Organisatie | Hoeksche Waard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Detailhandelsvisie gemeente Hoeksche Waard 2021 |
Citeertitel | Detailhandelsvisie gemeente Hoeksche Waard |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Hoeksche Waard, detailhandelsvisie |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-10-2021 | nieuwe regeling | 21-09-2021 | P03344_6 |
De raad van de gemeente Hoeksche Waard,
gelezen het voorstel van het college d.d. 6 juli 2021;
overwegende dat het vasthouden en versterken van een gezond economisch klimaat één van de maatschappelijke opgaven is waar de Hoeksche Waard voor staat en dat trends en ontwikkelingen op het gebied van detailhandel en het snel veranderende consumentengedrag vragen om het actueel houden van de Detailhandelsvisie;
De Hoeksche Waard is een eiland in de Zuid-Hollandse delta, met een uniek polderlandschap en pittoreske dorpen. Om die dorpen vitaal te houden hecht de gemeente veel waarde aan het in stand houden en waar mogelijk versterken van de detailhandel. Dit is ook een ambitie in de overkoepelende Omgevingsvisie van Hoeksche Waard en is de centrale ambitie van de huidige detailhandelsvisie uit 2017, die destijds is opgesteld voor de 5 voormalige gemeenten. Sinds begin 2019 zijn de gemeenten gefuseerd tot de nieuwe gemeente Hoeksche Waard. De nieuwe gemeenteraad heeft besloten de huidige visie eerst te actualiseren, voor deze opnieuw en voor de hele gemeente vast te stellen. BRO is gevraagd dit stuk op te stellen.
Status detailhandelsvisie binnen Omgevingsvisie
Het doel van de detailhandelsvisie is de juiste winkel op de juiste plek, voor behoud van de leefbaarheid en een vitale centra. Het stuk dient als toetsingskader bij initiatieven en is de onderlegger voor nieuwe bestemmingsplannen. De detailhandelsvisie staat niet op zichzelf, maar is als thematische uitwerking van de Omgevingsvisie nauw met dit overkoepelende beleidsstuk verbonden. Om deze reden is in de voorliggende visie op verschillende plaatsen de relatie met de Omgevingsvisie gelegd. In de Omgevingsvisie is een uitnodiging gedaan aan de samenleving om bij te dragen aan de Hoeksche Waard. Het accent is gelegd op wat de Hoeksche Waard wil; niet op wat niet mag. Of in Omgevingswet ter-
men: ‘Ja mits’, in plaats van ‘Nee, tenzij’. In de detailhandels visie is deze lijn doorgezet. Er is meer in kansen gedacht. Beperkingen zijn enkel opgenomen, daar waar noodzakelijk (zie ook tekstkader Dienstenrichtlijn). Het stuk sorteert voor op de kaders van de Omgevingswet. Voorliggende visie op detailhandel wordt onder de nieuwe Omgevingswet opgevat als thematisch programma binnen de Omgevingsvisie. De inzet van gemeente Hoeksche Waard is om nieuw beleid zoveel mogelijk als programma’s te integreren in de Omgevingsvisie, om minder sectoraal beleid op te stellen. Aangezien de Omgevingswet nog niet van kracht is, wordt voorliggende visie echter wel als een zelfstandige beleidsvisie vastgesteld door de gemeenteraad. De detailhandelsvisie sluit qua inhoud (als programma) aan op de Omgevingsvisie.
De gemeente Hoeksche Waard heeft de volgende accenten aangestipt voor de visie:
Nut en noodzaak nieuwe visie in coronatijd
Het lijkt misschien vreemd om in coronatijd een nieuwe detail-handelsvisie vast te stellen. De ondernemers en de voorzieningencentra worden hard geraakt door de lockdowns en de verwachte economische recessie. De exacte (economische) impact van het virus is nog niet te overzien. Dit hangt o.a. samen met de duur en zwaarte van de beperkende maatregelen en de omvang van de steunpakketten van de Rijksoverheid. Duidelijk is helaas dat de coronacrisis tot bedrijfsbeëindigingen en faillissementen leidt. Daarnaast versnelt corona bestaande trends, zoals online winkelen, wat de centra verder onder druk zet.
In de voorgaande visie uit 2017 zijn in brede samenspraak de ambities, visie en uitvoeringsstrategie afgestemd. Doel van de visie was het op peil houden van de consumentenverzorging, de winkelstructuur en de leefbaarheid in de kernen. Het vasthouden en borgen van deze ingezette koers is juist nu essentieel, om ongewenste ontwikkelingen te voorkomen en vol in te zetten op de centra. Ook gezien de Dienstenrichtlijn (zie tekst-kader). Dit wordt bereikt door een heldere en evenwichtige detailhandelsstructuur, waarbij elk winkelgebied een eigen profiel heeft binnen de hoofdstructuur.
De geactualiseerde visie geeft hieraan op strategisch niveau invulling en hangt samen met het Uitvoeringskader Detailhandel. Waarin per centrum concrete acties/projecten zijn benoemd die worden opgepakt door de nieuwe organisatiestructuur. Het doel van de projecten is om de centra vitaal en aantrekkelijk te houden en richten zich op: promotie, aankleding en leegstandsbestrijding etc. Daarmee is er een essentiële wisselwerking tussen de strategische borging van de winkelstructuur in voorliggende geactualiseerde visie en de concrete uitwerking in projecten in het Uitvoeringskader.
Daarnaast is extra zorgvuldigheid nodig t.a.v. planontwikkelingen aangezien effecten in deze onzekere tijd groter zijn. Tegelijkertijd moet er ruimte zijn voor goed ondernemerschap binnen de kaders van een goede ruimtelijke ordening.
Globaal zijn bij een visie de volgende stappen relevant en de voorliggende visie volgt deze opzet:
2 Uitgangssituatie en evaluatie
De consument hecht waarde aan gemak, service en beleving bij het winkelen en kiest tegelijkertijd vaker voor online. De winkelsector in zijn geheel krijgt meer concurrentie van mondiale online-spelers zoals Amazon, Alibaba en Google. Dit vraagt continu om vernieuwing. Te meer, omdat de jongere generaties alles online doen. Deze ontwikkelingen hebben impact op de winkelgebieden van de Hoeksche Waard.
