

    Voor toekenning van een tegemoetkoming na de datum van de beschikking TONK moet een nieuwe aanvraag worden ingediend.

  • 2.

    Aanvrager verstrekt hiervoor bewijstukken van het inkomen over de maand voorafgaande aan de aanvraagdatum.

 

Artikel 6 Voorwaarden

  • 1.

    De aanvrager moet verklaren dat de terugval in het inkomen het gevolg is van de coronacrisis en dit ondersteunen met bewijsstukken;

  • 2.

    Geen recht op een tegemoetkoming bestaat voor de aanvrager die in januari 2021 minder dan 25% inkomensterugval had in vergelijking met januari 2020.

 

Artikel 7 Uitsluitingsgrond

  • 1.

    Als de beschikbare geldmiddelen op het moment van aanvraag in totaal meer bedragen dan € 30.000 is er geen recht op een tegemoetkoming.

  • 2.

    De tegemoetkoming wordt niet verstrekt indien noodzakelijke bruto woonkosten, in de zin van artikel 3, minder bedragen dan 35% van het inkomen in januari 2021.

 

Artikel 8 Tegemoetkoming

  • 1.

    De maandelijkse tegemoetkoming bedraagt € 800,00 per maand;

  • 2.

    De tegemoetkoming kan niet hoger zijn dan de woonlasten bedoeld in artikel 3.

 

Artikel 9 Soort bijstand

De tegemoetkoming op grond van de TONK is onbelaste bijzondere bijstand die geen gevolgen heeft voor het belastbaar inkomen en inkomensafhankelijke regelingen.

 

Artikel 10 Duur

De tegemoetkoming betreft ten hoogste de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 september 2021.

 

Artikel 11 Terugwerkende kracht

Aanvragen van de tegemoetkoming kan met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2021.

 

Artikel 12 Vaststelling en uitbetaling

Het college stelt het recht op de tegemoetkoming vast op basis van de aanvraag. De betaling van de tegemoetkoming vindt plaats in één keer.

 

Artikel 13 Hardheidsclausule

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, als onverkorte toepassing leidt tot onredelijkheid of onbillijkheid;

  • 2.

    In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college.

 

Artikel 14 Inwerkingtreding en duur beleidsregels

  • 1.

    De beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2021.

  • 2.

    De beleidsregels vervallen op de datum dat de TONK vervalt.

  • 3.

    De beleidsregels TONK vastgesteld op 25 mei 2021 komen te vervallen.

 

Artikel 15 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels TONK gemeente Terneuzen.

 

Aldus vastgesteld op 19 oktober 2021

 

Burgemeester en Wethouders van Terneuzen,

 

 

gemeentesecretaris,

burgemeester,

 

J.G. (Jan) Princen

H.J.A. (Erik) van Merrienboer

Toelichting

 

Algemeen

De TONK-regeling sluit aan bij artikelen van de Participatiewet. Het moet bijvoorbeeld gaan om een Nederlander of iemand die voor de Participatiewet gelijkgesteld kan worden met een Nederlander.

Artikel 1e

Het gaat om netto-inkomen.

  • inkomsten uit werk, zoals loon of een WW-uitkering, een arbeidsongeschiktheids- of

    ziektewetuitkering;

  • inkomsten uit (onder)verhuur;

  • Inkomsten uit dividend

  • Inkomsten uit partner- en kinderalimentatie;

  • Uitgesteld inkomen als een eindejaarsuitkering, 13e maand, bonus of winstdelingsuitkering.

  • Netto-inkomen uit bedrijf op basis van een schatting. Dit als de werkelijke kosten over 2020 nog niet bekend zijn.

     

Artikel 1f

Het is niet wenselijk om de tegemoetkoming te verstrekken als de aanvrager de vaste lasten uit het aanwezige vermogen kan voldoen. Het gaat om beschikbare of beschikbaar te maken middelen

Artikel 2

De focus ligt op woonkosten. Dat is meestal veruit de grootste kostenpost in een huishouden. Een tegemoetkoming maakt dus al gauw veel verschil. Dat wil overigens niet zeggen dat vergoeding voor andere noodzakelijke kosten niet mogelijk is.

Bij aanvragen wordt gekeken of sprake is van onvoorziene en onvermijdelijke terugval in het inkomen en naar draagkracht, hetgeen de verhouding betreft tussen het inkomen en vermogen van het huishouden en de noodzakelijke kosten. Met betrekking tot het inkomen is het actuele inkomen het uitgangspunt. Wat betreft vermogen wordt alleen gekeken naar vermogen waar direct over beschikt kan worden. Vermogen dat vast zit in de eigen

Woning en pensioenen wordt bijvoorbeeld buiten beschouwing gelaten. Over een vrijstellingsgrens wordt nog gesproken.

Artikel 6

 

 

 

 

 

 

 

 

Noodzakelijke kosten zijn kosten in verband met wonen. We zien een bruto woonlast van 35% als algemeen gebruikelijk. Dit zijn de kosten voor aftrek van hypotheekrente en huurtoeslag.

Het college verstrekt geen tegemoetkoming als de aanvrager eerder aanwezige middelen heeft besteed aan zaken die een lagere prioriteit hebben ten opzichte van de woonlasten.

hier is het vermogen dat vrijgelaten wordt om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming TONK opgenomen. Dit is (iets) hoger dan het vrij te laten vermogen zoals opgenomen in de Participatiewet. Het argument is dat deze regeling onder andere is bedoeld voor gezinnen die als gevolg van de Covid-19 crisis (soms) niet in aanmerking komen voor bestaande regelingen en als gevolg van de Corona een deel van hun Financiële buffer reeds zijn kwijtgeraakt.

Op basis van cijfers van het CBS geven onze inwoners gemiddeld 29% van het inkomen uit aan woonlasten. In deze regeling wordt geen rekening gehouden met eventuele inkomsten uit huurtoeslag en hypotheekrenteaftrek. Onze regeling gaat daarmee uit van bruto lasten. Daarom is gekozen voor een percentage van 35%. In de diverse regelingen bij andere gemeenten zie je een verschillende percentages (30% tot 50%) of een vast bedrag.

 

Artikel 7 lid 2

Het ligt niet voor de hand dat de gemeente meer vergoedt dan de werkelijke kosten.