Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug

Beleidsregel ontheffing arbeidsplicht RDWI 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRegionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBeleidsregel ontheffing arbeidsplicht RDWI 2021
CiteertitelBeleidsregel ontheffing arbeidsplicht RDWI 2021
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregel Arbeidsplicht Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI) 2015.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 9, eerste lid, van de Participatiewet
  2. artikel 9, tweede lid, van de Participatiewet
  3. artikel 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
  4. artikel 37a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
  5. artikel 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
  6. artikel 37a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
  7. artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-10-2021nieuwe regeling

29-09-2021

bgr-2021-891

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel ontheffing arbeidsplicht RDWI 2021

Het Dagelijks Bestuur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI), in zijn vergadering van 29 september 2021,

 

gelet op:

artikel 9 lid 1 en 2 van de Participatiewet,

artikel 37 en artikel 37a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers/gewezen zelfstandigen (IOAW/IOAZ),

artikel 1:3, lid 4 van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb),

 

besluit:

vast te stellen, de volgende beleidsregel:

 

BELEIDSREGEL ONTHEFFING ARBEIDSPLICHT RDWI 2021

Elke uitkeringsgerechtigde is wettelijk verplicht om ’naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen, te aanvaarden en te behouden’. Dit is de arbeidsplicht. Op grond van een dringende reden kan het dagelijks bestuur een tijdelijke ontheffing geven van de arbeidsplicht. Deze ontheffing is geregeld in artikel 9 lid 2 Participatiewet en artikel 37a van de IOAW/IOAZ. Deze beleidsregel gaat over een aantal aspecten van deze ontheffing.

Artikel 1. Tijdelijke ontheffing en dringende reden

  • 1.

    Een tijdelijke ontheffing van de arbeidsplicht kan worden verleend als er een dringende reden is die het nakomen van deze plicht belemmert.

  • 2.

    Een tijdelijke ontheffing betekent een volledige ontheffing van alle verplichtingen zoals bedoeld in het eerste lid.

Artikel 2. Duur van de tijdelijke ontheffing

  • 1.

    Een tijdelijke ontheffing wordt voor de duur van maximaal twaalf maanden verleend.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur kan een verleende tijdelijke ontheffing voortijdig intrekken wanneer de dringende reden, waarvoor de tijdelijke ontheffing is verleend, zich niet meer voordoet.

Artikel 3. Hardheidsclausule

  • 1.

    In gevallen waarin deze beleidsregel niet voorziet, beslist het dagelijks bestuur.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur kan in bijzondere gevallen van deze beleidsregel afwijken, als strikte toepassing van de bepalingen in deze regeling onevenredig nadeel voor de belanghebbende(n) tot gevolg zou hebben.

Artikel 4. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de ‘Beleidsregel Arbeidsplicht Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI) 2015’ ingetrokken.

Artikel 5. Citeerartikel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel ontheffing arbeidsplicht RDWI 2021.

 

Aldus besloten door het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI)

De directeur,

De voorzitter,

Toelichting Beleidsregel ontheffing arbeidsplicht RDWI 2021

Arbeidsplicht

 

De arbeidsplicht houdt in dat een uitkeringsgerechtigde verplicht is om naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen, deze te aanvaarden en te behouden. Hieronder valt ook de verplichting tot registratie bij het UWV als werkzoekende. Belemmeringen kunnen weggenomen worden door voorzieningen als deze beschikbaar zijn en aangeboden worden door het dagelijks bestuur. Met andere woorden: een uitkeringsgerechtigde moet zich maximaal inspannen om elk werk dat passend is te verkrijgen, aanvaarden en behouden dat past bij diens mogelijkheden en de gegeven ondersteuning.

 

Algemeen geaccepteerde arbeid is werk dat algemeen maatschappelijk aanvaard is. Dat betekent dat het werk niet hoeft aan te sluiten bij de opleiding en werkervaring. In principe is alle arbeid passend. Ook werk waarbij er meer of minder uren per week gewerkt wordt dan de uitkeringsgerechtigde zou willen, of waarvoor een lager salaris wordt ontvangen dan bij een eerdere baan.

