Organisatie | Wageningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats en gedenkpark “De Leeuwerenk” 2021 |
Citeertitel | Beheersverordening “De Leeuwerenk” 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats “De Leeuwerenk” te Wageningen 2019.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-11-2021 | 01-08-2021 | nieuwe regeling | 01-06-2021 | 21.0200541 |
Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen
eigen graf: een particulier graf - uitgegeven voor 1962 - waarop een grafrecht voor onbepaalde tijd is gevestigd. De onbepaalde tijd eindigt nadat de termijn van de tweede opvolgende rechthebbende is verstreken. In deze verordening spreken we van particulier graf met grafrechten voor onbepaalde tijd;
Hoofdstuk 2. Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Wilt u een herdenkingsbijeenkomst organiseren, een gedenkteken onthullen of een andere plechtigheid op de begraafplaats houden, dan maakt u minstens zes werkdagen van tevoren een afspraak met de beheerder. De plechtigheid wordt vastgelegd in de webagenda, die wordt beheerd door team Publieke dienstverlening.
Hoofdstuk 3. Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 8. Gebouwen, muziekinstallatie en webagenda
Het college is bevoegd nadere regels vast te stellen over het gebruik van de gebouwen, de muziekinstallatie en de webagenda.
Hoofdstuk 4. Indeling en uitgifte van de graven en asbezorging
Artikel 12. Indeling graven en asbezorging
Het college bepaalt in nadere regels hoeveel lichamen en hoeveel asbussen met of zonder urnen er bijgezet kunnen worden in de particuliere graven en hoeveel asverstrooiingen er op de particuliere graven kunnen plaatsvinden. Het college bepaalt ook de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur is altijd minstens tien jaar, de wettelijke grafrusttermijn.
Het college kan vergunning verlenen aan de rechthebbende op een particulier graf om voor eigen rekening een grafkelder aan te leggen. Dit moet dan gebeuren volgens voorwaarden van het college.
Artikel 15. Termijnen particuliere graven
Het grafrecht op een particulier graf met rechten voor onbepaalde tijd (eigen graf uitgegeven voor 1962) eindigt als een tweede opvolgende rechthebbende overlijdt. Als deze rechthebbende een niet-natuurlijke persoon is, eindigt het grafrecht twintig jaar nadat het grafrecht op deze rechthebbende werd overgeschreven.
Artikel 16. Overschrijving van verleende rechten
Als de rechthebbende overlijdt, hebben nabestaanden zes maanden de tijd om de grafrechten over te schrijven op een andere rechthebbende. Als de overleden rechthebbende in het graf moet worden begraven of bijgezet, dan moeten nabestaanden het verzoek tot overschrijving voorafgaand aan de bijzetten doen.
Artikel 19. Onderhoud door de gemeente
De gemeente zorgt ervoor dat de begraafplaats er als geheel verzorgd uitziet en voert hiervoor minimaal onderhoud uit. Het college kan nadere regels stellen voor het onderhoud.
Artikel 20. Onderhoud door rechthebbende
De volgende bepalingen gelden als u rechthebbende bent van een particulier of eigen graf, dan wel eigenaar van de grafbedekking:
Artikel 21. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn
De rechthebbende of de eigenaar kan de grafbedekking verwijderen vanaf een maand voordat de graftermijn verstrijkt. De grafbedekking die niet voor het verstrijken van de termijn is verwijderd, wordt nog dertien weken door de gemeente bewaard. Daarna komt deze in eigendom van de gemeente, zonder dat daar een vergoeding tegenover staat.
Hoofdstuk 7. In stand houden historische graven en opvallende grafbedekking
Het college kan in bijzondere gevallen van deze verordening afwijken als een belanghebbende een onvoorzien en onredelijk nadeel zou lijden door toepassing van de bepalingen van deze verordening.
Artikel 26. Intrekking oude regeling
De ‘Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats “De Leeuwerenk” te Wageningen 2019’ wordt ingetrokken.
Toelichting bij Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats en gedenkpark “De Leeuwerenk” 2021
Inwoners hebben vaak een emotionele betrokkenheid met de begraafplaats en alles wat zich daar op afspeelt. Daarbij stelt de dienstverlening van de gemeente hen voor financiële lasten. Daarom is het nodig om de rechten en plichten duidelijk vast te leggen. Dit doen we in de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats en gedenkpark ‘De Leeuwerenk’ 2021.
