Organisatie | Uithoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beheerplan wegen 2021-2025 |
Citeertitel | Beheerplan wegen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-10-2021 | nieuwe regeling | 06-09-2021 | 2019-072329 |
Voor u ligt het Effectgestuurd Beheerplan wegen van de gemeente Uithoorn. Hiervoor zijn alle wegen van de gemeente geanalyseerd en beoordeeld. Op basis van de uitkomsten is bepaald welke onderhoudsmaatregelen het meest passend zijn om bij te dragen aan de maatschappelijke effecten die zijn opgenomen in het Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte (IBOR). Het Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte (IBOR) beschrijft de doelstellingen voor het onderhoud, inrichting en gebruik van de gehele openbare ruimte. In het IBOR is bepaald dat deze kaders per asset worden uitgewerkt naar concrete doelen en beheermaatregelen.
Ook zijn in dit beheerplan de kosten die deze maatregelen met zich mee brengen beschreven. Hierdoor is er sprake van optimaal, geïntegreerd en transparant wegbeheer met een onderbouwing van het voorgestelde dagelijks en planmatig onderhoud en de voorgestelde specifieke maatregelen voor vervanging en/of herinrichting.
1.1 Bijdrage wegen aan de openbare ruimte
De openbare ruimte levert een belangrijke bijdrage aan de doelen van de gemeente. De gemeente heeft daarnaast de plicht om de openbare ruimte deugdelijk te onderhouden. Voor het beheer van de openbare ruimte gelden eisen (wet- en regelgeving) en richtlijnen van de CROW. Daarnaast heeft de gemeente zelf een strategie voor de openbare ruimte geformuleerd: het Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte (IBOR). In figuur 1 zijn maatschappelijke thema’s weergegeven waaraan de openbare ruimte bijdraagt.
Figuur 1 Maatschappelijke thema’s uit het IBOR waaraan de openbare ruimte bijdraagt
Om een vertaling van het IBOR naar dit beheerplan wegen te maken is effectgestuurd beheer ontwikkeld. Het voordeel van het opstellen van beheerplannen aan de hand van effectgestuurd beheer is dat naar allerlei maatschappelijke thema’s gekeken wordt en niet alleen naar de technische staat van onderhoud.
In hoofdstuk 3 wordt beschreven hoe wegen bijdraagt aan de in figuur 1 genoemde maatschappelijke thema’s.
Dit beheerplan is een uitwerking van het IBOR en daarmee tactisch/operationeel van aard. Het IBOR is leidend voor de strategische visie op de openbare ruimte. Dit beheerplan werkt de strategie verder uit in maatregelen, werkzaamheden en een financiële onderbouwing.
Dit beheerplan geeft geen opsomming van alle werkzaamheden die in de buitenruimte plaatsvinden, maar werkt met maatregelpakketten (bij elkaar horende werkzaamheden die een bepaald doel dienen).
Dit beheerplan wordt vastgesteld door het college van B&W. De gemeenteraad wordt een exemplaar ter kennisgeving gestuurd.
In dit beheerplan worden ook de daadwerkelijke financiële consequenties inzichtelijk gemaakt. Indien extra financiële middelen noodzakelijk zijn om bijdragen aan het realiseren van de speerpunten en algemene effecten te realiseren wordt dit aan het bestuur voorgelegd ter afweging.
Allereerst worden in hoofdstuk 2 de wettelijke kaders kort beschreven en wordt stilgestaan bij de beleidsuitgangspunten. De normen en richtlijnen van de CROW worden opgesomd en de assetmanagementprincipes toegelicht. In hoofdstuk 3 wordt de huidige situatie kort beschreven en staan we stil bij de kwaliteit en effecten ervan. In hoofdstuk 4 staat beschreven hoe we de doelen bereiken met de wegen in Uithoorn, hierbij hoort ook de financiële uitwerking die in hoofdstuk 5 staat opgenomen. In hoofdstuk 6 gaan we in op de inspectiestrategie van de wegen. In hoofdstuk 7 komen de communicatie en participatie aan bod. Hoofdstuk 8 behandelt ten slotte de ontwikkelagenda voor de toekomst.
