Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amersfoort

Verordening Individuele inkomenstoeslag

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmersfoort
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Individuele inkomenstoeslag
CiteertitelVerordening Individuele inkomenstoeslag
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Deze regeling vervangt de Verordening Individuele inkomenstoeslag, vastgesteld op 16 februari 2021.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 147 van de Gemeentewet
  2. artikel 8, eerste lid, van de Participatiewet
  3. artikel 36 van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-10-2021nieuwe regeling

12-10-2021

gmb-2021-367344

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Individuele inkomenstoeslag

De raad van de gemeente Amersfoort;

 

heeft het voorstel van burgemeester en wethouders gelezen van 19 januari 2021(zaaknummer 1393907);

 

vindt het nodig dat er regels komen voor het verstrekken van een individuele inkomenstoeslag aan personen van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd;

 

heeft artikel 147 van de Gemeentewet gelezen;

 

heeft de artikelen 8, eerste lid, onderdeel b en 36 van de Participatiewet gelezen;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen de:

 

Verordening Individuele inkomenstoeslag

 

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

  • wet: de Participatiewet;

  • college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort;

  • referteperiode: een periode van 60 maanden voorafgaand aan de peildatum;

  • peildatum: datum waarop het recht op individuele inkomenstoeslag ontstaat;

  • gehuwdennorm: de norm van artikel 21 onderdeel b van de wet;

  • 2.

    Voor zover niet anders bepaald, worden de begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de Participatiewet.

HOOFDSTUK II RECHT OP INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG

Artikel 2 Langdurig, laag inkomen

Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor de individuele inkomenstoeslag de belanghebbende die gedurende de referteperiode aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is dan 110 procent van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.

Artikel 3 Hoogte van de individuele inkomenstoeslag

  • 1.

    De individuele inkomenstoeslag bedraagt per jaar:

    • a.

      voor gehuwden zonder kinderen € 602;

    • b.

      voor gehuwden met ten laste komende kinderen jonger dan 12 jaar € 602;

    • c.

      voor gehuwden met ten laste komende kinderen van 12 jaar of ouder € 639;

    • d.

      voor alleenstaande ouders € 540;

    • e.

      voor alleenstaanden € 420.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend.

  • 3.

    De in het eerste lid genoemde bedragen worden elk jaar per 1 januari aangepast met een percentage dat overeenkomt met het procentuele verschil tussen de gehuwdennorm per 1 januari van dat jaar en de gehuwdennorm per 1 januari van het daar aan voorafgaande jaar.

HOOFDSTUK III SLOTBEPALINGEN

Artikel 4 Hardheidsclausule

Het college kan van de bepalingen in deze verordening afwijken in bijzondere situaties waarin toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 5 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Individuele inkomenstoeslag.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2021.

Artikel 7 Intrekken vorige verordening

De Verordening Individuele inkomenstoeslag, vastgesteld op 16 februari 2021, wordt gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Verordening Individuele inkomenstoeslag ingetrokken.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 12 oktober 2021

de griffier,

de voorzitter,

PUBLICATIEDATUM: 20 oktober 2021

TOELICHTING

Algemeen

Aan de bijstand ligt het uitgangspunt ten grondslag dat het normbedrag, bedoeld ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan met inbegrip van een component reservering, in beginsel toereikend is. Toch kan de financiële positie van mensen die langdurig op een minimum inkomen zijn aangewezen onder druk komen te staan als er na verloop van tijd geen enkel perspectief lijkt te zijn om door inkomen uit arbeid het inkomen te verhogen. De individuele inkomenstoeslag (IIT) is er om dit reserveringsgebrek te compenseren.

 

Artikel 36 van de wet vormt de basis van de IIT. In artikel 8 van de wet wordt bepaald dat gemeenten in een verordening regels vastleggen met betrekking tot de hoogte van de IIT en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen langdurig en laag inkomen.