Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Soest

Beleidsregel Schuldhulpverlening gemeente Soest 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSoest
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel Schuldhulpverlening gemeente Soest 2021
CiteertitelBeleidsregel schuldhulpverlening gemeente Soest
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 2 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
  2. artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
  3. https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR654261/1
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-10-2021nieuwe regeling

04-10-2021

gmb-2021-350661

Samenleving/76364

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel Schuldhulpverlening gemeente Soest 2021

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Soest,

 

gelet op artikel 2 en artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de Verordening beslistermijn schuldhulpverlening Soest,

 

besluit:

 

vast te stellen de Beleidsregel Schuldhulpverlening gemeente Soest 2021

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

  • b.

    Bedreigende situatie: gedwongen woningontruiming, beëindiging van de levering van energie of water of opzegging dan wel ontbinding van de zorgverzekering;

  • c.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Soest;

  • d.

    Cliënt: persoon aan wie op grond van deze Wet schuldhulpverlening wordt gegeven;

  • e.

    Fraude: opzettelijk handelen of nalaten dat financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft en waarvoor een onherroepelijke strafrechtelijke veroordeling of onherroepelijke bestuurlijke sanctie, die beoogt leed toe te voegen, is opgelegd;

  • f.

    Inwoner: ingezetene die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij de gemeente Soest is ingeschreven;

  • g.

    Recidive: indien al eerder gebruik is gemaakt van schuldhulpverlening;

  • h.

    Schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing en/of stabilisatie van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen;

  • i.

    Schuldhulpverleningstraject: het totaal van dienstverlening vanaf aanvraag schuldhulpverlening tot en met de afronding van de schuldregeling, inclusief het opstellen van een aanvraag voor de wet schuldsanering natuurlijke personen, alsmede de nazorg;

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Iedere inwoner van de gemeente Soest van 18 jaar en ouder kan, indien hij of zij een ingezetene is die rechtmatig in Nederland verblijf houdt, zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening.

Artikel 3. Aanvraag en wacht- en doorlooptijden

  • 1.

    Een aanvraag voor schuldhulpverlening wordt bij het college ingediend: schriftelijk via het meldingsformulier op de website van gemeente Soest of Uitvoeringsorganisatie BBS, of mondeling.

  • 2.

    Het eerste gesprek waarin de schriftelijke of mondelinge hulpvraag wordt vastgesteld, vindt plaats binnen vier weken nadat:

    • a.

      Een inwoner zich tot het college wendt voor schuldhulpverlening of

    • b.

      Een inwoner het aanbod van het college tot schuldhulpverlening aanvaardt na een door het college ontvangen signaal van een schuldeiser als bedoeld in artikel 3, lid 1 onderdeel b van de wet

  • 3.

    Indien er sprake is van een bedreigende situatie vindt binnen drie werkdagen het eerste gesprek plaats, waarin de hulpvraag wordt vastgesteld.

  • 4.

    Het college neemt binnen maximaal acht weken na het eerste gesprek een besluit over de toekenning dan wel afwijzing van de aanvraag tot schuldhulpverlening, conform de Verordening beslistermijn schuldhulpverlening Soest.

Artikel 4. Aanbod schuldhulpverlening

  • 1.

    Het college verleent een inwoner schuldhulpverlening indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht volgens de uitgangspunten beschreven in het beleidsplan. Indien de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het college kan een aanvraag worden geweigerd.

  • 2.

    Lid 1 wordt in een beschikking vastgelegd, inhoudende:

    • a.

      Een plan van aanpak waarin het aanbod schuldhulpverlening in concrete stappen is uitgewerkt of

    • b.

      Een weigering tot schuldhulpverlening.

  • 3.

    De vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn:

    • a.

      Aard, zwaarte en omvang van de schulden;

    • b.

      Psychosociale situatie;

    • c.

      Houding en gedrag van cliënt;

    • d.

      Inkomsten, uitgaven en woonsituatie;

    • e.

      Eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.

  • 4.

    In afwijking van het tweede lid kan een beschikking achterwege blijven als in het eerste gesprek zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid door de inwoner wordt aangegeven af te zien van verdere schuldhulpverlening.

Artikel 5. Verplichtingen

  • 1.

    Cliënt heeft een informatieplicht, zoals bedoeld in artikel 6 van de wet. Dat wil zeggen dat cliënt aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling doet van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende looptijd van het schuldhulpverleningstraject.

  • 2.

    Cliënt is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject, zoals bedoeld in artikel 7 van de wet.

  • De medewerking bestaat onder andere uit:

    • a.

      Het nakomen van afspraken;

    • b.

      Geen nieuwe schulden aangaan;

    • c.

      Het zich houden aan de bepalingen van het plan van aanpak.

Artikel 6. Weigeren en beëindigen

  • 1.

    Het college kan besluiten tot weigering dan wel beëindiging van schuldhulpverlening in onderstaande gevallen en stelt daartoe een beschikking op:

    • a.