Er bestaat geen specifieke wet die bepaalt hoe de openbare ruimte moet worden beheerd. Wel bestaat er een ‘zorgplicht’ per asset en heeft de gemeente met wet- en regelgeving te maken vanuit het rijk en de provincie. De ‘zorgplicht’ is vastgesteld in het Burgerlijk Wetboek en stelt eisen aan technische veiligheid. De wet regelt in algemene zin wanneer een rechtspersoon aansprakelijk gesteld kan worden voor schade. Voor de openbare ruimte betekent dit dat de gemeente moet kunnen aantonen regelmatig onderhoud te plegen en de technische staat van objecten te inspecteren, zodat de veiligheid in de openbare ruimte geborgd is. Als de gemeente dit niet of in onvoldoende mate doet, kan zij aansprakelijk gesteld worden voor nalatigheid. Uit wettelijke bepalingen worden geen eisen gesteld aan de beeldkwaliteit van een gebied. Beeldkwaliteit ontstaat als afgeleide in de uitvoering vanuit beleid van de gemeente.
Voor het beheer en onderhoud van wegen zijn de volgende wetten en regelingen van belang:
Besluit Begrotingen en Verantwoording (BBV)
Om het financieel toezicht op gemeenten doelmatig te kunnen uitvoeren, is een wet opgesteld om de gemeentelijke begrotingen uniform op te stellen: het Besluit Begrotingen en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Hierin zijn ook definities beschreven rond het begroten en onderverdelen van onderhoud aan kapitaalgoederen. Vanuit het BBV wordt de volgende indeling gemaakt:
In bijlage 1 is een tabel opgenomen met daarin een uitgebreidere beschrijving van de verschillende soorten van onderhoud die wij hanteren vanuit de BBV.
In het IBOR wordt expliciet ingezet op de rol van de openbare ruimte voor maatschappelijke vraagstukken op de lange termijn. In het IBOR zijn negen thema’s opgenomen die hoog op de landelijke en gemeentelijke agenda staan: gezondheid, veiligheid, biodiversiteit, energietransitie, circulaire economie, verstedelijking, sociale cohesie, mobiliteit en toegankelijkheid en klimaatadaptatie. Gedegen beheer van de openbare ruimte draagt (integraal) bij aan het behalen van de doelstellingen van deze thema’s.
In dit beheerplan worden de te nemen concrete maatregelen voor de korte en middellange termijn om aan de negen thema’s uit het IBOR bij te dragen verder gespecificeerd en uitgewerkt. Hierin worden duidelijke richtlijnen geformuleerd voor de uitvoerende partijen in het beheer van de openbare ruimte. Een onderdeel van de richtlijnen zal beeldkwaliteit zijn voor bepaalde onderdelen van de openbare ruimte. Dit kan vervolgens in beeldbestekken op de markt gezet worden en getoetst door middel van schouwen. Een mogelijkheid is om bij het schouwen van de openbare ruimte bewoners te betrekken.
De algemene effecten vanuit het IBOR waaraan de openbare ruimte moet bijdragen zijn in willekeurige volgorde opgesomd in tabel 1.
Tabel 1 Algemene effecten openbare ruimte vanuit IBOR Uithoorn
Naast wetten en regels heeft de gemeente zelf ook kaders gesteld en daarmee haar ambities in beleid vastgelegd. De relevante beleidsdocumenten met betrekking tot wegen zijn in IBOR benoemd.
De volgende uitgangspunten dienen meegenomen te worden bij projecten waar wegen een onderdeel in zijn:
De monitoring van de zettingsgevoelige gebieden is intensiever dan bij de niet-zettingsgevoelige gebieden. De indicator voor planmatig onderhoud van de wegen in de zettingsgevoelige gebieden om tot ophogen van de wegen over te gaan is de maatschappelijk aanvaardbare hoogte voor toegang tot de woningen. Hiermee wordt praktisch omgegaan aangezien het vaak specifieke situaties betreft.
