Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wageningen

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats en gedenkpark “De Leeuwerenk” 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWageningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeheersverordening gemeentelijke begraafplaats en gedenkpark “De Leeuwerenk” 2021
CiteertitelBeheersverordening “De Leeuwerenk” 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats “De Leeuwerenk” te Wageningen 2019.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. Wet op de lijkbezorging
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-11-202101-08-2021nieuwe regeling

01-06-2021

gmb-2021-356167

21.0200541

Tekst van de regeling

Intitulé

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats en gedenkpark “De Leeuwerenk” 2021

De raad van de gemeente Wageningen;

 

Gelezen:

het voorstel aan de raad, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 20 april 2021;

 

gelet op:

Art. 149 Gemeentewet

Wet op de Lijkbezorging

 

Besluit

 

  • 1.

    De ‘Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats en gedenkpark “De Leeuwerenk” 2021’ vast te stellen.

  • 2.

    De vaststelling van de ‘Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats en gedenkpark “De Leeuwerenk” 2021’ aan te merken als een referendabel besluit in de zin van de Referendumverordening Wageningen 2006.

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • a.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin een overledene kan worden begraven;

  • b.

    asbus: een bus om het as van een gecremeerde overledene in te bewaren;

  • c.

    asbezorging: bijzetten van as of verstrooiing;

  • d.

    aula: ruimtes waarin mensen samenkomen voor diensten of condoleances;

  • e.

    begraafplaats: de begraafplaats en gedenkpark ‘De Leeuwerenk’ aan de Oude Diedenweg te Wageningen;

  • f.

    beheerder: de ambtenaar die het college heeft aangewezen die verantwoordelijk is voor de dagelijkse leiding en het onderhoud van de begraafplaats. Ook degene die hem vervangt;

  • g.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wageningen;

  • h.

    eigen graf: een particulier graf - uitgegeven voor 1962 - waarop een grafrecht voor onbepaalde tijd is gevestigd. De onbepaalde tijd eindigt nadat de termijn van de tweede opvolgende rechthebbende is verstreken. In deze verordening spreken we van particulier graf met grafrechten voor onbepaalde tijd;

  • i.

    foetusgraf: een algemeen graf in beheer van de gemeente waar foetussen (jonger dan 24 weken) bijgezet kunnen worden;

  • j.

    gebruiker: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie de gemeente het recht heeft verleend om een algemeen graf te gebruiken;

  • k.

    graf: de plaats waar een overledene wordt neergelegd;

  • l.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf;

  • m.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere overledenen worden begraven of waarin asbussen worden bijgezet;

  • n.

    historisch graf: een graf dat voldoet aan de criteria voor historische graven, vastgesteld door het college;

  • o.

    natuurgraven: verzamelnaam voor een natuurlijk graf, een natuurlijk graf met boom of een natuurlijk urnengraf (zie hieronder);

  • p.

    natuurlijk graf: een particulier graf in natuurlijke omgeving die speciaal hiervoor bestemd is waarin een overledene begraven mag worden of waarin een asbus bijgezet mag worden;

  • q.

    natuurlijk graf met boom: een particulier graf in natuurlijke omgeving die speciaal bestemd is, voor het begraven van één overledene;

  • r.

    natuurlijk urnengraf: een particulier graf op een speciaal daarvoor ingerichte locatie waarin asbussen bijgezet mogen worden;

  • s.

    particulier graf: een graf of urnengraf waarover een rechthebbende beslissingen kan nemen. In een particulier graf kan een overledene begraven of een asbus bijgezet worden. Onder een particulier graf verstaan we ook: een eigen graf uitgegeven voor 1962.

  • t.

    rechthebbende: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die het recht heeft om beslissingen te nemen over een particulier graf of een urnengraf;

  • u.

    strooiveld: plaats waarop as wordt verstrooid;

  • v.

    taludnis: een speciale ruimte in een grondwal, waarin een rechthebbende één tot twee asbussen mag bijzetten;

  • w.

    urn: een voorwerp waarin één asbus geplaatst kan worden;

  • x.

    urnengraf: een particulier graf waarover een rechthebbende beslissingen kan nemen over het bijzetten van asbussen.

  • y.

    urnennis: een algemene ruimte in een urnenmuur bij de gemeente in beheer, waarin een rechthebbende een of meer asbussen kan bijzetten;

  • z.

    webagenda: digitale agenda met alle afspraken rondom de begraafplaats en de aula;

  • aa.

    wettelijke termijn van grafrust: periode waarin een graf niet geruimd mag worden. Deze termijn is minimaal tien jaar.

Artikel 2. Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf

Dit artikel is vervallen. Zie toelichting.

Hoofdstuk 2. Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 3. Openstelling begraafplaats

  • 1.

    Het college kan de openingstijden bij nadere regels vaststellen.

  • 2.

    De beheerder kan de begraafplaats tijdelijk sluiten als dat nodig is voor de orde en rust.

  • 3.

    U mag niet buiten openingstijden op de begraafplaats zijn, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4. Ordemaatregelen

  • 1.

    Op de begraafplaats geldt orde, rust en netheid.

  • 2.

