Organisatie | Roermond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening parkeerbelastingen 2022 (Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2022), |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening parkeerbelastingen 2021.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.
artikel 225 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-10-2021 | nieuwe regeling | 14-10-2021 | 103157-2021 |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE ROERMOND,
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 augustus 2021,
gezien het advies van de commissie Ruimte van 29 september 2021;
gelet op het bepaalde in artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening 2018;
Verordening parkeerbelastingen 2022
(Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2022),
onder gelijktijdige intrekking van de Verordening parkeerbelastingen 2021, vastgesteld bij raadsbesluit van 29 oktober 2020, raadsvoorstelnummer 29377-2020, bekendgemaakt in het Elektronisch Gemeenteblad op 24 november 2020.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens, alsmede degene die een motorvoertuig leaset of het motorvoertuig ter beschikking is gesteld vanuit het bedrijf waar hij werkzaam is;
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven door voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur c.q. het aanmelden van de parkeertransactie op de centrale computer op de daartoe bestemde wijze.
Artikel 7 Termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, als het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.
Houders van een geldige Europese Gehandicapten Parkeerkaart, landelijke gehandicaptenparkeerkaart (zowel voor bestuurders als passagiers) of buitenlandse gehandicaptenparkeerkaart die parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats zijn vrijgesteld mits deze parkeerkaart met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats in combinatie met een parkeerschijf direct achter de voorruit van het motorvoertuig is geplaatst. Indien geen voorruit aanwezig is, dient de gehandicaptenparkeerkaart in combinatie met een parkeerschijf op een van buitenaf zichtbare plaats leesbaar te worden aangebracht.
Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.
Artikel 11 Betaling en teruggave van parkeerbelasting
Bij intrekking van de parkeervergunning, zoals bedoeld in artikel 6 onder a, b, c, d en h van de Parkeerverordening 2018, wordt restitutie van de betaalde parkeerbelasting verleend over het aantal nog niet gebruikte volledige kalendermaanden op basis van de tarieven zoals deze in de Tarieventabel zijn opgenomen. Degene wiens parkeervergunning is ingetrokken maakt binnen twee weken na bekendmaking van het besluit tot intrekking van de parkeervergunning een bankrekeningnummer bij het college van burgemeester en wethouders bekend waarop het geld kan worden teruggestort.
Artikel 11, lid 2 en 3 zijn niet van toepassing bij een parkeervergunning waarbij uitsluitend een jaartarief geldt. Indien een parkeervergunning met uitsluitend een jaartarief in de loop van een kalenderjaar wordt verleend, wordt het volledige jaartarief parkeerbelasting geheven. Bij intrekking van een parkeervergunning met uitsluitend een jaartarief wordt geen restitutie van de betaalde parkeerbelasting verleend.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Roermond in de openbare vergadering van 14 oktober 2021.
De griffier,
J. Vervuurt
De voorzitter,
M.J.D. Donders – de Leest
Tarieventabel, behorende bij de “Verordening parkeerbelastingen 2022”.
1 Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt:
2 Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, op parkeerterreinen bedraagt:
3 Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b,
Aldus besloten door de raad van de gemeente Roermond in de openbare vergadering van 14 oktober 2021.