Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zwartewaterland

Havenreglement Zwartewaterland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZwartewaterland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHavenreglement Zwartewaterland
CiteertitelHavenreglement Zwartewaterland
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR300137/4

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-05-2003Nieuwe regeling

28-04-2003

website van de gemeente Zwartewaterland

Tekst van de regeling

Intitulé

Havenreglement Zwartewaterland

Burgemeester en wethouders van de gemeente Zwartewaterland;

 

overwegende dat het wenselijk is uit oogpunt van openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente nadere regels te stellen aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats in door ons college als zodanig aangewezen havens;

 

gelet op artikel 5.3.2, lid 2 van de Algemene plaatselijke verordening Zwartewaterland;

besluiten:

 

vast te stellen de volgende nadere regels voor het innemen van een ligplaats in een haven:

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1 begripsomschrijving

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

a.

bestuursorgaan:

het College van burgemeester en wethouders;

b.

drinkwaterplaats:

de als zodanig ingerichte plaats tot het door vaartuigen innemen van drinkwater;

c.

gevaarlijke stoffen:

stoffen die gevaar opleveren, zoals vermeld in de International Maritieme Dangerous Goods Code (IMDG-code ), of een van de andere codes van de International Maritime Organization (IMO), het Schepenbesluit, de Wet gevaarlijke stoffen, het Reglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn (ADNR), het Besluit Aanwijzing Gevaarlijke Afvalstoffen, alsmede de stoffen die door burgemeester en wethouders als gevaarlijke stof zijn aangewezen, dan wel bekendgemaakt;

d.

haven:

door burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen openbaar water tot ligplaats voor vaartuigen geschikt in eigendom of beheer van de gemeente;

e.

havencomplex:

de haven en alle tot de haven behorende terreinen met daarop aanwezige bebouwing, bestrating, voetpaden, beplanting en dergelijke, steigers, meerpalen, taluds, installaties en hellingen;

f.

havenmeester:

het hoofd van de afdeling Beheer Openbare Ruimte of diegene die namens hem optreedt;

g.

kaden:

kaden langs openbaar water in eigendom of beheer van de gemeente;

h.

laad- en losplaats:

de plaatsen in een haven die bestemd zijn voor het laden en lossen;

i.

liggeld:

het recht dat geheven wordt overeenkomstig de Verordening op de heffing en invordering van haven-, lig- en kadegelden Zwartewaterland;

j.

ligplaats innemen:

het aanleggen met een vaartuig aan een kade, laad- of losplaats of steiger of het zich binnen 12 meter vanaf de oeverlijn ophouden met het doel om personen en of goederen van of aan boord te nemen;

k.

ligplaats:

een gecreëerde gelegenheid om met een vaartuig in de haven te liggen;

1.

openbaar water:

alle wateren die al dan niet met enige beperking voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn;

m.

passant:

de schipper aan wie geen vaste ligplaats is toegewezen;

n.

schipper:

degene die over een vaartuig het gezag heeft of degene die hem vervangt of als zodanig optreedt of degene die het vaartuig daadwerkelijk bestuurd, dan wel de eigenaar of gebruiker van het vaartuig;

o.

vaartuig:

alle vaartuigen, daaronder mede verstaan drijvende werktuigen, pontons of materieel van soortgelijke aard, alsmede woonschepen, glijboten en ponten;

p.

woonschip:

vaartuig uitsluitend of hoofdzakelijk als woning gebezigd of tot woning bestemd;

Artikel 1.2 Werkingssfeer

  • 1.

    Deze nadere regels zijn van toepassing op door burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen havens in eigendom of beheer van de gemeente Zwartewaterland.

  • 2.

    Deze nadere regels zijn zoveel mogelijk mede van toepassing op bij de havens of wateren behorende kade, oevers, haventoegangen, wegen, los- en laadplaatsen, grond- en kunstwerken, onverschillig wie op deze kaden en werken rechthebbende is.

HOOFDSTUK 2 INNEMEN LIGPLAATS

Artikel 2.1 Meldingsplicht passanten

De schipper, wiens vaartuig geen vaste ligplaats heeft, is verplicht zich na aankomst in de haven te melden bij de havenmeester voor het aanwijzen van een ligplaats.