De raad stelt gemeentelijke verordeningen vast en maakt de verordeningen die hij in het belang van de gemeente nodig acht (artikel 147 en 149 van de Gemeentewet). Sinds de Wet op de dualisering gemeentebestuur liggen kaderstellende en controlerende bevoegdheden bij de raad en bestuursbevoegdheden bij het college. De raad heeft dan ook de verordenende bevoegdheid voor begraafplaatsen (artikel 149 Gemeentewet). Daarnaast eist artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging een verordening voor de dagen en uren dat de gemeente gelegenheid moet geven tot begraven.
2. Vermindering administratieve lasten
Veel zaken zijn in de Beheersverordening geregeld met een meldingsplicht, zoals het houden van plechtigheden (artikel 5), het begraven en het bijzetten of verstrooien van as en het door nabestaanden zelf openen en sluiten van een graf (artikel 7). Een melding zorgt voor weinig administratieve lasten.
Slechts in twee gevallen moet een vergunning aangevraagd worden: voor een grafkelder (artikel 13) en voor grafbedekking (artikel 18). De vergunningplicht voor grafbedekking is nodig omdat het niet gewenst is om achteraf eventueel te moeten corrigeren. Het ontwerp, de aanschaf en de plaatsing van een grafmonument gaat vaak met emoties gepaard. Als achteraf blijkt dat een monument niet aan de eisen voldoet, is het ondoenlijk om de nabestaanden te vragen het gedenkteken te wijzen of te verwijderen.
B. Artikelsgewijze toelichting
Dit artikel definieert de begrippen die zijn gebruikt.
h. Een ‘eigen graf’ betekent in de gemeente Wageningen een particulier graf uitgegeven vóór 1962. 'Voor onbepaalde tijd' wil in dit verband alleen zeggen dat op het moment van het vestigen van het grafrecht nog niet bekend was wanneer dit zal aflopen. Dus niet ‘voor eeuwig’ of ‘zo lang als de begraafplaats bestaat’. In Wageningen lopen de rechten af als de tweede opvolgende rechthebbende overlijdt (artikel 15 lid 4 van deze verordening). In de praktijk is dit de derde rechthebbende, omdat de uitgifte van het recht hierin niet wordt meegeteld. Daarna wordt het graf een gewoon particulier graf.
Een derde of volgende rechthebbende kan de rechten verwerven door deze te verlengen, net als voor een particulier graf. Op de beschikking voor de verlenging van de rechten staat het betreffende graf dan ook aangeduid als een (gewoon) particulier graf.
s. Een particulier graf wordt in de volksmond vaak ‘eigen graf’ genoemd. In deze verordening gebruiken we echter de terminologie van de Wet op de lijkbezorging, en die spreekt van particuliere en algemene graven. Omdat onze gemeente geen algemene urnengraven kent, is het niet nodig om de urnengraven als ‘particuliere urnengraven’ in de verordening op te nemen. Zij zijn hier wel als particuliere graven gedefinieerd om de juiste juridische status van deze graven weer te geven: de rechthebbende op een urnengraf beslist wiens asbussen daarin (samen) worden bijgezet.
y. De urnennissen zijn gedefinieerd als algemene graven. Dit heeft te maken met de rechten en plichten die rechthebbenden hebben. We moeten voorkomen dat rechten en plichten van rechthebbenden die nissen boven elkaar bezitten door elkaar heen lopen. Iedere familie heeft wel de volledige zeggenschap over de door haar gebruikte nis. Daarom geldt de term ‘rechthebbende’ ook voor de verkrijger van een recht op een urnennis.
Artikel 2 Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf
De definities in artikel 1 zijn aangescherpt om het verschil tussen particulier graf en eigen graf aan te duiden. Deze worden ook duidelijk gemaakt in de verordening, op de plaatsen waar dat nodig is. Daarmee vervalt artikel 2.
Artikel 3 Openstelling begraafplaats
Dit artikel maakt het mogelijk dat de beheerder de begraafplaats geheel of gedeeltelijk kan sluiten als dit nodig is voor werkzaamheden, bijvoorbeeld voor het ruimen van graven.
In dit artikel staan gedragsvoorschriften voor bezoekers van de begraafplaats, zodat de orde, rust en netheid wordt bewaard.
Steenhouwers en hoveniers moeten zich er steeds van bewust zijn dat hun werkzaamheden storend kunnen zijn voor rouwenden en tijdens uitvaartplechtigheden. Daarom moeten zij hun werkzaamheden ook plannen in de digitale agenda, zodat zichtbaar wordt wanneer er een uitvaart is gepland. De beheerder mag personen wegsturen die zich niet houden aan zijn aanwijzingen. Deze bevoegdheid geeft voldoende mogelijkheden om tegen verstoringen op te treden.
