Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rhenen

Gemeente Rhenen - Verordening Minimaregelingen Rhenen 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRhenen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGemeente Rhenen - Verordening Minimaregelingen Rhenen 2022
CiteertitelVerordening Minimaregelingen Rhenen 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Verordening Minimaregelingen Rhenen 2021 wordt ingetrokken per 1-1-2022

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-2021nieuwe verordening

28-09-2021

gmb-2021-346368

Tekst van de regeling

Intitulé

Gemeente Rhenen - Verordening Minimaregelingen Rhenen 2022

De raad van de gemeente Rhenen,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 juli 2021,

besluit:

De Verordening Minimaregelingen Rhenen 2022 vast te stellen.

HOOFDSTUK 2. SPECIFIEKE VOORZIENINGEN

 

 

Artikel 5 Maatschappelijke participatie (Doe mee-budget)

  • 1.

    Het college kan een vergoeding aan inwoners van alle leeftijden verstrekken voor kosten van maatschappelijke participatie.

  • 2.

    De vergoeding betreft culturele, recreatieve, sportieve of maatschappelijke voorzieningen of - activiteiten.

  • 3.

    Het maximale bedrag waarvoor de aanvrager per periode vergoedingen kan aanvragen is bij een inkomen:

    • a.

      tot en met 100% van de norm: € 100,00;

    • b.

      van meer dan 100% maar minder of gelijk aan 110% van de norm: € 75,00;

    • c.

      van meer dan 110% maar minder of gelijk aan 120% van de norm, € 50,00.

  • 4.

    In afwijking op het gestelde in lid 3 zijn in de aanvraagperiode die loopt van 1 december 2021 tot en met 30 juni 2023, de maximale bedragen waarvoor aanvrager vergoedingen kan aanvragen bij een inkomen:

    • a.

      tot en met 100% van de norm: € 160,00;

    • b.

      van meer dan 100% maar minder of gelijk aan 110% van de norm: € 120,00;

    • c.

      van meer dan 110% maar minder of gelijk aan 120% van de norm, € 80,00.

  • 5.

    Het is toegestaan de vergoeding voor sport en bewegen volwassenen uit artikel 6 samen te voegen met de bedragen uit lid 3, ten behoeve van een lidmaatschap bij een erkende sportclub of -vereniging.

  • 6.

    De vergoeding voor maatschappelijke participatie is een persoonlijke vergoeding welke voor elk lid van het huishouden aangevraagd kan worden.

 

Artikel 6 Sport en bewegen volwassenen

  • 1.

    Het college kan een vergoeding aan inwoners, van 18 jaar en ouder verstrekken voor de kosten van een sportabonnement.

  • 2.

    De vergoeding betreft een lidmaatschap bij een erkende sportclub of -vereniging.

  • 3.

    Het maximale bedrag waarvoor de aanvrager per periode vergoedingen kan aanvragen is bij een inkomen:

    • a.

      tot en met 100% van de norm: € 100,00;

    • b.

      van meer dan 100% maar minder of gelijk aan 110% van de norm: € 75,00;

    • c.

      van meer dan 110% maar minder of gelijk aan 120% van de norm: € 50,00.

  • 4.

    In afwijking op het gestelde in lid 3 zijn in de aanvraagperiode die loopt van 1 december 2021 tot en met 30 juni 2023, de maximale bedragen waarvoor aanvrager vergoedingen kan aanvragen bij een inkomen:

    • a.

      tot en met 100% van de norm: € 150,00;

    • b.

      van meer dan 100% maar minder of gelijk aan 110% van de norm: € 112,50;

    • c.

      van meer dan 110% maar minder of gelijk aan 120% van de norm, € 75,00.

  • 5.

    Het is toegestaan de bedragen genoemd in artikel 5 toe te voegen aan de bedragen uit lid 3 en lid 4.

  • 6.

    De vergoeding voor sport is een persoonlijke vergoeding welke voor elk lid van het huishouden dat op de 18 jaar of ouder is, aangevraagd kan worden.

 

Artikel 7 Identiteitsbewijs

  • 1.

    Het college kan een vergoeding aan inwoners, verstrekken voor de kosten van een ID-kaart.

  • 2.

    De vergoeding betreft de werkelijke kosten voor het verlengen of aanvragen van een Nederlandse identiteitskaart.

  • 3.