Artikel 2.2 Innemen ligplaats

  • 1.

    De ligplaats wordt aangewezen door de havenmeester.

  • 2.

    Aan vaartuigen, waartegen de havenmeester door uiterlijk of staat van onderhoud bezwaar heeft, wordt geen ligplaats verleend.

  • 3.

    Zij die geen ligplaats hebben gehuurd van de gemeente hebben geen recht op een ligplaats in de haven.

  • 4.

    De schipper en overige opvarenden van een vaartuig zijn vanaf het moment waarop zij met het vaartuig een haven of haventoegang binnenvaart of aan de kade aanlegt, verplicht de aanwijzingen van de havenmeester op te volgen.

  • 5.

    Het is verboden met een vaartuig een ligplaats in te nemen of zich met een vaartuig op een ligplaats te bevinden, tenzij de havenmeester een ligplaats heeft aangewezen.

  • 6.

    De aanwijzing van een ligplaats door de havenmeester ontheft de schipper niet van zijn verplichting, zich er van te overtuigen dat de plaats voor zijn vaartuig veilig is.

  • 7.

    De schipper is verplicht er voor te zorgen dat het vaartuig, zolang het een ligplaats inneemt, ten genoegen van de havenmeester is vastgemaakt aan de daarvoor bestemde bevestigingspunten.

  • 8.

    Het is verboden een vaartuig vast te leggen of vastgelegd te houden met sloten zonder toestemming van de havenmeester.

  • 9.

    Het is verboden, een vaartuig anders als aan de daarvoor bestemde voorwerpen vast te maken. Een vaartuig mag niet worden vastgemaakt aan palen, steigerwerken, dijk- en glooiingswerken, lichtmasten, relingen van vaartuigen of van steigerwerken en andere niet voor het vastmaken van vaartuigen bestemde of geschikte voorwerpen.

  • 10.

    Het is verboden een onbezette ligplaats afte sluiten.

  • 11.

    Het is degene aan wie een ligplaats is toegewezen niet toegestaan anderen zonder instemming van de havenmeester toestemming te verlenen op die plaats een ander vaartuig te leggen.

Artikel 2.3 Innemen van een andere ligplaats

De schipper is verplicht trossen en kettingen, waarmee zijn vaartuig is afgemeerd of verankerd, af te vieren, in te korten, zijn vaartuig te verhalen, te meren en gemeerd te houden op een andere door of vanwege de havenmeester aangewezen ligplaats, indien en zodra te kennen is gegeven dat dit vereist is in het belang van de scheepvaart.

Artikel 2.4 Langszij meren

  • 1.

    Een schipper is verplicht zijn vaartuig te meren en gemeerd te houden met deugdelijk materiaal en zo, dat geen schade kan ontstaan. De havenmeester kan, indien de eigenaar, houder of schipper van het vaartuig op dit punt in gebreke blijft de nodige voorzieningen treffen op kosten van de nalatige.

  • 2.

    De schipper van een gemeerd vaartuig is verplicht te gedogen dat een ander vaartuig naast en aan hun vaartuig wordt vastgemaakt.

  • 3.

    Schippers en andere opvarenden gedogen, dat opvarenden van naastgelegen vaartuigen over hun vaartuig de wal dan wel vanaf de wal dat vaartuig kunnen bereiken.

  • 4.

    Schippers en andere opvarenden van een vaartuig dat naast een vaartuig ligt, mogen het vertrek van dat vaartuig niet (ver)hinderen of belemmeren.

  • 5.

    De schipper van een vaartuig, dat langszij een ander vaartuig ligt, is verplicht zijn vaartuig te verwijderen indien dat andere vaartuig een vaartuig langs die zijde behoeft in verband met laden of lossen of reparatiewerkzaamheden.

Artikel 2.5 Verbod ijs te breken

  • 1.

    De schipper aan wie bij vorst of ijsgang een ligplaats is aangewezen of wiens vaartuig ingevroren raakt is verplicht de nodige maatregelen te nemen ter voorkoming van gevaar of schade.

