Organisatie | Soest |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Schuldhulpverlening gemeente Soest 2021 |
Citeertitel | Beleidsregel schuldhulpverlening gemeente Soest |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-10-2021 | nieuwe regeling | 04-10-2021 | Samenleving/76364 |
In deze regeling wordt verstaan onder:
Schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing en/of stabilisatie van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen;
Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening
Iedere inwoner van de gemeente Soest van 18 jaar en ouder kan, indien hij of zij een ingezetene is die rechtmatig in Nederland verblijf houdt, zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening.
Cliënt heeft een informatieplicht, zoals bedoeld in artikel 6 van de wet. Dat wil zeggen dat cliënt aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling doet van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende looptijd van het schuldhulpverleningstraject.
In september 2017 heeft de gemeenteraad de Herijking Schuldhulpverlening vastgesteld. In deze herijking zijn de uitgangspunten van de gemeente Soest op het terrein van schuldhulpverlening en de beleidsdoelen om aan te werken beschreven. In 2021 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening gewijzigd, waardoor de eerder vastgestelde Beleidsregels schuldhulpverlening uit 2013 niet meer aansluiten. De nieuwe Beleidsregel Schuldhulpverlening 2021 is gebaseerd op de visie en uitgangspunten in de Herijking Schuldhulpverlening en is een nadere uitwerking van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de nieuwe wijzigingen daarin met betrekking tot vroegsignalering en gegevensuitwisseling ten behoeve daarvan.
In de beleidsregel staan voorwaarden voor toelating en uitsluiting van schuldhulpverlening. De inwoner weet hierdoor wat de voorwaarden zijn om in aanmerking te komen voor toelating tot de gemeentelijke schuldhulpverlening en waaraan hij of zij zich dient te houden. De gemeente weet op haar beurt welke verplichtingen zij aan de inwoner mag opleggen en wanneer zij de toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening mag weigeren of beëindigen. Voor de toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening is het van belang om te benadrukken dat afwijzing en beëindiging van een schuldhulpverleningstraject de minnelijke schuldhulpverlening betreft. In het voorstadium, wanneer (nog) geen aanvraag voor schuldhulpverlening is ingediend, kunnen inwoners altijd een beroep doen op een informatie- en adviesgesprek en kan doorverwijzing naar ketenpartners plaatsvinden.
In dit artikel wordt een aantal begrippen omschreven. Deze zijn grotendeels afkomstig uit de begripsbepalingen uit de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.
Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening
Conform de visie staat schuldhulpverlening in beginsel open voor alle inwoners van Soest van 18 jaar en ouder.
Artikel 3. Aanvraag en wacht- en doorlooptijden
In lid 1 is aangegeven dat een inwoner via de gemeentelijke website of de website van Uitvoeringsorganisatie BBS een meldingsformulier kan invullen. Dit is een schriftelijke aanvraag. Het is ook mogelijk om mondeling een aanvraag te doen. Dat kan telefonisch, maar bijvoorbeeld ook wanneer een inwoner het aanbod tot schuldhulpverlening aanvaardt nadat het college een signaal over betaalachterstanden heeft ontvangen zoals bedoeld in artikel 3, lid 1 onderdeel b van de wet. In beide gevallen vindt het eerste gesprek binnen vier weken na aanvraag plaats. Bij een bedreigende situatie is dat drie werkdagen. In dit eerste gesprek wordt de hulpvraag vastgesteld. Conform de Verordening beslistermijn schuldhulpverlening Soest volgt er binnen acht weken na het eerste gesprek een toekenning dan wel afwijzing van de aanvraag tot schuldhulpverlening.
Artikel 4. Aanbod schuldhulpverlening
In lid 1 is aangegeven dat het college schuldhulpverlening verleent indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Op deze manier wordt enerzijds recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. Daar waar de inwoner in staat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan schuldhulpverlening achterwege blijven. Anderzijds wordt met dit lid, evenals met lid 3, recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt dat schuldhulpverlening vraaggericht ingezet dient te worden (maatwerk).