De begraafplaats is een apart functiegebied met hogere eisen aan de conditie van de wegen en paden. Voor wegen geldt dat deze in de wegeninspectie wordt meegenomen. Het ingrijpmoment op de begraafplaats zelf ligt lager dan op andere paden die in de gemeente aangelegd zijn door de wijze van gebruik van de paden op de begraafplaats tijdens uitvaarten.
Voor wegen geldt dat deze worden meegenomen in de wegeninspectie. De verenigingen voeren het dagelijks onderhoud aan de wegen en paden uit. De engineering en uitvoering van planmatig onderhoud is de verantwoordelijkheid van de gemeente.
De belangrijkste normen en richtlijnen naast de wettelijke uitgangspunten waar de gemeente zich aan conformeert zijn opgenomen in de Leidraad Inrichting Openbare Ruimte (LIOR). Het gaat daarbij voornamelijk om CROW1 richtlijnen en wegen specifieke richtlijnen, zoals de CROW richtlijn voor het omgaan met vrijgekomen asfalt, de CROW publicatie 146 waarin de technische inspectiemethodiek beschreven staat en de CROW publicatie 147 Wegbeheer waarin de methode beschreven staat om te komen tot een technische onderhoudsplanning en begroting. Deze resultaten zijn vervolgens gebruikt in het effectgestuurd wegenbeheer waarbij richtlijn 147 wordt gehanteerd als een eerste filter om de wegen met risico vast te stellen.
Uithoorn werkt binnen de cyclus van beheer met de methode assetmanagement. Hierbij hanteert Uithoorn het Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte (IBOR) en de risicomatrix.
Voor het bepalen of een weg aangepakt moet worden, wordt bepaald welke risico’s voor de gebruikers van de openbare ruimte worden gezien met betrekking tot veiligheid, leefbaarheid, kosten zoals vervolgschade en imago.
Voor alle wegen is een analyse van risico’s op prestaties van de openbare ruimte opgesteld met als resultaat een risicobeoordeling. Wegen met één of meerdere onacceptabele risico’s hebben een hoge prioriteit en vragen grotere beheerinspanning om de geïdentificeerde risico’s te verminderen. Risico’s die als ‘acceptabel’ uit de analyse komen hebben vanuit beheeroogpunt een lage prioriteit en vragen slechts geringe beheerinspanning.
Om de risico’s op een uniforme, zo objectief mogelijke, manier te borgen is gebruik gemaakt van een risicomatrix, vastgesteld door het college van B&W in 2019, waarbij wordt uitgegaan van:
3 Beschrijving wegen in Uithoorn
3.1 Bijdrage aan maatschappelijke thema’s
Binnen de gemeentegrens is het totaal areaal circa 1,5 miljoen m2 verharding in beheer bij de gemeente. In onderstaande grafiek is de verhouding van de verschillende soorten verharding weergegeven.
Figuur 2 areaal verharding in %
De grootste hoeveelheid verharding bestaat uit open verharding (66%, circa 1 miljoen m2). Open verharding is een verzamelnaam voor onder andere betonstraatstenen, klinkers en tegels. Gesloten verharding is een verzamelnaam voor diverse asfalt verhardingen. Halverharding is alle verharding die niet onder open of gesloten verharding valt, bijvoorbeeld grind, losse stenen en leem.
Vanuit het IBOR is een speerpunt gesteld dat er minder verharding in de gemeente aanwezig moet zijn. Binnen projecten wordt altijd ingezet op zo min mogelijk verharding. Dit is per project maatwerk.
Om een goed zicht te hebben op de technische kwaliteit van de wegen wordt ieder jaar een globale visuele inspectie van de verharding uitgevoerd. Hierbij wordt op systematische wijze iedere schade genoteerd. Bij deze inspectie wordt onderscheid gemaakt tussen onderhoud in kleine en grote omvang. Op basis van deze inspectie krijgt de gemeente inzicht in de huidige kwaliteit. Door de resultaten van de afgelopen jaren wordt inzicht gegeven in het verloop van de kwaliteit.