  • 2.

    Het is verboden zonder toestemming van de havenmeester in een haven of langs een steiger, kade, laad- en losplaats ijs te breken.

Artikel 2.6 Meldingplicht overdracht

De eigenaar van een vaartuig waarmee ligplaats in de haven wordt ingenomen is verplicht, wanneer het in eigendom wordt overgedragen, hiervan zo spoedig mogelijk doch binnen twee weken na de feitelijke overdracht schriftelijk mededeling te doen aan de havenmeester.

HOOFDSTUK 3 VEILIGHEID

Artikel 3.1 Veiligheidsvoorschriften

  • 1.

    De schipper is verplicht voorzorgen te nemen, zodat met zijn vaartuig geen brand, aanvaring, hinder of schade wordt veroorzaakt, noch de veiligheid van personen, zaken of de vrijheid dan wel veiligheid van het verkeer te water of op kaden wordt belemmerd of in gevaar gebracht.

  • 2.

    Het is verboden de haventoegang binnen te varen met een vaartuig, dat een zodanige diepgang of afmeting heeft, dat een veilige ligplaats in de haven niet kan worden gekozen of aangewezen.

  • 3.

    De schipper van een vaartuig dat aan de grond is geraakt is verplicht op eerste aanzegging van de havenmeester zoveel van zijn lading te lossen of te doen lossen als nodig is om het vaartuig vlot te maken en te doen blijven, dan wel het vaartuig op andere wijze te doen lichten.

  • 4.

    Het is verboden zonder toestemming van de schipper, dan wel zonder toestemming en anders volgens aanwijzingen van de havenmeester, een vaartuig los te maken, te verhalen of anders vast te maken als het geval was.

Artikel 3.2 Uitstekende voorwerpen

Het is verboden voorwerpen of delen zodanig buiten het vaartuig te doen steken dan wel te hebben, dat de veiligheid van andere vaartuigen in gevaar gebracht kan worden of schade aan die vaartuigen dan wel oever of waterstaatswerken veroorzaakt kan worden.

Artikel 3.3 Gebruik van ankers

  • 1.

    Het is de schipper van een vaartuig verboden in een haven een anker te gebruiken om het vaartuig te stoppen of met een krabbend anker te varen. Dit verbod is niet van toepassing, indien de schipper genoodzaakt is, ter voorkoming van schade aan enig vaartuig of werk, het vaartuig te stoppen.

  • 2.

    Het is verboden ankers, dreggen of andere voorwerpen met hetzelfde doel, in de haven uit te zetten op een glooiing, havendam, haventerrein, kade of dijk. Dit verbod is niet van toepassing, indien de schipper tot zodanig handelen genoodzaakt wordt om schade aan enig vaartuig of kunstwerk te voorkomen dan wel indien er gehandeld wordt met toestemming van de havenmeester.

Artikel 3.4 Vaarsnelheid en verkeer

  • 1.

    Het is een schipper verboden met zijn vaartuig in de haven met een zodanige snelheid te varen, dat hinder of schade aan derden, eigendommen van derden of aan de kunstwerken van de haven kan worden veroorzaakt.

  • 2.

    Op last van de havenmeester zijn schippers in de haven verplicht hun vaartuigen onmiddellijk te doen stilleggen, te meren of de snelheid er van te verminderen of te verhogen.

  • 3.

    Het is verboden met vaartuigen in de haven te varen, anders dan met een redelijk doel.

  • 4.

    De havenmeester kan van de verboden in de voorgaande leden ontheffing verlenen.

Artikel 3.5 Zeilplanken, waterjetski en waterskies

  • 1.

    Het is verboden in de haven te varen met een zeilplank, waterscooter of waterjetski.

  • 2.

    Het is verboden in de haven een waterjetski voort te bewegen dan wel zich op waterskies te bewegen ofte doen voortbewegen.

  • 3.

    De havenmeester kan van de in het eerste en tweede lid bepaalde ontheffing verlenen.

HOOFDSTUK 4 MILIEU

Artikel 4.1 Geluid- en lichthinder

Het is verboden op een in de haven of de toegang daarvan of aan een kade liggend vaartuig, buiten het geval van noodzaak, geluid- of lichtsignalen te geven.