Soms moet men dichtbij een graf kunnen komen met een auto. Daarom is er een uitzonderingmogelijkheid nodig (zesde lid). De beheerder zal hier terughoudend mee omgaan, aangezien dat niet overeenstemt met het beeld van orde en rust. In dat kader is ook een verbod op fietsen toegevoegd.
We willen voorkomen dat plechtigheden samenvallen met een begrafenis. Daarom moeten activiteiten minimaal zes werkdagen van tevoren worden gemeld. Sommige bijeenkomsten krijgen meer het karakter van een manifestatie, denk bijvoorbeeld aan een lichtjesavond. Hiervan moet de organisator vooraf een kennisgeving doen aan de burgemeester, volgens de Wet openbare manifestaties van 1988 en mogelijk van toepassing zijnde APV-bepalingen.
Artikel 6 Opgravingen en ruimen
Hierin staat uitdrukkelijk dat bij opgraving van een lichaam of ruiming van graven alleen personen aanwezig zijn die dit werk uitvoeren.
Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Een schriftelijke aanvraag is nodig omdat duidelijk vast moet liggen wat voor type graf er wordt gevraagd.
De as kan worden bijgezet in of op een graf dan wel op een afzonderlijke plaats, meestal een urnennis (artikel 62 van de Wet op de lijkbezorging).
Artikel 8 Gebouwen, muziekinstallaties en webagenda
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 9 Over te leggen stukken
De Wet op de lijkbezorging schrijft voor dat de behandelend arts of de gemeentelijke lijkschouwer een verklaring van overlijden afgeeft aan de ambtenaar van de burgerlijke stand (artikel 12). Vervolgens geeft deze schriftelijk verlof tot begraven of cremeren (artikel 11). Dit verlof moet overhandigd worden aan de beheerder. De beheerder kan medewerking aan de begrafenis weigeren als dit document ontbreekt.
De rechthebbende moet altijd toestemming geven om een overledene bij te zetten in een particulier graf. Als de rechthebbende zelf is overleden en moet worden bijgezet in het particuliere graf, is het bijna niet mogelijk om de benoeming van een nieuwe rechthebbende tijdig administratief rond te krijgen. Men meldt een begrafenis immers 5 of 6 dagen voor de gewenste datum aan. Daarom stellen we dat ten minste het verzoek tot overschrijving moet worden gedaan vóór de bijzetting (artikel 16, tweede lid).
Volgens de wet moet een stoffelijk overschot minimaal tien jaar begraven zijn voordat het geruimd mag worden. Dit is de wettelijke grafrusttermijn. Stel: er is een particulier graf waarvan de termijn binnen drie jaar afloopt. Dan overlijdt iemand die in dit graf begraven of bijgezet moet worden. De termijn zou dan over drie jaar aflopen en dan is de tien jaar wettelijke grafrust nog niet voorbij. Daarom hebben we vastgelegd dat de begraving of bijzetting alleen kan plaatsvinden als de termijn verlengd wordt. In dit voorbeeld moet die verlenging minimaal zeven jaar zijn, zodat de resterende termijn overeenkomt met de grafrusttermijn van tien jaar.
Artikel 10 Materiaalgebruik kisten, urnen en andere voorwerpen in graven
De bepalingen in dit artikel hebben het doel om verontreiniging van de begraafplaats en een slechte lijkontbinding te voorkomen. Overledenen die uit het buitenland vervoerd worden, liggen vaak in een kist met zinken binnenwerk. Van oudsher mag zo’n kist in Nederland wel begraven worden als er gaten in het zink zitten waar zuurstof doorheen kan. Het is echter beter voor het milieu en de lijkontbinding als het stoffelijk overschot in een gewone kist wordt gelegd en het zink hergebruikt kan worden.
In sommige gemeentes werd het afgelopen jaren steeds meer een gewoonte om persoonlijke voorwaarden in de kist mee te begraven, zoals mobiele telefoons e.d. Dit is onwenselijk. Voorwerpen die afbreekbaar zijn, bijvoorbeeld tekeningen, zijn geen probleem.
Voor de natuurgraven moeten kisten en urnen biologisch afbreekbaar zijn.
Artikel 11 Tijden van begraven en asbezorging
In artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging staat dat de gemeente iedere dag de mogelijkheid moet geven tot begraven, behalve op zon- en feestdagen. De gemeentelijke verordening legt de tijden vast.
Er zijn uitzonderingen mogelijk op deze tijden. Sommige nabestaanden vragen toestemming om een overledenen binnen 36 uur te begraven om godsdienstige redenen. Hiervoor kan de burgemeester toestemming geven. Daarnaast kan spoed geboden zijn in geval van lijkvinding, bijvoorbeeld als omwille van de volksgezondheid een stoffelijk overschot snel begraven moet worden.