Voor verharding wordt jaarlijks een globale visuele weginspectie uitgevoerd conform de richtlijnen van de CROW (146 en 147). Op basis van de resultaten kan het in enkele gevallen nodig zijn aanvullend onderzoek uit te voeren. Aanvullend onderzoek is bijvoorbeeld nodig om inzicht te krijgen in de kwaliteit van de fundering van de weg of aanwezigheid van teerhoudend asfalt. Nadat deze onderzoeken zijn uitgevoerd kan een specifieke keuze gemaakt worden in het type onderhoud.
Uit deze inspectie blijkt dat de wegen er op dit moment grotendeels goed bij liggen, conform de gestelde eisen. De wegen en gebieden die extra aandacht nodig hebben zijn:
Er komen gedurende het jaar verschillende MOR meldingen binnen bij de gemeente. Van de totaal 6952 MOR meldingen in 2020 gingen er 594 (8,5%) over wegen. Het betrof voornamelijk meldingen over schade aan verharding. Het merendeel van deze meldingen is door het team Dagelijks Onderhoud opgelost en afgehandeld.
De algemene effecten en speerpunten die in het IBOR zijn beschreven vormen hét uitgangspunt voor dit beheerplan. Voor de wegen wordt gesteld dat deze moeten bijdragen aan voornamelijk veiligheid en mobiliteit en toegankelijkheid. Gebruikers moeten op een duidelijke, overzichtelijke en prettige manier gebruik kunnen maken van de openbare ruimte met zo min mogelijk conflictsituaties met andere gebruikers van de openbare ruimte. Om dit doel te behalen zijn de volgende activiteiten nodig die beschreven worden in dit hoofdstuk.
Per asset wordt een beheerplan opgesteld met daarin een lijst van maatregelen. Hieronder is een korte opsomming gegeven van de categorieën maatregelen binnen het wegenbeheer die de gemeente uitvoert. Het betreft een korte opsomming, geen uitputtende lijst.
Binnen dit beheerplan wordt gebruik gemaakt van de definities zoals gebruikt in de Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Bij de gemeente worden twee soorten onderhoud onderscheiden: dagelijks en planmatig onderhoud. Deze typen onderhoud vallen weer uit een in twee soorten onderhoud.
Het dagelijks onderhoud bestaat uit het correctief- en preventief onderhoud en wordt onder regie van het team van Dagelijks Onderhoud uitgevoerd.
Dagelijks onderhoud gaat uit van de basis “schoon, heel en veilig”. Deze drie pijlers zijn de belangrijkste punten waarop wordt besloten om wel of geen onderhoud uit te voeren. In onderstaande tabel is te zien welke beeldkwaliteit niveaus er zijn en wat deze inhouden qua aantrekkelijkheid en gebruik.
Het planmatig onderhoud is verdeeld in groot onderhoud en totaal vervangingen (investeringen) en wordt onder regie van het team Inrichting en Beheer uitgevoerd. De omvang van dergelijke projecten omvat meerdere dagen of zelfs maanden. Het betreft vaak een complete weg, vaak van erfgrens tot erfgrens en wordt soms ook integraal met andere disciplines opgepakt. En kan zelfs ook een (deel) van een wijk betreffen waarbij werk met werk gemaakt wordt en de openbare ruimte integraal opgepakt wordt inclusief onderhoud aan riolering groen en verlichting. Bovendien gaat het vaak gepaard met een afsluiting/omleiding en is er communicatie naar externen zoals aanwonenden of gebruikers. Activiteiten die hierbij horen zijn het schrijven van een bestek, een aanbesteding doen etc. Een dergelijk project vraagt organisatie brede aandacht en participatie. Kaders hiervoor staan beschreven in de Leidraad Inrichting Openbare Ruime waarin ook wordt meegenomen hoe klimaat adaptief wordt ingericht en voorbereiding voor de energietransitie mogelijk is.