Artikel 4.2 Gevaarlijke stoffen

Indien een schipper gevaarlijke stoffen aan boord van zijn vaartuig heeft, is hij verplicht hiervan melding te doen aan de havenmeester.

Artikel 4.3 Verontreiniging

  • 1.

    Behoudens het bepaalde in of krachtens de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de op grond daarvan verleende vergunningen, is het verboden in het water voorwerpen, materialen, stoffen of vloeistoffen van welke aard dan ook die verondieping, verontreiniging, schade, gevaar of hinder kunnen veroorzaken, te pompen, te laten werpen ofte vallen, te laten afvloeien of te laten drijven.

  • 2.

    Een ieder die afval of milieuverontreinigende stoffen onder zich heeft is verplicht verontreiniging van de haven, de kade, haventerreinen, oevers, glooiingen, kunstwerken, aanlegplaatsen en dergelijke, de havendammen en havendijken te voorkomen.

  • 3.

    Huishoudelijke afvalstoffen dienen te worden gedeponeerd in de daartoe bestemde containers in de haven. Het is verboden vuilnis op de kade te werpen.

  • 4.

    Het is verboden het uitwendige van een vaartuig zodanig te behandelen, dat daardoor waterverontreiniging ontstaat of kan ontstaan.

  • 5.

    Ingeval de verontreiniging zich toch voordoet, geeft hij, die de stoffen onder zich had, daarvan terstond kennis aan de havenmeester.

Artikel 4.4 Ontsmetten van vaartuigen

Het is de schipper verboden zijn vaartuig met gassen te behandelen of te doen behandelen met het doel het vaartuig te ontsmetten, tenzij dit geschiedt met toestemming van de havenmeester.

Artikel 4.5 Gebruik van voort- en zijstuwers

  • 1.

    Het is de schipper van een vaartuig verboden om de voortstuwers en zijstuwers te gebruiken, indien:

    • a.

      het vaartuig aan de grond zit;

    • b.

      het vaartuig gemeerd of ten anker ligt, tenzij dit geschiedt terstond na aankomst of voor vertrek.

  • 2.

    Het in het 1e lid gestelde verbod is niet van toepassing indien er wordt gehandeld op aanwijzingen en met toestemming van de havenmeester.

HOOFDSTUK 5 LADEN EN LOSSEN

Artikel 5.1 Wijze van laden en lossen

  • 1.

    Het is zonder toestemming van de havenmeester verboden te laden of te lossen indien, of de te laden of te lossen goederen gevaar kunnen opleveren voor de scheepvaart of personen, of schade kan veroorzaken aan de oevers, werken, eigendommen van derden en inrichtingen van welke aard dan ook.

  • 2.

    Het is verboden goederen te laden ofte lossen op zodanige wijze dat daardoor het laden of het lossen van andere goederen belemmerd of verhinderd wordt, zulks ter beoordeling van de havenmeester.

  • 3.

    De schipper is verplicht er voor te zorgen dat, nadat zijn vaartuig is geladen of gelost, de kade behoorlijk wordt gereinigd.

  • 4.

    Het is verboden ladingen op zodanige wijze te laden, te lossen of te verschepen dat gedeelten van de lading op de kade, de haventerreinen, in de haven of ander openbaar water terechtkomen.

  • 5.

    Wanneer delen van de lading toch terechtkomen op de onder lid 4 genoemde plaatsen, is de schipper en zijn opvarenden, verplicht deze naar genoegen van de havenmeester terstond op te ruimen.

Artikel 5.2 Opslaan op kaden e.d.

  • 1.

    Het is verboden zonder toestemming van de havenmeester enige zaken of goederen van welke aard dan ook of wrakken op te slaan op de kade, de haventerreinen, oevers, glooiingen, kunstwerken, aanlegplaatsen en dergelijke, de havendammen en havendijken.

  • 2.

    Evenzo is het verboden stoffen, van welke aard dan ook, voorwerpen of wrakken, te verbranden, te slopen of anderszins te vernietigen op de onder lid 1 genoemde plaatsen.