 

Re-integratieplicht

 

De arbeidsplicht is iets anders dan de re-integratieplicht, waar de uitkeringsgerechtigde zich ook aan moet houden. Deze houdt in dat deze op basis van artikel 9 lid 1 onder b van de Participatiewet en artikel 37 lid 1, onder e van de IOAW/IOAZ verplicht is gebruik te maken van een aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling. Een ontheffing van de re-integratieplicht is op grond van artikel 9 lid 2 Participatiewet niet mogelijk.

 

Tijdelijke ontheffing van de arbeidsplicht

 

Bij een ontheffing gaat het om een volledige ontheffing van de arbeidsplicht en de daarbij horende verplichtingen zoals die staan genoemd in artikel 9 lid 1 onder a van de Participatiewet en artikel 37 lid 1, onder a t/m d van de IOAW/IOAZ. Er is alleen sprake van een ontheffing als de uitkeringsgerechtigde in het geheel niet aan de arbeidsplicht kan voldoen.

 

Bij de uitkeringsgerechtigde die gedeeltelijk niet aan de arbeidsplicht kan voldoen is geen sprake van een ontheffing. Hierbij worden de arbeidsverplichtingen afgestemd op de individuele situatie en de mogelijkheden van de uitkeringsgerechtigde. Hierbij wordt een concrete invulling gegeven aan de verplichtingen die er op grond van de arbeidsplicht zijn. Bijvoorbeeld een sollicitatieplicht voor 20 uur per week.

 

De tijdelijke ontheffing geldt alleen voor de arbeidsplicht. Tijdens deze ontheffing blijven de re-integratie verplichtingen bestaan. Dit betekent dat de inwoner nog wel verplicht is om mee te werken aan de re-integratievoorzieningen die door het dagelijks bestuur worden aangeboden. Dit zorgt er ook zoveel mogelijk voor dat de inwoner de draad weer kan oppakken en diens best moet doen werk te vinden als de dringende reden voor een ontheffing voorbij is.

 

Dringende reden

 

Een tijdelijke ontheffing kan alleen gebaseerd worden op een individuele afweging. Hierbij wordt er van uitgegaan dat iedereen aan het werk kan tenzij sprake is van een dringende reden. Wat dringende redenen zijn wordt in de wet niet volledig duidelijk gemaakt. Ook in deze beleidsregel worden geen specifieke situaties benoemd op basis waarvan een tijdelijk ontheffing van de arbeidsplicht kan worden verleend, omdat dit altijd te maken heeft met individuele situaties. In deze toelichting geven we een aantal voorbeelden van situaties, maar deze zijn niet uitputtend en altijd individueel bepaald.

 

Wel geeft de wet aan dat zorgtaken, voor zover hiermee geen rekening kan worden gehouden met een voorziening, als een dringende reden gezien kan worden. Dit wordt per geval beoordeeld. Medische belemmeringen zijn in de meeste gevallen geen aanleiding voor een ontheffing. Eventuele aanwezige belemmeringen om deelname aan werk te realiseren kunnen worden weggenomen door bijvoorbeeld het aanbieden van individueel toegesneden voorzieningen.

 

De beoordeling of sprake is van een dringende reden wordt individueel gemaakt. Om een juiste individuele beoordeling te garanderen, wordt zo veel mogelijk gebruik gemaakt van de vastgestelde indicaties en adviezen van onafhankelijke deskundigen. De regisseur kan ook zelf een beoordeling maken of er sprake is van een dringende reden op grond van een medische omstandigheid. Bijvoorbeeld als belanghebbende is opgenomen in een inrichting of verzorgingstehuis, terminaal ziek is of een ernstige verslaving heeft, of in het geval van multi problematiek.

 

Voor een uitkeringsgerechtigde die tijdens de periode van bijstandsverlening zwanger is, blijven de arbeidsverplichtingen in principe gewoon gelden. Wel moet per zwangere worden afgewogen in hoeverre de arbeidsplicht nog zinvol is. Naast de arbeidsplicht zal rekening moeten worden gehouden met de zorgplicht. Het dagelijks bestuur zal de door de ouder gewenste invulling van de zorgplicht voor kinderen zwaar meewegen in de beslissing tot het geven van de arbeidsverplichting. Vooral bij jonge kinderen tot 5 jaar moet de invulling zwaar wegen.

 

Een grote afstand tot de arbeidsmarkt kan nooit als dringende reden gelden voor een ontheffing van de arbeidsverplichtingen.