Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Delft

Verordening op de begeleidingscommissie voor het Instituut Sociaal Raadslieden 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDelft
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de begeleidingscommissie voor het Instituut Sociaal Raadslieden 2021
CiteertitelVerordening begeleidingscommissie Instituut Sociaal Raadslieden 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening op de begeleidingscommissie voor het Instituut Sociaal Raadslieden zoals gewijzigd bij raadsbesluit van 23 september 2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 84 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-10-2021nieuwe regeling

30-09-2021

gmb-2021-351644

4569076

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de begeleidingscommissie voor het Instituut Sociaal Raadslieden 2021

De raad van de gemeente Delft;

 

Gelezen het voorstel van het college van 01-06-2021;

 

gelet op de artikelen 84 en 149 van de Gemeentewet;

 

B E S L U I T:

 

vast te stellen de

 

Verordening op de begeleidingscommissie voor het Instituut Sociaal Raadslieden 2021

Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze verordening verstaan onder:

  • a.

    Het Instituut: het Instituut Sociaal Raadslieden.

  • b.

    Het college: het college van burgemeester en wethouders van Delft.

  • c.

    Begeleidingscommissie: een commissie als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet.

  • d.

    Lid: lid van de begeleidingscommissie.

Artikel 2. Bestaan van de begeleidingscommissie

Er is een begeleidingscommissie voor het Instituut.

Artikel 3. Taken

De taken van de begeleidingscommissie zijn:

  • a.

    Het waarborgen van de onafhankelijkheid van de raadslieden, in combinatie met het toezien op waarborgen van de toegankelijkheid, laagdrempeligheid, zichtbaarheid en herkenbaarheid van het Instituut als zodanig.

  • b.

    Signaleren van eventuele knelpunten.

  • c.

    Het bevorderen van de communicatie tussen de raadslieden enerzijds en instellingen op sociaal-maatschappelijk terrein anderzijds. Hierbij brengt de begeleidingscommissie, al dan niet op instigatie van de sociaal raadslieden, signalen van instellingen op sociaal-maatschappelijk terrein onder de aandacht. De begeleidingscommissie informeert anderzijds de sociaal raadslieden zo nodig over ontwikkelingen bij instellingen op sociaal-maatschappelijk terrein.

  • d.

    Onderhouden van contacten met de gemeente Delft, zowel bestuurlijk als ambtelijk.

  • e.

    Zorgdragen voor het jaarverslag met betrekking tot het functioneren van het Instituut, ten behoeve van de gemeenteraad.

  • f.

    Het doen van voorstellen omtrent de taakstelling van de raadslieden, teneinde een doelmatig functioneren te bevorderen.

Artikel 4. Het vooraf horen van de begeleidingscommissie

De begeleidingscommissie wordt vooraf gehoord over:

  • a.

    De benoeming van de leden van de begeleidingscommissie.

  • b.

    Voorstellen met betrekking tot wijziging van deze verordening.

  • c.

    Voorstellen met betrekking tot de taken van de raadslieden.

  • d.

    Benoeming, bevordering, schorsing en ontslag van de raadslieden.

Artikel 5. Samenstelling van de begeleidingscommissie

  • 1.

    De begeleidingscommissie bestaat uit tenminste vijf leden.

  • 2.

    De leden worden door het college benoemd, te weten:

    • a.

      een lid te benoemen als voorzitter;

    • b.

      ten minste drie leden van wie uit hoofde van hun deskundigheid en betrokkenheid bij sociaal-maatschappelijke problemen kan worden verwacht dat zij een bijdrage kunnen leveren met betrekking tot het functioneren van het Instituut.

    • c.

      De begeleidingscommissie kiest uit haar midden een vice-voorzitter.

  • 3.

    De leden van de begeleidingscommissie mogen geen lid zijn van het college of de gemeenteraad.

Artikel 6. Advisering en bijwoning vergaderingen door derden

  • 1.

    De begeleidingscommissie is bevoegd om derden te raadplegen en tot bijwonen van haar vergaderingen uit te nodigen.

  • 2.

    De voorzitter van de begeleidingscommissie kan op verzoek van de begeleidingscommissie gemeenteambtenaren uitnodigen vergaderingen van de begeleidingscommissie bij te wonen.

  • 3.