Een voorbeeld van groot onderhoud is het vervangen van een deklaag van asfalt. Een nieuwe deklaag aanbrengen is te vergelijken met het opnieuw schilderen van een bestaand kozijn. Het kozijn kan gezien worden als de weg (fundering, tussenlaag, deklaag) en de verf kan gezien worden als de deklaag van de weg. Net zoals verf op een kozijn is het nodig om de deklaag zo nu en dan te vernieuwen om de onderliggende lagen te beschermen tegen veroudering. Wanneer een weg einde levensduur bereikt, dient reconstructie plaats te vinden (vervanging).
Vanuit de risico analyse komen drie wegen met verhoogde attentiewaarde naar voren. Deze wegen worden hieronder uitgebreider beschreven.
In de wijk Thamerdal en de Koninginnebuurt komen veel voetpaden en (asfalt)wegen naar voren vanuit de risico analyse. Deze voetpaden en (asfalt)wegen voldoen niet meer aan de eisen. De gebreken kunnen niet met dagelijks of planmatig onderhoud worden verholpen waardoor vervanging noodzakelijk is. De werkzaamheden zullen bestaan uit ophogen, reconstrueren en opnieuw inrichten met nieuw bestratingsmateriaal. Uitgangspunt is hierbij dat het asfalt vervangen moet worden door klinkermateriaal, omdat asfalt tegenwoordig niet meer wordt toegepast binnen woonwijken met veel 30 kilometer wegen.
Maximalaan gedeelte tussen Watsonweg en Laan van Meerwijk
Op de Maximalaan is in 2020 een spoedreparatie uitgevoerd. Hierbij is ernstige scheurvorming in de onder en tussenlagen geconstateerd. Een onderzoek naar de oorzaak en omvang van deze scheurvorming is noodzakelijk om de veiligheid van de weg te kunnen bepalen. Daarna kan bepaald worden wanneer en hoe de weg vervangen moet worden.
De Boterdijk is constructief in zeer slechte staat. De fundering zal vervangen moeten worden om de constructie weer in goede staat te krijgen. Op deze locatie dient onderzoek naar het draagvlak uitgevoerd te worden en is een verhardingsadvies nodig. Daarna kan bepaald worden wanneer en hoe de weg vervangen moet worden.
De bijkomende kosten naast de daadwerkelijke onderhoudsmaatregelen bestaan uit de volgende activiteiten:
Asfalt kan teerhoudend zijn. Het afvoeren en reinigen van dit asfalt zorgt er voor dat de schadelijke stoffen onttrokken worden aan de leefomgeving. De kosten hiervan zijn gemiddeld 30% hoger dan de afvoer van niet teerhoudend asfalt. De methode voor het afvoeren en reinigen van teerhoudend asfalt is het thermisch reinigen van Teerhoudend Asfalt Granulaat (TAG). Dit is de meest duurzame mogelijkheid op dit moment.
Klimaat adaptieve maatregelen zorgen in sommige gevallen voor hogere projectkosten. Dit is per project verschillend, aangezien n iet ieder project kansen biedt voor klimaat adaptieve maatregelen. Per project dient afgewogen te worden of hier extra maatregelen gewenst zijn en of er voor extra maatregelen budget vrij gemaakt wordt door het bestuur.
Voor het bepalen of een weg onderhoud nodig heeft moet worden bepaald welke risico’s voor de betreffende weg worden gezien met betrekking tot bereikbaarheid, veiligheid, leefbaarheid, kosten zoals vervolgschade en imago. Voor alle wegen die over de richtlijn zijn is een analyse van risico’s op prestaties opgesteld met als resultaat een risicobeoordeling. Van de overige verharding is per gebied een analyse van de risico’s gemaakt, zodat een totaal beeld is gevormd. Wegen met een of meerdere onacceptabele risico’s hebben een hoge prioriteit en vragen grotere beheerinspanning om de geïdentificeerde risico’s te verminderen. Risico’s die als ‘acceptabel’ uit de analyse komen hebben vanuit beheeroogpunt een lage prioriteit en vragen slechts geringe beheerinspanning. Om de risico’s op een uniforme, zo objectief mogelijke, manier te borgen is gebruik gemaakt van een risicomatrix.
