Organisatie | Oosterhout |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van Oosterhout van 8 december 2020 tot vaststelling van het 'BeleidskaderTheater de Bussel 2021-2024' |
Citeertitel | Beleidskader Theater de Bussel 2021-2024 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-10-2021 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 08-12-2020 | 256384 |
Voor u ligt het beleidskader theater de Bussel 2021-2024 van de gemeente Oosterhout. Dit beleidskader vormt de basis voor de subsidieverlening aan stichting theater De Bussel voor de periode 2021-2024. In dit eerste hoofdstuk gaan we in op een aantal zaken die relevant zijn voor deze subsidieverlening: trends en ontwikkelingen, de visie en het beleid van de gemeente en de te doorlopen procedure. In de hoofdstukken hierna is de vraagstelling verwoord waarop het subsidieverzoek een antwoord dient te geven.
In de afgelopen periode heeft het theater zichzelf ontwikkeld tot een volwaardig zelfstandig theater. We leven echter in een samenleving die continue in ontwikkeling is. Door de coronacrisis wordt dit alleen maar versterkt. Om een perspectief te kunnen schetsen voor de toekomst van het theater, is het daarom belangrijk om eerst een idee te hebben van hoe de samenleving er ongeveer uit zal gaan zien. Dat deze verandert is duidelijk. Echter hoe en hoe snel veranderingen zich voltrekken, laat zich lastig voorspellen. Wat we wel weten is welke trends zich aftekenen. Ze vormen het decor waarin het theater haar functie vervult en waarin deze functie zich ontwikkelt.
De belangrijkste trends en ontwikkelingen die van belang zijn voor het theater zijn:
Van keten naar ecosysteem: De kern van de theaterkunst wordt traditioneel samengevat als ‘a acteert b, terwijl c toekijkt’. Voorheen werd de relatie tussen die spelers als een keten opgevat: makers maken een voorstelling, die wordt vervolgens gepresenteerd op een podium en daar komt een publiek naar kijken. Maar wie nu naar het Nederlandse theaterlandschap kijkt, zal moeite hebben dat landschap in een keten te vatten. Die metafoor doet eigenlijk geen recht meer aan het hedendaagse veld. Functies lopen vaker door elkaar of gaan nieuwe relaties met elkaar aan. Zowel de kunstvorm als het kunstenaarschap wordt meer fluïde. Theatermakers maken zowel voorstellingen, theatrale installaties en geven les op de toneelschool. Het publiek wordt vaker gevraagd om ook performer te zijn. Er zijn podia die (co)producent zijn van een theaterproductie. Gezelschappen creëren op locatie of in een lege loods hun eigen speelplek, terwijl de schouwburg de kaartverkoop voor hen regelt. De metafoor van het ecosysteem is hier veel meer op zijn plek: een landschap waarin de verschillende bewoners naast elkaar bestaan en wederzijdse relaties met elkaar aangaan.
Polarisatie in de samenleving neemt toe. De roep om de eigen cultuur wordt groter en tegelijkertijd ook de noodzaak om de cultuur van de minderheid ook een stem en ruimte te geven. Identiteit is een groot issue vandaag de dag: wie zijn wij? Wie is de ander? De podiumkunsten spelen hierin een buitengewoon belangrijke rol.
De samenleving wordt steeds diverser en verlangt een culturele sector die dit weerspiegelt en inclusief is. Traditionele vormen van cultuurconsumptie krijgen concurrentie van nieuwe manieren om kunst te beleven. We zien een ontwikkeling waarbij consumenten vooral omnivoren worden: alleseters. ‘Hoge en lage kunst’ lijken steeds minder onderscheiden te worden. We staan open voor alles. Onze vrijetijdsinvulling is daardoor steeds meer aan verandering onderhevig. Publieksgroepen veranderen daardoor voortdurend van samenstelling.
Door de Coronacrisis en de lockdown hebben ook theaters hun deuren moeten sluiten. De 1,5 meter samenleving vraagt om flexibiliteit en doet een beroep op het innovatie vermogen van theaters. Ook is nog maar de vraag wat de economische gevolgen van de coronacrisis doen met het theaterbezoek de komende jaren.
Deze ontwikkelingen zorgen er voor dat de wijze waarop het theater haar taak invult de komende jaren aan verandering onderhevig zal zijn. Het theater moet zich in de toekomst meer richten op het tot stand brengen, stimuleren en faciliteren van waardevolle verbindingen. Meer co-creatie en coproductie. Een podium waar plek is voor iedereen: een plek voor passieve en actieve cultuurparticipatie.