    U volgt de aanwijzingen van de beheerder op die gaan over het bewaren of herstellen van de orde, rust en netheid.

  • 3.

    De beheerder kan personen die deze orde, rust en netheid verstoren, (laten) verwijderen.

  • 4.

    Fietsen is verboden. Moet u iets zwaars meenemen op fiets, kan de beheerder toestaan de fiets aan de hand mee te nemen.

  • 5.

    Motorrijtuigen zijn alleen toegestaan op de aangewezen wegen, voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen. De snelheid is maximaal 5 km per uur.

  • 6.

    De beheerder kan ontheffing verlenen van lid 5 als de situatie daarom vraagt.

Artikel 5. Plechtigheden

  • 1.

    Wilt u een herdenkingsbijeenkomst organiseren, een gedenkteken onthullen of een andere plechtigheid op de begraafplaats houden, dan maakt u minstens zes werkdagen van tevoren een afspraak met de beheerder. De plechtigheid wordt vastgelegd in de webagenda, die wordt beheerd door team Publieke dienstverlening.

  • 2.

    Als deelnemer van de plechtigheid houdt u zich in het belang van orde, rust en netheid aan de aanwijzingen van de beheerder (zie ook artikel 4, lid 2).

Artikel 6. Opgravingen en ruimen

Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn alleen de personen aanwezig die deze werkzaamheden moeten uitvoeren.

Hoofdstuk 3. Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 7. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Wilt u een overledene laten begraven, dan maakt de uitvaartverzorger uiterlijk drie werkdagen daarvoor een afspraak door de datum en tijdstip in de webagenda te plaatsen. Als er een grafnummer bekend is, dan wordt dit daar ook bij vermeld.

  • 2.

    Wilt u een asbus bijzetten of as verstrooien, dan maakt u uiterlijk drie werkdagen daarvoor een afspraak met de medewerker publieke dienstverlening, die datum en tijdstip in de webagenda plaatst. Als er een grafnummer bekend is, dan wordt dit daar ook bij vermeld.

  • 3.

    De burgemeester kan toestemming geven de overledene binnen 36 uur na overlijden te begraven. De afspraak moet dan onmiddellijk na die toestemming worden gemaakt.

  • 4.

    Alleen het personeel van de begraafplaats opent en sluit een graf, voor een begraving of voor bijzetten van as, en bedient de hulpmiddelen daartoe.

Artikel 8. Gebouwen, muziekinstallatie en webagenda

Het college is bevoegd nadere regels vast te stellen over het gebruik van de gebouwen, de muziekinstallatie en de webagenda.

Artikel 9. Over te leggen stukken

  • 1.

    De volgende documenten moet u als uitvaartverzorger aan de beheerder overhandigen:

    • -

      een ‘verlof tot begraven’ of een wettelijk daarmee gelijkgesteld document;

    • -

      als de overledene binnen 36 uur begraven wordt: toestemming van de burgemeester;

    • -

      bij een particulier graf: de machtiging van de rechthebbende. Is de rechthebbende degene die in het graf begraven dan wel bijgezet moet worden, dan is er ook een verzoek tot overschrijving van de grafrechten nodig;

    • -

      een verzoek tot verlenging van de grafrechten als de termijn binnen tien jaar verloopt. Door de verlenging moet tenminste de wettelijke minimum grafrusttermijn (tien jaar) behaald worden.

  • 2.

    De beheerder onderzoekt of alle documenten toereikend zijn om tot begraving over te gaan.

Artikel 10. Materiaalgebruik kisten, urnen en andere voorwerpen in graven

  • 1.

    Zinken, metalen of kunststof (binnen)kisten zijn niet toegestaan. Uiterlijk 24 uur voorafgaand aan de begraving van de kist overhandigt de aanbieder een verklaring waaruit blijkt de kist deze materialen niet bevat.

  • 2.

    Een overledene mag alleen begraven worden in een lijkhoes die voldoet aan de voorwaarden van het Lijkomhulselbesluit 1998. Uiterlijk 24 uur van te voren overhandigt de aanbieder een rapport waaruit blijkt dat dit het geval is.

  • 3.

    Alleen kleine, verteerbare grafgiften zijn toegestaan.

  • 4.

    Kisten en urnen die worden gebruikt in natuurgraven moeten biologisch afbreekbaar zijn (bijvoorbeeld geen laklaag, of zaken die de natuur niet zelf kan oplossen).

Artikel 11. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    Overledenen kunnen begraven worden op werkdagen tussen 09.00 uur tot 15.00 uur, op zaterdagen van 9.00 tot 12.00 uur en op 4 mei en Koningsdag (voor zover geen zondag) van 09.00 uur tot 12.00 uur. Op werkdagen tussen 15:00 tot 16:00 uur kan as bezorgd worden. Op 5 mei is er geen mogelijkheid.

  • 2.

    De beheerder kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Hoofdstuk 4. Indeling en uitgifte van de graven en asbezorging

Artikel 12. Indeling graven en asbezorging

  • 1.

    Het college kan nadere regels vaststellen over de uitgifte van graven op de begraafplaats, voor zover de ruimte daarvoor toereikend is.

  • 2.

