Organisatie | Vught |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels bekostiging leerlingenvervoer gemeente Vught 2022 |
Citeertitel | Beleidsregels bekostiging leerlingenvervoer gemeente Vught 2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2022 | Nieuwe regeling | 13-07-2021 |
Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet op het primair onderwijs, Wet op de expertisecentra, Wet op het voortgezet onderwijs, de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene Verordening Gegevensbescherming of de verordening.
In artikel 1 van de verordening wordt afstand gedefinieerd als afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg. Afstand wordt nader omschreven:
Voor het bepalen van de afstand tussen het woonadres en het schooladres maakt het college gebruik van de routeplanner op www.ANWB.nl, optie ‘kortste route’, waarna het gemiddelde van zowel de heen- als terugreis wordt vastgesteld.
In artikel 1 van de verordening wordt reistijd gedefinieerd als totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens de schoolgids, minus maximaal 10 minuten, indien en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan de schoolgids aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens de schoolgids en de aankomst bij de woning, plus een eventuele wachttijd voor het openbaar vervoer of maximaal 10 minuten bij gebruikmaking van aangepast vervoer. Reistijd wordt nader omschreven:
Voor het bepalen van de reistijd per openbaar vervoer maakt het college gebruik van www.9292.nl.
In artikel 1 van de verordening wordt woning gedefinieerd als plaats waar de leerling feitelijk en structureel verblijft. Leerlingenvervoer is uitsluitend bedoeld voor vervoer naar en van school. De verordening gaat uit van één woonadres en één schooladres. Hier kan van afgeweken worden:
In artikel 7, lid 3, sub d staat dat het college wanner er sprake is van onaanvaardbaar wangedrag door de leerlingen gedurende het verblijf in het aangepast vervoer een besluit als bedoeld in de verordening kan herzien, opschorten, dan wel intrekken. Het college hanteert de volgende werkwijze:
Het college kan een leerling aan wie een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer is verstrekt, tijdelijk of voor de rest van het schooljaar de toegang tot dit vervoer ontzeggen, als bij herhaling is gebleken dat de leerling door verwijtbaar gedrag of anderszins de orde in de bus verstoort of de veiligheid van bus en inzittenden in gevaar brengt. Ongewenst gedrag van een leerling in het taxivervoer kan leiden tot gevaarlijke situaties voor de leerling zelf, zijn medepassagiers en/of de chauffeur. Hierbij worden de volgende stappen ondernomen:
na de melding van een klacht door de vervoerder bij de gemeente Vught wordt een onderzoek opgestart. In het kader van dat onderzoek spreekt een vertegenwoordiger vanuit de gemeente met vervoerder, chauffeur, ouders/verzorgers en/of school. Als na het onderzoek blijkt dat sprake is van verwijtbaar gedrag van de leerling, dan volgt een eerste waarschuwingsbrief aan de ouders/verzorgers van de leerling;
bij een volgende klacht wordt sub b herhaald en volgt een tweede waarschuwingsbrief. Het college zorgt in deze fase voor een extra zitplaats in de taxi om begeleiding van de leerling door één van de ouders/verzorgers mogelijk te maken. Als er een begeleider meegaat, anders dan de ouders/verzorgers en hier kosten aan verbonden zijn, dan zijn deze kosten voor de ouders/verzorgers;
bij een volgende klacht kan een schorsing van het leerlingenvervoer per direct volgen, voor een periode van één volle schoolweek. Er volgt een derde waarschuwingsbrief aan ouders/ verzorgers. Ouders/verzorgers houden altijd de verantwoordelijkheid voor het schoolbezoek van hun kinderen, dus ook in geval van schorsing uit het leerlingenvervoer;
bij een volgende klacht volgt met een vierde brief totale uitsluiting van het aangepast vervoer tot het einde van het schooljaar met een minimum van drie maanden exclusief schoolvakanties. Schorsing aan het einde van het schooljaar loopt dus door in het nieuwe schooljaar. Om na de schorsing opnieuw van het leerlingenvervoer gebruik te kunnen maken is een nieuwe aanvraag nodig.
In artikel 10 van de verordening staat dat het college bij het verstrekken van aangepast vervoer een opstapplaats kan aanwijzen van waaruit de leerling gebruik maakt van de vervoersvoorziening:
In artikel 13, lid 2 staat dat in het geval er binnen een school sprake is van verschillende lesroosters binnen de vaste schooltijden, het college kan besluiten om met de inzet van aangepast vervoer een wachttijd aan te houden:
Artikel 8. Vervoer naar stageadres
In artikel 15, lid 3, sub d staat dat het stageadres is gelegen op de route van de woning dan wel de opstapplaats naar de school. Als wordt aangetoond dat dit niet mogelijk is, dan kan het college nadere regels stellen aan de maximale straal van de woning of de school:
Artikel 9. Begeleiding door ouders/verzorgers
Uitgangspunt van de verordening is de verantwoordelijkheid van de ouders/verzorgers voor het schoolbezoek van hun kind. Dat houdt in dat ouders/verzorgers in voorkomende gevallen hun kind moeten begeleiden bij aangepast vervoer, openbaar vervoer en eigen vervoer. In artikel 19, sub c wordt benoemd dat dit onmogelijk kan zijn voor het gezin, dan wel tot ernstige benadeling van het gezin kan leiden.