De basis voor het cultuurbeleid van de gemeente Oosterhout is opgenomen in de cultuurnota ‘Droom, durf en beleef’ (2016). De volgende passages uit de cultuurnota zijn illustratief voor de visie van de gemeente Oosterhout op cultuur in zijn algemeenheid en het theater in het bijzonder.
‘Hoewel de reikwijdte van het begrip ‘cultuur’ allerminst helder is, staat wel vast dat cultuur een belangrijk ingrediënt is voor een gezonde en sterke samenleving. Cultuur is meer dan enkel de fysieke verschijningsvorm. Het gaat over de vorming van onze individuele en collectieve identiteit, over de ontwikkeling en uiting van gevoelens en beleving, over de inspiratie van onze gedachten en de vergaring van kennis en inzicht. Wie ben ik, wie ben jij en wie zijn wij? Naast de intrinsieke waarde, draagt cultuur bij aan tal van maatschappelijke pijlers in ons bestaan. Van individuele ontwikkeling en educatie tot een bredere sociaal maatschappelijke en zelfs economische impuls.’
‘Als gemeente vinden we het belangrijk om vooral ruimte te bieden aan de autonome totstandkoming en ontwikkeling van cultuur. Het bieden van ruimte betekent echter ook het zorgen voor de juiste ondergrond. We kunnen als gemeente het verschil maken door te investeren in een sterke (talent)ontwikkeling, een doorlopende verbinding van mensen, instellingen en maatschappelijke opgaven en een passende en gewogen facilitering in regelruimte, financiële middelen en fysieke ruimte.’
‘Een theaterbezoek is een avond uit, maar brengt ook jong en oud in contact met kunst en cultuur. Het inspireert, motiveert en stimuleert om zelf op amateur of professioneel niveau uiting te geven aan creativiteit. Podiumkunst verenigt diverse kunstdisciplines in zich; toneel, dans, muziek, literatuur, vormgeving etc. Kortom, voor ieder wat wils.’
‘Door de verzelfstandiging van het theater in 2015 kan De Bussel nog meer invulling geven aan het cultureel ondernemerschap, waardoor het programma-aanbod nog beter kan worden afgestemd met de lokale markt en er makkelijker de samenwerking kan worden gezocht met diverse culturele en maatschappelijke partners. Daarnaast is theater De Bussel een uitnodigende gastheer voor amateurgezelschappen. Zij kunnen rekenen op gereduceerde huurtarieven en ondersteuning op o.a. het gebied van techniek. Door in te zetten op samenwerking en co-creatie met o.a. Theek 5, h19, De Pannehoef, de toekomstige ontwikkeling op het Galvanitasterrein en de verenigingen wordt samen gewerkt aan een aantrekkelijk cultureel klimaat in Oosterhout.’
De ambitie is om theater De Bussel een professioneel theater te laten zijn. Theater De Bussel is reeds lid van de Vereniging van Schouwburgen en Concertzaaldirecties. Om lid te zijn van de VSCD moet worden voldaan aan een aantal eisen:
Professionaliteit heeft naast de programmering van professionele podiumkunst vooral betrekking op de eigen organisatie. Dit begint met goed bestuur en toezicht. De Code Cultural Governance, met haar 9 Principes en Best Practice-bepalingen, zijn hierbij het uitgangspunt.
1.2.3 Cultureel ondernemerschap en samenwerking
Wij verwachten van Theater De Bussel dat zij goed cultureel ondernemerschap vertoond. Dit betekent het verder ontwikkelen van een optimaal programma aanbod, afgestemd op de specifieke wensen binnen het verzorgingsgebied, waardoor meer publiek wordt benaderd en nieuwe doelgroepen worden geworven. Door middel van een efficiënte werkwijze en een creatieve benadering van de lokale markt ontwikkelt het theater een eigen verdienmodel.
Dit zal o.a. worden bereikt door het verstevigen van samenwerkingsverbanden zowel op cultureel gebied als op commercieel gebied. De Bussel zal op beide fronten actief moeten zijn. Op cultureel vlak participeert De Bussel al in samenwerkingsverbanden o.a. met bibliotheek Theek 5 en kunstencentrum h19. Deze samenwerkingsverbanden dienen in de komende jaren te worden geïntensiveerd en worden uitgebreid. Extra aandacht in de komende periode gaat uit naar een goede samenwerking en afstemming met de Pannehoef en de te realiseren Cultuurplaats op het Galvanitasterrein.