Figuur 1:Relevante ontwikkelingen in winkelland (Locatus 2019)
Boodschappen doen; dorpscentra
In kleinere dorpscentra wordt de boodschappenfunctie relevanter en neemt het recreatieve winkelaanbod (voor zover aanwezig) af. Supermarkten zijn door hun omvang en breedte van het assortiment veruit de belangrijkste publiekstrekker. Ze zijn daardoor op zichzelf al een belangrijke ontmoetingsplek voor inwoners. Andere foodspeciaal-zaken, winkels en voorzieningen profiteren van de trekkracht van de supermarkt(en). Er worden steeds meer voorzieningen (detailhandel, horeca, diensten en wonen) geclusterd om de aantrekkelijkheid van de centra op peil te houden.
De populariteit van online boodschappen groeit. Ook in Hoeksche waard groeit het online aandeel1. De toonbank-bestedingen groeien echter eveneens. Het overgrote deel van de boodschappen wordt nog altijd in de winkel aangeschaft ca. 97% in 2020.
Enkel het centrum van Oud-Beijerland heeft een wezenlijke functie voor recreatief winkelen. De andere kernen zijn een maat kleiner met een kleiner recreatief winkelaanbod. In algemene zin hebben centra zoals Oud-Beijerland, van oudsher veel winkels in relatie tot hun verzorgingsfunctie maar missen soms kritische massa die juist de grotere steden aantrekkelijk maken voor aankoop van niet-dagelijkse artikelen.
De term ‘PDV’ staat voor Perifere Detailhandelsvestigingen en komt uit het voormalige Rijksbeleid. Dit waren winkels die zich vanwege de volumineuze aard van de artikelen, zoals in bouwmarkten en tuincentra, perifeer (buiten de winkelcentra) mochten vestigen. Inmiddels zijn de gemeenten zelf verantwoordelijk voor keuzes.
Omgevingsvisie en verordening Zuid-Holland
De provincie heeft uitgebreide regelgeving t.a.v. detailhandel. De algemene lijn is terughoudend omgaan met nieuwe winkelmeters en inzetten op het concentreren en clusteren van detailhandel in de centra van steden, dorpen en wijken. Uitzondering hierop zijn goederen van een aard en omvang die fysiek niet in te passen zijn in de centra. Dit provinciale beleid is erop gericht om de detailhandelsstructuur zoveel mogelijk kwalitatief te versterken en de beschikbaarheid en bereikbaarheid van detailhandelsvoorzieningen te garanderen. De provincie hanteert een driedeling, te versterken te optimaliseren en overige centra:
Het centrum van Oud-Beijerland behoort als enige centrum van de Hoeksche Waard tot de te optimaliseren centra. Hiervoor geldt dat bij voorkeur niet wordt uitgebreid met nieuwe winkelmeters en de winkels zicht primair richten op de eigen bewoners. Soms kan intensivering op een plek aan de orde zijn, gevolgd door sanering of transformatie elders. Een belangrijke opgave ligt in het terugdringen van winkelleegstand, o.a. door transformatie naar andere functies.
Dit programma bevat een nadere invulling en operationalisering van de Omgevingsvisie. In het programma is een tabel opgenomen die de indicatieve ontwikkelingsmogelijkheden voor detailhandel in beeld brengt. De Hoeksche Waard kent net als vele andere regio’s, over de hele linie bezien, een negatieve uitbreidingsruimte voor detailhandel2. Regionale samenwerking en goede afstemming in programmering is essentieel voor vitale centra.
Discussienota detailhandel Zuid-Holland (2017)
Er ontstaat een steeds groter onderscheid tussen kansrijke en minder kansrijke winkelgebieden. De boodschappencentra functioneren in algemene zin goed, maar vooral de middelgrote recreatieve) centra hebben het moeilijk. Er is een modelberekening opgesteld waaruit blijkt dat er is sprake van overaanbod aan detailhandel is in zowel provincie als Hoeksche Waard.
Omgevingsvisie Hoeksche Waard (2019)
De Omgevingsvisie biedt handvatten en inspiratie aan iedereen die een bijdrage wil leveren aan de Hoeksche Waard. Dat noemen we ‘Waardmaken’ en dit is een nieuwe manier van ontwikkelen. Er zijn vijf maatschappelijke opgaven geformuleerd, de zogenoemde ‘Hoeksche Werken’:
Om de omgevingskwaliteit van de Hoeksche Waard ook voor de toekomst te borgen, geeft de Omgevingsvisie de belangrijkste ‘Hoeksche Waarden’ aan. De Hoeksche Waard is ingedeeld in de volgende deelgebieden, elk met eigen Hoeksche Waarden die verder ontwikkeld worden:
Figuur 2:Stappenplan planinitiatieven uit de Omgevingsvisie
In de Omgevingsvisie is de ambitie dat voorgaande Werken en Waarden en de initiatiefnemers met hun omgeving centraal staan. Gemeente heeft een uitnodigende, faciliterende en ‘regelgevingsluwe’ rol. De relatie tussen de detailhandelsvisie en de Hoeksche Werken en Waarden, is dynamisch en afhankelijk per deelgebied en thema. Zo heeft de detailhandelsvisie bijvoorbeeld betrekking op het Hoeksche Werk ‘Vitaal economisch klimaat’, maar ook over het Hoeksche Werk ‘Vitale dorpen en een actieve samenleving’. Initiatiefnemers moeten aangeven hoe hun plan invulling geeft aan de Hoeksche Werken en Waarden, die hierdoor gelijker tijd lokaal invulling krijgen. Deze wisselwerking (tussen plannen en ambities) vergt met name in de voorbereiding van het plan, lokaal maatwerk en afstemming. Zie ook figuur 2 waarin dit is uitgewerkt.
