Organisatie | Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Mandaatregeling Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant 2021 |
Citeertitel | Mandaatregeling Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant 2021 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Mandaatregeling van 5 april 2018.
https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR227036/2
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-10-2021 | nieuwe regeling | 23-09-2021 | Z.223756/D.810491 |
Het Dagelijks Bestuur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant,
Gelet op artikel 3, eerste lid van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant;
Overwegende dat de mandaatregeling van het Dagelijks Bestuur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant op 13 maart 2013 is vastgesteld;
Overwegende dat bij besluit van 10 december 2015 deze regeling is gewijzigd in “Mandaatregeling Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant versie 1 januari 2016”;
Overwegende dat bij besluit van 5 april 2018 door organisatorische wijzigingen de aangehaalde mandaatregeling is geactualiseerd en gewijzigd in “Mandaatregeling Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant”.;
Overwegende dat door organisatorische wijzigingen het wenselijk is om de aangehaalde mandaatregeling opnieuw vast te stellen;
De bepalingen zoals opgenomen in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht met betrekking tot mandaat zijn op deze regeling van toepassing.
Artikel 2 Omvang van het mandaat
Indien de uitoefening van een gemandateerde bevoegdheid betrekking heeft op een rechtshandeling waarbij in het kader van het verrichten van deze rechtshandeling het bestuursorgaan of de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant in en buiten rechte moet worden vertegenwoordigd, is het bepaalde in artikel 18, lid 5 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant toepassing.
Artikel 3 Beperkingen aan het mandaat
Bij een gerede verwachting dat bij het nemen van een beslissing sprake is van bestuurlijke gevoeligheid of van een substantieel financieel of juridisch afbreukrisico, wordt overleg gevoerd tussen de directeur en verantwoordelijk portefeuillehouder of het bewuste mandaat door de directeur mag worden uitgeoefend.
Waar in dit besluit gesproken wordt over het beslissen op aanvragen, verzoeken en dergelijke, omvatten de bevoegdheden niet alleen het nemen van een positieve beslissing maar ook alle daarmee samenhangende en/of opvolgende beslissingen zoals het weigeren, beëindigen, opschorten, niet ten uitvoer leggen, verminderen, bevoorschotten, (ambtshalve) vaststellen, verlengen, verdagen etc. (tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven).
Artikel 5 Ondertekeningsmandaat
Het Dagelijks Bestuur verleent een algemeen ondertekeningsmandaat voor besluiten die zij heeft genomen aan de directeur.
Artikel 7 Verbod vaststellen beleidsregels
De gemandateerde is behoudens het geven van aanwijzingen voor het verlenen van ondermandaat niet bevoegd beleidsregels te formuleren voor de gemandateerde bevoegdheden.
De directeur wordt bij afwezigheid vervangen door één van de concernmanagers. Vervanging zal geschieden zoals opgenomen in de “Vervangingsregeling directeur ODZOB”.