De risicoanalyse laat zien dat verschillende wegen verschillende risicoprofielen hebben. Onderstaand wordt toegelicht hoe hiermee wordt omgegaan vanuit beheeroogpunt.
Tabel 5 Risicoprofielen van de wegen met bijbehorende beheermaatregelen
In het algemeen geldt dat naast het risicoprofiel ook pragmatische overwegingen zijn meegenomen bij het vaststellen van passende maatregelen en het moment om deze uit te voeren. Zo kan bijvoorbeeld het waterschap voornemens zijn dijken op te hogen, waardoor de bovenliggende verharding ‘automatisch’ mee wordt genomen. In dat geval is het vanzelfsprekend niet zinvol deze weg eerder aan te pakken.
De beheermaatregelen die voor oranje en rode wegen zijn bepaald, zijn, waar dat kon, ook van mogelijke alternatieve maatregelen voorzien, bijvoorbeeld uitstellen van groot onderhoud of een renovatie door intensiever dagelijks of reparatie onderhoud voor de komende jaren. Dit is gedaan op basis van de huidige praktijk en inzichten. De gekozen oplossing is in principe degene die, gegeven voldoende risicobeheersing, structureel gezien als het meest optimaal (qua financiën, overlast voor inwoners) wordt ingeschat.
De eerste vier jaar is goed inzichtelijk te maken met ramingen wat de verwachte kosten zijn. Daarna is dat niet mogelijk omdat de meerjarenplanning jaarlijks wordt bijgesteld aan de hand van de inspecties en de risicomatrix. Zo zijn de meest actuele en accurate cijfers beschikbaar. Om toch een doorkijk te geven naar de kosten voor wegen na 2024 is gebruik gemaakt van kengetallen op basis van het areaal, type wegen en de ondergrond . Vanaf 2025 is jaarlijks gemiddeld € 1.185.684,- nodig voor het planmatig onderhoud van de wegen. Het werkelijke bedrag per jaar kan variëren en is altijd afhankelijk van inspecties en risico afweging. Meer dan de helft zal nodig zijn voor vervanging van de wegen, het andere deel is nodig voor groot onderhoud dus om de verwachte levensduur van de weg te behouden.
De kosten voor dagelijks onderhoud fluctueren iets per jaar, dat heeft te maken met de planning voor planmatig onderhoud en vervanging: hoe ouder een weg hoe meer dagelijks onderhoud nodig is tot deze weg wordt vervangen, dan zullen de dagelijks onderhoudskosten dalen. Het benodigd budget voor dagelijks onderhoud aan de wegen is op basis van kengetallen € 1.354.871,- euro per jaar. Dit bedrag is gebaseerd op het areaal en landelijke kengetallen. De ervaring leert dat in Uithoorn de daadwerkelijk benodigde bedragen lager liggen.
De beschikbare budgetten voor dagelijks onderhoud blijven gelijk. Het budget voor dagelijks onderhoud aan de wegen is € 937.574,- per jaar. Dit bedrag bestaat uit:
Het huidige budget voor dagelijks onderhoud van de wegen is exclusief eigen dienst.
De kosten voor het planmatig onderhoud van wegen voor de komende tien jaar stijgen. Dit ligt aan het feit dat er meer planmatig onderhoud uitgevoerd moet worden de komende jaren volgens de inspectie.
Het planmatig onderhoud bestaat uit:
In het onderzoek naar algemene bewonerstevredenheid (waar staat je gemeente) wordt op dit moment geen specifieke aandacht besteed aan de verharding binnen de gemeente. Er zijn verschillende ontwikkelingen binnen het meten van bewonerstevredenheid. De ontwikkelingen worden gevolgd en voorgesteld op het moment dat deze toepasbaar zijn voor Uithoorn.