    De vergaderingen van de begeleidingscommissie zijn openbaar.

  • 4.

    Op voorstel van de voorzitter kan de begeleidingscommissie besluiten besloten te vergaderen.

Artikel 7. Zittingsperiode en beëindiging lidmaatschap

  • 1.

    De zittingsperiode van de begeleidingscommissie valt samen met die van de gemeenteraad, met dien verstande, dat de leden aftreden op 1 november van het jaar, waarin de gemeenteraadsverkiezing wordt gehouden.

  • 2.

    Het lidmaatschap van de begeleidingscommissie eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      ten gevolge van overlijden.

  • 3.

    Het college kan een lid van de begeleidingscommissie voor het einde van de benoemingstermijn ontslag verlenen wegens het niet naar behoren functioneren. Voordat het ontslagbesluit genomen wordt, worden de voorzitter dan wel de vicevoorzitter en het betreffende lid in de gelegenheid gesteld hun zienswijze te geven.

  • 4.

    Het lid dat tussentijds is afgetreden blijft zijn functie vervullen totdat in zijn opvolging is voorzien.

  • 5.

    Het lid, dat ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats is benoemd, treedt af op het tijdstip, waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou zijn afgetreden.

  • 6.

    De aftredende leden zijn terstond voor éénmaal herbenoembaar. In bijzondere gevallen kan het college besluiten tot een tweede herbenoeming.

Artikel 8. Vergaderfrequentie, quorum en besluitvorming

  • 1.

    De begeleidingscommissie vergadert ten minste vier maal per jaar. Voorts wordt een vergadering gehouden als dit door de voorzitter of door drie van de andere leden nodig wordt geacht.

  • 2.

    De begeleidingscommissie mag geen besluiten nemen, indien niet tenminste drie leden aanwezig zijn.

  • 3.

    Alle besluiten worden bij eenvoudige meerderheid van stemmen genomen.

Artikel 9. Vergoeding leden begeleidingscommissie

  • 1.

    Leden van de begeleidingscommissie genieten een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de begeleidingscommissie krachtens de Verordening voorzieningen fracties, raads- en commissieleden 2015.

  • 2.

    De werkelijk gemaakte kosten ter zake van andere werkzaamheden of bemoeiingen ten behoeve van de begeleidingscommissie worden vergoed.

Artikel 10. Overgangsrecht

  • 1.

    De leden die bij inwerkingtreding van deze verordening lid zijn van de begeleidingscommissie worden aangemerkt als leden van de begeleidingscommissie bedoeld in artikel 5, tot het moment dat hun huidige benoeming eindigt.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde personen komen voor herbenoeming in aanmerking voor zover zij voldoen aan de bepalingen genoemd in de artikelen 5 en 7 van deze verordening.

Artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in op de eerste dag na bekendmaking.

  • 2.

    Met ingang van die dag vervalt de Verordening op de begeleidingscommissie voor het Instituut Sociaal Raadslieden zoals gewijzigd bij raadsbesluit van 23 september 2010.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening begeleidingscommissie Instituut Sociaal Raadslieden 2021”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 september 2021.

J.M. van Bijsterveldt-vliegenthart

,burgemeester.

Drs. R.G.R. Jeene CMC

,griffier.

Uitleg bij de Verordening op de begeleidingscommissie voor het Instituut Sociaal Raadslieden

 

Informatie over het Instituut Sociaal Raadslieden Delft

 

Het Instituut Sociaal Raadslieden Delft (hierna: het instituut) is onderdeel van de gemeente Delft. Het is een onafhankelijk instituut. Dat betekent dat de gemeente geen invloed heeft op de beslissingen van het instituut.

 

Delftenaren kunnen bij het instituut informatie of hulp vragen over juridische onderwerpen. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld werk en uitkeringen, wonen of belastingen. De sociaal raadslieden die er werken, geven informatie en advies. Ze helpen bij het schrijven van brieven, ze vullen formulieren in of ze bellen met organisaties.

 

Om te zorgen dat de raadslieden onafhankelijk kunnen werken, heeft het instituut een begeleidingscommissie. De mensen in de begeleidingscommissie bewaken dat de raadslieden hun werk goed kunnen doen. Ook hebben zij contact met alle partners in de stad.

