Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels over Aanvullend beleid voor erfpachtrechten van corporaties waarop de AB1998 en de AB1985Tvan toepassing zijn |
Citeertitel | Aanvullend beleid voor erfpachtrechten van corporaties waarop de AB1998 of de AB1985T van toepassing zijn |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 160, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-10-2021 | nieuwe regeling | 12-10-2021 |
In dit beleid wordt verstaan onder:
sociale huurwoning: een huurwoning waarbij de aanvangshuur op of onder de liberalisatiegrens ligt. Ook woningen die bij aanvang sociaal verhuurd worden maar die door jaarlijkse huurstijging boven de liberalisatiegrens uitkomen, zijn sociale huurwoningen. Voor deze huurwoning gelden bepaalde regels: de toegestane huurprijzen en de jaarlijkse huurverhoging zijn gereguleerd in het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet Huurprijzen Woonruimte.
Dit beleid is van toepassing op erfpachtrechten uitgegeven door de gemeente Amsterdam onder de AB1998 of de AB1985T en waarvan de erfpachter een corporatie is.
Artikel 3 Tussentijdse afkoop van de canon van corporatierechten
Bij afkoop van de canon gedurende de looptijd van een erfpachtrecht geldt, ter nadere uitwerking van artikel 11 van de AB1998, het volgende:
Indien een (tussentijdse) afkoopsom moet worden herleid uit een periodiek vastgestelde standaardafkoopsom voor 50/52 of 75 jaar, wordt uit deze standaardafkoopsommen een (fictieve) erfpachtgrondwaarde herleid op basis van de formules en factoren als bedoeld in dit artikel. Hieruit wordt een fictieve afkoopcanon berekend, die gebruikt wordt voor de berekening van de (tussentijdse) afkoopsom op basis van lid 1 van dit artikel.
Artikel 4 Tuin- en perceeluitbreiding van corporatierechten
De bepalingen in het beleid “Perceeluitbreiding (inclusief tuinuitbreiding) van erfpachtrechten” (Collegebesluit 9 mei 2017, ingegaan per 1 januari 2018) zijn van overeenkomstige toepassing op corporatierechten, met inachtneming van het onderstaande:
Een tuin- of perceeluitbreiding van een corporatierecht met een bestemming “(sociale) huurwoning(en)”, waarbij de toegestane bestemming en/of bebouwingsomvang wijzigt, leidt tot een canonstijging; de canonstijging wordt berekend op de wijze zoals bepaald in het beleid “Perceeluitbreiding (inclusief tuinuitbreiding) van erfpachtrechten”.
Artikel 5 Samenvoeging van corporatierechten
De bepalingen in het beleid “Samenvoeging van erfpachtrechten” (Collegebesluit 9 mei 2017, ingegaan per 1 januari 2018), met uitzondering van artikel 7 lid 2 van dat beleid, zijn van overeenkomstige toepassing op corporatierechten, met inachtneming van het onderstaande:
Artikel 6 Bestemmings- en bebouwingswijziging van corporatierechten
De bepalingen in het beleid “Bestemmings- en bebouwingswijziging” (Collegebesluit 9 mei 2017, ingegaan per 1 januari 2018), met uitzondering van artikel 1 en artikel 5 van dat beleid, zijn van overeenkomstige toepassing op corporatierechten, met inachtneming van het onderstaande: