Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lingewaard

Bermmonumenten Lingewaard 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLingewaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBermmonumenten Lingewaard 2021
CiteertitelBermmonumenten Lingewaard 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-10-2021nieuwe regeling

05-10-2021

gmb-2021-357464

Tekst van de regeling

Intitulé

Bermmonumenten Lingewaard 2021

 

Hoofdstuk 1 Afkortingen- en begrippenlijst

Artikel 1 Begrippen en afkortingen

APV:

De Algemene Plaatselijke Verordening Lingewaard.

 

Bermmonument:

Een gedenkteken langs de weg voor een ter plekke omgekomen verkeersslachtoffer. Bermmonumenten zijn het initiatief van nabestaanden van het slachtoffer.

 

Gedenkteken:

Een gedenkteken is een verzamelnaam voor alle voorwerpen ter nagedachtenis van een overledene.

Hoofdstuk 2 Inleiding

Artikel 2 Aanleiding

Steeds vaker komt het in Nederland voor dat nabestaanden van een overleden verkeersslachtoffer langs de openbare weg een bermmonument of gedenkteken ter nagedachtenis aan het slachtoffer plaatsen. Op deze wijze geven nabestaanden uiting geven aan hun gevoelens na het verlies van een dierbare als gevolg van een verkeersongeval. Vaak gebeurt dit spontaan zonder dat er toestemming is van wegbeheerders. Hierdoor kunnen verkeersonveilige situaties ontstaan en/of hinder bij het onderhoud van de weg en bermen.

 

De minister van Verkeer en Waterstaat heeft daarom in 2004 beleidsregels voor rijkswegen vastgelegd en de hoop uitgesproken dat andere wegbeheerders haar zullen volgen. Deze regels zijn:

  • 1.

    zoveel mogelijk toestemming verlenen,

  • 2.

    een gedenkteken mag alleen daar geplaatst en bezocht worden waar het de verkeersveiligheid niet in gevaar brengt,

  • 3.

    per gedenkteken bepalen hoe lang het mag blijven staan,

  • 4.

    gedenktekens mogen geen belemmering opleveren voor werkzaamheden aan de weg,

  • 5.

    de kosten voor het maken, het plaatsen en het onderhoud van het gedenkteken zijn voor rekening van de nabestaanden.

Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland heeft op 11 mei 2021 de “Nadere regels werkzaamheden en gebruik van wegen in beheer bij de provincie Gelderland” vastgesteld. Daarin zijn voor het eerst ook specifieke bepalingen opgenomen over gedenktekens langs provinciale wegen.

 

De gemeente Lingewaard is verantwoordelijk voor het beheer van de openbare ruimte en de gemeentelijke wegen. Daarom is het goed dat Lingewaard het plaatsen van gedenktekens reguleert. Daarmee ontstaat duidelijkheid bij nabestaanden van verkeersslachtoffers en kan de verkeersveiligheid en het onderhoud van wegen gegarandeerd blijven.

In zijn algemeenheid is de gemeente zeer terughoudend met het toestaan van voorwerpen e.d. in de berm van de weg. Maar gelet op de betekenis van bermmonumenten bij de rouwverwerking van nabestaanden is de gemeente bereid om een uitzondering te maken met in acht name van een aantal voorwaarden.

Artikel 3 Doelstelling

De doelstelling van deze beleidsregel is een helder en formeel kader te scheppen om willekeur bij de toetsing van aanvragen te voorkomen. We bieden verantwoord ruimte aan het gedenken van verkeersslachtoffers in de openbare ruimte, veelal de berm van wegen. Tegelijk voorkomen we dat weggebruikers zich gaan storen aan uitingen.

Artikel 4 Leeswijzer

Hoofdstuk 3 gaat in op het wettelijk kader voor de beleidsregel. Hoofdstuk 4 bevat de voorwaarden en de uitvoeringsaspecten. In hoofdstuk 5 zijn de overgangs- en slotbepalingen opgenomen.

Hoofdstuk 3 De wettelijke basis

Artikel 5 Inleiding wettelijke basis

Voor het plaatsen van voorwerpen en zaken die normaliter niet op de weg thuishoren is diverse wet- en regelgeving van belang. De bevoegdheid om beleid te mogen maken voor dit onderwerp staat in artikel 4:81 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht. Hieronder wordt kort op de wet- en regelgeving ingegaan.