Gelet op het voorgaande zijn in voorliggende detailhandelsvisie enkel de ruimtelijk-relevante kaders en regelingen opgenomen, die vanuit een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk zijn (regelgevingsluw, conform Omgevingsvisie en Dienstenrichtlijn). Binnen deze noodzakelijke kaders krijgt de markt ruimte om de Werken en Waarden verder vorm te geven volgens het stappenplan uit figuur 2 (zie ook hoofdstuk 3).
Detailhandelsvisie (voormalige) regio Hoeksche Waard (2017)
Het op peil houden van de consumentenverzorging en de leefbaarheid in de kernen staat centraal. Door een heldere en evenwichtige detailhandelsstructuur, waarbij elk winkelgebied op basis van haar profiel een eigen functie binnen de hoofdstructuur heeft. Onderliggende beleidsambities/uitgangspunten zijn:
Uitvoeringskader detailhandel 2020
Met het Uitvoeringskader wordt ingezet op het versterken en behouden van de aantrekkelijkheid en de verzorgende functie van de winkelgebieden in de Hoeksche Waard. De detailhandel is een belangrijk onderdeel om de verschillende kernen, groot en klein, leefbaar te houden, voor nu en in de toekomst. Het Uitvoeringskader geeft invulling om de ambitie uit de visie te realiseren.
De Detailhandelsvisie, Centrumvisie Oud-Beijerland, de Kom-In-Actie-Trajecten3 zijn de basis voor de samenstelling van een projectprogramma per centrumgebied en het opstellen van een gemeentelijk programma. Het programma richt zicht op verschillende thema’s en tijdspanne (korte, middellange en lange termijn).
Detailhandelsraad en uitvoeringsorganisatie
Sinds mei 20204 fungeert de Detailhandelsraad als officiële adviesraad op het gebied van detailhandel en overige ontwikkelingen in winkelgebieden. De adviesraad wordt ingevuld door de Stichting Detailhandelsraad Hoeksche Waard. Dit is een onafhankelijk adviesorgaan dat de gemeenteraad, het college van B&W en de ambtelijke organisatie op het gebied van detailhandel en centrumgebieden gevraagd en ongevraagd kan adviseren. De Detailhandelsraad brengt o.a. een oordeel uit over (ruimtelijke) detailhandels- en centrumontwikkelingen, die niet passen in bestaande regelgeving. Gelijktijdig is opdracht gegeven voor de oprichting van een Hoeksche Waard-brede uitvoeringsorganisatie. Deze wordt aangestuurd door de Stichting Detailhandelsraad Hoeksche Waard en ondersteunt de verschillende winkelgebieden, de overige detailhandel en de Detailhandelsraad. De uitvoeringsorganisatie geeft onder andere invulling van de beschikbare projectgelden vanuit de gemeente (zie figuur 3). Samenwerking vindt op 3 niveaus plaats:
De Detailhandelsraad is vooraf gevraagd om uitgangspunten mee te geven voor voorliggende conceptvisie. De bespreking van dit concept met de Detailhandelsraad is onderdeel van het afstemmingsproces.
Figuur 3:Detailhandelsraad en uitvoeringsorganisatie
Centrumvisie en actieplan Oud-Beijerland (2017)
De ambitie is dat het centrum van Oud-Beijerland koploper is in de regio. Het centrum vormt het economische, culturele en sociale hart van Oud-Beijerland en de Hoeksche Waard. Een ontmoetingsplaats in een aantrekkelijk decor geschikt voor recreatief winkelen als het doen van boodschappen. Een aantrekkelijk en compact gebied om te verblijven, winkelen, werken en wonen.
Om de ambitie waar te maken is een aantal ontwikkelkansen neergezet. Er wordt o.a. ingezet op versterking van de ruimte-lijk-functionele structuur, een compacter centrum, behoud van trekkers, versterken woonfunctie en intensiveren van de samenwerking. Het actieplan van de centrumvisie vormt mede de input voor het voorgaand beschreven Uitvoeringskader Detailhandel.
Er zijn nog andere beleidsstukken en centrumplannen voor de andere kernen, maar deze zijn niet expliciet benoemd.
Tabel 1: Ontwikkeling winkelaanbod in gemeente Hoeksche Waard 2017-2020 in aantal winkels en omvang in m² wvo
Tabel 2: Ontwikkeling winkelaanbod in winkelgebieden (Locatus) gemeente Hoeksche Waard 2017-2020 in aantal winkels en omvang in m² wvo
Tabel 1 geeft inzicht in de winkelsectoren 2017 (voorgaande visie) en de actualiteit. Over de hele linie krimpt het winkelaanbod aanzienlijk in aantal zaken als totale omvang. Dit geldt met name voor de recreatieve branches. In de boodschappensector kromp het aantal zaken en bleef de omvang vrijwel constant. Tabel 2 geeft de ontwikkeling weer van het aantal voorzieningen in de centra. Ook hieruit blijkt hetzelfde beeld van krimp. In de centra neemt het aantal horecazaken en dienstverleners wel toe en nam de leegstand af (niet in tabel opgenomen). Naast winkels vormen ook warenmarkten en standplaatsen een relevant onderdeel van de structuur, met name in de kleinste kernen. Markten kunnen bijdragen aan de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de dorpen en moeten zoveel mogelijk aanvullend zijn op de winkels. Zie ook par. 3.6 van voorliggende visie. Hoeksche Waard kent een aantal weekmarkten in verschillende dorpen. De samenstelling en het perspectief is doorgaans wisselend.
Uit de actuele bevolkingsprognoses blijkt dat richting 2030 het aantal inwoners nog zal groeien met ca. 2%.5 De woningbouw-programmering wordt jaarlijks geactualiseerd en aan de provincie voor instemming voorgelegd. In de versie 2020 (vaststelling college december 2020), waar de provincie begin april 2021 mee heeft ingestemd, is rekening gehouden met de verruiming (892 woningen). De woningbouwopgave bedraagt 3.210 woningen (incl. extra woningbouwopgave) tot 2030. Voor 2030 streeft gemeente naar een woonvoorraad tussen de 40.725 en 41.715 woningen. Er is op basis van de huidige prognoses in de toekomst iets meer consumentendraagvlak voor (dagelijkse) voorzieningen, mede afhankelijk van waar de woningen komen.
