Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Doesburg

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Doesburg 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDoesburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Doesburg 2021
CiteertitelBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Doesburg 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-10-202101-10-2021Nieuwe regeling

31-08-2021

gmb-2021-374626

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Doesburg 2021

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doesburg;

gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Doesburg 2021;

besluit vast te stellen het:

 

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Doesburg 2021

Artikel 1. Begripsbepalingen

In aanvulling op de begripsomschrijvingen in de wet en de verordening wordt in dit besluit en de daarop berustende bepalingen verstaan onder:

  • budgethouder: een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem en/of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren gecompenseerd wordt op basis van toekenning van een pgb, op basis waarvan hij/zij zorg of diensten van goede kwaliteit inkoopt ter ondervanging van zijn beperking of probleem;

  • CAK: Centraal Administratie Kantoor;

  • dienst: maatwerkvoorziening in de vorm van een dienst zoals hulp bij het huishouden, begeleiding of respijtzorg;

  • gecontracteerde instelling: een organisatie waarmee de gemeente een contract is aangegaan en die ingeschreven staat bij de kamer van koophandel als thuiszorg- of schoonmaakbedrijf en waarbij de zorgverlener in loondienst is; er is geen sprake van een ZZP, alphahulp of vergelijkbare constructie;

  • overige voorziening: maatwerkvoorziening die geen dienst is zoals hulpmiddelen, woningaanpassingen, rolstoelen of vervoersmiddelen;

  • sociaal netwerk: personen uit de huiselijke kring of andere personen met wie de cliënt een sociale relatie onderhoudt;

  • SVB: Sociale Verzekeringsbank;

  • verordening: de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Doesburg 2021.

Artikel 2. Advisering

  • 1.

    Wanneer het college gebruik maakt van de bevoegdheid om advies te vragen bij de beoordeling van een aanvraag om een maatwerkvoorziening, wordt de cliënt geacht mee te werken aan het onderzoek van de daartoe aangewezen adviesinstantie.

  • 2.

    Het niet meewerken van de cliënt aan het in het eerste lid bedoelde onderzoek kan tot gevolg hebben dat de verzochte voorziening bij gebrek aan voldoende informatie niet wordt verstrekt. Ook kan het verlenen van onvoldoende medewerking gevolgen hebben voor de aard van de te verstrekken voorziening, hetgeen bijvoorbeeld kan resulteren in het toekennen van een standaardvoorziening.

Artikel 3. Hoogte financiële tegemoetkoming

  • 1.

    De hoogte van een financiële tegemoetkoming, zoals bedoelt in artikel 14 van de verordening, bedraagt:

    • a.

      Hoogte financiële tegemoetkoming voor verhuizing: €800,-

    • b.

      Hoogte financiële tegemoetkoming voor stoffering: €1.250,-

      • i.

        Deze bedragen zijn gebaseerd op de prijzengids van het Nibud, rekening houdende met vinyl vloerbedekking, overgordijnen, gordijnrails, behang en behanglijm. Een cliënt kan andere keuzes maken bij de inrichting, de meerkosten zijn dan echter voor eigen rekening van de cliënt.

    • c.

      Voor gebruik van een eigen auto:

      • i.

        De tegemoetkoming wordt gebaseerd op de normbedragen zoals UWV deze hanteert, minus het door UWV gehanteerde bedrag voor algemeen gebruikelijke kosten per kilometer. Voor sociaal vervoer geldt een tegemoetkoming van € 321,72 per jaar.

Artikel 4. Voorwaarden pgb

  • 1.

    Het pgb wordt uitsluitend besteed aan het doel waarvoor het is verstrekt en de daarmee samenhangende kosten. De met het pgb ingekochte voorziening dient van voldoende kwaliteit te zijn.

  • 2.

    Het hulpmiddel, aanpassing van een hulpmiddel, dan wel woningaanpassing, of de dienst die de cliënt inkoopt met het pgb dient adequaat, veilig, cliëntgericht en kwalitatief verantwoord te zijn.

  • 3.