Artikel 12 Indeling graven en asbezorging
Dit artikel spreekt voor zich.
Dit artikel spreekt voor zich.
Een indeling in categorieën is nodig als het college verschillende regels wil vaststellen voor de grafbedekkingen op de graven die liggen op de verschillende delen (categorieën) van de begraafplaats.
Artikel 15 Termijnen particuliere graven
Een aanvrager stuurt een schriftelijk verzoek om een particulier graf. De aanvrager kan daarbij kiezen voor tien, twintig of dertig jaar. Het minimum is tien vanwege de wettelijke grafrusttermijn. Het college verleent via een beschikking het recht op een bepaald particulier graf. De aanvrager wordt daarmee ‘rechthebbende’ en krijgt het recht om te beslissen wie in dat graf begraven mogen worden.
Na het verlopen van de termijn is steeds verlenging mogelijk van minstens vijf jaar en maximaal twintig jaar.
Soms denken rechthebbenden die een graf hebben gereserveerd dat de termijn pas begint te lopen na de eerste begraving of bijzetting. Dit klopt niet. Daarom hebben we dit expliciet in artikel 15, eerste lid, opgenomen.
Volgens de Wet op de lijkbezorging kan een rechthebbende vanaf twee jaar voor het verstrijken van de lopende termijn verlenging aanvragen. Gebeurt dat niet, dan moet het college een jaar voor het aflopen van de termijn de rechthebbende informeren dat de termijn afloopt. De gemeente gebruikt hiervoor het adres dat in de eigen administratie bekend is. De verantwoordelijkheid voor het doorgeven van het juiste adres ligt bij de rechthebbende.
Graven die voor onbepaalde tijd zijn uitgegeven, zijn niet ‘voor eeuwig’ uitgegeven of voor zolang als de begraafplaats bestaat. 'Voor onbepaalde tijd' betekent dat het op het moment van uitgifte van het grafrecht nog niet bekend is wanneer het afloopt. In Wageningen kan een graf voor onbepaalde tijd op twee opvolgende rechthebbenden worden overgeschreven, voordat de rechten aflopen. De rechten eindigen dan wanneer de tweede rechthebbende overlijdt. In de praktijk is dit dus de derde rechthebbende, omdat de uitgifte van het recht hierin niet wordt meegeteld. De status van zo'n graf wordt dan dat van een gewoon particulier graf. Een derde of volgende rechthebbende kan de rechten krijgen als hij de rechten verlengt net als voor een particulier graf. Op de beschikking voor de verlenging staat dit graf aangeduid als een particulier graf.
Artikel 16 Overschrijving van verleende rechten
Als een rechthebbende overlijdt, is het gewenst dat een nieuwe rechthebbende de verantwoordelijkheid voor de grafruimte en de kosten ervan op zich neemt. Die nieuwe rechthebbende kan dat binnen zes maanden regelen. Dit vinden wij een redelijke termijn.
Het verzoek tot overschrijving moet gedaan worden voordat de stoffelijke resten van de rechthebbende in het graf worden bijgezet. Dit is een redelijke eis. Meestal treffen de nabestaanden na het overlijden direct alle noodzakelijke regelingen. Het aanwijzen van de nieuwe rechthebbende is daar één van.
Als er geen nabestaanden zijn, is het mogelijk de rechten over te schrijven op naam van de notaris die de nalatenschap beheert, of op naam van de Stichting Grafzorg Nederland, die graven van personen zonder nabestaanden in stand houdt.
Artikel 17 Afstand doen van graven
Dit artikel is opgenomen om duidelijk te maken dat de rechthebbende afstand van het graf kan doen.
Artikel 18 Vergunning grafbedekking
Als er geen regels voor grafbedekkingen zijn, kan het aanzien van begraafplaatsen chaotisch worden. Ook kunnen er onveilige situaties ontstaan. Maar we moeten ook voorkomen dat er een strak keurslijf van bepalingen is die elke persoonlijke of kunstzinnige uiting aan banden legt of onmogelijk maakt. Deze verordening verwijst naar nadere regels van het college waarin minimumeisen voor afmetingen, constructie en materiaalkeuze staan.
Wel hebben we de vergunningplicht voor het grafmonument en voor de grafkelder in stand gehouden.
De reden hiervoor is dat we niet willen dat nabestaanden achteraf worden geconfronteerd met handhavingsacties en dat een monument of grafkelder weer moet worden verwijderd omdat het niet aan de regels voldoet.