      De cliënt niet of in onvoldoende mate de verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 5, leden 1 en 2;

    • b.

      Sprake is van recidive zoals beschreven in artikel 7;

    • c.

      Cliënt fraude heeft gepleegd.

  • 2.

    Alvorens, ingevolge lid 1 sub a te besluiten tot weigering dan wel beëindiging, wordt cliënt eenmaal een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog, binnen de gestelde termijn, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.

  • 3.

    Het college kan besluiten tot beëindiging van schuldhulpverlening indien:

    • a.

      Het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

    • b.

      Cliënt zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken voor de aflossing van schulden;

    • c.

      Op grond van -zo later is gebleken- onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan cliënt is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

    • d.

      De cliënt zich ten opzichte van medewerkers, die direct of indirect belast zijn met de werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, misdraagt;

    • e.

      Cliënt in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

    • f.

      De geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van cliënt, niet (langer) passend of noodzakelijk is;

    • g.

      De inkomens-, woon- of leefsituatie van verzoeker dermate onzeker is dat schuldhulpverlening (nog) niet mogelijk is;

    • h.

      Op verzoek van cliënt zelf;

    • i.

      Cliënt verhuist naar een andere gemeente.

Artikel 7. Recidive – hernieuwde aanvraag

  • 1.

    Schuldhulpverlening kan worden geweigerd indien:

    • a.

      minder dan 2 jaar voorafgaand aan de dag waarop het verzoek is ingediend door inwoner een traject schuldregeling succesvol is doorlopen (minnelijk of wettelijk);

    • b.

      minder dan 1 jaar voorafgaand aan de dag waarop het verzoek is ingediend een schuldhulpverleningstraject (minnelijk of wettelijk) tussentijds door toedoen van de inwoner is beëindigd;

    • c.

      minder dan 1 jaar voorafgaand aan de dag waarop het verzoek is ingediend een schuldhulpverleningstraject ingevolge artikel 6 is geweigerd;

  • 2.

    Een eventueel eerder gebruik van de producten informatie, advies, een doorverwijzing en/of nazorg gelden niet als een eerder schuldhulpverleningstraject.

  • 3.

    Weigering van schuldhulpverlening op grond van dit artikel sluit het geven van informatie en advies en/of doorverwijzing naar ketenpartners niet uit.

Artikel 8. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling indien toepassing voor de cliënt onevenredige gevolgen zou hebben zoals bedoeld in artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling treedt in werking de dag na bekendmaking en wordt aangehaald als “Beleidsregel schuldhulpverlening gemeente Soest”.

Aldus vastgesteld op 4 oktober 2021,

College van burgemeester en wethouders van de gemeente Soest.

ALGEMENE TOELICHTING

In september 2017 heeft de gemeenteraad de Herijking Schuldhulpverlening vastgesteld. In deze herijking zijn de uitgangspunten van de gemeente Soest op het terrein van schuldhulpverlening en de beleidsdoelen om aan te werken beschreven. In 2021 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening gewijzigd, waardoor de eerder vastgestelde Beleidsregels schuldhulpverlening uit 2013 niet meer aansluiten. De nieuwe Beleidsregel Schuldhulpverlening 2021 is gebaseerd op de visie en uitgangspunten in de Herijking Schuldhulpverlening en is een nadere uitwerking van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de nieuwe wijzigingen daarin met betrekking tot vroegsignalering en gegevensuitwisseling ten behoeve daarvan.

 

In de beleidsregel staan voorwaarden voor toelating en uitsluiting van schuldhulpverlening. De inwoner weet hierdoor wat de voorwaarden zijn om in aanmerking te komen voor toelating tot de gemeentelijke schuldhulpverlening en waaraan hij of zij zich dient te houden. De gemeente weet op haar beurt welke verplichtingen zij aan de inwoner mag opleggen en wanneer zij de toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening mag weigeren of beëindigen. Voor de toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening is het van belang om te benadrukken dat afwijzing en beëindiging van een schuldhulpverleningstraject de minnelijke schuldhulpverlening betreft. In het voorstadium, wanneer (nog) geen aanvraag voor schuldhulpverlening is ingediend, kunnen inwoners altijd een beroep doen op een informatie- en adviesgesprek en kan doorverwijzing naar ketenpartners plaatsvinden.

 

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit artikel wordt een aantal begrippen omschreven. Deze zijn grotendeels afkomstig uit de begripsbepalingen uit de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

 

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Conform de visie staat schuldhulpverlening in beginsel open voor alle inwoners van Soest van 18 jaar en ouder.