De financiering gebeurt door het verstrekken van een subsidie. Daardoor is sprake van een publiekrechtelijke vorm: uw instelling ontvangt subsidie op basis van een uitvoeringsovereenkomst op basis van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb).
Van toepassing op de subsidierelatie is de Algemene subsidieverordening van de gemeente Oosterhout (2018).
De vraagstelling kan onderverdeeld worden in twee delen. Het eerste deel betreft een aantal algemene, veelal op de bedrijfsvoering gerichte vragen aan uw instelling (hoofdstuk 2). Het tweede deel (hoofdstuk 3) heeft betrekking op de basistaken die wij van u vragen. In dit onderdeel vragen wij aan uw instelling om te komen met een meerjarenplan die een bijdrage levert aan de realisatie van een aantal gewenste maatschappelijke effecten en beleidsdoelstellingen. Hierbij zijn per categorie de gewenste maatschappelijke effecten en beleidsdoelstellingen zo goed als mogelijk vertaald in een aantal concrete resultaatverwachtingen. De focus van de vraagstelling ligt echter op de geformuleerde beleidsdoelstellingen. Wij hanteren de volgende categorie indeling:
Wij verzoeken u om bij het opstellen van een meerjarenplan en -begroting zo veel als mogelijk de indeling van dit beleidskader te volgen. Indien u daar gegronde redenen voor hebt kunt u desgewenst ook kiezen voor een andere indeling met een grotere of juist minder ruime mate van detail, mits het voor de gemeente Oosterhout mogelijk blijft om uw plan goed en eenduidig te kunnen beoordelen.
Uw subsidieaanvraag, bestaande uit een meerjarenplan (2021-2024) en een uitvoeringsplan en begroting 2021, dient uiterlijk op 1 november 2020 ingediend te zijn via het subsidieportaal van de gemeente Oosterhout.
Na goedkeuring van de aanvraag wordt overgegaan tot een subsidiebeschikking voor één jaar, maar met een meerjarig subsidiecontract. In het subsidiecontract wordt vastgelegd wat wij van uw instelling verwachten en onder welke aanvullende voorwaarden de subsidie wordt toegekend, bevoorschot en vastgesteld.
In het af te sluiten subsidiecontract komen in ieder geval de volgende onderwerpen voor, die als voorwaarden van de kant van de gemeente Oosterhout kunnen worden gezien:
Richtlijnen voor het zogeheten ‘outputverslag’ en een jaarrekening. In het outputverslag geeft u aan welke output en outcome u daadwerkelijk gerealiseerd heeft. Omdat we inzicht willen in de getrouwheid van de in de jaarrekening opgenomen cijfers, zal deze vergezeld moeten gaan van een goedkeurende verklaring van de instellingsaccountant. Bij de voorbereiding van die verklaring zal door uw instellingsaccountant een door ons te overleggen controleprotocol gevolgd moeten worden;
Jaarlijks ontvangt u (op basis van een door u in te dienen begroting en uitvoeringsplan) een subsidiebeschikking.
In dit onderdeel van het programma van eisen wordt een aantal vragen neergelegd dat niet rechtstreeks bijdraagt aan de realisatie van een aantal maatschappelijke effecten, maar dat meer op het (maatschappelijk) ondernemerschap van uw organisatie is gericht.
Graag ontvangen wij van u een verkorte weergave van de meerjarenbegroting voor de jaren 2021 t/m 2024. De meerjarenbegroting dient zowel inzicht te geven in de inkomsten als in de uitgaven. Wij vragen u hierbij tevens om een aantal scenario’ s te schetsen t.a.v. de corona effecten (bijvoorbeeld wat als eerste half jaar 2021 bezoekers nog tot 30 gemaximaliseerd is).
Het maximale beschikbare budget voor de uitvoering van dit beleidskader bedraagt € 1.684.359 (peiljaar 2021). Jaarlijks wordt bekeken of er sprake zal zijn van een loon- en prijscompensatie.
Ook willen wij ons een oordeel kunnen vormen over de kwaliteit van uw dienstverlening. Wij verzoeken u dan ook inzichtelijk te maken op welke wijze u de kwaliteit van uw dienstverlening vorm geeft. Wij denken hierbij in ieder geval aan een binnen uw instelling gehanteerd systeem voor integrale kwaliteitszorg (zo mogelijk tot uitdrukking komend in certificaten).