Organisatie | Apeldoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling Amateurkunst en Cultuurbeoefening Apeldoorn |
Citeertitel | Regeling Amateurkunst en Cultuurbeoefening Apeldoorn |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Regeling subsidiëring amateuristische kunst- en cultuurbeoefening 2011.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2022 | nieuwe regeling | 28-09-2021 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn,
gelet op Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn, de strategische visie zoals omschreven in het bestuursakkoord en de nota Apeldoorns Karakter! Cultuur- en Erfgoednota 2021-2024,
besluit vast te stellen de Regeling Amateurkunst en Cultuurbeoefening Apeldoorn.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsbeschrijving
Voor toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
Lid: een natuurlijk persoon die overeenkomstig de statuten van de vereniging als lid van die vereniging is ingeschreven en betrokken is bij het nastreven van de verenigingsdoeleinden en daarvoor jaarlijks een door de vereniging vast te stellen contributie betaalt. Een lid is iemand die regelmatig actief aan de activiteiten van de vereniging deelneemt. Iemand die enkel contributie of een andere financiële bijdrage betaalt wordt hieronder in deze regeling niet begrepen.
De gemeente hecht veel waarde aan de actieve deelname van de Apeldoorners op het gebied van cultuur. Het doel van deze subsidieregeling is het stimuleren van een levendige amateurkunstsector en cultuurbeoefening.
Hoofdstuk 2. Aanvraag en verstrekking
Artikel 2.1 Aanvragers en aanvraagvereisten
Als het aantal leden minder is dan het aangegeven minimum voor de betreffende categorie wordt geen subsidie verstrekt, met dien verstande dat de beëindiging van het subsidie niet eerder plaatsvindt dan nadat het minimum aantal leden zich over een ononderbroken periode van twee jaar heeft voorgedaan.