    Indien een inwoner een paspoort wenst aan te schaffen in plaats van een ID-kaart, kan hij een vergoeding krijgen voor het verlengen of aanvragen van een paspoort ter hoogte van de kosten van het aanschaffen of verlengen van een ID-kaart. De aanvullende kosten kunnen worden voldaan vanuit het Doe mee-budget uit artikel 5.

  • 4.

    Indien een inwoner in het bezit is van een verblijfsdocument voor onbepaalde tijd of duurzaam verblijf dan kan hij een vergoeding krijgen voor de werkelijke kosten van de verlenging van het verblijfsdocument voor onbepaalde tijd of duurzaam verblijf.

  • 5.

    Om in aanmerking te komen voor een vergoeding van een ID-kaart is ten behoeve van deze persoon in de voorgaande periode geen vergoeding voor een ID-kaart vanuit deze verordening of een van zijn voorgaande regelingen verstrekt:

    • a.

      deze periode betreft vijf jaar voor personen van jonger dan 18 jaar; en

    • b.

      tien jaar voor personen van 18 jaar en ouder.

  • 6.

    De vergoeding voor een ID-kaart is een persoonlijke vergoeding welke voor elk lid van het huishouden dat voldoet aan de voorwaarden gesteld in lid 5. aangevraagd kan worden.

 

Artikel 8 Computer/ tablet basisschool

  • 1.

    Het college kan een vergoeding aan inwoners verstrekken voor de kosten van de aanschaf van een computer, tablet of noodzakelijke benodigdheden zoals een printer, toetsenbord, beeldscherm, muis en headset.

  • 2.

    Om in aanmerking te komen voor een vergoeding van een computer of tablet wordt voldaan aan onderstaande voorwaarden:

    • a.

      de aanvraag betreft een huishouden met kinderen die op de peildatum 4 tot en met 11 jaar oud zijn; en

    • b.

      er is aan het huishouden de afgelopen vijf aanvraagperiodes geen vergoeding verstrekt voor een computer vanuit deze verordening of een van zijn voorgaande regelingen.

  • 3.

    Het maximale bedrag waarvoor per periode van vijf aanvraagperiodes een vergoeding kan worden aangevraagd is € 500,00.

  • 4.

    De vergoeding voor een computer of tablet basisschool wordt verstrekt per huishouden, wat betekent dat de aanvrager die voldoet aan de voorwaarden genoemd in de voorgaande leden, recht heeft op één vergoeding, ongeacht het aantal kinderen in het huishouden.

 

Artikel 9 Schoolkosten middelbare school

  • 1.

    Het college kan een vergoeding verstrekken voor schoolbenodigdheden die door middelbare scholen als noodzakelijk worden geacht om de schoolcarrière optimaal te kunnen doorlopen.

  • 2.

    Om in aanmerking te komen voor een vergoeding voor schoolkosten wordt voldaan aan onderstaande voorwaarden:

    • a.

      de aanvraag heeft betrekking op een kind dat op de peildatum 12 jaar of ouder is maar jonger dan 19 jaar; en

    • b.

      er is voor het kind in de voorgaande periode, zoals gespecificeerd onder lid 4 onder a., geen vergoeding verstrekt vanuit deze verordening of een van zijn voorgaande regelingen.

  • 3.

    De vergoeding voor schoolkosten omvat de volgende vergoedingen:

    • a.

      laptop of computer;

    • b.

      schoolbenodigdheden;

  • 4.

    De frequentie waarin aanvrager vergoedingen kan aanvragen is voor:

    • a.

      laptop of computer: eenmalig;

    • b.

      schoolbenodigdheden: elke aanvraagperiode;

  • 5.

    Het maximale bedrag waarvoor de aanvrager een vergoeding kan aanvragen is voor een laptop of computer: € 500,-;

  • 6.

    Het maximale bedrag waarvoor de aanvrager per aanvraagperiode een vergoeding kan aanvragen is voor schoolbenodigdheden:

    • a.

      bij een inkomen tot en met 100% van de norm: € 100,00;

    • b.

      bij een inkomen van meer dan 100% maar minder of gelijk aan 110% van de norm: € 75,00;

    • c.

      bij een inkomen van meer dan 110% maar minder of gelijk aan 120% van de norm: € 50,00.

  • 7.