Actuele planinitiatieven en plancapaciteit
De gemeente besteedt de komende 4 jaar 1,2 miljoen aan winkelcentra. O.a. aan het compact maken van de zes grotere winkelgebieden in ’s-Gravendeel, Zuid-Beijerland, Strijen, Oud-Beijerland, Numansdorp en Puttershoek. Verder is het volgende noemenswaardig:
Ontwikkelingen van supermarkten
Per saldo is er tussen 2017 en 2020 één supermarkt minder maar nam het totale metrage iets toe. Noemenswaardige ontwikkelingen van de afgelopen jaren zijn:
We zien tussen 2016 en 2018 zowel voor de dagelijkse artikelen (boodschappen) als de niet-dagelijkse artikelen (recreatief en doelgericht) een daling van de koopkracht-binding6. Dit is een indicatie dat er verhoudingsgewijs minder wordt uitgegeven in de centra.
Door voorgaande vraag- en aanbodgegevens modelmatig met elkaar te verrekenen, wordt het economisch functioneren van de centra bepaald (zie figuur 4)7 voor de dagelijkse sector (boodschappen en de niet-dagelijkse sector (recreatief en doelgericht).
De Detailhandelsraad heeft vooraf gevraagd om een marktbenadering per kern om plannen te toetsen. Deze globale berekeningen zijn hiervoor echter veelal niet geschikt. Het betreft een momentopname en ook zorgt de coronacrisis voor onzekerheid. Voorliggende visie biedt echter wel voldoende handvatten om een plan te toetsen. Er zijn regels opgesteld per type detailhandel en type winkelgebied. Daarnaast vergen planinitia-tieven in kleinere kernen veelal een maatwerkafweging. Indien relevant kan alsnog een marktberekening worden gevraagd.
Figuur 4:Economisch functioneren van de voornaamste winkelgebieden in de Hoeksche Waard en landelijk gemiddeld (stippellijn)
In de voorgaande visie was de verwachting dat het winkelaanbod verder zou krimpen. De perspectieven voor de detailhandel waren toen matig tot redelijk. Anno 2020 is de coronacrisis een extra noodzaak om de ingeslagen koers door te zetten (hoofdstuk 3). In de voorgaande visie zijn concrete doelstellingen opgenomen, t.b.v. monitoring. Figuur 5 geeft aan dat het merendeel hiervan (op papier) gehaald is. Dit betreft echter een cijfermatige werkelijkheid en momentopname. Door corona is continue monitoring en afstemming met de winkelgebieden en Detailhandelsraad nodig om in te zetten op het behoud van de leefbaarheid in de centra. Dit gebeurt in doorlopende samenwerking tussen gemeente Hoeksche Waard, de Detail-handelsraad, de uitvoeringsorganisatie en de ondernemers (zie figuur 3).
Figuur 5: Gehaalde en niet-gehaalde doelstellingen uit voorgaande visie
3.1 Centrale visie op winkelstructuur
We bouwen voort op de hoofdwinkelstructuur uit 2017 (zie figuur 6) en de kaders van de Omgevingsvisie. Er is onder-scheid gemaakt in een aantal typen winkelgebieden, gelet op profiel en verzorgingsfunctie. De centra hebben overwegend een boodschappenfunctie. We onderscheiden de volgende typen in de hiërarchie:
Lokaal verzorgend dorpscentrum; Dit zijn de dorpscentra gericht op de boodschappen. De Hoeksche waard kent 5 van deze centra en zij zijn een maat kleiner dan het centrum van Oud-Beijerland. Er is een reguliere supermarkt als voornaamste trekker, enkele niet-dagelijkse winkels, wat dienstverleners en horeca. Het winkelcentrum Witte Boerderij is opgenomen in de visie omdat het een functie heeft voor de consumentenverzorging. Het winkelcentrum ligt echter buiten de dorpskern en draagt niet bij aan de leefbaarheid. Een verdere uitbreiding van het winkelaanbod wordt per definitie niet toegestaan.
Solitaire supermarkten; Deze liggen buiten de winkelcentra en dragen zodoende niet bij aan de vitaliteit hiervan, maar zijn wel van belang voor de consumentenverzorging. De visiekaart maakt onderscheid in lokaal en regionaal verzorgende supermarkten. In de beleidsregels is echter geen onderscheid gemaakt tussen beiden.
Naast deze centra zijn er nog 2 centra:
Figuur 6: Winkelstructuurkaart
In bijlage 1 is per winkelgebied een korte beschrijving en ontwikkelperspectief opgenomen.
Centraal uitgangspunt van de visie
De winkelcentra hebben vooral een boodschappenfunctie en gezien de verdere verwachte krimp van het winkelaanbod, is de centrale ambitie van de visie uit 2017 nog van kracht:
Het op peil houden van de consumentenverzorging en de leefbaarheid in de kernen. Door een heldere en evenwichtige detailhandelsstructuur, waarbij elk winkelgebied op basis van haar profiel een eigen functie binnen de hoofdstructuur heeft.
Daaronder hangt een aantal centrale beleidsambities/uitgangspunten.
Streven naar vitale centra door concentratie winkelaanbod. Dit betekent dat ontwikkelingen buiten de hoofdstructuur niet zijn toegestaan, tenzij wordt aangetoond dat een dergelijk initiatief van meerwaarde is voor de detail-handelsstructuur, de consumentenverzorging en de leefbaarheid en niet inpasbaar is in een centrumgebied. Voor grotere winkelgebieden wordt, waar nodig, ingezet op het transformeren van de winkelfunctie aan de randen van het centrumgebied.
Zorgvuldig omgaan met nieuwe winkelmeters. Er wordt terughoudend omgegaan met het faciliteren van nieuwe8 detailhandelsmeters, t.b.v. behoud van de vitale centra.
