Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vijfheerenlanden

Mandaatbesluit college aan DPG, tevens aanwijzingsbesluit college van DPG gemeenschappelijke regeling GGDrU

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVijfheerenlanden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMandaatbesluit college aan DPG, tevens aanwijzingsbesluit college van DPG gemeenschappelijke regeling GGDrU
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het mandaatbesluit van 8 april 2021

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 4 van de Gemeenschappelijke regeling Het Utrechts Archief
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-10-2021nieuwe regeling

28-09-2021

gmb-2021-353126

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaatbesluit college aan DPG, tevens aanwijzingsbesluit college van DPG gemeenschappelijke regeling GGDrU

Gelet op artikel 4 van de Gemeenschappelijke Regeling GGDrU en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vijfheerenlanden besloten tot vaststelling van het volgende besluit:

Artikel 1 Mandaat en aanwijzing

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vijfheerenlanden verleent mandaat aan de Directeur Publieke Gezondheid van de GGDrU tot de uitoefening van de bevoegdheid tot het nemen en ondertekenen van besluiten als bedoeld in bijlage 1 bij dit besluit.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vijfheerenlanden wijst de Directeur Publieke Gezondheid aan als toezichthouder als bedoeld in de artikelen 1.61, eerste lid en 2.19, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Artikel 2 Schakelbepaling

Onder de verlening van het mandaat als bedoeld in artikel 1 wordt mede verstaan:

  • a.

    Het toestaan van het verlenen van ondermandaat voor het nemen en ondertekenen van besluiten aan medewerkers van de GGDrU;

  • b.

    Het voorbereiden van de besluiten als bedoeld in artikel 1;

  • c.

    Het doen uitvoeren van de besluiten als bedoeld in artikel 1, met in begrip van het verrichten van alle feitelijke handelingen en privaatrechtelijke rechtshandelingen die daartoe strekken.

Artikel 3 Uitgezonderde besluiten en beslissingen

  • 1.

    Van de mandaatverlening als bedoeld in artikel 1 zijn uitgesloten de bevoegdheden tot het nemen van de navolgende besluiten en beslissingen:

    • a.

      Het verlenen van een ondermandaat voor de bevoegdheid tot het aanwijzen van een persoon als toezichthouder;

    • b.

      Het verlenen van een ondermandaat voor de bevoegdheid tot het aanwijzen van een andere door de wet genoemde functionaris als bedoeld in artikel 1 sub a tot en met c van bijlage 1 bij dit mandaatbesluit;

    • c.

      Het nemen van een besluit op bezwaar gericht tegen een primair besluit als bedoeld in artikel 1;

    • d.

      Het behandelen van beroepsprocedures en voorlopige voorzieningen bij de bestuursrechter tegen primaire besluiten en besluiten op bezwaar en hoger beroepsprocedures gericht tegen uitspraken van de rechtbank.

  • 2.

    Onder de uitsluitingsgronden als bedoeld in het eerste lid onder c en d valt niet het verlenen van ondersteuning ten behoeve van de voorbereiding van het nemen van een besluit op bezwaar respectievelijk van de behandeling van het beroep en hoger beroep en van de voorlopige voorziening.

Artikel 4 Instructies

  • 1.

    Ten aanzien van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden verleent het college van burgemeester en wethouders uitsluitend schriftelijke instructies, tenzij sprake is van een spoedeisend geval.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders stemt zijn schriftelijke instructies als bedoeld in het eerste lid vooraf af met de Directeur Publieke Gezondheid van de GGDrU.

Artikel 5 Aanwijzing

Bij de uitoefening van een bevoegdheid tot het aanwijzen van een persoon als toezichthouder of een andere door de wet genoemde functionaris maakt de Directeur Publieke Gezondheid gebruik van de het model aanwijzingsbesluit als bedoeld in bijlage 2 bij dit besluit.

Artikel 6 Uitvoering van het mandaat

Het algemeen bestuur stemt schriftelijk in met de verlening van dit mandaat aan de Directeur Publieke Gezondheid door kennisgeving daarvan aan het college van burgemeester en wethouders voordat de Directeur Publieke Gezondheid het mandaat uitvoert dan wel doet uitvoeren.

Artikel 7 Wijze van ondertekening

Een op grond van dit mandaat genomen besluit wordt door de (onder)gemandateerde ondertekend met de vermelding “Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vijfheerenlanden, namens het college mw. N.A.M. Rigter, directeur publieke gezondheid”.

Artikel 8 Aanduiding

Dit besluit kan aangehaald worden als Mandaat- en aanwijzingsbesluit college - DPG GGDrU.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de eerstvolgende dag nadat het op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt.

Aldus vastgesteld op 28 september 2021,

de secretaris,

N. (Nanette) van Ameijde-Poortman

de burgemeester,

S. (Sjors) Fröhlich

Bijlage 1 Vijfheerenlanden

Bijlage als bedoeld in artikel 1 van het Mandaatbesluit college aan DPG GGDrU

 

Artikel 1

Tot de bevoegdheid tot het nemen van de besluiten als bedoeld in artikel 1 van het Mandaatbesluit college aan DPG GGDrU behoren de bevoegdheden zoals geregeld in de navolgende wettelijke bepalingen:

 

  • a.

    artikel 4 Wet op de lijkbezorging (bevoegdheid tot aanwijzing lijkschouwer);

  • b.

    artikel 6.1, eerste lid, Wet maatschappelijke ondersteuning (bevoegdheid tot aanwijzing als toezichthouder);

  • c.

    artikel 1.61, eerste lid, en artikel 2.19, eerste lid, Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (mandatering/machtiging van bevoegdheden van de DPG/toezichthouder);

  • d.

    het nemen van besluiten als bedoeld in de artikelen 1.65 en 2.23 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

  • e.

    artikel 7 Leerplichtwet 1969 (bevoegdheid tot het aanwijzen van een arts - niet zijnde de behandelende arts - of van een door hen aangewezen academisch gevormde of daarmede bij ministeriële regeling gelijkgestelde pedagoog of psycholoog);

  • f.

    artikel 5:1 en artikel 5:2 van de Wet verplichte GGZ;

  • g.

    artikel 58r, vijfde lid van de Wet publieke gezondheid (het toezicht op de naleving van de bij of krachtens hoofdstuk Va van de Wet publieke gezondheid gestelde regels in de kinderopvang);

  • h.

    artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur voor wat betreft het openbaar maken van rapporten opgesteld n.a.v. artikel 6.1, eerste lid, Wet maatschappelijke ondersteuning (dit geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2021).

Het mandaatbesluit van 8 april 2021 wordt ingetrokken, zodra dit mandaatbesluit in werking treedt.