    In afwijking op het gestelde in lid 6 zijn in de aanvraagperiode die loopt van 1 december 2021 tot en met 30 juni 2023, de maximale bedragen waarvoor aanvrager vergoedingen kan aanvragen voor schoolbenodigdheden;

    • a.

      bij een inkomen tot en met 100% van de norm: € 150,00;

    • b.

      bij een inkomen van meer dan 100% maar minder of gelijk aan 110% van de norm: € 112,50;

    • c.

      bij een inkomen van meer dan 110% maar minder of gelijk aan 120% van de norm: € 75,00.

  • 8.

    De vergoeding schoolkosten middelbare school wordt per kind verstrekt ongeacht het aantal kinderen in het huishouden.

 

Artikel 10 Mobiele telefoon

  • 1.

    Het college kan een vergoeding verstrekken voor de aanschaf van een mobiele telefoon.

  • 2.

    Om in aanmerking te komen voor deze vergoeding wordt voldaan aan onderstaande voorwaarden:

    • a.

      de aanvraag heeft betrekking op een kind dat op de peildatum 12 jaar of ouder is maar jonger dan 19 jaar; en

    • b.

      voor het kind is in de voorgaande drie aanvraagperiodes geen vergoeding toegekend voor de kosten van een mobiele telefoon vanuit deze verordening of voorgaande regelingen.

  • 3.

    Het maximale bedrag waarvoor per periode van drie aanvraagperiodes een vergoeding kan worden aangevraagd is:

    • a.

      bij een inkomen tot en met 100% van de norm: € 150,00;

    • b.

      bij een inkomen van meer dan 100% maar minder of gelijk aan 110% van de norm: € 112,50;

    • c.

      bij een inkomen van meer dan 110% maar minder of gelijk aan 120% van de norm: € 75,00.

  • 4.

    De vergoeding geldt voor:

    • a.

      een mobiele telefoon (nieuw of refurbished);

    • b.

      accessoires;

    • c.

      prepaidkaarten.

  • 5.

    Er kan geen vergoeding worden aangevraagd voor abonnementskosten en verzekeringskosten.

  • 6.

    De vergoeding mobiele telefoon wordt per kind verstrekt ongeacht het aantal kinderen in het huishouden.

 

Artikel 11 Fiets

  • 1.

    Het college kan een vergoeding verstrekken voor de aanschaf of het opknappen van een fiets.

  • 2.

    Om hiervoor in aanmerking te komen wordt voldaan aan onderstaande voorwaarden:

    • a.

      de aanvraag heeft betrekking op een kind dat op de peildatum 12 jaar of ouder is maar jonger dan 19 jaar; en

    • b.

      voor het kind is niet eerder een vergoeding toegekend voor een fiets vanuit deze verordening of voorgaande regelingen.

  • 3.

    Het maximale bedrag waarvoor een vergoeding voor de kosten van een fiets kan worden aangevraagd is € 150,00:

  • 4.

    Er kan slechts één keer een vergoeding voor de kosten van een fiets worden aangevraagd.

  • 5.

    De vergoeding fiets wordt per kind verstrekt ongeacht het aantal kinderen in het huishouden.

 

Artikel 12 Kledingpakket

  • 1.

    Het college kan een vergoeding voor een kledingpakket verstrekken.

  • 2.

    Om hiervoor in aanmerking te komen wordt voldaan aan onderstaande voorwaarde:

    • a.

      de aanvraag heeft betrekking op een kind dat op de peildatum jonger is dan 19 jaar.

  • 3.

    Het maximale bedrag waarvoor per aanvraagperiode een vergoeding kan worden aangevraagd is:

    • a.

      bij een inkomen tot en met 100% van de norm: € 200,00

    • b.

      bij een inkomen van meer dan 100% maar minder of gelijk aan 110% van de norm: € 150,00

    • c.

      bij een inkomen van meer dan 110% maar minder of gelijk aan 120% van de norm: € 100,00.

  • 4.

    In afwijking op het gestelde in lid 3 zijn in de aanvraagperiode die loopt van 1 december 2021 tot en met 30 juni 2023, de maximale bedragen waarvoor aanvrager vergoedingen kan aanvragen bij een inkomen:

    • a.

      tot en met 100% van de norm: € 320,00;

    • b.

      van meer dan 100% maar minder of gelijk aan 110% van de norm: € 240,00;

    • c.

      van meer dan 110% maar minder of gelijk aan 120% van de norm, € 160,00.

  • 5.

