Organisatie | De Bilt |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels en beleidsregels Jeugdhulp 2021 |
Citeertitel | Nadere regels en beleidsregels Jeugdhulp 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-10-2021 | 01-10-2021 | Nieuwe regeling | 05-10-2021 |
De Jeugdwet 2015 is een wet die ervoor moet zorgen dat alle kinderen en jongeren gezond, kansrijk en veilig kunnen opgroeien. De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Jeugdwet. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor alle jeugdhulp:
De rechter beslist of jeugdbescherming of jeugdreclassering ingezet moet worden. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering daarvan.
1.3 Verordening Jeugdhulp gemeente De Bilt 2021
De Verordening Jeugdhulp 2015 gemeente De Bilt geeft uitvoering aan de Jeugdwet. Deze verordening is per 1 januari 2021 gewijzigd en vastgesteld door de gemeenteraad op 28-01-2021.
Artikel 2.9 van de Jeugdwet biedt ruimte om met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Jeugdwet nadere regels te stellen. Deze verordening maakt hier gebruik vanen regelt onder meer welke voorzieningen beschikbaar zijn en hoe de toegang tot deze voorzieningen georganiseerd is.
De Jeugdwet en de Verordening leggen een aantal bevoegdheden bij het college. De Nadere regels en de Beleidsregels Jeugdhulp kunnen worden gezien als een verlengstuk van de Verordening Jeugdhulp 2021.
De Nadere regels zijn een uitwerking van bepalingen die in de verordening Jeugd staan. Voorbeelden zijn de maximale vergoedingen voor bepaalde voorzieningen en pgb-tarieven.
In de Beleidsregels verduidelijkt het college hoe in de uitvoering met een bevoegdheid zal worden omgegaan. In de Beleidsregels kunnen ook begrippen uit de Verordening worden uitgelegd.
De Beleidsregels ontlenen hun status aan artikel 4:81 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb): “Een bestuursorgaan kan Beleidsregels vaststellen met betrekking tot een hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheid”.
1.5 Delegatie toegangstaken aan het CJG van MENS De Bilt
Het college van de Gemeente de Bilt heeft de volgende gemeentelijke taken in de toegang tot jeugdhulp gedelegeerd aan MENS De Bilt (het CJG):
Het besluiten tot toekenning van individuele voorzieningen in Zorg in Natura en pgb is een verantwoordelijkheid van de gemeente.
Daarnaast zijn taken van het CJG:
Het besluiten op bezwaar is een verantwoordelijkheid van de gemeente die zich laat adviseren door de onafhankelijke Adviescommissie bezwaarschriften.
2. Eigen kracht en eigen mogelijkheden
2.1 Zelf op zoek naar oplossingen
Jeugdigen met vragen en zorgen bij het opgroeien en ouders met vragen en zorgen over opvoeding kunnen doorgaans terecht bij hun eigen sociaal netwerk. Zelfredzaamheid is het uitgangspunt.
In de gemeente De Bilt wordt gewerkt aan een samenleving waarin inwoners een beroep kunnen op doen op elkaar, op hun eigen sociaal netwerk, op vrijwilligers en op professionals voor kortdurende hulp en ondersteuning. Het streven is opvoeden binnen de gemeente te normaliseren, zodat voor ouders het praten over de dynamiek van opvoeden en elkaar hierin helpen normaal wordt.
2.2 Laagdrempelige voorzieningen
Jeugdigen en/of ouder(s) kunnen met hun hulpvragen soms ook goed een beroep doen op laagdrempelige voorzieningen. Professionals van bijvoorbeeld de jeugdgezondheidszorg, scholen en de kinderopvang en vrijwilligers van welzijnsorganisaties kunnen een helpende hand bieden bij opvoed- en opgroeivragen. Voor deze zogeheten vrij toegankelijke voorzieningen (zie hoofdstuk 5) is geen indicatie nodig.
2.3 Passende ondersteuning vanuit de gemeente als het echt nodig is
De gemeente is samen met maatschappelijke partners verantwoordelijk voor passende ondersteuning waar dit echt noodzakelijk is. Alleen voor inwoners die niet zelfredzaam zijn of met hulp van anderen (mantelzorgers, buren en/of sociaal netwerk) niet in staat zijn invulling te geven aan hun leven, biedt de gemeente de noodzakelijke ondersteuning. Deze ondersteuning gaat uit van een sober, doelmatig en passend aanbod.