    Het college bepaalt in nadere regels hoeveel lichamen en hoeveel asbussen met of zonder urnen er bijgezet kunnen worden in de particuliere graven en hoeveel asverstrooiingen er op de particuliere graven kunnen plaatsvinden. Het college bepaalt ook de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur is altijd minstens tien jaar, de wettelijke grafrusttermijn.

  • 3.

    Het college bepaalt hoeveel overledenen in algemene graven begraven mogen worden.

  • 4.

    Het college bepaalt hoeveel asbussen met of zonder urn er in de algemene urnengraven kunnen worden bijgezet.

Artikel 13. Grafkelder

Het college kan vergunning verlenen aan de rechthebbende op een particulier graf om voor eigen rekening een grafkelder aan te leggen. Dit moet dan gebeuren volgens voorwaarden van het college.

Artikel 14. Categorieën

Het college deelt de begraafplaats in gedeelten, vakken en soorten graven in.

Artikel 15. Termijnen particuliere graven

  • 1.

    Het college verleent het recht op een particulier graf voor tien, twintig of dertig jaar, mits de ruimte op de begraafplaats dat toelaat. Deze termijn gaat in op de datum van uitgifte van het particuliere graf. Om grafrechten te verkrijgen is een schriftelijke aanvraag nodig.

  • 2.

    De rechthebbende kan de termijn steeds verlengen met minimaal vijf jaar en maximaal twintig jaar. De aanvraag om verlenging moet voor het verstrijken van de huidige termijn ingediend worden.

  • 3.

    Voor natuurgraven geldt een termijn van vijftig of 99 jaar. Verlenging van deze termijn is niet mogelijk.

  • 4.

    Slechts één rechthebbende kan het grafrecht op een specifiek graf hebben. Rechthebbenden en gebruikers moeten altijd hun adres doorgeven aan de administratie van de begraafplaats.

  • 5.

    Het grafrecht op een particulier graf met rechten voor onbepaalde tijd (eigen graf uitgegeven voor 1962) eindigt als een tweede opvolgende rechthebbende overlijdt. Als deze rechthebbende een niet-natuurlijke persoon is, eindigt het grafrecht twintig jaar nadat het grafrecht op deze rechthebbende werd overgeschreven.

Artikel 16. Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    De rechthebbende kan het recht op een particulier graf laten overschrijven op naam van een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon.

  • 2.

    Als de rechthebbende overlijdt, hebben nabestaanden zes maanden de tijd om de grafrechten over te schrijven op een andere rechthebbende. Als de overleden rechthebbende in het graf moet worden begraven of bijgezet, dan moeten nabestaanden het verzoek tot overschrijving voorafgaand aan de bijzetten doen.

  • 3.

    Het college kan het recht op het particuliere graf laten vervallen als het verzoek tot overschrijving niet binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende is gedaan.

  • 4.

    Het college kan na het verstrijken van de zes maanden alsnog het particuliere graf op naam zetten van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit particulier graf inmiddels is geruimd.

Artikel 17. Afstand doen van graven

De rechthebbende kan schriftelijk afstand doen van het recht op een particulier graf. Hier staat geen vergoeding tegenover. Het college stuurt een ontvangstbevestiging aan de rechthebbende.

Hoofdstuk 5. Grafbedekking

Artikel 18. Vergunning grafbedekking

  • 1.

    De rechthebbende moet een vergunning bij het college aanvragen voor grafbedekking op een particulier graf.

  • 2.

    Gaat het om een gedenkteken, dan moet in de vergunningaanvraag staan wie de eigenaar van het gedenkteken is als dit een andere persoon is dan de rechthebbende of de gebruiker. Hierbij horen dan ook naam, adres, telefoonnummer en e-mailadres van de eigenaar.

  • 3.

    Het college kan nadere regels vaststellen over hoe de vergunning moet worden aangevraagd, de aard en afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.

  • 4.

    Het college kan de vergunning weigeren als de grafbedekking:

    • a.

      niet voldoet aan de voorwaarden uit de nadere regels;

    • b.

      afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      niet van duurzame materialen is;

    • d.

      van ondeugdelijke constructie is.

  • 5.

    Bij het strooiveld, foetusgraf en natuurgraf is de mogelijkheid om op een speciale plaats een naamplaatje te plaatsen.

  • 6.

    Een steenhouwer vermeldt de plaatsing en het afhalen van monumenten in de webagenda. De monumenten kunnen worden geplaatst op werkdagen van 08:30 uur tot 15:00 uur, mits er geen andere activiteiten in de webagenda staan.

Artikel 19. Onderhoud door de gemeente

De gemeente zorgt ervoor dat de begraafplaats er als geheel verzorgd uitziet en voert hiervoor minimaal onderhoud uit. Het college kan nadere regels stellen voor het onderhoud.

Artikel 20. Onderhoud door rechthebbende

De volgende bepalingen gelden als u rechthebbende bent van een particulier of eigen graf, dan wel eigenaar van de grafbedekking:

  • 1.

    Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking is voor uw rekening en risico.

  • 2.

    U bent verplicht de grafbedekking goed te onderhouden of te herstellen.

  • 3.