    De vergoeding kledingpakket wordt per kind verstrekt ongeacht het aantal kinderen in het huishouden.

 

Artikel 13 Collectieve ziektekostenverzekering

  • 1.

    Het college kan een korting op de ziektekostenverzekering verstrekken door middel van het aanbieden van een collectieve ziektekostenverzekering van een zorgverzekeraar.

  • 2.

    Om hiervoor in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de aanvrager heeft geen achterstanden bij de huidige zorgverzekering; en

    • b.

      de aanvrager of diens partner sluit met de zorgverzekeraar als bedoeld in lid 1, een overeenkomst voor een zorgverzekering in het kader van de Zorgverzekeringswet en het te verzekeren pakket komt overeen met de eisen die het college aan een collectieve zorgverzekering voor minima stelt.

  • 3.

    De aanvrager kan aan de collectieve zorgverzekering voor minima deelnemen vanaf de datum waarop de collectieve zorgverzekeraar hem accepteert.

  • 4.

    De deelname aan de collectieve zorgverzekering eindigt vanaf het moment dat aanvrager of diens partner:

    • a.

      de verzekering beëindigt (per 1ste van het nieuwe kalenderjaar; of

    • b.

      niet meer ingeschreven staat in de gemeentelijke basisadministratie (BRP) van de gemeente Rhenen.

  • 5.

    De deelname aan de collectieve zorgverzekering voor minima eindigt per 1 januari van het volgende kalenderjaar indien de aanvrager of diens partner:

    • a.

      een inkomen heeft dat hoger is dan 120% van de toepasselijke norm; of

    • b.

      een vermogen heeft boven de van toepassing zijnde vermogensgrens op grond van artikel 34 van de Pw.

 

Artikel 14 Compensatie meerkosten chronisch zieken en gehandicapten

  • 1.

    Het college kan een compensatie beschikbaar stellen voor aannemelijke meerkosten van directe en indirecte zorgkosten die Rhenenaren met een chronische zieken of handicap maken.

  • 2.

    Om hiervoor in aanmerking te komen moet de aanvrager voldoen aan beide onderstaande voorwaarden:

    • a.

      In afwijking van het bepaalde in artikel 2.2. mag het inkomen niet hoger zijn dan maximaal 110% van de norm.

    • b.

      Tot de doelgroep chronisch zieken en gehandicapten met aannemelijke meerkosten behoren in ieder geval de volgende personen:

      • i.

        Belanghebbenden van 18 jaar of ouder die een voorziening ingevolge de Wet maatschappelijke ondersteuning hebben of beschikken over een geldige indicatie (waaronder Wmo, CIZ, Wlz-indicatie of gehandicaptenparkeerkaart); of

      • ii.

        Belanghebbende die een arbeidsongeschiktheidsuitkering (waaronder WAO, WIA.WAZ of Wajong-uitkering) ontvangen, of een uitkering op grond van de Participatiewet, IOAW, of IOAZ met een ontheffing van de sollicitatieplicht op medische gronden of

      • iii.

        Belanghebbenden die kunnen aantonen chronisch ziek of gehandicapt te zijn. In ieder geval wordt dit aangetoond indien men een bewijs heeft dat het volledig wettelijk Eigen Risico Ziektekostenverzekering 2019 (ad 385,-) of 2020 (ad 385,-) is betaald.

  • 3.

    Aan een persoon die tot de doelgroep zoals geformuleerd in lid 2, wordt een tegemoetkoming verstrekt voor aannemelijke meerkosten onder de volgende voorwaarden:

    • a.

      De tegemoetkoming wordt één keer per aanvraagperiode op aanvraag toegekend.

    • b.

      De tegemoetkoming bedraagt € 200,00.

    • c.

      Gehuwden of samenwonenden kunnen beiden in aanmerking komen voor deze tegemoetkoming.

  • 4.

    In afwijking op het gestelde in lid 3.b bedraagt de tegemoetkoming in de aanvraagperiode die loopt van 1 december 2021 tot en met 30 juni 2023, € 300,00.

 

HOOFDSTUK 3. AANVULLENDE BEPALINGEN

 

 

Artikel 15 Onjuiste of onvolledige gegevens

  • 1.

    De aanvrager is verantwoordelijk voor de aanlevering van de juiste gegevens aan de uitvoerder.

  • 2.

    Het college kan onderzoeken of de vergoedingen rechtmatig zijn verstrekt.

  • 3.