3.1 Melding van een hulpvraag bij het CJG
Een jeugdige en/of ouder(s) kunnen bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) De Bilt terecht met vragen en zorgen over opvoeding, ontwikkeling, geestelijke gezondheid of veiligheid. Dat kan op de volgende manieren:
Het CJG streeft ernaar een vraag zo snel mogelijk te beantwoorden. Soms is een eenmalige advies of andere informatieverstrekking voldoende. In die gevallen is er geen sprake van een melding en is er geen nader onderzoek nodig.
Als het CJG de hulpvraag niet direct kan beantwoorden is verdere hulpvraagverheldering in de vorm van een onderzoek nodig (zie hoofdstuk 4). Het CJG wijst dan een CJG-medewerker aan het gezin toe die het onderzoek gaat uitvoeren vanuit het uitgangspunt ‘één gezin, één plan, één regisseur’. Ook wijst het CJG de jeugdige en/of ouder(s) op twee mogelijkheden:
4.1 Uitgangspunt ‘Sterk aan de poort’
In opdracht van de gemeente is het CJG ‘sterk aan de poort’. Het CJG organiseert een proces van vraagverheldering en het maken van keuzes gemaakt voor de inzet van het eigen sociaal netwerk, het organiseren van lichte ondersteuning en/of het inzetten van (specialistische) individuele voorzieningen. Het CJG is een professioneel en zakelijk team dat goed onderscheid weet te maken tussen problematiek met een eenvoudige oplossing en ernstige problematiek met een oplossing op maat. Verdere uitgangspunten zijn:
4.3 Voorlichting over procedure
Het CJG bespreekt tijdens het onderzoek met de jeugdige en/of zijn ouder(s) in begrijpelijke bewoordingen:
De gang van zaken bij het onderzoek, hun rechten en plichten en de vervolgprocedure. Daarbij kunnen er ook gegevens en bescheiden voor het onderzoek nodig zijn, aan te leveren door de jeugdige en/of ouder(s) (bijvoorbeeld om de identiteit vast te stellen van de jeugdige en zijn ouders aan de hand van een identiteitsbewijs);
5. Vrij toegankelijke voorzieningen
Vrij toegankelijke voorzieningen zijn voorzieningen waar alle jeugdigen tot 18 jaar en hun ouder(s) gebruik van kunnen maken. Jeugdigen en/of ouder(s) kunnen zich rechtstreeks tot de organisaties wenden die vormen van ondersteuning bieden. Andere gebruikte termen zijn overige voorzieningen, algemene voorzieningen of 1e lijns voorzieningen.
5.2 Vormen van vrij toegankelijke voorzieningen
In de gemeente De Bilt zijn de uitvoerende organisaties voor deze voorzieningen respectievelijk MENS De Bilt met onder andere het CJG, het Sociaal Team, het Jongerenwerk, project Ouders Lokaal en het project Samen Oplopen (a, b, e, f en g), GGDrU/consultatiebureau (a, b en d) en Handje Helpen en WVT (g).
Landelijk zijn er diverse websites met opvoedinformatie (a). zoals Opvoeden.nl, opvoedinformatie.nl en NJi.nl. Ook zijn er telefonische hulplijnen voor kinderen (Kindertelefoon) en ouders (bijvoorbeeld de Oudertelefoon en de advieslijn van de Stichting Adoptievoorzieningen).
De stichting Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ) is een door VWS gefinancierde organisatie van de vertrouwenspersonen voor de jeugdhulp. Als er zaken in de hulpverlening niet goed lopen of als meningen verschillen, dan kan de vertrouwenspersoon daarbij helpen. Niet door het zelf op te lossen, maar door samen met de jeugdige en/of ouder(s) de oplossing te vinden.
5.4 Onafhankelijke cliënten ondersteuning
Cliënten met vragen, problemen of knelpunten in de jeugdhulp kunnen laagdrempelig een beroep doen op onafhankelijke cliëntondersteuners van MEE Utrecht, Gooi & Vecht1 of het Adviespunt Zorgbelang (van Zorgbelangorganisaties).
Het CJG wijst een cliënt bij de melding op de mogelijkheid gebruik te maken van deze onafhankelijke en gratis cliëntondersteuning.