    Als u de grafbedekking niet goed onderhoudt of herstelt, krijgt u een brief. Hierin wordt u gevraagd om de grafbedekking te herstellen en daar krijgt u vier weken de tijd voor. Als uw adres niet bekend is, dan komt er een oproep bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats.

  • 4.

    Als u niet binnen vier weken gehoor geeft aan de oproep, wordt de grafbedekking weggehaald. De grafbedekking blijft nog dertien weken voor u bewaard. Daarna komt deze in eigendom van de gemeente, zonder dat daar een vergoeding tegenover staat.

  • 5.

    Als de schade aan de grafbedekking zo ernstig is dat deze het aanzien van de begraafplaats schaadt of gevaar oplevert voor anderen, dan kan het college u verplichten deze grafbedekking binnen een specifieke termijn te herstellen.

  • 6.

    U bent verplicht om aan de gemeente door te geven wanneer iemand anders eigenaar wordt van het gedenkteken. Vermeld naam, adres, telefoonnummer en e-mailadres.

Artikel 21. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

  • 1.

    Het college kan de grafbedekking na het verstrijken van de termijn van uitgifte laten verwijderen.

  • 2.

    Als rechthebbende of belanghebbende krijgt u minstens een jaar van tevoren een brief van het college waarin staat wanneer de grafbedekking verwijderd wordt. Is er geen adres bekend, dan komt er een jaar van tevoren een mededeling bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats.

  • 3.

    De rechthebbende of de eigenaar kan de grafbedekking verwijderen vanaf een maand voordat de graftermijn verstrijkt. De grafbedekking die niet voor het verstrijken van de termijn is verwijderd, wordt nog dertien weken door de gemeente bewaard. Daarna komt deze in eigendom van de gemeente, zonder dat daar een vergoeding tegenover staat.

Artikel 22. Niet-blijvende grafbedekking

Het college kan nadere regels stellen over niet-blijvende grafbedekking.

Hoofdstuk 6. Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 23. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1.

    Het college ruimt alleen graven als de termijn van grafrechten is verstreken, als een rechthebbende niet meer voor het grafonderhoud zorgt of als een rechthebbende afstand heeft gedaan.

  • 2.

    De beheerder zorgt ervoor dat bij de ruiming van het graf altijd respectvol wordt omgegaan met stoffelijke resten en dat bezoekers van de begraafplaats hier niet mee worden geconfronteerd.

  • 3.

    Na de ruiming van het graf worden de stoffelijke resten begraven en de as wordt verstrooid op een ander gedeelte van de begraafplaats.

  • 4.

    De rechthebbende op een particulier graf kan tien jaar na de laatste begraving in het graf bij de beheerder een aanvraag indienen om de stoffelijke resten:

    • -

      dieper in dezelfde grafruimte te laten begraven, of

    • -

      te laten cremeren, of

    • -

      elders te laten begraven.

  • 5.

    De rechthebbende op een particulier graf kan een maand voor afloop van de termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om de stoffelijke resten:

    • -

      te laten cremeren of

    • -

      elders te laten begraven.

  • 6.

    De rechthebbende op een urnengraf kan vanaf een maand voor afloop van de termijn de beheerder vragen om de asbus te bewaren om elders bij te zetten of om de as te verstrooien.

  • 7.

    Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen de beheerder vragen om bij ruiming de menselijke resten – indien mogelijk - bijeen te brengen voor crematie of herbegraving elders.

  • 8.

    Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus (al dan niet met urn) is bijgezet in een particulier graf, kunnen bij de beheerder vragen deze te bewaren voor herbegraving of verstrooiing elders.

Hoofdstuk 7. In stand houden historische graven en opvallende grafbedekking

Artikel 24. Historische graven en opvallende grafbedekking

  • 1.

    Het college stelt nadere regels vast voor de bescherming van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft. Het college houdt een lijst bij van de graven en grafbedekking die beschermd worden.

  • 2.

    Voordat er graven geruimd worden, onderzoekt het college of er graven zijn die op deze lijst moeten komen.

  • 3.

    Het college beslist over het ruimen van graven met historische waarde en het verwijderen van grafbedekkingen met opvallende kwaliteit.

Hoofdstuk 8. Slotbepalingen

Artikel 25. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen van deze verordening afwijken als een belanghebbende een onvoorzien en onredelijk nadeel zou lijden door toepassing van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 26. Intrekking oude regeling

De ‘Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats “De Leeuwerenk” te Wageningen 2019’ wordt ingetrokken.

Artikel 27. Overgangsbepaling

  • 1.

    Besluiten die het college heeft genomen volgens de ‘Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats en gedenkpark “De Leeuwerenk” 2019’ gelden als besluiten genomen volgens deze verordening.

  • 2.

    Heeft u een vergunningaanvraag ingediend voordat deze nieuwe verordening ingaat en is daarop nog niet besloten, dan wordt de aanvraag beoordeeld op basis van de ‘Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats en gedenkpark “De Leeuwerenk” 2019’.

Artikel 28. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 2021.

  • 2.

    De inwerkingtreding wordt tot nadere bekendmaking uitgesteld, wanneer een inleidend verzoek op basis van artikel 5, lid 5 van de Referendumverordening Wageningen 2006 wordt toegelaten.