    De cliënt levert vóór verstrekking van het pgb, maar na bepaling van de noodzaak voor een hulpmiddel dan wel aanpassing dan wel dienst, een plan over hoe het pgb besteed gaat worden waarin omschreven staat:

    • a.

      de reden waarom een hulpmiddel, aanpassing of dienst in natura niet geschikt geacht wordt;

    • b.

      het soort hulpmiddel, de aanpassing of dienst die ingekocht gaat worden;

    • c.

      welke persoon of personen de ondersteuning gaan uitvoeren dan wel waar het hulpmiddel of de aanpassing gekocht wordt;

    • d.

      welk resultaat met het hulpmiddel, de aanpassing of de dienst moet worden behaald en op welke wijze;

    • e.

      hoe de kwaliteit van het hulpmiddel, de aanpassing of de dienst is gewaarborgd;

    • f.

      het tarief dat betaald moet worden aan de leverancier.

  • 4.

    Wanneer de cliënt de pgb voor informele hulp wil inzetten, dient hij in het plan over hoe het pgb besteed gaat worden voldoende te motiveren dat dit tot betere en efficiëntere ondersteuning leidt en doelmatiger is dan het betrekken van formele hulp. Daarbij gaat de cliënt in op:

    • a.

      de frequentie van de hulp;

    • b.

      het type hulp;

    • c.

      de aard van de hulpvraag waaraan met de verstrekking van het pgb tegemoet wordt gekomen;

    • d.

      de duur van die hulpvraag;

    • e.

      de mate van verplichting die voortvloeit uit het pgb en de daaraan verbonden voorwaarden voor de persoon van wie de hulp betrokken wordt.

  • 5.

    Een pgb dient door de cliënt binnen drie maanden na toekenning te worden aangewend ten behoeve van het resultaat waarvoor het is verstrekt.

  • 6.

    Als, in het geval van een pgb voor een bouwkundige woningaanpassing in of aan een woonruimte, een cliënt niet zelf de eigenaar van de woning is, wordt de eigenaar van de woning in de gelegenheid gesteld om zijn of haar mening over de aanpassing kenbaar te maken. De eigenaar wordt dan eveneens betrokken bij uitvoeringskwesties met betrekking tot de aanpassing.

  • 7.

    Bij een pgb voor een vervoersvoorziening wordt ten hoogste het maximale pgb van één persoon per gezin toegekend, voor zover toereikend, indien sprake is dat de vervoersbehoefte van gezinsleden geheel samenvalt. Bij gedeeltelijk samenvallen van de vervoersbehoefte in een gezin, wordt ten hoogste anderhalf maal het maximale pgb van één persoon toegekend.

Artikel 5. Verantwoording pgb

  • 1.

    Het pgb wordt beheerd door de SVB. De budgethouder dient zich te houden aan de regels die de SVB stelt.

  • 2.

    Het college stelt vast of de budgethouder het pgb voor diensten of voorzieningen aan de onder artikel 11 van de Verordening genoemde heeft besteed. Is dat niet het geval, dan zet het college het pgb stop, of trekt het het pgb in.

Artikel 6. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of pgb’s

  • 1.

    Conform artikel 17 lid 1 van de verordening is de eigen bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen of pgb’s, dan wel het totaal van de eigen bijdragen, € 19,00 per maand voor de cliënt of de gehuwde cliënten tezamen. De eigen bijdrage, dan wel het totaal van de bijdragen, is maximaal gelijk aan de kostprijs van de maatwerkvoorziening(en). De kostprijs van een maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb is gelijk aan de hoogte van dat pgb.

  • 2.

    De eigen bijdrage is, conform artikel 16 lid 1 van de verordening, verschuldigd gedurende de gebruiksperiode van de maatwerkvoorziening of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt, maar nooit hoger dan de kostprijs van de verstrekte voorziening, inclusief onderhoud en verzekering.

  • 3.

    De bijdrage, dan wel het totaal van bijdragen van hulpmiddelen, woningaanpassingen, vervoersvoorzieningen en algemene voorzieningen waarvoor het tarief van €19,-- per maand niet geldt, kan maximaal gelijk zijn aan de kostprijs. De kostprijs van een maatwerkvoorziening in natura is gelijk aan de kosten die het college voor de desbetreffende maatwerkvoorziening zelf maakt. De kostprijs van een maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb is gelijk aan de hoogte van dat pgb.

  • 4.