Wanneer niet duidelijk is wat de oorzaak is van problemen bij een jeugdige of wanneer er twijfels zijn over geschikte hulp kan het CJG haar Diagnostisch Team inzetten om breder onderzoek te kunnen doen. Dat kan ook op direct verzoek van huisartsen. Het doel is dan om een beter beeld te krijgen van de klachten, het persoonlijk functioneren van een jeugdige en de context (het gezin en de school). Het CJG adviseert over een passend vervolg. In veel gevallen volstaat lichte of korte hulp (van vrij toegankelijke voorzieningen en/of CJG zelf) of hebben jeugdige en/of ouder(s) voldoende aan het advies.
Coördinatie van zorg draagt eraan bij dat professionals of meerdere organisaties rondom één gezin met elkaar niet-vrijblijvend samenwerken en elkaar versterken. De samenhangende hulp van de professionals bevordert dat een jeugdige zich goed kan ontwikkelen. Als een jeugdige en/of ouder(s) in de problemen dreigen te raken, komen professionals door coördinatie van zorg tijdig in actie.
Het CJG werkt met de regionaal opgestelde richtlijn Coördinatie van zorg volgens 1Gezin1Plan1Regisseur.
Maakt de afspraken met de ouders, jeugdige, jeugdhulpaanbieders en andere betrokkenen in het gezin. Deze afspraken betreffen de doelen, de termijn van inzet, de wijze van monitoren, de onderlinge communicatie, de planning van tussenevaluatie(s) en hoe te handelen als proces en inhoud anders verlopen dan was afgesproken.
7. Individuele voorzieningen jeugdhulp
7.1 Individuele voorzieningen jeugdhulp
Individuele voorzieningen zijn jeugdhulpdiensten of -activiteiten die alleen na zorgvuldig onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de jeugdigen en/of ouder(s), toegankelijk zijn. Maatwerk is hierbij belangrijk.
Ze zijn op te delen in de volgende categorieën:
Individuele voorzieningen zijn jeugdhulpdiensten of -activiteiten die alleen na zorgvuldig onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de jeugdigen en/of ouder(s), toegankelijk zijn. Maatwerk is hierbij belangrijk.
Ze zijn op te delen in de volgende categorieën:
7.3 Jeugd Behandeling (per 01-07-2021)
De gemeente De Bilt heeft in regionaal verband (regio Zuidoost Utrecht) de volgende voorzieningen ingekocht in het perceel behandeling Jeugdhulp2:
De gemeente De Bilt heeft in regionaal verband (regio Zuidoost Utrecht) de volgende voorzieningen ingekocht in het perceel verblijf. Het betreft alle vormen van verblijf buiten het gezin van herkomst, exclusief respijtzorg (logeren), crisishulp, Essentiële functies, LTA, zowel deeltijd als voltijd):
Bij gevaar voor de veiligheid van kind(eren) en ouder(s) is er voor alle inwoners en ook professionals crisishulp beschikbaar via het Crisis Coördinatie Punt (CCP) van Spoedeisende Zorg van Samen Veilig Midden Nederland. Het CCP is op werkdagen bereikbaar van 09.00 – 17.00 uur via tel. 030-6778198.
Na kantooruren wordt er doorgeschakeld naar het CBK (crisis buiten kantooruren).
Ten behoeve van het bezoeken van de jeugdhulpinstelling kan het CJG aan de jeugdige aan wie een individuele voorziening is verstrekt een vervoersvoorziening toekennen. Het CJG kent de vervoersvoorziening toe als dit naar het oordeel van het CJG noodzakelijk is in verband met een medische noodzaak of beperkingen in de zelfredzaamheid van de jeugdige.
8. Keuze leveringsvorm individuele voorziening: in natura of pgb
8.1 Keuze leveringsvorm individuele voorziening: in natura of pgb
Er zijn twee vormen waarin het CJG een individuele voorziening kan leveren of verstrekken:
Zorg in natura (ZIN) betekent dat de gemeente hulp voor de jeugdige en/of de ouder(s) inkoopt. De gemeente heeft hiervoor al dan niet in (boven)regionaal verband contracten afgesloten met jeugdhulpaanbieders. Zij leveren de benodigde hulp (antwoord op de hulpvraag). De jeugdige en/of ouder(s) kiezen uit het beschikbare aanbod. De gemeente is eindverantwoordelijk voor daadwerkelijke levering van de benodigde hulp. Jeugdige en/of ouder(s) krijgen op basis van een beschikking het recht op een bepaalde voorziening, gedurende een afgebakende hoeveelheid tijd. Jeugdhulpaanbieders factureren de geleverde hulp rechtstreeks bij de gemeente. Individuele voorzieningen worden in principe in natura verstrekt.