Een gerichte en selectieve toepassing van schuldhulpverlening vraagt om maatwerk. De inzet van producten kan per situatie verschillen. Het derde lid noemt factoren die bepalen welke producten schuldhulpverlening de gemeente aanbiedt. De inzet van producten kan per situatie verschillen.
Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de cliënt om tijdig de benodigde informatie te geven (lid 1) en medewerking te verlenen (lid 2). Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject. Wat betreft de verplichting tot medewerking is in lid 2 een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming.
Artikel 6. Weigeren en beëindigen
Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 5, leden 1 en 2, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen. Alvorens dat te doen wordt verzoeker eenmaal een termijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel bewust niet benoemd. De termijn dient een redelijke te zijn conform de Algemene wet bestuursrecht. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting.
Komt verzoeker ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het college besluiten tot weigering of beëindiging van de schuldhulpverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid vereist het opleggen van een hersteltermijn maatwerk.
Artikel 5 is geformuleerd als een zogenaamde “kan”-bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering of beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college met name ruimte om van een weigering of beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.
In artikel 6 lid 3 wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd. Onder “het zich misdragen” in artikel 6 lid 3 onder d kunnen diverse vormen van agressie worden verstaan, zij het dat er sprake moet zijn van verwijtbaarheid en van gedrag dat in het normale verkeer in alle gevallen als onacceptabel kan worden beschouwd. In en dergelijke situatie zal gekeken moeten worden naar de ernst van de gedraging, de mate van verwijtbaarheid en de persoonlijke omstandigheden van de betrokkene.
Van de gronden zoals benoemd, verdienen de gronden onder e. en f. bijzondere aandacht gelet op de visie zoals neergelegd in de Herijking Schuldhulpverlening. Daar waar Soest wil staan voor maatwerk bij schuldhulpverlening, kan dat betekenen dat schuldhulpverlening wordt beëindigd indien de vorm van hulpverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker. Zie in dat licht ook een duidelijke link met artikel 4 lid 3 van deze beleidsregel. Die persoonlijke omstandigheden variëren in aard en duur. Hier is dan ook sprake van maatwerk en dient de medewerker goed te motiveren in de beschikking.
Artikel 7. Recidive – hernieuwde aanvraag
Wat betreft de bevoegdheid tot weigering van een aanbod schuldhulpverlening in relatie tot eerdere trajecten schuldhulpverlening, zijn in dit artikel regels gesteld.
Er wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen. Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening telt de verleende schuldhulpverlening vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregel ook mee.
Een termijn van twee jaar in het geval van een positieve beëindiging van een traject wordt gezien als een redelijke termijn. We gaan er van uit dat iemand na een positief resultaat niet snel weer in een zodanige schuldenpositie terecht komt, dat opnieuw schuldhulpverlening noodzakelijk is. Informatie en advies blijven wel beschikbaar. In het geval dat in individuele situaties bijvoorbeeld door plotselinge onvoorziene omstandigheden wel een traject wenselijk is, kan van weigering worden afgezien, omdat artikel 7 lid 1 een kanbepaling is.
De grote beleidsvrijheid zoals aan de gemeente gegeven om een dergelijke recidivebepaling op te nemen, ontslaat de gemeente niet van de verplichting om, daar waar een onevenredige situatie ontstaat voor de inwoner, af te wijken van het bepaalde van artikel 7 indien nodig (ingevolge artikel 8: de hardheidsclausule). Uitgangspunt is en blijft evenwel het bepaalde in artikel 7.
Artikel 8. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden
Dit artikel geeft ruimte aan het college om in bijzondere (lid 1) en/of onvoorziene (lid 2) gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling.
Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel
De beleidsregel treedt in werking de dag na bekendmaking en wordt aangehaald als ‘Beleidsregel schuldhulpverlening gemeente Soest’.