  • 3.

    In afwijking van lid 1 treedt deze verordening niet in werking binnen zes weken na de datum van de officiële publicatie.

Artikel 29. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening “De Leeuwerenk” 2021.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van 1 juni 2021

de voorzitter,

de griffier,

Toelichting bij Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats en gedenkpark “De Leeuwerenk” 2021

 

A. Algemene Toelichting

Inleiding

Inwoners hebben vaak een emotionele betrokkenheid met de begraafplaats en alles wat zich daar op afspeelt. Daarbij stelt de dienstverlening van de gemeente hen voor financiële lasten. Daarom is het nodig om de rechten en plichten duidelijk vast te leggen. Dit doen we in de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats en gedenkpark ‘De Leeuwerenk’ 2021.

 

1. Wettelijke grondslag

De raad stelt gemeentelijke verordeningen vast en maakt de verordeningen die hij in het belang van de gemeente nodig acht (artikel 147 en 149 van de Gemeentewet). Sinds de Wet op de dualisering gemeentebestuur liggen kaderstellende en controlerende bevoegdheden bij de raad en bestuursbevoegdheden bij het college. De raad heeft dan ook de verordenende bevoegdheid voor begraafplaatsen (artikel 149 Gemeentewet). Daarnaast eist artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging een verordening voor de dagen en uren dat de gemeente gelegenheid moet geven tot begraven.

 

2. Vermindering administratieve lasten

Veel zaken zijn in de Beheersverordening geregeld met een meldingsplicht, zoals het houden van plechtigheden (artikel 5), het begraven en het bijzetten of verstrooien van as en het door nabestaanden zelf openen en sluiten van een graf (artikel 7). Een melding zorgt voor weinig administratieve lasten.

 

Slechts in twee gevallen moet een vergunning aangevraagd worden: voor een grafkelder (artikel 13) en voor grafbedekking (artikel 18). De vergunningplicht voor grafbedekking is nodig omdat het niet gewenst is om achteraf eventueel te moeten corrigeren. Het ontwerp, de aanschaf en de plaatsing van een grafmonument gaat vaak met emoties gepaard. Als achteraf blijkt dat een monument niet aan de eisen voldoet, is het ondoenlijk om de nabestaanden te vragen het gedenkteken te wijzen of te verwijderen.

 

B. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel definieert de begrippen die zijn gebruikt.

 

h. Een ‘eigen graf’ betekent in de gemeente Wageningen een particulier graf uitgegeven vóór 1962. 'Voor onbepaalde tijd' wil in dit verband alleen zeggen dat op het moment van het vestigen van het grafrecht nog niet bekend was wanneer dit zal aflopen. Dus niet ‘voor eeuwig’ of ‘zo lang als de begraafplaats bestaat’. In Wageningen lopen de rechten af als de tweede opvolgende rechthebbende overlijdt (artikel 15 lid 4 van deze verordening). In de praktijk is dit de derde rechthebbende, omdat de uitgifte van het recht hierin niet wordt meegeteld. Daarna wordt het graf een gewoon particulier graf.

Een derde of volgende rechthebbende kan de rechten verwerven door deze te verlengen, net als voor een particulier graf. Op de beschikking voor de verlenging van de rechten staat het betreffende graf dan ook aangeduid als een (gewoon) particulier graf.

 

s. Een particulier graf wordt in de volksmond vaak ‘eigen graf’ genoemd. In deze verordening gebruiken we echter de terminologie van de Wet op de lijkbezorging, en die spreekt van particuliere en algemene graven. Omdat onze gemeente geen algemene urnengraven kent, is het niet nodig om de urnengraven als ‘particuliere urnengraven’ in de verordening op te nemen. Zij zijn hier wel als particuliere graven gedefinieerd om de juiste juridische status van deze graven weer te geven: de rechthebbende op een urnengraf beslist wiens asbussen daarin (samen) worden bijgezet.

 

y. De urnennissen zijn gedefinieerd als algemene graven. Dit heeft te maken met de rechten en plichten die rechthebbenden hebben. We moeten voorkomen dat rechten en plichten van rechthebbenden die nissen boven elkaar bezitten door elkaar heen lopen. Iedere familie heeft wel de volledige zeggenschap over de door haar gebruikte nis. Daarom geldt de term ‘rechthebbende’ ook voor de verkrijger van een recht op een urnennis.

 

Artikel 2 Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf

De definities in artikel 1 zijn aangescherpt om het verschil tussen particulier graf en eigen graf aan te duiden. Deze worden ook duidelijk gemaakt in de verordening, op de plaatsen waar dat nodig is. Daarmee vervalt artikel 2.

 

Artikel 3 Openstelling begraafplaats

Dit artikel maakt het mogelijk dat de beheerder de begraafplaats geheel of gedeeltelijk kan sluiten als dit nodig is voor werkzaamheden, bijvoorbeeld voor het ruimen van graven.

 

Artikel 4 Ordemaatregelen

In dit artikel staan gedragsvoorschriften voor bezoekers van de begraafplaats, zodat de orde, rust en netheid wordt bewaard.