Jeugdigen en/of ouder(s) kunnen echter verzoeken om in aanmerking te komen van een pgb. Als de gemeente een pgb verstrekt dan betekent dit dat de gemeente bij de Sociale Verzekeringsbank via trekkingsrecht een geldbedrag aan de inwoner ter beschikking stelt. Hiermee kan de inwoner desgewenst zelf onder voorwaarden de benodigde (= door het CJG geïndiceerde) individuele voorziening inkopen bij een niet-regionaal gecontracteerde jeugdhulpaanbieder. Zie paragrafen 9.2 t/m 9.6 voor alle voorwaarden voor een verstrekking van een pgb.
Na afloop van het onderzoek licht het CJG de jeugdige en/of ouder(s) voor over deze keuzemogelijkheden: volledig, objectief en in begrijpelijke bewoordingen. De voorlichting betreft in ieder geval de gevolgen van de keuze voor een budget in plaats van een individuele voorziening in natura. Daartoe zijn informatiefolders beschikbaar
9. Voorwaarden voor de toekenning van individuele voorzieningen
Ook andere wettelijke verwijzers kunnen de jeugdige toegang bieden tot individuele voorzieningen. Naast het CJG zijn de huisarts, de jeugdarts, de medisch specialist en de Gecertificeerde Instellingen (GI) wettelijke verwijzers. In de regio ZOU kunnen scholen rechtstreeks verwijzen naar ernstige enkelvoudige dyslexiezorg (EED).
Een individuele voorziening wordt toegewezen als er sprake is van een meer dan gebruikelijke (bovengebruikelijke) hulpbehoefte wat betreft persoonlijke verzorging en begeleiding in combinatie met onvoldoende eigen kracht van de ouders. Voor het vaststellen of er sprake is van bovengebruikelijke hulp, hanteert het CJG een afwegingskader3.
9.2 Wettelijke voorwaarden pgb
Er zijn drie wettelijke voorwaarden die het CJG toetst:
Bekwaamheid van de aanvrager: kunnen de jeugdige (18+) en/of ouder(s) op eigen kracht voldoende dan wel met hulp de taken die bij een persoonsgebonden budget horen op een verantwoorde wijze uitvoeren? Zij dienen voldoende vaardig te zijn om pgb-taken uit te voeren, zoals het juiste product inkopen, contract aangaan en zorgverleners aansturen (zie ook de 10 pgb-vaardigheidseisen van het Ministerie van VWS).
Kwaliteit: de hulp die de jeugdige en/of ouder(s) met het persoonsgebonden budget willen inkopen moet van goede kwaliteit zijn en aan dezelfde wettelijke kwaliteitseisen voldoen die gelden voor alle professionele gecontracteerde jeugdhulpaanbieders (uitgezonderd de hulp vanuit het sociaal netwerk, zie hoofdstuk 9.5). De budgethouder is verantwoordelijk voor het toezien op de kwaliteit van de geleverde jeugdhulp. Het CJG kan de kwaliteit van de jeugdhulp toetsen door middel van inzage in het door de pgb-aanbieder opgestelde zorgplan.
De zorg die de jeugdige en/of ouder(s) willen regelen vanuit het pgb moet passen bij de doelen waarvoor het CJG het pgb verstrekt. Dat tonen de jeugdige en/of ouder(s) aan door het volledig invullen van het budgetplan-formulier van CJG De Bilt. Het CJG toetst via het budgetplan of jeugdige en/of ouder(s) voldoen aan de voorwaarden voor een pgb.
In het budgetplan leggen de jeugdige en/of ouder(s) vast:
9.4 Specifieke voorwaarden pgb voor uitbetaling aan zorgverlener(s)
Tarieven van zorgprofessionals én informele zorgverleners zijn inclusief kosten als gevolg van overige indirecte cliëntgebonden inzet. Het budget mag dus niet bestemd worden voor reiskosten, feestdagenuitkeringen, eenmalige uitkeringen, een vrij besteedbaar bedrag of begeleidings- of administratiekosten in verband met het pgb;
De budgethouder betaalt de zorgprofessionals of informele zorgverleners per daadwerkelijke inzet per uur. Een vast maandloon is niet toegestaan: zorgverleners dienen maandelijks (na de verrichte inzet) hun declaraties in bij de budgethouder, die dat moet controleren aan de hand van de urenregistratie.