 

Artikel 3. Aanvraag en wacht- en doorlooptijden

In lid 1 is aangegeven dat een inwoner via de gemeentelijke website of de website van Uitvoeringsorganisatie BBS een meldingsformulier kan invullen. Dit is een schriftelijke aanvraag. Het is ook mogelijk om mondeling een aanvraag te doen. Dat kan telefonisch, maar bijvoorbeeld ook wanneer een inwoner het aanbod tot schuldhulpverlening aanvaardt nadat het college een signaal over betaalachterstanden heeft ontvangen zoals bedoeld in artikel 3, lid 1 onderdeel b van de wet. In beide gevallen vindt het eerste gesprek binnen vier weken na aanvraag plaats. Bij een bedreigende situatie is dat drie werkdagen. In dit eerste gesprek wordt de hulpvraag vastgesteld. Conform de Verordening beslistermijn schuldhulpverlening Soest volgt er binnen acht weken na het eerste gesprek een toekenning dan wel afwijzing van de aanvraag tot schuldhulpverlening.

 

Artikel 4. Aanbod schuldhulpverlening

In lid 1 is aangegeven dat het college schuldhulpverlening verleent indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Op deze manier wordt enerzijds recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. Daar waar de inwoner in staat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan schuldhulpverlening achterwege blijven. Anderzijds wordt met dit lid, evenals met lid 3, recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt dat schuldhulpverlening vraaggericht ingezet dient te worden (maatwerk).

 

Een gerichte en selectieve toepassing van schuldhulpverlening vraagt om maatwerk. De inzet van producten kan per situatie verschillen. Het derde lid noemt factoren die bepalen welke producten schuldhulpverlening de gemeente aanbiedt. De inzet van producten kan per situatie verschillen.

 

Artikel 5. Verplichtingen

Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de cliënt om tijdig de benodigde informatie te geven (lid 1) en medewerking te verlenen (lid 2). Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject. Wat betreft de verplichting tot medewerking is in lid 2 een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming.

 

Artikel 6. Weigeren en beëindigen

Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 5, leden 1 en 2, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen. Alvorens dat te doen wordt verzoeker eenmaal een termijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel bewust niet benoemd. De termijn dient een redelijke te zijn conform de Algemene wet bestuursrecht. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting.

 

Komt verzoeker ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het college besluiten tot weigering of beëindiging van de schuldhulpverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid vereist het opleggen van een hersteltermijn maatwerk.

 

Artikel 5 is geformuleerd als een zogenaamde “kan”-bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering of beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college met name ruimte om van een weigering of beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

 

In artikel 6 lid 3 wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd. Onder “het zich misdragen” in artikel 6 lid 3 onder d kunnen diverse vormen van agressie worden verstaan, zij het dat er sprake moet zijn van verwijtbaarheid en van gedrag dat in het normale verkeer in alle gevallen als onacceptabel kan worden beschouwd. In en dergelijke situatie zal gekeken moeten worden naar de ernst van de gedraging, de mate van verwijtbaarheid en de persoonlijke omstandigheden van de betrokkene.

 

Van de gronden zoals benoemd, verdienen de gronden onder e. en f. bijzondere aandacht gelet op de visie zoals neergelegd in de Herijking Schuldhulpverlening. Daar waar Soest wil staan voor maatwerk bij schuldhulpverlening, kan dat betekenen dat schuldhulpverlening wordt beëindigd indien de vorm van hulpverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker. Zie in dat licht ook een duidelijke link met artikel 4 lid 3 van deze beleidsregel. Die persoonlijke omstandigheden variëren in aard en duur. Hier is dan ook sprake van maatwerk en dient de medewerker goed te motiveren in de beschikking.

 

Artikel 7. Recidive – hernieuwde aanvraag

Wat betreft de bevoegdheid tot weigering van een aanbod schuldhulpverlening in relatie tot eerdere trajecten schuldhulpverlening, zijn in dit artikel regels gesteld.

 

Er wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen. Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening telt de verleende schuldhulpverlening vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregel ook mee.

 

Een termijn van twee jaar in het geval van een positieve beëindiging van een traject wordt gezien als een redelijke termijn. We gaan er van uit dat iemand na een positief resultaat niet snel weer in een zodanige schuldenpositie terecht komt, dat opnieuw schuldhulpverlening noodzakelijk is. Informatie en advies blijven wel beschikbaar. In het geval dat in individuele situaties bijvoorbeeld door plotselinge onvoorziene omstandigheden wel een traject wenselijk is, kan van weigering worden afgezien, omdat artikel 7 lid 1 een kanbepaling is.

 

De grote beleidsvrijheid zoals aan de gemeente gegeven om een dergelijke recidivebepaling op te nemen, ontslaat de gemeente niet van de verplichting om, daar waar een onevenredige situatie ontstaat voor de inwoner, af te wijken van het bepaalde van artikel 7 indien nodig (ingevolge artikel 8: de hardheidsclausule). Uitgangspunt is en blijft evenwel het bepaalde in artikel 7.

 

Artikel 8. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

Dit artikel geeft ruimte aan het college om in bijzondere (lid 1) en/of onvoorziene (lid 2) gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling.

 

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

De beleidsregel treedt in werking de dag na bekendmaking en wordt aangehaald als ‘Beleidsregel schuldhulpverlening gemeente Soest’.