 

Steenhouwers en hoveniers moeten zich er steeds van bewust zijn dat hun werkzaamheden storend kunnen zijn voor rouwenden en tijdens uitvaartplechtigheden. Daarom moeten zij hun werkzaamheden ook plannen in de digitale agenda, zodat zichtbaar wordt wanneer er een uitvaart is gepland. De beheerder mag personen wegsturen die zich niet houden aan zijn aanwijzingen. Deze bevoegdheid geeft voldoende mogelijkheden om tegen verstoringen op te treden.

 

Soms moet men dichtbij een graf kunnen komen met een auto. Daarom is er een uitzonderingmogelijkheid nodig (zesde lid). De beheerder zal hier terughoudend mee omgaan, aangezien dat niet overeenstemt met het beeld van orde en rust. In dat kader is ook een verbod op fietsen toegevoegd.

 

Artikel 5 Plechtigheden

We willen voorkomen dat plechtigheden samenvallen met een begrafenis. Daarom moeten activiteiten minimaal zes werkdagen van tevoren worden gemeld. Sommige bijeenkomsten krijgen meer het karakter van een manifestatie, denk bijvoorbeeld aan een lichtjesavond. Hiervan moet de organisator vooraf een kennisgeving doen aan de burgemeester, volgens de Wet openbare manifestaties van 1988 en mogelijk van toepassing zijnde APV-bepalingen.

 

Artikel 6 Opgravingen en ruimen

Hierin staat uitdrukkelijk dat bij opgraving van een lichaam of ruiming van graven alleen personen aanwezig zijn die dit werk uitvoeren.

 

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

Een schriftelijke aanvraag is nodig omdat duidelijk vast moet liggen wat voor type graf er wordt gevraagd.

 

De as kan worden bijgezet in of op een graf dan wel op een afzonderlijke plaats, meestal een urnennis (artikel 62 van de Wet op de lijkbezorging).

 

Artikel 8 Gebouwen, muziekinstallaties en webagenda

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 9 Over te leggen stukken

De Wet op de lijkbezorging schrijft voor dat de behandelend arts of de gemeentelijke lijkschouwer een verklaring van overlijden afgeeft aan de ambtenaar van de burgerlijke stand (artikel 12). Vervolgens geeft deze schriftelijk verlof tot begraven of cremeren (artikel 11). Dit verlof moet overhandigd worden aan de beheerder. De beheerder kan medewerking aan de begrafenis weigeren als dit document ontbreekt.

 

De rechthebbende moet altijd toestemming geven om een overledene bij te zetten in een particulier graf. Als de rechthebbende zelf is overleden en moet worden bijgezet in het particuliere graf, is het bijna niet mogelijk om de benoeming van een nieuwe rechthebbende tijdig administratief rond te krijgen. Men meldt een begrafenis immers 5 of 6 dagen voor de gewenste datum aan. Daarom stellen we dat ten minste het verzoek tot overschrijving moet worden gedaan vóór de bijzetting (artikel 16, tweede lid).

 

Volgens de wet moet een stoffelijk overschot minimaal tien jaar begraven zijn voordat het geruimd mag worden. Dit is de wettelijke grafrusttermijn. Stel: er is een particulier graf waarvan de termijn binnen drie jaar afloopt. Dan overlijdt iemand die in dit graf begraven of bijgezet moet worden. De termijn zou dan over drie jaar aflopen en dan is de tien jaar wettelijke grafrust nog niet voorbij. Daarom hebben we vastgelegd dat de begraving of bijzetting alleen kan plaatsvinden als de termijn verlengd wordt. In dit voorbeeld moet die verlenging minimaal zeven jaar zijn, zodat de resterende termijn overeenkomt met de grafrusttermijn van tien jaar.

 

Artikel 10 Materiaalgebruik kisten, urnen en andere voorwerpen in graven

De bepalingen in dit artikel hebben het doel om verontreiniging van de begraafplaats en een slechte lijkontbinding te voorkomen. Overledenen die uit het buitenland vervoerd worden, liggen vaak in een kist met zinken binnenwerk. Van oudsher mag zo’n kist in Nederland wel begraven worden als er gaten in het zink zitten waar zuurstof doorheen kan. Het is echter beter voor het milieu en de lijkontbinding als het stoffelijk overschot in een gewone kist wordt gelegd en het zink hergebruikt kan worden.

 

In sommige gemeentes werd het afgelopen jaren steeds meer een gewoonte om persoonlijke voorwaarden in de kist mee te begraven, zoals mobiele telefoons e.d. Dit is onwenselijk. Voorwerpen die afbreekbaar zijn, bijvoorbeeld tekeningen, zijn geen probleem.

 

Voor de natuurgraven moeten kisten en urnen biologisch afbreekbaar zijn.

 

Artikel 11 Tijden van begraven en asbezorging

In artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging staat dat de gemeente iedere dag de mogelijkheid moet geven tot begraven, behalve op zon- en feestdagen. De gemeentelijke verordening legt de tijden vast.