Samenwerking bevorderen tussen partijen. Dit betreft zowel de samenwerking op niveau van de gemeente Hoeksche waard, als de samenwerking op centrumniveau. De afgelopen jaren zijn al stappen gezet. Denk aan het oprichten van de Detailhandelsraad en de verdere ontwikkeling van centrummanagement binnen het Uitvoeringskader.
Ontwikkelingsrichting winkelcentra
In geen van de centra wordt een wezenlijke uitbreiding van het winkelaanbod verwacht. In het verlengde van het provinciaal beleid worden voor de centra de volgende ontwikkelingsrichtingen onderscheiden:
Transformatie/anders. Dit punt verdient enige toelichting. Een aantal boodschappen-voorzieningen in de kleinste kernen is mogelijk kwetsbaar. Mochten de winkels ooit onverhoopt tot structurele leegstand vervallen, zal in overleg met de eigenaar gezocht worden naar een functiewijziging van het vastgoed.
Deze richtingen geven vooral de toekomstverwachting/of prioritering gaan. Eventueel te nemen maatregelen zijn vooral gericht op sfeer, uitstraling, openbare ruimte, parkeren, bereikbaarheid et cetera. De ontwikkelrichting kan helpen bij de zwaarte van de te nemen maatregelen en de prioritering, maar dit is geen harde norm. Ook in een kleine dorpskern met een transformatie-perspectief kan bijvoorbeeld de parkeervoorziening worden geoptimaliseerd t.b.v. de buurtsupermarkt. Ook speelt de lokale uitwerking van de Hoeksche Werken en Waarden een rol bij een eventuele ontwikkeling.
In de bijlage is per onderscheiden winkelgebied een ontwikkel-richting en beschrijving opgenomen.
Supermarkten en gemakswinkels in centra
Een supermarktplan moet aan alle volgende voorwaarden voldoen:
De toets aan de Ladder voor Duurzame Verstedelijking9 (hierna ‘Ladder’) wordt succesvol doorlopen
Boodschappen; supermarkten en gemakswinkels buiten centra
In de situatie dat in een dorp sprake is van een ontwikkeling van een supermarkt en/of gemakswinkel buiten een centrum, biedt dit beleid ruimte voor maatwerk. De primaire overweging hiervoor is het feit dat de leefbaarheid en daarmee toekomstbestendige supermarkten en/of gemakswinkels centraal staan in de visie. Dit betekent dat in specifieke situaties gekozen kan worden voor de consumentenverzorging en de leefbaarheid boven de detailhandelsstructuur en concentratie binnen centra. Ook het provinciaal beleid biedt hier enige ruimte voor10.
3.4 Visie op PDV (buiten de centra)
De gemeente Hoeksche Waard beschikt niet over middelgrote of grote PDV-locaties. Er zijn voor inwoners in de gemeente echter goede alternatieven, zoals woonboulevard Barendrecht. Binnen de gemeente bestaat hooguit een behoefte voor lokaal verzorgende PDV-winkels. Dit sluit aan op de lijn uit de Omgevingsvisie waarin voor bedrijven en bedrijventerreinen wordt ingezet op de lokale behoefte.
Op basis van het bovenstaande en het provinciaal beleid wordt terughoudend omgegaan met het faciliteren van nieuwe11 PDV.
Wel mogen een aantal winkelbranches zich in de periferie vestigen. We sluiten qua toegestane branches aan op het provinciaal beleid (zie kader). We hanteren deze indeling aangezien deze branches niet of nauwelijks in bestaande centra aanwezig zijn. Hierdoor ontstaat complementariteit binnen de detailhandelsstructuur.
Toegestane branches in de periferie12 De volgende branches zijn vanwege aard of omvang van de aangeboden goederen niet of niet goed inpasbaar in de win-kelcentra en niet essentieel zijn voor de kwaliteit van deze centra. Vandaar
|
In de voorgaande visie werd voor perifere winkels een maatvoering opgelegd van minimaal 1.000 m² bvo, deze wordt losgelaten13. Voor winkels in de woonbranche ligt de situatie genuanceerder. Woonwinkels bepalen in de gemeente Hoeksche Waard mede de aantrekkingskracht van de centra. Juist in deze branche bestaat ook nog enige (lokale) behoefte, wat daarmee kansen biedt voor centra. Daarnaast zijn er binnen de woonbranche verschillende typen winkels, waarbij sommige zich meer lenen voor perifere vestiging (goed bereikbaar, grootschalig, doelgericht) en anderen meer voor vestiging in centra (kleinschalig, verlengde van recreatief winkelen). Om enerzijds de complementariteit tussen perifere woonwinkels en woonwinkels in centra te borgen en anderzijds tegemoet te komen aan de verschuiving van de behoefte van perifere woonwinkels als gevolg van schaalverkleining, wordt de minimale maat voor woonwinkels in de periferie verlaagd naar 500 m² bvo.
3.5 Maatwerk, bijzondere initiatieven, ondergeschikte detailhandel en nevenassortimenten
De prioriteit van de visie ligt bij de bestaande winkelstructuur, ten behoeve van de consumentenverzorging en de vitale centra. Toch kan het bij uitzondering wenselijk zijn om bijzondere nieuwe of bestaande winkels of concepten buiten de winkel-structuur te faciliteren. Denk aan zeer grote zaken zoals Konijnendijk of Voorwinden die een unieke positie vervullen binnen de detailhandelsstructuur en consumentenverzorging. Maar ook de invulling van de lokale Hoeksche Werken en Waarden. Zo heeft bijvoorbeeld Numansdorp met haar jachthaven een rol in de toeristische economie. Een bijzonder winkelinitiatief, specifiek gericht op deze markt is denkbaar. Andere voorbeelden zijn specifieke bedrijven die een combinatie van activiteiten voeren, waarvan het detailhandelsdeel één onderdeel is. Zij zijn niet inpasbaar in de structuur, maar wel van meerwaarde voor de consumentenverzorging. Voor deze initiatieven kan onder voorwaarden maatwerk geleverd worden. Een algemene voorwaarde is dat het plan lokaal invulling geeft aan de Hoeksche Werken en Waarden. Daarnaast zijn de kaders van de provinciale verordening aangehouden. Toch kan ontheffing van Gedeputeerde Staten nodig zijn.