    In afwijking van het tweede lid de eigen bijdrage tijdelijk worden gestopt als de zorg en ondersteuning meer dan een maand niet wordt afgenomen door toedoen van gemeente of aanbieder of als gevolg van onvoorziene gebeurtenissen die redelijkerwijze niet toe zijn te schrijven aan de cliënt.

Artikel 7. Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning

In artikel 18 van de verordening wordt omschreven aan welke kwaliteitseisen aanbieders van ondersteuning en hulpmiddelen moeten voldoen. Aanvullend wordt het volgende vastgesteld:

  • 1.

    De aanbieder van individuele en groepsondersteuning stelt bij de start van de ondersteuning in overleg met de cliënt een ondersteuningsplan op en stelt de gemeente in het bezit van dit plan, ondertekend door de cliënt. De basis van dit ondersteuningsplan wordt gevormd door:

    • a.

      het gespreksverslag van de gemeente, ondertekend door de cliënt;

    • b.

      de te behalen resultaten en uit te voeren activiteiten, aansluitend op de gegeven beschikking.

  • 2.

    De medewerkers van de aanbieder zijn elk op hun eigen niveau in staat om invulling te geven aan de begrippen cliënt- en resultaatgericht werken.

  • 3.

    De aanbieder waarborgt de professionaliteit van medewerkers die de ondersteuning bieden (scholing, intervisie, etc.) en werkt aan kwaliteitsverbetering conform de meest recente wetenschappelijke kennis en conform best practices.

  • 4.

    De aanbieder voert, zoals van een goede ondernemer kan worden verwacht, regelmatige controle op de uitvoering uit.

  • 5.

    Situaties van vervuiling worden voorkomen. Mocht de cliënt zo weinig ondersteuning willen afnemen dat vervuiling op bepaalde gebieden aan de orde is, dan wordt dit gesignaleerd en de gemeente hiervan in kennis gesteld.

Artikel 8. Waardering mantelzorgers

De jaarlijkse blijk van waardering heeft een waarde van € 100,- voor volwassen mantelzorgers en van € 50,- voor jonge mantelzorgers (t/m 24 jaar). Het college belegt de ondersteuning van mantelzorgers en de daarmee samenhangende waardering bij een aanbieder als algemene voorziening. De jaarlijkse waardering van mantelzorgers krijgt invulling conform de wettelijke vereisten. Met de aanbieder wordt afgestemd hoe de waardering wordt vormgegeven. Deze afspraken worden vervat in jaarlijkse prestatieafspraken. De criteria waaronder een mantelzorger in aanmerking komt voor de ondersteuning en waardering wordt in die jaarafspraken beschreven.

Artikel 9. Inwerkingtreding, intrekking en citeertitel

  • 1.

    Dit Besluit treedt in werking op 1 oktober 2021.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Doesburg 2021.

     

Aldus besloten in collegevergadering van 31 augustus 2021.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Doesburg,

gemeentesecretaris

P.Werkman

burgemeester

drs. L.W.C.M. van derMeijs

Toelichting

Artikelsgewijze toelichting

Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven, worden hieronder behandeld.

Artikel 2. Advisering

Deze bepaling is een uitwerking van artikel 9 van de verordening. Medewerking van de cliënt aan het onderzoek van de daartoe aangewezen adviesinstantie is nodig en wordt verwacht bij de behandeling van een aanvraag. Het gevolg als de cliënt daaraan geen gehoor geeft, is het niet in behandeling nemen van de aanvraag.

Artikel 3. Hoogte financiële tegemoetkoming

In deze bepaling zijn de verschillende tarieven als bedoeld in artikel 14 van de verordening nader uitgewerkt.

Artikel 4. Voorwaarden pgb

Deze bepaling is een uitwerking van artikel 11 van de verordening.

Artikel 5. Verantwoording pgb

Deze bepaling is een uitwerking van artikel 15 van de verordening.

Artikel 6. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of pgb’s

Deze bepaling is een uitwerking van artikel 16 van de verordening.

Artikel 7. Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning

Deze bepaling is een uitwerking van artikel 18 van de verordening.

Artikel 8. Waardering mantelzorgers

Deze bepaling is een uitwerking van artikel 22 van de verordening en geeft aan hoe het college de jaarlijkse waardering voor mantelzorgers uit zal voeren.