9.5 Specifieke voorwaarden pgb voor niet-professionele hulp en/of hulp vanuit het sociaal netwerk
De pgb-vertegenwoordiger moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
Is geen familie4 van de hulpverlener, of van diens leidinggevende(n) of zelf een meerdere van de zorgverlener;
9.7 Inzet pgb in het buitenland
De budgethouder kan het pgb voor ten hoogste 13 weken per kalenderjaar inzetten voor betaling van jeugdhulp, te verlenen tijdens verblijf in het buitenland. Het is mogelijk – onder bepaalde voorwaarden- met een pgb zorg in te kopen in het buitenland. Zie hiervoor het afsprakenkader buitenlands zorgaanbod jeugd van de VNG.
Het CJG verwerkt alles wat er met de jeugdige en/of ouder(s) besproken is in een schriftelijk verslag in de vorm van een ondersteuningsplan, een plan met doelen, acties en meest passende oplossingen. Het CJG doet dat in samenspraak met de jeugdige en/of ouder(s). Het plan is een resultaat van het onderzoek. In het onderzoek gaat het CJG samen met jeugdige en/of ouder(s) na welke hulp het meest passende maatwerk is, zo dicht mogelijk aansluitend op de situatie van jeugdige en/of ouder(s):
10.2 Passende ondersteuning – drie oplossingsrichtingen
Wat betreft passende ondersteuning zijn er drie oplossingsrichtingen mogelijk:
Het CJG kijkt in de planvorming samen met de jeugdige en/of ouder(s) eerst naar oplossingen in de eigen kracht of vrij toegankelijke voorzieningen (oplossingsrichting 1) en als dat niet toereikend is naar oplossingen via eigen inzet van het CJG (oplossingsrichting 2).
Als de oplossingsrichtingen 1 en/of 2 niet toereikend zijn, dan volgt oplossingsrichting 3. Er is ook een combinatie van de drie oplossingsrichtingen mogelijk.
11.1 Besluit na onderzoek door het CJG – alle beschikkingen
Op basis van het ondersteuningsplan beoordeelt het CJG namens de gemeente de aanvraag voor een individuele voorziening. De gemeente (de Midoffice van de afdeling bedrijfsvoering) legt het besluit vast in een beschikking.
Het besluit in de beschikking heeft bij een toewijzing betrekking op:
De mogelijkheden voor bezwaar en beroep5
Bij een afwijzing van de vraag naar een individuele voorziening motiveert het CJG het besluit altijd aan de jeugdige en/of ouder(s). Daarnaast legt CJG de afwijzing vast in het dossier en/of een beschikking.
11.3 Besluit na onderzoek door het CJG – beschikkingen voor pgb
11.4 Geldigheidsduur beschikking bij een pgb
Het CJG verstrekt een pgb voor jeugdhulp voor een periode van maximaal twee jaar. Doordat het om jeugdigen gaat, kan de situatie snel veranderen en ligt het niet voor de hand om beschikkingen voor pgb voor langere perioden te verstrekken. Hiervan kan worden afgeweken voor situaties waarbij een langere periode kan worden overzien. Dan kan het CJG de beschikking afgeven voor maximaal drie jaar.
11.12 Proces bezwaar en beroep
De inwoner heeft de mogelijkheid om in bezwaar te gaan zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht en in de Verordening adviescommissie bezwaarschriften De Bilt 2010. Dit betekent onder andere het volgende:
Een inwoner kan kosteloos ondersteuning krijgen van een onafhankelijke cliëntondersteuner bij bezwaar en beroep.
12. Besluitvorming vervoersvoorzieningen
12.4 Doorgeven van wijzigingen
De jeugdige van 16 jaar of ouder en/of de ouder(s) zijn verplicht onmiddellijk uit eigen beweging of op verzoek van het CJG mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande de vervoersvoorziening bij een individuele voorziening jeugdhulp, onder vermelding van de datum van wijziging.
Bij de start van het onderzoek overhandigt het CJG een informatieflyer aan gezinnen krijgen met daarin een verwijzing naar https://www.cjgdebilt.nl/klachten-en-bezwaar. Zie ook § 11.12 Proces bezwaar en beroep.