De vergunningseis geldt alleen voor de grafbedekkingen op particuliere graven. Voor algemene graven zijn vergunningen niet nodig, omdat de gemeente voor deze graven standaard gedenktekens plaatst.
Artikel 19 Onderhoud door de gemeente
Het college is verantwoordelijk voor het algemeen onderhoud van de begraafplaats. In de heffingsverordening is vastgelegd dat rechthebbenden bijdragen in de kosten van het algemeen onderhoud van de begraafplaats.
Nabestaanden zijn verantwoordelijkheid voor het onderhoud van het graf en de grafbedekking.
Artikel 20 Onderhoud door rechthebbende
In dit artikel staan de rechten en plichten van de rechthebbende voor de grafbedekking.
De eigenaar van de grafsteen heeft de risicoaansprakelijkheid voor datgene wat op het graf ligt (artikel 32a van de Wet op de lijkbezorging). Dit hoeft niet de rechthebbende te zijn. De persoon die een grafmonument heeft gekocht en laten plaatsen, blijft eigenaar van het monument gedurende de looptijd van het graf. De gemeente krijgt het monument alleen in eigendom als het graf wordt geruimd en de eigenaar het monument niet tijdig ophaalt.
De beheerder van de begraafplaats kan een rechthebbende aanspreken als deze de grafbedekking verwaarloost. Als de rechthebbende dat na vijf jaar nog niet heeft opgevolgd, dan vervalt het recht op het graf (artikel 28, lid 4 tot en met 7 van de Wet op de lijkbezorging). Hierbij wordt rekening gehouden met de termijn van grafrust en de termijn van onderhoud (artikel 28 lid 5 Wol).
Artikel 21 Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn
De rechthebbende krijgt minstens een jaar voordat de termijn verstrijkt een brief hierover. Daarin staat ook dat hij of zij verlenging kan aanvragen (artikel 28, tweede lid van de Wet op de lijkbezorging). In dezelfde brief staat dat als de grafrechten niet worden verlengd, de grafbedekking wordt verwijderd en het graf wordt geruimd. Als de rechthebbende niet wil verlengen, kan hij of zij een maand voordat de termijn afloopt de grafbedekking zelf verwijderen.
Het college kan in twee andere gevallen de grafbedekking ook laten verwijderen:
Artikel 22 Niet-blijvende grafbedekking
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 23 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
De rechthebbende moet toestemming geven om een particulier graf te ruimen (artikel 31, tweede lid van de Wet op de lijkbezorging). Het recht op een graf kan echter vervallen na het verstrijken van de termijn, of omdat er na het overlijden van de rechthebbende niet tijdig een nieuwe rechthebbende is aangewezen (artikel 16, tweede en derde lid). Ook kan het recht vervallen na verwaarlozing van het onderhoud, volgens artikel 28, zesde lid van de Wet op de lijkbezorging. In deze gevallen is er geen rechthebbende meer die toestemming hoeft te geven. Het college is dan rechthebbende geworden.
De rechthebbende kan vragen om de menselijke overblijfselen:
De beheerder is ervoor verantwoordelijk dat er altijd respectvol wordt omgegaan met de menselijke resten. Ook zorgt hij ervoor dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.
Artikel 24 Historische graven en opvallende grafbedekking
Het college kan nadere regels opstellen om graven van bekende overledenen te behouden, net als zeldzame voorwerpen die aan het verleden herinneren. (‘Nadere regels voor het waarderen van historische graven’, vastgesteld op 24 maart 2020).
Een graf kan van betekenis zijn vanwege de persoon die er is begraven, maar ook uitsluitend vanwege het gedenkteken. De overledene kan voor de plaatselijke gemeenschap van betekenis zijn geweest. Het gedenkteken kan opvallen door zijn vormgeving en door het gebruikte materiaal. Bijvoorbeeld gietijzeren gedenktekens, die subtiel zijn voorzien van symbolen van de dood. Het materiaal herinnert aan een ambacht dat lang geleden verdwenen is en alleen daarom is deze al van waarde.
Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om in heel bijzondere gevallen af te wijken van de bepalingen in deze verordening. Uitgangspunt is dat dit artikel zeer terughoudendheid wordt toegepast.
Artikel 26 Intrekking oude regeling
In artikel 26 wordt geen tijdstip vermeld waarop de oude verordening wordt ingetrokken. Dat is ook niet nodig. De oude regeling vervalt op de datum waarop deze nieuwe verordening in werking treedt.
Dit artikel spreekt voor zich.
Dit artikel spreekt voor zich.