Artikel 6 Wat zegt de Wegenwet

Op grond van artikel 15, lid 1 van de Wegenwet moet de gemeente een weg onderhouden, wanneer de gemeente de weg tot openbare weg heeft bestemd. Lid 3 van dit artikel zegt dat tot het onderhoud ook het onderhoud van een bij die weg behorende berm of bermsloot hoort. Kanttekening hierbij is dat dit onderhoud van de berm of de bermsloot dan dient ten behoeve van de instandhouding en de bruikbaarheid van de weg.

Uit deze verantwoordelijkheid voor onderhoud volgt al dat de gemeente de zorg voor veiligheid op gemeentelijke wegen heeft.

 

Met het oog op de verkeersveiligheid en om de bruikbaarheid van de weg te waarborgen is het toegestaan een vergunning te eisen voor het gebruik van de openbare plaats. Deze regeling is opgenomen in de APV artikel 2:10 “Voorwerpen op een openbare plaats” en vormt daarmee de wettelijke basis voor deze beleidsregel Bermmonumenten Lingewaard.

Artikel 7 Wat zegt de APV

In de APV wordt in artikel 2:10, lid 1 bepaald dat het verboden is om zonder vergunning van het college een openbare plaats anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan.

In artikel 2:10 lid 2 staat dat een vergunning kan worden geweigerd:

  • a.

    als het beoogde gebruik schade toebrengt aan de openbare plaats, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de openbare plaats of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare plaats;

  • b.

    als het beoogde gebruik hetzij of zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;

  • c.

    in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak.

Op grond van lid 1 van artikel 2.10 APV kunnen burgemeester en wethouders voor bepaalde vormen van het gebruik van de weg vrijstelling van het bovenstaande verbod verlenen door het verstrekken van een vergunning onder het stellen van voorwaarden zoals genoemd in hoofdstuk 4.

Hoofdstuk 4 Voorwaarden voor bermmonumenten

Artikel 8 Aanvraag, aansprakelijkheid, schade, risico en kosten

  • 1.

    De vergunning voor een bermmonument kan alleen aangevraagd worden voor verkeersslachtoffers die binnen dertig dagen na het ongeval aan de gevolgen hiervan zijn overleden.

  • 2.

    Alleen nabestaanden in de eerste of tweede lijn van de familieband van het verkeersslachtoffer, kunnen een vergunning voor een bermmonument aanvragen.

  • 3.

    De plaatsing en aanwezigheid van een bermmonument is voor risico van de vergunninghouder van het bermmonument.

  • 4.

    De gemeente aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade aan het bermmonument.

  • 5.

    De kosten voor het vervaardigen en plaatsen van een bermmonument zijn voor rekening van degene die een bermmonument wil plaatsen.

  • 6.

    De vergunninghouder van het bermmonument is verantwoordelijk voor het regelmatig onderhoud van het bermmonument en de naleving van deze voorwaarden.

Artikel 9 Verkeersveiligheidstoets

Bij het verlenen van de vergunning weegt de verkeersveiligheid zwaar mee in de besluitvorming. Dat gaat niet alleen over de verkeersveiligheid van de weggebruikers maar ook van de bezoekers van het bermmonument. In geval het een ontoegankelijke locatie voor bezoekers betreft, zal in overleg met nabestaanden worden gekeken naar een veilige, wel toegankelijke plek.

Omdat het bermmonument niet de aandacht mag afleiden van de weggebruiker is gekozen voor een gedenktegel. Daarmee blijft de kwaliteit van het straatbeeld behouden en wordt de openbare ruimte niet beheerst door de dominante aanwezigheid van een bermmonument.

Artikel 10 Uitvoeringsaspecten

  • 1.

    Het bermmonument voldoet qua vorm, afmeting en constructie aan de volgende eisen:

    • a.

      het bermmonument bestaat uit een tegel;

    • b.

      het bermmonument heeft een maximale afmeting van:

      • 80 x 80 x 10 cm (breedte x lengte x dikte) (buiten de bebouwde kom);

      • 30 x 30 x 10 cm (breedte x lengte x dikte) (binnen de bebouwde kom);

  • 2.