 

Uitleg per artikel

Een verordening bestaat uit ‘artikelen’. Dat zijn alinea’s met informatie. Hieronder staat de uitleg per artikel.

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In de verordening staan soms lastige woorden. In dit artikel staat een uitleg van deze woorden.

 

Artikel 2. Bestaan van de begeleidingscommissie

In dit artikel staat dat het instituut een begeleidingscommissie heeft.

 

Artikel 3. Taken

In dit artikel staat wat de taken zijn van de begeleidingscommissie. De sociaal raadslieden, ieder met hun eigen specialistische kennis, hebben een belangrijke functie op het gebied van de Sociaal Juridische Dienstverlening in Delft.

 

De begeleidingscommissie is bijvoorbeeld verantwoordelijk voor het:

  • -

    zorgen dat de sociaal raadslieden onafhankelijk kunnen werken;

  • -

    toezien dat het instituut makkelijk te bereiken is;

  • -

    zorgen voor het jaarverslag over hoe het instituut te werk is gegaan;

  • -

    begeleiden en bevorderen van de adviserende, verwijzende en signalerende functie van het instituut en

  • -

    bevorderen van de communicatie tussen de raadslieden en organisaties op sociaal-maatschappelijk gebied. De leden van de begeleidingscommissie hebben ieder hun eigen netwerk. Deze leden kunnen goed als contactpersoon werken als zij zelf korte lijnen hebben met organisaties op sociaal-maatschappelijk gebied. Deze communicatie gaat twee kanten op; signalen die de leden van de begeleidingscommissie ergens anders in hun netwerk opvangen kunnen doorgestuurd worden naar de sociaal raadslieden en signalen vanuit de sociaal raadslieden kunnen tot gesprekken ergen anders leiden.

Voorbeelden van instellingen op sociaal-maatschappelijk gebied zijn: woningcorporaties, de Regionale Belasting Groep, ISOFA, Delft voor Elkaar of afzonderlijke partners binnen Delf voor Elkaar.

 

Artikel 4. Het vooraf horen van de begeleidingscommissie

In dit artikel staat wanneer de raadslieden om de mening van de begeleidingscommissie moeten vragen.

 

Artikel 5. Samenstelling van de begeleidingscommissie

In dit artikel staat hoeveel mensen er in de begeleidingscommissie zitten. Ook staat hier wie de voorzitter en de leden benoemt.

 

Artikel 6. Advisering en bijwoning vergaderingen door derden

In dit artikel staat dat de begeleidingscommissie andere mensen kan uitnodigen voor hun vergaderingen. Iedereen kan bij de vergaderingen zijn. Soms maakt de begeleidingscommissie een uitzondering op deze regel.

 

Artikel 7. Zittingsperiode en beëindiging lidmaatschap

In dit artikel staat hoe lang leden in de begeleidingscommissie kunnen zitten. Ook staat hier wanneer het lidmaatschap van de begeleidingscommissie stopt. Voordat het ontslagbesluit genomen wordt, wordt de vicevoorzitter - bij afwezigheid van de voorzitter - en het betreffende lid gevraagd hun mening te geven. Het college van burgemeester en wethouders kan besluiten om een lid van de begeleidingscommissie voor een tweede keer te benoemen. De reden is om zoveel als mogelijk de continuïteit van de begeleidingscommissie te waarborgen.

 

Artikel 8. Vergaderfrequentie, quorum en besluitvorming

In dit artikel staat hoe vaak de begeleidingscommissie vergadert. Ook staat hier hoeveel leden bij de vergadering aanwezig moeten zijn om te mogen stemmen. En wanneer zij een besluit mogen nemen.

 

Artikel 9. Vergoeding leden begeleidingscommissie

In dit artikel staat meer informatie over de vergoeding die leden van de begeleidingscommissie krijgen.

 

Artikel 10. Overgangsrecht

Als bijvoorbeeld een regeling ingetrokken wordt, is het niet altijd duidelijk welke gevolgen de intrekking heeft. Dit artikel maakt duidelijk wie, na invoering van deze verordening, bij de begeleidingscommissie hoort.

 

Artikel 11. Inwerkingtreding

In dit artikel staat wanneer deze verordening ingaat. De oude verordening geldt vanaf dat moment niet meer.

 

Artikel 12. Citeertitel

In dit artikel staat de naam van de verordening.