6.2 Kwaliteit Prestatie Indicatoren (KPI’s)
De KPI’s zijn de indicatoren die binnen de P&C cyclus worden gebruikt om te monitoren. Voor de verhardingen zijn de indicatoren als volgt:
De gemeente laat jaarlijks een visuele inspectie op alle wegen van de gemeente uitvoeren door een hiervoor gecertificeerd inspectiebureau. De resultaten geven inzicht in de ernst en omvang van de technische kwaliteit. Daarnaast worden diverse kleine schades die invloed op de veiligheid hebben geïnventariseerd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan boomwortelopdruk, losliggende tegels, of gaten in het wegdek.
De inspecties worden uitgevoerd om de areaalgegevens op orde te houden en de risico’s van de wegen inzichtelijk te hebben. Dit laatste is van belang voor het afhandelen van aansprakelijkheidstellingen. De inspecties voor wegen hebben een juridische waarde.
7 Communicatie en participatie
Gebruikers van de openbare ruimte kunnen een melding openbare ruimte doen bij de gemeente wanneer zij iets zien wat stuk, onveilig of niet schoon is. Een melding openbare ruimte wordt opgepakt door het team Dagelijks Onderhoud van de afdeling Buurt (Duo+).
De standaard verwerkingstijd van een MOR is:
7.3 Participatie binnen projecten
Bij het bepalen van de mate van participatie wordt de Participatienota gevolgd als leidraad. Hierin is een participatieladder opgenomen waarop de verschillende treden van participatie uitgewerkt (informeren, raadplegen, meedenken, meebeslissen, zelfbeheer). Per project weegt de projectleider af welk niveau van participatie wenselijk is. Dit wordt vooraf vastgelegd in de startdocumenten van het project.
Door het combineren van de CROW systematiek met assetmanagement is een goede stap gezet in het optimaliseren van het wegbeheer. De komende jaren zal hiermee verdere ervaring worden opgedaan. Dit betekent dat beter zicht wordt verkregen op voor risicoanalyses relevante informatie. Trends uit inspectieresultaten kunnen bijvoorbeeld uitwijzen dat een bepaald schadebeeld tot meer onveiligheid leidt dan nu is ingeschat of dat bepaalde beheermaatregelen effectiever zijn dan nu ingeschat. Op deze manier ontstaat een steeds beter inzicht in het wegennet en het beheer ervan.
Het is dus belangrijk om de komende jaren de inspectieresultaten en beheerinspanning goed vast te blijven leggen, zodat daarvan kan worden geleerd. Ook voor zaken als weggerelateerde klachten, calamiteiten, enzovoort dient te worden bepaald of deze beheergerelateerd zijn en dus moeten worden meegenomen in toekomstige beheerafwegingen. Uitgewerkt moet nog worden hoe om te gaan met teerhoudend asfalt en zettingsgevoelige gebieden.
Daarnaast kunnen ook wijzigingen optreden met impact op de functie van een weg, waardoor het beheer van de betreffende weg moet worden aangepast. Te denken valt aan bijvoorbeeld de uitbreiding van een wijk, waardoor de verkeersintensiteit op een bepaalde weg toeneemt of afneemt of de verbetering van de inrichting van een weg, waardoor andere wegen worden ontlast of juist toeneemt. Een en ander kan impact hebben op de risicoprofielen van deze wegen en dus op de beheerinspanning. Dit is bijvoorbeeld aan de orde in de wijk Thamerdal, hiervoor wordt een wijkvisie opgesteld in 2021.
Voorgaande zaken maken dat het zinvol is de risicoanalyse en de jaarlijkse weginspectie (inclusief gegevensbeheer) eens per twee jaar tegen het licht te houden, om te zien of er reden is deze bij te stellen.
Ten slotte is het relevant om de integraliteit met andere assets te borgen. Dit doet Uithoorn aan de hand van het IBOR (Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte). Dit plan geeft invulling aan de manier waarop de gemeente haar organisatiedoelen realiseert voor alle assets. Dit maakt inzichtelijk welke financieringsbehoeften er zijn op de lange termijn, maar ook de beslissingen op de korte termijn om de behoeften op de lange termijn te realiseren. Dit proces kan de effectiviteit en efficiëntie van de gemeente verbeteren.