  • 3.

    Het is verboden in de haven belangrijke herstellingen, waaronder begrepen het afstralen of metaliseren aan vaartuigen te verrichten of te doen verrichten.

  • 4.

    Op eerste aanzegging van de havenmeester moeten de voorwerpen en goederen, wrakken en stoffen onder lid 1 en 2 bedoeld, onmiddellijk worden opgeruimd of verwijderd en de onder lid 2 of 3 genoemde activiteit dient te worden gestaakt.

  • 5.

    Zodra de betrokkene in gebreke blijft ten aanzien van de in lid 4 gevorderde activiteit zal dit, in opdracht van de havenmeester, voor rekening en risico van de eigenaar alsnog plaatsvinden.

  • 6.

    De schipper is verplicht op last van de havenmeester de door hem overboord geworpen of gevallen voorwerpen terstond weer op te vissen.

Artikel 5.3 Bunkeren en slopafgifte

Het is verboden brandstof, smeermiddel dan wel slops over te slaan of over te laden, indien een vaartuig niet behoorlijk is gemeerd of ten anker ligt.

HOOFDSTUK 6 OVERIGE

Artikel 6.1 Lekkage

  • 1.

    De schipper is verplicht te zorgen dat zijn vaartuig niet aan lekkage onderhevig is en toezicht te houden om anderszins zinken te voorkomen.

  • 2.

    Ingeval een vaartuig lek raakt of zinkt moet de schipper of andere opvarenden dat zo spoedig mogelijk melden aan de havenmeester.

  • 3.

    In spoedeisende gevallen van lekkage of wanneer een vaartuig anderszins in gevaar verkeert, zulks zo mogelijk ter beoordeling van het bestuursorgaan, kan de havenmeester op kosten van de schipper maatregelen treffen die hij nodig acht.

Artikel 6.2 Te water raken en zinken

  • 1.

    De schipper van een vaartuig, dat in de haven is gezonken, alsmede de eigenaar, houder, gebruiker of beheerder van een in de haven te water geraakt vervoermiddel of ander voorwerp, dat de veiligheid of het verkeer in de haven in gevaar kan brengen is verplicht, het zinken ofte water raken onmiddellijk aan de havenmeester te melden en dat vaartuig, vervoermiddel of voorwerp, indien het is gezonken dag en nacht te bewaken of te doen bewaken en daarbij de door de havenmeester voorgeschreven bakens en veiligheidstekens te plaatsen of doen plaatsen, alsmede te zorgen dat aan het bevel van de havenmeester, het gezonken vaartuig, vervoermiddel of voorwerp binnen een door hem te stellen redelijke termijn te verwijderen, gevolg wordt gegeven.

  • 2.

    De schipper van een in de haven aanwezig vaartuig, dat in gevaar van zinken verkeert, is verplicht dit zo spoedig mogelijk, op aanwijzing van de havenmeester, naar een plaats te brengen waar het voor het verkeer in de haven geen bezwaar kan opleveren en het daar gemeerd te houden.

  • 3.

    Bij gebreke van de melding bedoeld in het eerste lid of ingeval van een bevel, het vaartuig te lichten of te verwijderen, niet binnen de gestelde termijn is voldaan, is de gemeente gerechtigd het gezonken vaartuig in het belang van de haven op kosten van de eigenaar terstond te doen lichten en de overige maatregelen te nemen.

  • 4.

    In andere gevallen dan die waarop de Wrakkenwet van toepassing is, is de havenmeester bevoegd, onbeheerde of gezonken vaartuigen, die in de haven worden aangetroffen, alsmede net gemeerde vaartuigen te meren, verhalen en in bewaring te nemen voor rekening en risico van de eigenaar.

Artikel 6.3 Te water laten

Het is verboden zonder toestemming van de havenmeester een vaartuig in de haven te water te laten.

Artikel 6.4 Nutsvoorzieningen

  • 1.

    Het is verboden op de aangeduide drinkwaterplaats te gaan liggen, anders dan voor het doel waarvoor deze dient.

  • 2.