Aanvullend zijn per type initiatief de volgende criteria gehanteerd.
Maatwerk en bijzondere initiatieven:
Maatwerk kan uitsluitend worden toegepast indien aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
Initiatiefnemer dient aan te tonen dat er geen (ruimtelijke) uitbreidingsmogelijkheden binnen of aangrenzend aan de centra aanwezig zijn binnen de bestaande centra in het verzorgingsgebied:
Voor supermarkten en boodschappenwinkels geldt dat zij in de kleinste kernen, waar soms geen sprake (meer) is van een centrumgebied, kunnen worden toegestaan buiten de structuur. De winkel is immers van belang voor de leefbaarheid. Er is voor bood-schappenwinkels daarom geen minimum maatvoering opgenomen. Wel moet het initiatief aansluiten bij de verzorgingsfunctie van de kern.
Voor recreatief bezochte winkels, geldt dat maatwerk enkel kan worden toegepast voor nieuwe bijzondere winkels vanaf 1.500 m² wvo, met bovenlokale aantrekkingskracht. Kleinere reguliere winkels kunnen doorgaans prima in de centra worden ingepast. Datzelfde geldt voor uitbreiding van bestaande reguliere winkels.
De toets aan de Ladder14 is succesvol doorlopen; er is behoefte aangetoond en de ruimtelijke (leeg-stands)effecten op het woon-, leef- en ondernemersklimaat zijn ruimtelijk aanvaardbaar.
Ondergeschikte detailhandel bij bedrijven
Deze vorm van detailhandel moet voldoen aan alle volgende voorwaarden:
De toets aan de Ladder wordt succesvol doorlopen15.
Indien het nevenassortiment past binnen de bestemmings-omschrijving, is het toegestaan. Het beleid biedt voor overige situaties in de basis ruimte voor een bepaalde mate van branchevervaging en -verbreding, mits deze branchevervaging en –verbreding blijft binnen aanvaardbare marges. Andere voorwaarden zijn:
Modische artikelen16, levensmiddelen, en persoonlijke verzorgingsartikelen zijn expliciet niet toegestaan in PDV-winkels omdat dit de belangrijkste dragers zijn voor het functioneren van de reguliere winkelcentra.
3.6 Visie op overige detailhandel
Boerderij- en landwinkels. Deze winkels verkopen veelal streekproducten en spelen een belangrijke rol in het behoud van economische dynamiek in het buitengebied en zijn onder voorwaarden toegestaan, mits ondergeschikt aan de hoofdactiviteit. In het bestemmingsplan worden uiteindelijke keuzes gemaakt. Er worden de volgende gebruiksregels gehanteerd (indicatief en richtinggevend):
Internethandel en webwinkels (showroom) en afhaalpunten in centra
Webwinkels met een winkelachtige uitstraling (showroom) en adviserende functies richting bezoekers worden beschouwd als detailhandel. De visie zet in op het faciliteren van deze voorzieningen binnen de aangewezen winkelgebieden. De bezoekers hiervan kunnen een positief effect hebben op de centra via combinatiebezoek.
Tijdelijke winkels faciliteren in centra
Tijdelijke winkels worden gestimuleerd in centrumgebieden. Er wordt gestreefd naar korte procedures en flexibiliteit in bestemmingsplannen. De tijdelijke verkoop van artikelen op locaties zonder detailhandelsbestemming of buiten de hoofdstructuur is niet toegestaan omdat dit ongewenste druk oplevert voor de reguliere centra. Verkoop aan huis wordt daarom ook niet toegestaan.
Warenmarkt en standplaatsen (ambulante handel genoemd)
Ambulante handel is een kans voor kleinere kernen om de leefbaarheid en consumentenverzorging op peil te houden. In de grotere kernen draagt het bij aan de attractiviteit en beleving van een het centrum. Ambulante handel kan aan de ene kant zorgen voor extra bezoekers, maar kan aan de andere kant ook forse concurrentie voor de winkels betekenen.
De ambitie is de complementariteit tussen ambulante handel en gevestigde detailhandel te behouden, dan wel te versterken, met aandacht voor de (on)mogelijkheden van de Dienstenrichtlijn (gelijk speelveld). Er wordt zorgvuldig omgegaan met het afgeven van vergunningen en daarom wordt ambulante handel uitsluitend toegestaan op daarvoor aangewezen standplaatsvoorzieningen in de dorpscentra. Aanvragen worden onder meer op hun consequenties voor de verzorgingsstructuur beoordeeld.
Detailhandel op bedrijfslocaties, instellingen en sportvoorzieningen
Dit betreft winkels in onder meer scholen, sportaccommodaties, verzorgingstehuizen, etc. Eventuele detailhandelsactiviteiten worden slechts in beperkte mate toegestaan, indien het ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit, het qua branchering en omvang aansluit op de hoofdactiviteit, het aansluit op de ‘eigen’ doelgroep en eventuele effecten op het woon-, leef- en ondernemersklimaat aanvaardbaar zijn. Daarnaast moet het plan lokaal invulling geven aan de Hoeksche Werken en Waarden.
Hiermee wordt in dit kader veelal het vermengen van horeca en detailhandel bedoeld. De ambitie is de kansen van blurring te benutten, mits deze aansluiten bij zowel de kaders van de deze detailhandelsvisie als de drank- en horecawetgeving. Vanuit de markt neemt de vraag naar mengvormen tussen met name detailhandel en horeca steeds verder toe. Daarnaast moet het plan lokaal invulling geven aan de Hoeksche Werken en Waarden.