 

Er zijn uitzonderingen mogelijk op deze tijden. Sommige nabestaanden vragen toestemming om een overledenen binnen 36 uur te begraven om godsdienstige redenen. Hiervoor kan de burgemeester toestemming geven. Daarnaast kan spoed geboden zijn in geval van lijkvinding, bijvoorbeeld als omwille van de volksgezondheid een stoffelijk overschot snel begraven moet worden.

 

Artikel 12 Indeling graven en asbezorging

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 13 Grafkelder

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 14 Categorieën

Een indeling in categorieën is nodig als het college verschillende regels wil vaststellen voor de grafbedekkingen op de graven die liggen op de verschillende delen (categorieën) van de begraafplaats.

 

Artikel 15 Termijnen particuliere graven

Een aanvrager stuurt een schriftelijk verzoek om een particulier graf. De aanvrager kan daarbij kiezen voor tien, twintig of dertig jaar. Het minimum is tien vanwege de wettelijke grafrusttermijn. Het college verleent via een beschikking het recht op een bepaald particulier graf. De aanvrager wordt daarmee ‘rechthebbende’ en krijgt het recht om te beslissen wie in dat graf begraven mogen worden.

Na het verlopen van de termijn is steeds verlenging mogelijk van minstens vijf jaar en maximaal twintig jaar.

 

Soms denken rechthebbenden die een graf hebben gereserveerd dat de termijn pas begint te lopen na de eerste begraving of bijzetting. Dit klopt niet. Daarom hebben we dit expliciet in artikel 15, eerste lid, opgenomen.

 

Volgens de Wet op de lijkbezorging kan een rechthebbende vanaf twee jaar voor het verstrijken van de lopende termijn verlenging aanvragen. Gebeurt dat niet, dan moet het college een jaar voor het aflopen van de termijn de rechthebbende informeren dat de termijn afloopt. De gemeente gebruikt hiervoor het adres dat in de eigen administratie bekend is. De verantwoordelijkheid voor het doorgeven van het juiste adres ligt bij de rechthebbende.

 

Graven die voor onbepaalde tijd zijn uitgegeven, zijn niet ‘voor eeuwig’ uitgegeven of voor zolang als de begraafplaats bestaat. 'Voor onbepaalde tijd' betekent dat het op het moment van uitgifte van het grafrecht nog niet bekend is wanneer het afloopt. In Wageningen kan een graf voor onbepaalde tijd op twee opvolgende rechthebbenden worden overgeschreven, voordat de rechten aflopen. De rechten eindigen dan wanneer de tweede rechthebbende overlijdt. In de praktijk is dit dus de derde rechthebbende, omdat de uitgifte van het recht hierin niet wordt meegeteld. De status van zo'n graf wordt dan dat van een gewoon particulier graf. Een derde of volgende rechthebbende kan de rechten krijgen als hij de rechten verlengt net als voor een particulier graf. Op de beschikking voor de verlenging staat dit graf aangeduid als een particulier graf.

 

Artikel 16 Overschrijving van verleende rechten

Als een rechthebbende overlijdt, is het gewenst dat een nieuwe rechthebbende de verantwoordelijkheid voor de grafruimte en de kosten ervan op zich neemt. Die nieuwe rechthebbende kan dat binnen zes maanden regelen. Dit vinden wij een redelijke termijn.

 

Het verzoek tot overschrijving moet gedaan worden voordat de stoffelijke resten van de rechthebbende in het graf worden bijgezet. Dit is een redelijke eis. Meestal treffen de nabestaanden na het overlijden direct alle noodzakelijke regelingen. Het aanwijzen van de nieuwe rechthebbende is daar één van.

 

Als er geen nabestaanden zijn, is het mogelijk de rechten over te schrijven op naam van de notaris die de nalatenschap beheert, of op naam van de Stichting Grafzorg Nederland, die graven van personen zonder nabestaanden in stand houdt.

 

Artikel 17 Afstand doen van graven

Dit artikel is opgenomen om duidelijk te maken dat de rechthebbende afstand van het graf kan doen.

 

Artikel 18 Vergunning grafbedekking

Als er geen regels voor grafbedekkingen zijn, kan het aanzien van begraafplaatsen chaotisch worden. Ook kunnen er onveilige situaties ontstaan. Maar we moeten ook voorkomen dat er een strak keurslijf van bepalingen is die elke persoonlijke of kunstzinnige uiting aan banden legt of onmogelijk maakt. Deze verordening verwijst naar nadere regels van het college waarin minimumeisen voor afmetingen, constructie en materiaalkeuze staan.

 

Wel hebben we de vergunningplicht voor het grafmonument en voor de grafkelder in stand gehouden.

De reden hiervoor is dat we niet willen dat nabestaanden achteraf worden geconfronteerd met handhavingsacties en dat een monument of grafkelder weer moet worden verwijderd omdat het niet aan de regels voldoet.

 

De vergunningseis geldt alleen voor de grafbedekkingen op particuliere graven. Voor algemene graven zijn vergunningen niet nodig, omdat de gemeente voor deze graven standaard gedenktekens plaatst.

 

Artikel 19 Onderhoud door de gemeente

Het college is verantwoordelijk voor het algemeen onderhoud van de begraafplaats. In de heffingsverordening is vastgelegd dat rechthebbenden bijdragen in de kosten van het algemeen onderhoud van de begraafplaats.