    Het is verboden zonder toestemming van de havenmeester drinkwater uit de langs de haven aanwezige gemeentelijke wateraftappunten te gebruiken voor het afspoelen van vaartuigen.

  • 3.

    De havenmeester kan nadere aanwijzingen geven met betrekking tot het gebruik van openbare nutsvoorzieningen.

Artikel 6.5 Schade

  • 1.

    l. Wanneer met een vaartuig schade is veroorzaakt aan de haven, glooiing, de havendammen, de kade, meerpalen, steigerwerken, aanlegplaatsen en dergelijke of enig ander tot de haven behorend voorwerp of werk of aan een onbemand vaartuig, is de schipper verplicht daarvan onverwijld aangifte te doen bij de havenmeester en politie.

  • 2.

    Indien schade aan enig werk van de haven is ontstaan tengevolge van het laden of lossen van een vaartuig, of het op de kade of haventerrein plaatsen of weghalen van een object of voorwerp, is degene die de feitelijke leiding bij het laden of lossen of plaatsen of weghalen, had, verplicht de schade onmiddellijk te melden bij de havenmeester en/of de politie.

Artikel 6.6 Onbeheerd drijvende voorwerpen

De havenmeester kan onbeheerd drijvende voorwerpen, die in de haven worden aangetroffen alsmede losdrijvende voorwerpen voor rekening en risico van de eigenaar meren, verhalen dan wel in bewaring nemen of dit doen gebeuren.

Artikel 6.7 Gebruik als woonschip

Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van het bestuursorgaan een vaartuig uitsluitend te gebruiken voor huisvesting.

Artikel 6.8 Gebruik als opslag of magazijn

Het is verboden in de haven een vaartuig te hebben dat geheel of gedeeltelijk tot magazijn, tot opslag of bewaring van zaken of tot enige andere beroepsmatige bezigheid wordt gebruikt. Dit is ook van toepassing op tijdelijk opgelegde vaartuigen.

Artikel 6.9 Vaartuig te koop aanbieden

Het is verboden in de haven een vaartuig openlijk ten verkoop aan te bieden.

Artikel 6.10 Opslaan van vaartuigen

  • 1.

    Het opslaan van vaartuigen op het havencomplex is slechts toegestaan na toestemming en overeenkomstige aanwijzingen van de havenmeester.

  • 2.

    Het in het eerste lid bepaalde is mede van toepassing op het tijdelijk opleggen van vaartuigen op het havencomplex.

Artikel 6.11 Honden

  • 1.

    Schippers die een hond of honden aan boord hebben, zijn ingeval de havenmeester dit verlangt, verplicht deze op het door hem te betreden vaartuig kortgelijnd vast te leggen.

  • 2.

    Honden moeten op het havencomplex aan de lijn worden gehouden.

HOOFDSTUK 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 7.1 Uitleg nadere regels

In de gevallen waarin deze nadere regels niet voorzien of bij twijfel omtrent de toepassing van deze nadere regels, beslist het College van burgemeester en wethouders.

Artikel 7.2 Onvoorziene omstandigheden

Onverminderd het bepaalde in de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement of het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer, moet er in de gevallen waarin de onderhavige nadere regels niet voorzien, alle maatregelen worden genomen, zoals door goed zeemanschap zijn geboden, teneinde belemmering van de scheepvaart te voorkomen. Van deze nadere regels kan worden afgeweken, teneinde belemmering van de scheepvaart of beschadiging van kaden of waterstaatswerken te voorkomen.

Artikel 7.3 Havenreglement

  • 1.

    Schippers, passanten en bezoekers worden geacht kennis te hebben genomen van deze nadere regels die bij de havenmeester kunnen worden ingezien.

  • 2.

    Op verzoek van een schipper kan de havenmeester eenmalig kosteloos een exemplaar van deze nadere regels verstrekken.

Artikel 7.4 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking met ingang van de achtste dag na de datum van publicatie.

Artikel 7.5 Citeertitel

Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als "Havenreglement Zwartewaterland".

Aldus vastgesteld in de vergadering van het College van burgemeester en Zwartewaterland van 28 april 2003

de secretaris,

drs. I.de Muijnck

de burgemeester,

drs. W.J.Plomp