In de Hoeksche Waard zijn enkele recreatiebedrijven aanwezig, met name campings. Ook de bezoekers van recreatiebedrijven zijn veelal aangewezen op de winkels in de centra en dit zorgt voor extra draagvlak. Uitbreiding of nieuwe detailhandel op recreatiebedrijven is ongewenst. Alleen in zeer uitzonderlijke gevallen (bijvoorbeeld voor een grootschalig recreatiepark) kan detailhandel op recreatiebedrijven worden toegestaan, in het kader van eventuele toeristische ambities en doelstellingen. Daarnaast moet het plan lokaal invulling geven aan de Hoeksche Werken en Waarden.
Detailhandel bij trafficlocaties (tankstations)
De visie geeft inzicht in welke winkel op welke plek. Maar naast de ‘wat en waar’-vraag is de ‘hoe’-vraag minstens zo belangrijk. Hoe zorgen we dat de visie ook uitvoerbaar is en welke instrumenten zijn er? De uitvoering van de visie kent praktische en juridische instrumenten. Deze aspecten hangen met elkaar samen, waarbij de voorliggende visie het centrale koersdocument is. Zie ook de paarse cirkel in figuur 7. De detailhandelsvisie is op haar beurt weer een uitwerking van de Omgevingsvisie (Programma).
Praktische uitvoeringscyclus in relatie tot Uitvoeringskader
Globaal kent de praktische cyclus uit figuur 7 de volgende stappen. De visie op detailhandel is het uitgangspunt. Vervolgens is er een organisatie en financiering nodig om de doelen van de visie uit te voeren. Na uitvoering van de doelen, is ook monitoring en evaluatie nodig, als check of het beleid effectief is. De doelen en ambities uit de visie 2017 zijn uitgewerkt in het recent opgeleverde Uitvoeringskader (zie par. 2.2). Hierin zijn per gebied diverse acties benoemd (zie ook Uitvoeringskader).
Een andere voorname doelstelling van het Uitvoeringskader is het opzetten van een professionele organisatiestructuur en het officieel verankeren van de rol en bevoegdheden van de Detailhandelsraad in de gemeentelijke organisatie en de besluitvorming (zie par. 2.2). Gelet op de uitvoeringscyclus ligt er een opgave voor continue monitoring en evaluatie. In voorliggende visie is de voorgaande visie uit 2017 op hoofdlijn geëvalueerd en is daarmee eveneens onderdeel van de cyclus.
Voor de juridische cyclus is voorliggende visie eveneens het startpunt. Dit document bevat enerzijds de visie op de detail-handelsstructuur en is daarnaast het toetsingskader (programma). De gemeente is primair verantwoordelijk voor de vertaling van de visie en het programma naar de juridisch-planologische situatie, ofwel de juridische borging. Dit vraagt enerzijds om het proactief aanpassen van bestemmingsplannen, bijvoorbeeld in het kader van transformatie of sanering van plancapaciteit voor detailhandel. Anderzijds betreft het reactief toetsen en eventueel aanpassen van bestemmingsplannen op basis van initiatieven van de markt. Een goede samenwerking en wisselwerking tussen publieke en private partijen is essentieel.
4.2 Juridische verankering van het beleid
Bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen in het algemeen en detailhandel in het bijzonder wordt waarde gehecht aan duurzaam ruimtegebruik en het voorkomen van substantiële leegstand. Essentieel hierbij is het toepassen van de Ladder17. Dit is een wettelijk verplicht toetsingskader voor nieuwe winkelinitiatieven die moeten worden beschouwd als ‘nieuwe stedelijke ontwikkeling. Op basis van ruimtelijk-functioneel onderzoek moet de behoefte van het initiatief worden aangetoond en de ruimtelijk-functionele effecten op de consumentenverzorging, de detail-handelsstructuur, de leegstand en in het verlengde daarvan het woon-, leef- en ondernemersklimaat aanvaardbaar moeten aanvaardbaar zijn. Dit maakt de toets aan de Ladder het voornaamste toetsingsinstrument.
In gemeente Hoeksche Waard zijn en worden in bestemmingsplannen diverse vormen van detailhandelsbeperkingen opg-legd. Het doel hiervan is om onaanvaardbare leegstand in de winkelcentra te voorkomen en de leefbaarheid op peil te houden. Dit speelt in op een algemeen belang en voldoet aan de noodzakelijkheidseis van de Dienstenrichtlijn (zie volgend kader).
De Dienstenrichtlijn is van toepassing zodra er in bestemmingsplannen sprake is van ‘beperkingen’ binnen detailhandel, bijvoorbeeld via branchering of minimale/maximale maatvoering18. Het beperken van detailhandelsmogelijkheden is alleen toegestaan indien met ‘specifieke gegevens’ onderbouwd kan worden dat beperkingen voldoen aan:
Met name de ‘evenredigheid’ zorgt er in de praktijk voor dat niet zomaar keuzes kunnen worden gemaakt ten aanzien van branchering of maatvoering. Om te kunnen voldoen aan de evenredigheidseis moet immers het volgende worden aangetoond:
|
Op basis van jurisprudentie is een concrete onderbouwing van ‘het brede pakket aan maatregelen’ noodzakelijk. Hiertoe is in het kader van deze visie een aantal stappen doorlopen:
De keuzes die in deze visie gemaakt zijn om in bepaalde mate detailhandel toe te staan (detailhandel met juridische beperkingen) zijn op basis van coherent en systematisch beleid en de reeds uitgevoerde analyses onderbouwd. Desalniettemin is het verstandig de beperkingen die zijn/worden opgenomen in de bestemmingsplannen/omgevingsplan van de gemeente Hoeksche Waard in het kader van de Dienstenrichtlijn nog expliciet te onderbouwen.
4.3 Juridisch-planologische uitvoering
Een beleidswijziging betekent ook wijziging van het bestemmingsplan. Op basis van de geformuleerde beleidslijnen in deze visie worden de bestemmingsplannen getoetst en waar nodig wordt een voorstel tot actualisatie gedaan. Ook de Detailhandelsraad kan hierover advies uitbrengen (zie par. 2.2).