Nabestaanden zijn verantwoordelijkheid voor het onderhoud van het graf en de grafbedekking.

 

Artikel 20 Onderhoud door rechthebbende

In dit artikel staan de rechten en plichten van de rechthebbende voor de grafbedekking.

 

De eigenaar van de grafsteen heeft de risicoaansprakelijkheid voor datgene wat op het graf ligt (artikel 32a van de Wet op de lijkbezorging). Dit hoeft niet de rechthebbende te zijn. De persoon die een grafmonument heeft gekocht en laten plaatsen, blijft eigenaar van het monument gedurende de looptijd van het graf. De gemeente krijgt het monument alleen in eigendom als het graf wordt geruimd en de eigenaar het monument niet tijdig ophaalt.

 

De beheerder van de begraafplaats kan een rechthebbende aanspreken als deze de grafbedekking verwaarloost. Als de rechthebbende dat na vijf jaar nog niet heeft opgevolgd, dan vervalt het recht op het graf (artikel 28, lid 4 tot en met 7 van de Wet op de lijkbezorging). Hierbij wordt rekening gehouden met de termijn van grafrust en de termijn van onderhoud (artikel 28 lid 5 Wol).

 

Artikel 21 Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

De rechthebbende krijgt minstens een jaar voordat de termijn verstrijkt een brief hierover. Daarin staat ook dat hij of zij verlenging kan aanvragen (artikel 28, tweede lid van de Wet op de lijkbezorging). In dezelfde brief staat dat als de grafrechten niet worden verlengd, de grafbedekking wordt verwijderd en het graf wordt geruimd. Als de rechthebbende niet wil verlengen, kan hij of zij een maand voordat de termijn afloopt de grafbedekking zelf verwijderen.

Het college kan in twee andere gevallen de grafbedekking ook laten verwijderen:

  • 1.

    Als het grafrecht is vervallen en na het overlijden van de rechthebbende niet tijdig een nieuwe rechthebbende is aangewezen (artikel 16, derde lid)

  • 2.

    Als het onderhoud van het graf is verwaarloosd (artikel 20, derde lid, en artikel 28, zesde lid van de Wet op de lijkbezorging).

  •  

Artikel 22 Niet-blijvende grafbedekking

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 23 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

De rechthebbende moet toestemming geven om een particulier graf te ruimen (artikel 31, tweede lid van de Wet op de lijkbezorging). Het recht op een graf kan echter vervallen na het verstrijken van de termijn, of omdat er na het overlijden van de rechthebbende niet tijdig een nieuwe rechthebbende is aangewezen (artikel 16, tweede en derde lid). Ook kan het recht vervallen na verwaarlozing van het onderhoud, volgens artikel 28, zesde lid van de Wet op de lijkbezorging. In deze gevallen is er geen rechthebbende meer die toestemming hoeft te geven. Het college is dan rechthebbende geworden.

 

De rechthebbende kan vragen om de menselijke overblijfselen:

  • 1.

    te laten verzamelen om deze te cremeren;

  • 2.

    deze bij te zetten in een ander graf op dezelfde begraafplaats of over te brengen naar een andere begraafplaats;

  • 3.

    onderin het huidige graf te plaatsen (het zogenaamde schudden). Het graf wordt dan diep uitgegraven om de overblijfselen daar onderin te plaatsen. De rechthebbende kan dan vervolgens het graf bestemmen voor andere overledenen. Op deze wijze kan het graf voor lange tijd in dezelfde familie blijven.

De beheerder is ervoor verantwoordelijk dat er altijd respectvol wordt omgegaan met de menselijke resten. Ook zorgt hij ervoor dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

 

Artikel 24 Historische graven en opvallende grafbedekking

Het college kan nadere regels opstellen om graven van bekende overledenen te behouden, net als zeldzame voorwerpen die aan het verleden herinneren. (‘Nadere regels voor het waarderen van historische graven’, vastgesteld op 24 maart 2020).

Een graf kan van betekenis zijn vanwege de persoon die er is begraven, maar ook uitsluitend vanwege het gedenkteken. De overledene kan voor de plaatselijke gemeenschap van betekenis zijn geweest. Het gedenkteken kan opvallen door zijn vormgeving en door het gebruikte materiaal. Bijvoorbeeld gietijzeren gedenktekens, die subtiel zijn voorzien van symbolen van de dood. Het materiaal herinnert aan een ambacht dat lang geleden verdwenen is en alleen daarom is deze al van waarde.

 

Artikel 25 Hardheidsclausule

Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om in heel bijzondere gevallen af te wijken van de bepalingen in deze verordening. Uitgangspunt is dat dit artikel zeer terughoudendheid wordt toegepast.

Artikel 26 Intrekking oude regeling

In artikel 26 wordt geen tijdstip vermeld waarop de oude verordening wordt ingetrokken. Dat is ook niet nodig. De oude regeling vervalt op de datum waarop deze nieuwe verordening in werking treedt.

 

Artikel 27 Overgangsbepaling

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 28 Inwerkingtreding

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 29 Citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.