    Het college kan het besluit tot verstrekking van een vergoeding intrekken of ten nadele van de aanvrager wijzigen indien:

    • a.

      de aanvrager in het kader van de aanvraag onjuiste, verouderde of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onrechtmatige verstrekking van de vergoedingen heeft geleid;

    • b.

      op de aanvraag een ander besluit zou zijn genomen indien bij de beoordeling van die aanvraag de juiste gegevens bekend waren geweest; of

    • c.

      de zaak of activiteit waarvoor de vergoeding is verstrekt niet is aangeschaft of heeft plaatsgevonden.

  • 4.

    Indien het college een besluit tot verstrekking van een vergoeding intrekt vervalt het recht op de vergoeding met ingang van de dag waarop het besluit tot intrekking bekend wordt gemaakt.

  • 5.

    Het college kan de, op grond van deze verordening onverschuldigd betaalde vergoedingen, terugvorderen.

  • 6.

    Het college kan het terug te vorderen bedrag bij dwangbevel invorderen.

 

Artikel 16 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening of de daarop gebaseerde regels voor zover dit naar het oordeel van het college onredelijke gevolgen heeft voor de aanvrager gezien de doelstelling van deze verordening.

 

Artikel 17 Verbinden van aanbieders

  • 1.

    Het college kan aanbieders van producten die vergoed kunnen worden op basis van deze verordening, op elk moment in het jaar, toestemming geven zich aan te sluiten bij de voor dit doel beschikbaar gestelde online omgeving om producten toe te voegen.

  • 2.

    Waar mogelijk zal zoveel mogelijk worden samengewerkt met lokale aanbieders.

  • 3.

    Producten van aanbieders die reeds aangesloten zijn kunnen direct online besteld worden door de aanvrager na ontvangst van het besluit tot verstrekking van een vergoeding.

 

Artikel 18 Intrekken oude verordening

De verordening Minimaregelingen Rhenen 2021 wordt ingetrokken op 1 januari 2022.

 

Artikel 19 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 december 2021.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening Minimaregelingen Rhenen 2022”.

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 28 september 2021

De raadsgriffier,

de voorzitter,

Ir. C.A.M. Apell

drs. J.A. van der Pas

 

 

 

 

Artikel 1 Begrippen

  • 1.

    In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a.

      aanvrager: de inwoner van de gemeente Rhenen die ten behoeve van zichzelf, zijn partner of zijn kind(eren) een vergoeding op grond van deze verordening aanvraagt;

    • b.

      college: college van burgemeester en wethouders;

    • c.

      aanvraagperiode: de periode waarin een aanvraag kan worden ingediend zoals nader verwoord onder sub g.

    • d.

      de doelgroep: inwoners van de gemeente Rhenen met een laag inkomen en de tot hun last komende kinderen;

    • e.

      de gemeente: de gemeente Rhenen;

    • f.

      huishouden: een aantal personen dat in gezinsverband leeft en als zodanig als een eenheid wordt beschouwd;

    • g.

      kind : een persoon jonger dan 18 jaar voor wie aan de alleenstaande ouder of gehuwde ouders, die ingeschreven staat in de gemeente Rhenen in de Basisregistratie personen, kinderbijslag op grond van artikel 18 van de Algemene Kinderbijslagwet wordt betaald of zal worden betaald vanaf het eerstvolgende kwartaal of het pleegkind jonger dan 18 jaar waarvoor een pleegvergoeding wordt ontvangen op grond van artikel 5.3, lid 1, van de Jw;

    • h.

      norm: wettelijk minimum/ bijstandsnorm, het bedrag, bedoeld in artikel 5, onder c, van de Pw;

    • i.

      peildatum:

      • i.

        aanvraagperiode 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021: 31 december 2021;

      • ii.

        aanvraagperiode 1 december 2021 tot en met 30 juni 2023: 30 juni 2023.

      • iii.

        Vanaf 1 juli 2023: 30 juni van de lopende aanvraagperiode 1 juli tot en met 30 juni;

    • j.

      uitvoerder: de uitvoerende instantie die namens het college de minimaregelingen uit de Integrale Verordening uitvoert.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Gemeentewet.

 

Artikel 2 Reikwijdte en doelstelling

  • 1.