Beleid vertalen in actuele bestemmingsplannen
Figuur 6 (par. 3.1) geeft de hiërarchische winkelstructuur weer. In bijlage 1 is per winkelcentrum een globaal ontwikkelperspectief beschreven. Dit geeft per centrum aan hoe juridisch-planologisch moet worden omgegaan met detailhandel, met aandacht voor de toelichting per centrum in de visie. Dit creëert voorzienbaarheid, wat noodzakelijk is om planschade bij sanering van plancapaciteit voor detailhandel te voorkomen. Naast de drie ontwikkelrichting (versterking, stabilisatie en transformatie/anders) is relevant dat op het PDV-cluster de Bosschen en de bedrijventerreinen, er specifieke brancherings- en maatvoeringsregels gelden conform het beleid (zie hoofdstuk 3). Een ander aspect is dat in of aan de randen van de winkelgebieden de mogelijkheden kunnen worden gecreëerd om winkelmeters te schrappen t.b.v. compactere en beter samenhangende centra.
Handhaving is van groot belang om de visie ook in de praktijk goed handen en voeten te kunnen geven. Vanuit met name de ondernemers wordt hier gewoonlijk ook nadrukkelijk om gevraagd. Voorliggende visie en beleidslijnen zijn het uitgangspunt voor een adequate handhaving.
Een element dat in 2017 door de ondernemers naar voren is gebracht, is de snelheid waarmee vergunningen worden verleend. Dit duurt soms lang en daardoor kunnen potentiële nieuwe ondernemers afhaken. Het instellen van ondernemers-loketten (één aanspreekpunt binnen de gemeente) kan meehelpen bij het versnellen van de procedures.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hoeksche Waard gehouden op 21 september 2021
De griffier
De voorzitter
Bijlage 1 Beschrijving en ontwikkelperspectief per winkelgebied
Tabel 3: Beschrijving en ontwikkelperspectief per winkelgebied
Bijlage 2 Mogelijkheden om eigenaren te betrekken
Mogelijkheden om (financiële) betrokkenheid vastgoed-eigenaren vergroten
Op dit moment zijn in alle winkelgebieden enkel de ondernemers georganiseerd en aangehaakt bij de samenwerkingsorganisatie per winkelgebied en/of de Detailhandelsraad. Ook leveren enkel ondernemers een financiële bijdrage aan de versterking en ontwikkeling van de winkelgebieden. Vast-goedeigenaren zijn over het algemeen niet betrokken en leveren dan ook geen financiële bijdrage.
In de winkelgebieden, met uitzondering van Oud-Beijerland, zijn de vastgoedeigenaren vaak ook de gebruikers (ondernemers). Door het apart belasten van de vastgoedeigenaren worden daardoor de gebruikers (ondernemers) dubbel belast. In Oud-Beijerland is het vastgoedeigendom sterk versnipperd. Hier zijn reeds diverse gesprekken gevoerd met vastgoedeigenaren om te komen tot samenwerking. Hierbij is in eerste instantie gekeken naar een vrijwillige vorm van samenwerking (vereniging).
De vastgoedeigenaren hebben, ondanks de lage betrokkenheid, wel een groot belang bij het functioneren van de detailhandel in de Hoeksche Waard. Om de betrokkenheid vanuit vastgoedeigenaren te vergroten heeft de gemeente de volgende mogelijkheden tot haar beschikking:
OZB-fonds De gemeente kan een OZB-fonds introduceren waarbij vastgoedeigenaren een extra opslag op de WOZ moeten betalen. Dit kan enkel worden toegepast voor de gehele gemeente, waarbij alle niet-woningen worden belast. De gelden moeten dan ook worden geïnvesteerd in verschillende doelgroepen (bijvoorbeeld agrarische ondernemers, bedrijventerreinen etc.). Vastgoedeigenaren worden betrokken bij de keuzen over de verdeling van de gelden.
Leegstandsverordening. Met een leegstandsverordening krijgen vastgoedeigenaren een meldingsplicht opgelegd voor panden die langer dan zes maanden leegstaan. Als een eigenaar het leegstaande pand binnen zes maanden niet aanmeldt bij de gemeente, dan kan de gemeente een boete opleggen. De gemeente is verantwoordelijk voor de registratie en de contacten met de vastgoedeigenaren. De samenwerking tussen vastgoedeigenaren wordt via dit middel niet gestimuleerd. Bovendien is de leegstand in de kernen op dit moment beperkt waardoor het middel niet of nauwelijks zichtbare of financiële effecten opleveren.
Financiële prikkel. Een andere manier op de betrokkenheid van vastgoed-eigenaren te stimuleren is het beschikbaar stellen van een financiële prikkel. Wanneer vastgoedeigenaren in staat zijn om zich te organiseren (bijvoorbeeld via een BIZ of vrijwillig) en een budget te verzamelen, kan de gemeente hier een financiële subsidie tegenover zetten, bijvoorbeeld 50% van het opgehaalde budget met een maximum van € 100.000,-. Op die manier worden vastgoedeigenaren verleidt om gezamenlijk te investeren in de winkelgebieden.
Investeringen stimuleren. Naast het stimuleren van samenwerking tussen de vastgoedeigenaren kan de gemeente via verschillende subsidies ook investeringen van individuele vastgoedeigenaren stimuleren. Bijvoorbeeld via een gevelfonds (stimuleringsregeling voor verbetering en opwaardering gevels) en het stimuleren
Deze trajecten zijn in 2019 opgestart en zijn bedoeld voor belanghebbenden die serieus aan de slag willen om hun winkelgebied toekomstbestendig te maken. In dit traject beoordelen zij onder leiding van een expert hun eigen winkelgebied. Welke zaken zijn op orde en wat kan beter? Het traject wordt afgesloten met een concreet actieplan. De inhoud is maatwerk en per traject verschillend. In de Hoeksche Waard zijn 5 trajecten uitgevoerd in: Numansdorp Strijen, Puttershoek, ’s-Gravendeel en Zuid-Beijerland.