    Het bermmonument wordt niet boven het maaiveld aangebracht;

  • 3.

    Het bermmonument bevat geen uitstekende delen;

  • 4.

    Het bermmonument is vervaardigd van duurzaam materiaal, zodat het na afloop van de vergunning eenvoudig kan worden verwijderd. De gebruikte materialen moeten tegen alle weersomstandigheden kunnen. Te denken valt aan materialen als steen, roestvrij staal of (milieuvriendelijk) hardhout.

  • 5.

    Het bermmonument mag geen lichtgevende kleur hebben of uit glinsterend materiaal bestaan. Verlichting zoals bijvoorbeeld lantaarns of kaarsen is niet toegestaan.

  • 6.

    Het plaatsen van losse elementen bij het bermmonument is niet toegestaan. Te denken is aan bloemen, brieven, foto's, knuffels en dergelijke.

Artikel 11 Plaats van het bermmonument

  • 1.

    De afstand van de zijkant van het bermmonument tot de verharding van de weg bedraagt:

    • a.

      minimaal 3 meter, bij een weg met een snelheidsregime van 80 km/u;

    • b.

      minimaal 1,80 meter, bij een weg met een snelheidsregime van 60 km/u;

    • c.

      minimaal 0,60 meter, bij een weg met een snelheidsregime van ≤ 50 km/u.

  • 2.

    Plaatsing van een bermmonument op een brug, viaduct, in de middenberm van de weg of op een vluchtheuvel is niet toegestaan.

  • 3.

    Het bevestigen van gedenktekens aan bomen, verkeerstekens en lichtmasten is niet toegestaan.

  • 4.

    Per locatie is maar één bermmonument toegestaan.

Artikel 12 Duur van de vergunning

  • 1.

    Het bermmonument is voor een periode van drie jaar toegestaan.

  • 2.

    Na afloop van deze periode dienen nabestaanden die het bermmonument hebben geplaatst dit zelf binnen twee maanden te verwijderen. Gebeurt dit niet, dan zal de gemeente het bermmonument verwijderen op kosten van degene die het geplaatst heeft.

  • 3.

    De vergunning kan, na schriftelijke aanvraag, eenmalig worden verlengd met maximaal drie jaar.

  • 4.

    De nabestaanden mogen het bermmonument op enig moment gedurende de vergunningsperiode verwijderen, in overleg met de gemeente.

  • 5.

    Wanneer de nabestaanden onvoldoende zorg dragen voor voldoende beheer en onderhoud van het bermmonument, dan is er overleg met de nabestaanden over eventuele verwijdering.

Artikel 13 Wegwerkzaamheden of wegreconstructie

  • 1.

    Bij wegonderhoud of –werkzaamheden mag het bermmonument geen belemmering vormen. Verankering in de grond is daarom niet toegestaan.

  • 2.

    De gemeente is gerechtigd het bermmonument tijdelijk, voor zo lang dit nodig is, te verwijderen.

  • 3.

    Indien door verandering aan de weg het terugplaatsen van het bermmonument redelijkerwijs niet mogelijk is, zal de gemeente met nabestaanden in overleg treden over verplaatsing van het bermmonument.

Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 14 Algemeen

Mocht het bermmonument ondanks deze voorschriften toch aanleiding geven tot verkeersonveilige situaties, dan zal de gemeente met de vergunninghouder in overleg treden over aanpassing dan wel verplaatsing van het bermmonument.

Artikel 15 Overgangsbepaling

Voor bestaande (gedoogde) bermmonumenten gelden de volgende overgangsregels:

  • 1.

    Als wordt voldaan aan de hiervoor vermelde voorschriften mag het bermmonument blijven liggen.

  • 2.

    Indien niet aan de hiervoor vermelde voorschriften wordt voldaan moet het bermmonument binnen twee maanden na vaststelling van deze voorschriften hieraan worden aangepast of verwijderd.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

Artikel 17 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Bermmonumenten Lingewaard 2021.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard

op 5 oktober 2021.