    Deze verordening heeft tot doel:

    • a.

      het vergroten van de kansen van de doelgroep om de spiraal van armoede te doorbreken;

    • b.

      het bevorderen van sport en andere vormen van maatschappelijke participatie bij de doelgroep;

    • c.

      het voorkomen van sociale uitsluiting van de doelgroep;

    • d.

      het bevorderen dat schoolgaande kinderen zo min mogelijk belemmeringen ondervinden als gevolg van het feit dat hun ouders tot de doelgroep behoren;

    • e.

      het tegengaan van onderverzekering op het gebied van ziektekostendekking van de doelgroep.

  • 2.

    Er bestaat alleen recht op vergoedingen op basis van deze verordening voor:

    • a.

      inwoners met een inkomen dat niet hoger is dan maximaal 120% van de norm; of

    • b.

      inwoners die in de schuldhulpverlening zitten waarbij zij voor dezelfde vergoedingen in aanmerking komen als inwoners met de norm van 100% van het wettelijk minimum .

  • 3.

    Bij vaststelling van het inkomen worden toegepast:

    • a.

      de vermogenstoets, zoals omschreven in artikel 31 van de Pw, met uitzondering op het vermogen in de vorm van een eigen woning: deze wordt niet meegerekend, en

    • b.

      de kostendelersnorm, zoals omschreven in de artikelen 19a en 22a van de Pw.

  • 4.

    Er bestaat recht op een vergoeding als de leeftijd van de aanvrager voldoet aan de voorwaarden als gesteld bij de specifieke voorzieningen.

  • 5.

    Geen recht op een in deze verordening genoemde vergoeding heeft de aanvrager:

    • a.

      die op het moment van aanvraag in detentie of een asielzoekerscentrum verblijft of studiefinanciering ontvangt met uitzondering van (alleenstaande) ouder(s) met studiefinanciering; of

    • b.

      aan wie op grond van artikel 11 van de Pw geen bijstand kan worden verleend omdat deze persoon geen Nederlander dan wel een daar aan gelijkgestelde vreemdeling is.

  • 6.

    Vergoedingen worden verstrekt in natura behoudens bij de collectieve ziektekostenverzekering waarbij de vergoeding ziet op een korting op de ziektekostenverzekering.

  • 7.

    Bij een vergoeding mag altijd worden bijbetaald. Het betreft dan een tegemoetkoming in de kosten.

  • 8.

    Het recht op een vergoeding kan niet meegenomen worden naar een volgende aanvraagperiode.

 

Artikel 3. Inhoud voorzieningen

De voorzieningen bedoeld in artikel 2, eerste lid, bestaan uit regelingen voor:

  • 1.

    Maatschappelijke participatie;

  • 2.

    Sport en bewegen volwassenen;

  • 3.

    Vergoeding ID kaart;

  • 4.

    Computer en/of tablet basisschool;

  • 5.

    Schoolkosten middelbare school;

  • 6.

    Mobiele telefoon;

  • 7.

    Fiets;

  • 8.

    Kledingpakket;

  • 9.

    Collectieve ziektekostenverzekering;

  • 10.

    Meerkosten chronisch zieken.

 

Artikel 4 Aanvragen

  • 1.

    Aanvragen voor vergoedingen op grond van deze verordening kunnen door middel van een papieren aanvraagformulier bij de uitvoerder of via de eigen digitale omgeving van de uitvoerder worden ingediend.

  • 2.

    Aanvragers kunnen een persoonlijke inlogcode aanvragen bij de uitvoerder.

  • 3.

    In de persoonlijke digitale omgeving kunnen de aanvragers zien op welke vergoedingen zij recht hebben en onder welke voorwaarden.

  • 4.

    De aanvragers dienen zelf aan te tonen dat zij een inkomen hebben binnen de geldende inkomensnormen.

  • 5.

    Aanvragen voor vergoedingen kunnen ingediend worden in de volgende perioden:

    • a.

      1 januari 2021 tot en met 31 december 2021;

    • b.

      1 december 2021 tot en met 30 juni 2023;

    • c.

      vanaf 1 juli 2023 : 1 juli van het betreffende kalenderjaar tot en met 30 juni van het daaropvolgende kalenderjaar.

  • 6.

    Aanvragen voor deelname aan de collectieve ziektekostenverzekering zoals vermeld in artikel 4.5.13 voor een komend kalenderjaar, kunnen worden ingediend voor 1 januari van dat komende kalenderjaar. In bijzondere gevallen kan het college besluiten af te wijken van deze datum.